Bestrijder van Legionella wint financiële ondersteuning voor internationale ambities

bifipro-hollandwater-01Holland Water, specialist op het gebied van koper- en zilverionisatie, weet zich het komende jaar gesteund door het Oranje Handelsmissiefonds. Het bedrijf krijgt ondersteuning bij het realiseren van zijn internationale ambities. Holland Water brengt een systeem op de markt om de ontwikkeling van biofilm tegen te gaan en Legionella te bestrijden Het Oranje Handelsmissiefonds is een initiatief van ING, KLM, MKB-Nederland en het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

Leo de Zeeuw van Holland Water nam de prijs behorende bij de ondersteuning woensdagmiddag in ontvangst op een feestelijke bijeenkomst op Schiphol. “Het is een grote eer om deze stimuleringsprijs te mogen ontvangen in een heel groot deelnemersveld”, aldus De Zeeuw. “De initiatiefnemers van deze prijs weten waar ze het over hebben als het gaat om handelsbevordering. Van die kennis maken we het komend jaar graag gebruik bij het uitrollen van onze internationale ambities.”

Het Bifipro®-systeem van Holland Water om de ontwikkeling van biofilm tegen te gaan en Legionella te bestrijden, wordt inmiddels al op meer dan 350 locaties in Nederland, België, Italië en het Midden-Oosten ingezet. Maar de ambities reiken verder. Afgelopen weekend nog sloot het bedrijf in Cannes een samenwerkingsverband met het Franse Octo Marine. Dit is één van de leidende bedrijven in waterbehandelingssystemen in de maritieme sector. De systemen van Octo Marine worden wereldwijd verkocht en vooral toegepast in (luxere) jachten. De twee bedrijven brengen samen de Bifipro Marine® op de markt.

Het Oranje Handelsmissiefonds is een initiatief van ING, KLM, MKB-Nederland en het Ministerie van Buitenlandse Zaken in samenwerking met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. De troonswisseling op 30 april 2013 is voor de initiatiefnemers hét moment geweest om hun kennis en ervaring te bundelen en daarmee het belang van internationale handel voor Nederland te onderstrepen.

Het Oranje Handelsmissiefonds steunt jaarlijks tien bedrijven. Het fonds denkt gericht met de ondernemers mee om de stap over de grens succesvol te laten verlopen en opent deuren die anders gesloten blijven. Het biedt praktische steun, deelt kennis over de lokale markt  met gebruikmaking van het grote netwerk van de initiatiefnemers.

[related_post themes=”text”]

  • Bedrijf
  • november 24, 2016
  • 2 views
Engie Services Noord mag werknemers niet ontslaan

foto-engie-bunnikDe werknemers van Engie Services Noord mogen niet ontslagen worden, omdat Engie structureel uitzendkrachten inzet. De rechtbank volgt daarmee de mening het UWV dat al eerder de ontslagaanvragen afwees. Engie Services Noord was naar de rechter gestapt om ook de laatste 25 werknemers nog te kunnen ontslaan vanuit een reorganisatie in 2015. Negentien rechtszaken van werknemers zijn door de rechtbank Assen gecombineerd behandeld. De FNV stond deze werknemers bij in hun verweer.

Bij Engie werken structureel veel uitzendkrachten. Desondanks werd in december 2015 een reorganisatie met 65 ontslagen van vaste krachten aangekondigd. De rechtbank oordeelde dat Engie onvoldoende heeft onderzocht of het werk van deze uitzendkrachten door eigen voor ontslag aangezegde werknemers kon worden gedaan.

Mariëtte Patijn, coördinator arbeidsvoorwaardenbeleid FNV: “Deze uitspraak is enorm belangrijk voor alle werknemers in Nederland. Mensen met vaste banen kunnen niet straffeloos de laan uit gestuurd worden als er nog passend werk voor hen is dat goedkopere flexwerkers doen. Dat heeft het UWV eerder geoordeeld en de rechtbank is het daarmee eens.”

