Per 1 januari a.s. treden wijzigingen F-gassenverordening in werking

f-gassenPer 1 januari 2017 verloopt de overgangstermijn van de F-gassenverordening. Er zullen dan een aantal wijzigingen in werking treden. Deze wijzigingen hebben betrekking op het registreren van lekcontroles en het verplicht vermelden van specifieke gegevens op kenplaten van nieuw geplaatste apparatuur en installaties. F-gassen, voluit gefluoreerde broeikasgassen, worden gebruikt als koudemiddel in koelsystemen. Veel gebruikte koudemiddelen zijn R-134A, R-404A en R-410A. Deze middelen dragen relatief veel bij aan de opwarming van de aarde.

Voor het logboek of apparatuurregister geldt dat alle lekcontroles moeten worden geregistreerd. Dit betekent dat ook de ondergrens voor het verplicht bijhouden van een logboek per 1 januari 2017 zal veranderen van 3 en meer kg koudemiddel naar 5 en meer ton CO2 equivalent. De gegevens vanuit de logboeken moeten zowel bij de eigenaar als bij de installateur 5 jaar worden bewaard.

Vanaf 1 januari 2017 moet nieuw op de markt geplaatste apparatuur/installaties worden voorzien van kenplaten/etiketten die naast het type koudemiddel en de hoeveelheid in kg ook het GWP van het koudemiddel en de hoeveelheid CO2 equivalent aangeven (in de taal van het land waarin het op de markt wordt gebracht). Als het een hermetisch gesloten apparaat betreft moet dit ook worden vermeld.

Er geldt vanaf 1 januari 2017 een verkoopverbod op voorgevulde apparaten, tenzij:
-het koudemiddel in het apparaat aantoonbaar onder het EU quotasysteem valt;
-het apparaat aantoonbaar door een gecertificeerd installateur wordt geïnstalleerd.
Dit  betekent dus dat aanbieders (bijvoorbeeld bouwmarkten) van kleine airco’s alleen mogen aanbieden als aan deze twee voorwaarden is voldaan.

(Bron: NVKL)

[related_post themes=”text”]

Technisch dienstverlener SPIE mag inspecties uitvoeren met een drone

droneSPIE Nederland heeft van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu de licentie ontvangen om inspecties en metingen met een drone uit te voeren, inclusief de ontheffing om hoger dan de officiële 120 meter te vliegen. De technisch dienstverlener begeleidt klanten in ontwerp, uitvoering, exploitatie en onderhoud van netwerksystemen en energie-, infrastructurele-, industriële- en gebouwinstallaties. Drone piloot Johnny van der Poel over het verkrijgen van de licentie: “De techniek gaat sneller dan de wetgeving voor drones. Er werd in het begin vooral vastgehouden aan de wetgeving van de civiele luchtvaart. Mede door de regelmatige wijzigingen in de regelgeving liet de licentie langer op zich wachten.” 

Net als Van der Poel heeft ook Tara van Haperen, constructeur en drone pilote van SPIE, het gehele traject doorlopen: “De benodigde theoretische en praktische opleidingen zijn succesvol afgerond, de drone is luchtwaardig bevonden en een operationeel handboek is opgesteld. Het moest stapje voor stapje, maar nu kunnen we onze drone dan eindelijk inzetten.” Voor SPIE Nederland is het gebruik van een drone een extra dienst die gecombineerd kan worden met de expertise van het bedrijf zelf. Er worden al veel inspecties en metingen gedaan voor klanten in alle marktsegmenten, maar met het gebruik van een drone kunnen ook de moeilijk toegankelijke plekken uitstekend geanalyseerd worden, aldus de technisch dienstverlener.

De SPIE drone is een Aibot-X6-V2 die makkelijk aan te passen is aan de nieuwste innovaties en software. Het kan inspecties uitvoeren in zowel twee- als driedimensionaal beeld en met behulp van een infraroodcamera kunnen warmteprofielen in kaart worden gebracht. Door de camera die aan de drone zit te verbinden met een display op het grondstation, kan het te inspecteren object in Full HD worden bekeken en direct worden geanalyseerd. Met een speciale camerabol die aan de drone wordt gehangen kunnen tevens 360° foto’s worden gemaakt.

[related_post themes=”text”]