Bouw waterstofstation gestart bij Nefit Bosch

Bij Nefit Bosch is de bouw van een waterstofontvangststation gestart als aftrap van de realisatie van ‘s werelds eerste open lokale groene waterstofketen voor de industrie. De bouw van het ontvangststation markeert een belangrijk moment in een samenwerking tussen verschillende partners onder de noemer GROHW. Naast Nefit Bosch, als eerste industriële afnemer, zijn energiebedrijf Essent, infraspecialist Firan en initiatiefnemer Witteveen+Bos betrokken.

Wat de partners verenigt in GROHW is het omarmen van waterstof als lange-termijn bedrijfsstrategie en daarmee de bereidheid om vandaag te investeren in het duurzame toekomstperspectief van groene waterstof.

Afwachten is voor ons geen optie
Voor Nefit Bosch komt het project precies op het goede moment. Markus Baumeister, Director Engineering Nefit Bosch: “In Deventer openen wij volgend jaar een compleet vernieuwd wereldwijd R&D Centrum, waarbij het duurtesten van nieuwe modellen waterstof cv-ketels een speerpunt vormt. Afwachten is voor ons geen optie. Daarom is het fantastisch dat wij met Essent en de andere partners binnen GROHW samenwerken om de voor ons onmisbare waterstof snel en bedrijfszeker aangeleverd te krijgen.”

Open lokale groene waterstofketen
Het waterstofontvangststation van Essent bestaat onder meer uit een 17 meter hoge buffertank waar de met tankwagens aangevoerde groene waterstof in opgeslagen wordt. Terwijl er gewerkt wordt aan de oplevering in februari volgend jaar, samen met de opening van het nieuwe Bosch R&D Centrum, is de volgende stap al in voorbereiding. Naast het ontvangststation wordt komend jaar ook een 2,5 MW elektrolyser gebouwd, die uit lokaal en regionaal geproduceerde duurzame elektriciteit groene waterstof maakt. Bas van der Stelt, Hydrogen Business Developer Essent: “Met de elektrolyser completeren wij de waterstofketen, zodat productie, distributie en verbruik lokaal afgehandeld worden.”

Landelijk waterstofnetwerk
Anders dan veel andere waterstofprojecten, is GROHW concreet in uitvoering. Naast waterstof is het ook de bedoeling om de zuurstof en restwarmte van de waterstofproductie lokaal te benutten. Voor schaalvergroting kijkt men naar mogelijkheden in de toekomst voor aansluiting op de waterstof backbone, het landelijke waterstofnetwerk.

Iets minder dan de helft van Nederlandse huishoudens wil een warmtepomp

Bijna de helft van Nederland (49,6%) verwacht uiteindelijk aan de warmtepomp te gaan. Dat is een klein verschil met een jaar geleden, toen nog 52,6% verwachtte op den duur elektrisch te gaan verwarmen. Al met al verwacht ruim een kwart van de huishoudens binnen vijf jaar over een warmtepomp te beschikken. Dat blijkt uit onderzoek van duurzaamheidsplatform Slimster onder 1000 Nederlanders.

Inmiddels geeft een op de negen Nederlanders aan hun huis te verwarmen met een warmtepomp. Uit eerder onderzoek van Slimster bleek dat de gemeente Blaricum, waar al een op de vijf huizen met een warmtepomp verwarmd wordt, de kroon spant. Binnen vijf jaar is dit landelijk gezien dus waarschijnlijk ruim een kwart. Opvallende uitkomst van het onderzoek is dat de helft van de ondervraagden überhaupt niet van plan is over te stappen op een warmtepomp. Pascal van de Beek verwacht dat dit vooral te maken heeft met de hoge aanschafkosten. Ook vermoedt hij dat het afschaffen van de verplichting om vanaf 2026 een cv-ketel te vervangen door een warmtepomp de animo heeft doen afzwakken.

Gros warmtepompbezitters tevreden
Het aantal verkochte warmtepompen is dit jaar flink afgenomen, zo berichtte de Vereniging Warmtepompen onlangs. Dat kan volgens Slimster niet los gezien worden van de gasprijs, die inmiddels weer een stuk stabieler is vergeleken met twee jaar geleden. Desondanks geeft de helft van de huidige warmtepompeigenaren aan ‘grotendeels tevreden’ te zijn met hun investering. Nog eens een op drie is zelfs ‘zeer tevreden’.
Desondanks meldde Vereniging Eigen Huis vorige week dat veel warmtepompeigenaren tegen problemen aanlopen bij het onderhoud van hun warmtepomp. Ze kunnen niemand vinden die dit wil uitvoeren of krijgen geen advies over wat er nodig is aan onderhoud, laat Eigen Huis weten. Slimster, waar consumenten offertes kunnen opvragen, geeft aan dat hiervoor wel degelijk bedrijven te vinden zijn. “Verder is de algemene richtlijn om voorafgaand aan het plaatsen van de warmtepomp een onderhoudscontract af te sluiten. Een jaarlijkse onderhoudsbeurt raden we daarbij aan”, aldus Van de Beek.

“Problemen met onderhoud aan warmtepompen te wijten aan onvolwassen markt”

Veel huiseigenaren hebben de afgelopen tijd aan Vereniging Eigen Huis problemen gemeld met het onderhoud van hun warmtepomp. Ze kunnen geen monteurs vinden of ontdekken dat de buitenunit van hun warmtepomp op een onhandige plek is geïnstalleerd. Diverse landelijke media berichten hier vandaag over. Techniek Nederland wijt veel klachten aan een nog onvolwassen markt, die is geëxplodeerd met allerlei merken en onderdelen.