De rechtbank oordeelde verder dat Engie haar verplichting om haar eigen werknemers te herplaatsen, niet is nagekomen. Wiebren Smit, procesjurist FNV: ‘In juridisch opzicht is deze uitspraak van groot belang, omdat hierin een nadere invulling wordt gegeven aan de herplaatsingsverplichtingen voor de werkgevers vanaf de invoering van de Wet Werk en Zekerheid. Het is dus onvoldoende om vacaturelijstjes toe te sturen, want een werkgever moet actief zijn werknemers benaderen, individueel maatwerk bieden en begeleiden naar passend werk.’

Naast het inzetten van uitzendkrachten op structureel werk van vaste krachten en onvoldoende herplaatsingsinspanningen, speelde er nog meer bij Engie Services Noord. Ook bij de afspiegeling heeft de FNV vraagtekens gezet en de rechtbank volgt het FNV hierin. Marijke Eggengoor: “De kantonrechter heeft geoordeeld dat Engie ook de ontslagvolgorde, het afspiegelingsbeginsel, onjuist heeft gehanteerd. Er is door Engie teveel onderscheid gemaakt tussen functies die eigenlijk hetzelfde zijn, waardoor er willekeur in de ontslagvolgorde heeft plaatsgevonden.”

Na de uitspraak van de rechtbank is het de vraag wat Engie gaat doen. De werknemers die meededen aan de rechtszaak zijn door hun werkgever de afgelopen tijd geïntimideerd  en onder druk gezet om alsnog in te stemmen met hun ontslag, meent FNV. Marijke Eggengoor: “De mensen zijn onder druk gezet af te zien van de rechtszaak. Dat ging er behoorlijk grof aan toe. Wij hopen dat deze vakkrachten, waarvan sommigen meer dan  veertig jaar in dienst zijn, gewoon hun werk weer kunnen hervatten. Zij dienen met respect behandeld te worden, ook na deze overwinning.”

[related_post themes=”text”]

Baopt Benelux gaat internationale rol spelen

baoptBaopt Benelux neemt het management van de wereldwijde Climotion activiteiten over. Climotion is in Nederland bekend onder de originele merknaam BaOpt, software voor de sturing van luchtbehandelingsinstallaties. Het merk wordt momenteel in 12 landen toegepast. Veelvuldige toepassingen in ons land zijn zwembaden, theaters, kantoren en scholen. Internationaal is Climotion bekend van projecten in retail, vliegvelden en complexe kantoorgebouwen.

BaOpt Benelux bv, sinds 2011 de exclusieve partner in Nederland, heeft veel gespecialiseerde kennis opgedaan over de toepassing van de software zowel in Nederland als daarbuiten. Het bedrijf denkt daarmee een goede basis te hebben voor de doorontwikkeling van Climotion en het verder internationaal uitrollen. De focus zal daarbij de komende twee jaar liggen op Europa en het Midden-Oosten.

“De gebouwde omgeving staat voor de enorme taak gebouwen snel energieneutraal te maken”, zegt Guido Bartelink directeur BaOpt Benelux bv. “Internet techniek (IoT) en slimme software worden daarbij steeds belangrijker”. BaOpt Benelux beschikt over een eigen ontwikkelcentrum voor hard- en software in Leens (Groningen) en een sales en advies groep in Haarlem. “Wij zien het als een enorme blijk van vertrouwen dat wij het management nu overnemen. We zullen dit samen doen met de partners die in de afgelopen jaren Climotion hebben helpen ontwikkelen en vermarkten”, aldus Bartelink. “Het is mooi dat we als Nederlands bedrijf zo’n internationale rol kunnen spelen.”

Bosch Energy and Building Solutions is en blijft mede aandeelhouder in Climotion bv en ook eigenaar van de patenten waarop Climotion gebaseerd is.

BaOpt is een regelstrategie voor luchtbehandelingsinstallaties dat naar eigen zeggen een comfortabel binnenklimaat creëert met energiebesparingen van 20-40%. Door druksturing heerst overal in een ruimte vrijwel dezelfde temperatuur en krijgt tocht geen kans.

[related_post themes=”text”]

  • Bedrijf
  • november 22, 2016
  • 2 views
Rensa beloond voor continueren duurzaamheid

rensa-duurzaamTechnische groothandel Rensa heeft haar tweede Lean & Green Star uitgereikt gekregen door Connekt. Jur Hofland, coördinator duurzame logistiek, nam de nieuwe ster tijdens het Factor 6 Congres in Delft namens Rensa in ontvangst. De tweede ster is aan Rensa toegekend wegens vormbehoud in 2015 en het realiseren van nieuwe duurzaamheidambities die meetbaar bijdragen aan de netwerk- en transportprestaties.

Deelname aan het Lean & Green programma levert meer inzicht in CO2 uitstoot op, waardoor de bewustwording binnen Rensa is vergroot. De technische groothandel  spant zich sinds 2009 actief in om het logistieke- en mobiliteitsproces duurzamer te maken. In 2014 ontving Rensa de eerste ster door haar CO2-uitstoot met meer dan 20% te reduceren (te weten 21,88%) in vijf jaar tijd.

Dat Rensa duurzaam ondernemen serieus neemt, blijkt ook uit haar certificering van niveau 3 op de CO2 prestatieladder.  De technische groothandel continueert haar duurzaamheidambities door het onderwerp bij alle stakeholders onder de aandacht te blijven brengen en zelf te blijven zoeken naar nieuwe technieken die binnen processen efficiëntie opleveren.

[related_post themes=”text”]

Legionella bestrijden op zee

showershipHolland Water, gespecialiseerd in koper- en zilverionisatie, heeft een samenwerkingsverband gesloten met Octo Marine. Dit Franse bedrijf is actief in waterbehandelingssystemen voor de maritieme sector. De systemen van Octo Marine worden wereldwijd verkocht en vooral toegepast in (luxere) jachten. De twee bedrijven gaan samen de Bifipro®Marine vermarkten. Dit is een systeem om de ontwikkeling van biofilm tegen te gaan en Legionella te bestrijden.

Het systeem wordt inmiddels al op meer dan 350 locaties in Nederland, België, Italië en het Midden-Oosten ingezet. Octo Marine heeft het afgelopen jaar uitgebreid marktonderzoek gedaan en kwam tot de conclusie dat het Bifipro®-systeem van Holland Water ook voor maritieme doeleinden het meest geavanceerde koper- en zilverionisatiesysteem is. “Octo Marine hecht ook veel waarde aan het feit dat wij bij Holland Water een eigen afdeling Research en Development hebben, waar we continu aan nieuwe ontwikkelingen werken”, zegt Leo de Zeeuw, DGA van Holland Water. “Daardoor is het Bifipro-systeem technisch ‘state of the art’ en bijzonder accuraat in het doseren van de juiste koper- en zilverconcentraties in het water. Dankzij onze afdeling R&D lukt het Holland Water ook keer op keer om met innovaties te komen. Dat is ook voor de maritieme markt interessant. Eigenaren van luxe jachten eisen tenslotte vaak het beste dat te koop is”, aldus De Zeeuw.

Holland Water en Octo Marine hebben gezamenlijk een systeem ontwikkeld dat specifiek op schepen kan worden ingezet. De Bifipro®Marine is compact en kan op afstand, ook op volle zee, worden gemonitord.

De Zeeuw laat weten erg blij te zijn met de samenwerking met Octo Marine. “En niet alleen omdat dit een gerenommeerde speler is in de maritieme sector, maar ook omdat er nu mede dankzij hen een systeem specifiek voor die markt beschikbaar is.” Het verschil met bestaande systemen is, dat die zijn ontwikkeld voor toepassing aan land. “Op schepen worden weer andere eisen gesteld, omdat de omstandigheden totaal anders zijn”, licht De Zeeuw toe.

[related_post themes=”text”]

  • Bedrijf
  • november 21, 2016
  • 8 views
Unica stelt directeur aan voor supply chain management

foto-dik-geelenDik Geelen is onlangs gestart als Directeur Procurement & Supply Chain bij Unica. Voor de zelfstandige technisch dienstverlener is deze functie nieuw. Supply chain management verbindt de buitenwereld met de interne organisatie van Unica en stimuleert samenwerking en waardeontwikkeling in de keten, zo is de bedoeling. Geelen (44) heeft diverse inkoopfuncties bekleed. Voor hij startte bij Unica was hij werkzaam als directeur Procurement bij Stork, Imtech Benelux en werkte hij geruime tijd bij adviesbureau Significant, voorheen PwC. Geelen is tevens voorzitter van de NEVI Research Stichting (NRS). Deze stichting bevordert wetenschappelijk inkoop onderzoek en onderwijs. Ook is hij lid van de Stuurgroep Inkoop Grote Bedrijven (SIGB), een netwerk dat zich onder andere bezig houdt met kennisuitwisseling en opinievorming rondom Procurement en Supply Chain.