“Dit is een installatiemarkt die in korte tijd heel snel is gegroeid. Met heel veel verschillende soorten warmtepompinstallaties van verschillende merken. Het gros van de installatiebedrijven die warmtepompen installeren leveren ook onderhoud, maar dan alleen aan warmtepompen van de merken die ze voeren. Voor onderhoud en reparatie van warmtepompen is namelijk specifieke productkennis nodig en je moet er de juiste onderdelen van in huis hebben", aldus Esther Dijk van de branchevereniging. “Vergelijk het met auto's; je kunt ook niet bij iedere Volvo-garage zomaar terecht voor onderhoud of reparatie aan je Toyota, laat staan aan een elektrische Skoda.”

Moeilijk bereikbaar
“Het bedrijf dat de warmtepompinstallatie plaatst is nu vaak nog niet het bedrijf dat de warmtepomp onderhoudt”, vervolgt Dijk. ”Dan komt het voor dat een buitenunit van een warmtepomp wordt geplaatst op een plek waar de onderhoudsmonteur vervolgens niet goed bij kan. Dan is bijvoorbeeld een hoogwerker nodig, die niet ieder bedrijf heeft en lopen de kosten op. Bij nieuwbouwprojecten kan dit probleem in ieder geval makkelijker voorkomen worden als bij het ontwerp al rekening wordt gehouden met een voor onderhoud toegankelijke plek.”

Beter voorlichten
“Wie een warmtepompinstallatie aanschaft – of dat nu in een bestaand huis is of in een nieuwbouwhuis - doet er goed aan meteen na te denken over wie op termijn het onderhoud kan doen. Dat is helemaal van belang als je een hybride warmtepomp laat plaatsen naast je cv-ketel door een ander bedrijf dan het bedrijf dat je cv-onderhoud doet. Je cv-onderhoudsmonteur kan niet in alle gevallen zomaar ook het onderhoud van je warmtepomp ‘erbij’ nemen. Dat beseffen kopers vooraf vaak niet. De hele branche, vanaf de ontwerper tot de onderhoudsmonteur, zou consumenten beter kunnen voorlichten over het hoe en waarom van onderhoud van warmtepompen. Waar inmiddels ongeveer de helft van de Nederlanders hun cv wel jaarlijks laten onderhouden, zou dat ook routine bij warmtepompinstallaties moeten worden, betoogt zij.

DigiBouw: een vakbeurs met perspectief

Onlangs werd de eerste editie van DigiBouw georganiseerd door Koninklijke Jaarbeurs in samenwerking met DigiGo, platform voor digitaal samenwerken in de gebouwde omgeving. Beursmanager Tom van der Zwaag is enthousiast over het nieuwe event: “We hebben met de lancering van DigiBouw een grote stap gezet naar digitale adoptie in de bouw-, ontwerp,- techniek- en installatiesector. In totaal lieten 950 professionals zich afgelopen week inspireren op het gebied van digitale transformatie in de sectoren. Met een scala aan exposanten, sprekers en workshops bood deze allereerste editie een schat aan informatie en inzichten over de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van digitalisering in de bouw.”

Van der Zwaag vervolgt: “De sector staat voor een grote uitdaging in verband met verduurzaming en de energietransitie. Deze uitdagingen nemen de komende jaren alleen maar toe. Ik ben er trots op dat wij als marktleider van onze eigen vaktitels BouwBeurs en VSK, hier een bijdrage aan leveren in de vorm van vakevent DigiBouw.”

Geen toekomstmuziek meer
Tijdens DigiBouw presenteerde Techniek Nederland haar onderzoek naar de impact van nieuwe technologieën zoals AI, robotisering en industrialisatie op de sector. Doekle Terpstra, voorzitter van Techniek Nederland: “Dit drukbezochte evenement toont wat mij betreft aan dat AI en robotisering in de gebouwde omgeving allang geen verre toekomstmuziek meer zijn, maar al volop ingezet worden in de bouw en techniek. Met de toenemende personeelstekorten in onze sector is deze digitaliseringsslag bovendien een onmisbare aanvulling op de inzet van onze vakmensen.”

Vakbeurs met perspectief
Martijn Carlier, manager Aanjagen Digitalisering bij digiGO: “Deze eerste editie beantwoordde aan onze verwachtingen. Het was druk bij de kennissessies, er werd volop genetwerkt en er liep een gevarieerd publiek van gevorderden en beginners. DigiBouw heeft alles in zich om verder te groeien en de sector te helpen in de ontwikkeling naar meer digitale ketensamenwerking.” Ook exposanten kijken zeer tevreden terug. Zo vertelt exposant Sander Lijbers van Openspace: “Een beurs als DigiBouw is belangrijk omdat we als OpenSpace in een korte periode veel mensen kunnen ontmoeten. Dat is tweeledig; bestaande relaties die we even kunnen spreken en bijpraten wat veel efficiënter werkt. Daarnaast ontmoeten we ook nieuwe mensen die komen kijken om te zien wat wij te bieden hebben.”

Boeiend
Ook bezoekers blikken positief terug op een geslaagde eerste editie. “De eerste editie van DigiBouw vond ik erg boeiend. Ik heb nieuwe dingen gezien, ondanks dat ik alle ontwikkelingen al op de voet volg. Daarbij heb ik mijn netwerk uitgebreid en vandaag veel nieuwe mensen ontmoet, waar ik morgen mee door kan,” aldus Gian Broers van BAM.

De volgende editie van DigiBouw vindt plaats op 19 en 20 november 2025 in Koninklijke Jaarbeurs.