“Mijn nieuwe functie bij Unica voelt vanaf het begin erg goed”, aldus Dik Geelen. “Unica is een mooie, ambitieuze organisatie met een breed pallet aan diensten en een positieve flow. Het bedrijf is volop in beweging en er kunnen relevante stappen gezet worden op het gebied van procurement en supply chain management. De huidige inkoopafdeling is een hardwerkende club en het is mijn uitdaging om hieraan verder richting te geven waarbij ketensamenwerking centraal staat en we waarde generen voor onze klanten.”

Voor Geelen staat de business vraag altijd centraal. “Als inkoopafdeling is het belangrijk om zo vroeg mogelijk in het proces aan te haken. Op die manier kunnen we gezamenlijk met onze leveranciers bekijken hoe we sneller en slimmer kunnen werken om onze klanten nog beter te bedienen. Transparantie, kennisdeling en het daadwerkelijk inhoud geven aan partnerships is hierbij essentieel en ik zie hier prachtige kansen liggen voor Unica.” 

[related_post themes=”text”]

  • Bedrijf
  • november 21, 2016
  • 2 views
Vakmensen uit installatiesector worden ingezet als assistent-docent

vakdocentVeel MBO-scholen verwachten binnen vijf jaar een groot tekort aan techniekdocenten. Daarom is het van groot belang het aantal techniekdocenten op peil te houden en zelfs uit te breiden. De overheid en allerlei instanties zetten in beleidsnota’s hier zwaar op in. Maar de daadwerkelijke plannen dienen uit het werkveld te komen. Een concreet plan, dat inmiddels van start is gegaan, is het Scholingstraject ‘Docenten- en instructeurspool Technische Installatiebranche’. In dit traject worden ervaren en gemotiveerde vakmensen uit de installatiesector binnen een jaar opgeleid tot assistent-docent voor technische ROC’s. Het traject is in gang gezet door het Platform Technische Installatiebranche-Onderwijs Gelderland/Overijssel.

De redenen voor het tekort aan docenten zijn divers. Veel docenten gaan de komende tijd met pensioen zonder dat er vervangers klaar staan. Maar ook de groeiende studentenaantallen en een aantrekkende economische groei zijn oorzaken, zo blijkt uit onderzoek van de MBO-Raad. Ook het Techniekpact heeft dit probleem gesignaleerd en geagendeerd. OTIB, RBPI Gelderland/Overijssel, werkgevers, de negen ROC’s in Gelderland en Overijssel en alle partijen die samenwerken binnen Het Platform Technische. Naast het op deze manier opvullen van de docententekorten, heeft de pool als voordeel dat de nu op te leiden onderwijsgevenden hun actuele praktijkkennis en -ervaringen direct vanuit het bedrijfsleven delen met leerlingen en collega-onderwijsgevenden.

OTIB (het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor het Technisch InstallatieBedrijf) en het RBPI Gelderland/Overijssel zijn initiatiefnemer van het scholingstraject. Het traject leidt de vakmensen uit de branche op tot assistent-docent voor negen technische ROC’s in Gelderland en Overijssel. Inmiddels is de eerste groep van 14 deelnemers aan de opleiding voor het Pedagogisch Didactisch Diploma (PDD) begonnen. Zij komen tussen oktober 2016 en juni 2017 om de twee weken voor een lesmiddag/-avond op de Technicampus in Deventer bij elkaar. Daarnaast nemen zij deel aan een zestal aanvullende kennisbijeenkomsten zoals het bezoeken van een universiteit, diverse leveranciers en relevante beurzen over bijvoorbeeld woningtechnologie. De verwachting is dat de deelnemers al in het schoolseizoen 2017-2018 als assistent-docent hun vakinhoudelijke kennis en vaardigheden kunnen inzetten. De ROC’s krijgen hiermee precies in huis waar zij al zolang om vragen: vakmensen die actuele kennis uit praktijk rechtstreeks in het onderwijs kunnen inbrengen. Techniekpact-ambassadeur Doekle Terpsta is een groot voorstander van dit project en heeft het in een aantal landelijke bijeenkomsten genoemd als de eerste praktische invulling van een circulaire carrière.

In de werving voor de eerste groep deelnemers zijn de partners verrast door het enthousiasme. In korte tijd werden veel positieve reacties ontvangen van vooral zittende werknemers in de technische installatiebranche, maar ook vanuit Metaaltechniek en Defensie. Alle deelnemers zijn minimaal MBO-niveau 4+ opgeleid in het reguliere beroepsonderwijs. Hierbij valt te denken aan functies als projectleiders, servicetechnici, hogere werkvoorbereiders, assistent-bedrijfsleiders en zelf directeuren. Na het succesvol doorlopen van het opleidingstraject hebben zij formeel het PDD op zak en kunnen hiermee als assistent-docent  – met ondersteuning van een bevoegd docent –  al in het schooljaar 2017-2018 eigen lessen verzorgen. Hierin nemen zij uit eigen ervaring veel actuele kennis over bijvoorbeeld duurzame technieken mee. Het uiteindelijke diploma PDD is in eerste aanleg voldoende om als assistent-docent binnen ROC’s te acteren. Uiteraard kunnen deelnemers dit altijd nog aanvullen met een tweedegraads opleiding om volwaardig docent te worden.

Alle deelnemers hebben  al tijdens hun opleiding voor het diploma PDD een leer-/werkplek op één van de negen deelnemende ROC’s. Hier kunnen zij dus tijdens hun opleiding vlieguren maken als stagiair. Op deze wijze hebben zij bij de afronding van hun opleiding in juni 2017 dan al een jaar ervaring. Zij blijven vanzelfsprekend verbonden aan het bedrijf waar zij werken, maar er komt een arrangement met de specifieke werkgever en ROC in kwestie waarin goede afspraken worden gemaakt over het feitelijke lesgeven. Op deze manier en door deze aanpak sluit de koppeling bedrijfsleven en onderwijs zich heel mooi. Uiteindelijk zijn het de leerlingen die hiervan profiteren, aldus de initiatiefnemer.

Alle deelnemers die met het PDD-diploma de opleiding afronden, worden toegevoegd aan de ‘Docenten- en instructeurspool Technische Installatiebranche’. Hierin zitten vakmensen die dit specifieke opleidingstraject hebben doorlopen, maar ook vakmensen uit de praktijk die hun bevoegdheid al in een eerder stadium elders hebben gehaald. De pool is door de technische ROC’s rechtstreeks te consulteren. Ook is de pool voor deze scholen een prima instrument om vakinhoudelijk en didactisch goede techniekdocenten te werven en te selecteren.

Ook andere technische sectoren hebben inmiddels veel belangstelling voor dit project. Er ligt een ambitie om vanaf januari 2017 een tweede groep te starten: techniekbreed en ondersteund door de andere O&O-fondsen en branches. Uiteraard kent dit unieke initiatief geen geografische begrenzing. Het is weliswaar gestart in Gelderland en Overijssel, maar kan geadopteerd worden door samenwerkingsverbanden in andere regio’s.

[related_post themes=”text”]

  • Bedrijf
  • november 18, 2016
  • 2 views
Breman maakt service, onderhoud en nazorg meetbaar voor de klant

bremanBreman utiliteit wordt partner van Simaxx. Daartoe is een samenwerkingsovereenkomst getekend. Naast optimalisatie van installaties in gebouwen wil Breman utiliteit met Simaxx een langere levensduur van installaties realiseren door de installaties te laten doen wat ze op elk moment (24/7) moeten doen. Met Simaxx kan Breman utiliteit prestaties (KPI’s) met de klant afspreken over het functioneren van de installaties gedurende de levenscyclus. André Cossée, directeur Breman utiliteit: “Klanten stellen meer eisen aan de prestaties van hun installaties en duurzaamheid. Met Simaxx zijn we in staat een invulling te geven aan deze eisen. Onze service, onderhoud en nazorg wordt veel gerichter, meetbaar voor de klant en daardoor duurzamer.”

Eloi Burdorf, CEO Simaxx: “Breman utiliteit is een belangrijke aanwinst voor de Simaxx community. Ze hebben jarenlange expertise en ervaring in onderhoud & service. Met een landelijk dekkende organisatie. Met de resultaten die Simaxx oplevert kan Breman utiliteit de klant optimaal bedienen en zorgen voor goed functionerende installaties: energiezuinig en hoog comfort.”

[related_post themes=”text”]

Technisch dienstverlener SPIE mag inspecties uitvoeren met een drone

droneSPIE Nederland heeft van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu de licentie ontvangen om inspecties en metingen met een drone uit te voeren, inclusief de ontheffing om hoger dan de officiële 120 meter te vliegen. De technisch dienstverlener begeleidt klanten in ontwerp, uitvoering, exploitatie en onderhoud van netwerksystemen en energie-, infrastructurele-, industriële- en gebouwinstallaties. Drone piloot Johnny van der Poel over het verkrijgen van de licentie: “De techniek gaat sneller dan de wetgeving voor drones. Er werd in het begin vooral vastgehouden aan de wetgeving van de civiele luchtvaart. Mede door de regelmatige wijzigingen in de regelgeving liet de licentie langer op zich wachten.” 

Net als Van der Poel heeft ook Tara van Haperen, constructeur en drone pilote van SPIE, het gehele traject doorlopen: “De benodigde theoretische en praktische opleidingen zijn succesvol afgerond, de drone is luchtwaardig bevonden en een operationeel handboek is opgesteld. Het moest stapje voor stapje, maar nu kunnen we onze drone dan eindelijk inzetten.” Voor SPIE Nederland is het gebruik van een drone een extra dienst die gecombineerd kan worden met de expertise van het bedrijf zelf. Er worden al veel inspecties en metingen gedaan voor klanten in alle marktsegmenten, maar met het gebruik van een drone kunnen ook de moeilijk toegankelijke plekken uitstekend geanalyseerd worden, aldus de technisch dienstverlener.

De SPIE drone is een Aibot-X6-V2 die makkelijk aan te passen is aan de nieuwste innovaties en software. Het kan inspecties uitvoeren in zowel twee- als driedimensionaal beeld en met behulp van een infraroodcamera kunnen warmteprofielen in kaart worden gebracht. Door de camera die aan de drone zit te verbinden met een display op het grondstation, kan het te inspecteren object in Full HD worden bekeken en direct worden geanalyseerd. Met een speciale camerabol die aan de drone wordt gehangen kunnen tevens 360° foto’s worden gemaakt.

[related_post themes=”text”]

  • Bedrijf
  • november 17, 2016
  • 2 views
Mobiele showroom om drukke zzp-er te informeren

viega_viega_on_tour_01Viega zet een mobiele showroom in om groothandels en installateurs in het zuiden van het land met haar producten te laten kennismaken. Ze krijgen in deze showroom uitleg over producten en systemen en ondersteuning en begeleiding bij hun projecten. Naast het directe bezoek aan de kleinzakelijke markt, wordt de rijdende showroom van Viega ingezet tijdens balie- en relatiedagen van bijvoorbeeld groothandels. Voor de showroom-bus versterkte Viega haar verkoopteam eerder al met adviseur installatietechniek Frank van de Zanden.

Jaarlijks start een groot aantal zelfstandigen zonder personeel (ZZP’ers), die vaak onderweg zijn en weinig tijd hebben om zich bij een bedrijf te laten informeren. Dat was voor Viega de reden om een ‘rijdende showroom’ in te zetten. Op deze manier kan deze groep vaktechnici toch geïnformeerd worden over de nieuwste Viega producten.

De showroom-bus bevat hoogtepunten uit het 17.000 artikelen tellende Viega programma. In de bus zijn met name producten opgenomen die voor deze doelgroep interessant zijn. Daarbij kan worden gedacht aan het Viega Megapress-systeem of voorwandoplossingen. De uiteindelijke invulling van de bus kan voor ieder bezoek weer anders zijn. Verder is van alle productgroepen uitgebreide documentatie beschikbaar.

[related_post themes=”text”]