Daikin viert 100-jarig bestaan

Daikin organiseerde in Osaka onlangs een ceremonie ter gelegenheid van haar 100-jarig bestaan. De fabrikant van airconditioning, verwarming, ventilatie en koeling werd in 1924 opgericht in deze Japanse plaats. Het jubileum volgt op het gouden jubileum van dochteronderneming Daikin Europe vorig jaar.

De viering vond op 21 mei plaats in The Symphony Hall. Bestuursvoorzitter en Global Group Representative Noriyuki Inoue blikte terug op de groei van het bedrijf en sprak zijn verwachtingen uit voor de toekomst: “Daikin is uitgegroeid van een kleine fabriek met 15 mensen tot een internationale onderneming met vestigingen in meer dan 170 landen. Met de gedachte om te leren uit het verleden en die lessen toe te passen op de toekomst, willen we onze technologische capaciteiten, die de rode draad vormen voor een fabrikant, verder verfijnen en een bijdrage leveren aan de maatschappij.”
Masanori Togawa, President en CEO, sprak zijn vastberadenheid uit voor toekomstige groei: “Daikin zal ook in de toekomst een bedrijvengroep zijn die groeit door klanten tevreden te stellen en vertrouwen te verdienen, terwijl we werken aan het vergroten van de ecologische en sociale waarde, en bijdragen aan een nieuwe maatschappij.”

100 jaar innovaties
Het bedrijf werd honderd jaar geleden opgericht als een commanditaire vennootschap, Osaka Metal Industries. Het begon met de productie van radiatorbuizen voor vliegtuigen en groeide uit tot een multinational met zowel een airconditioningafdeling als een fluorchemieafdeling. Daikin commercialiseerde veel Japanse technologieën, waaronder het Japanse commerciële koelsysteem in de jaren 30, de eerste verpakte airconditioners in de jaren 50 en de VRV multi-split commerciële airconditioners.
Daikin telt vandaag meer dan 120 productievestigingen over de hele wereld, is een belangrijke speler op het gebied van airconditioning en levert producten en diensten die voldoen aan de verschillende wereldwijde culturen en waarden.

Relevant nieuws

Fout: view 901af3ce9z bestaat mogelijk niet

Schrijf je in op onze nieuwsbrief

Steeds minder plastic en karton in de installatiebranche

In de installatiebranche wordt een steeds groter deel van de verpakkingen gerecycled. Van de plastic verpakkingen wordt al 82% ingezameld voor recycling en bij de kartonnen verpakkingen is dat zelfs 93%. Twee jaar geleden gingen Techniek Nederland en de Federatie Elektrotechniek (FEDET) met een aantal deelnemers vanuit de keten van start met het Brancheplan Verpakkingen. De uitvoering van dat plan levert dus tastbare resultaten op. Zo plakt de branche inmiddels 30% minder stickers op verpakkingen. Bovendien heeft 89% van het gebruikte karton het duurzame FSC/PEFC-label. De initiatiefnemers maakten de resultaten op 13 mei bekend in De Kas in Woerden, waar de jaarlijkse bijeenkomst plaatsvond van deelnemers aan het Brancheplan.

Het streven naar minder verpakkingen is steeds vaker onderdeel van de contracten tussen leveranciers en afnemers. Op dit moment heeft al 38% van de deelnemende bedrijven speciale duurzaamheidscriteria voor verpakkingen opgenomen in de raamcontracten met grote leveranciers. 47% van de leverende partijen geeft aan deze duurzaamheidscriteria te hebben ontvangen. De duurzaamheidscriteria zijn ontwikkeld vanuit het Brancheplan. 20% van de deelnemende bedrijven heeft al een plan om verpakkingen te verminderen, te verduurzamen en hoogwaardig te hergebruiken, 56% van de deelnemers is bezig om zo’n plan op te stellen.

Hele keten
Algemeen directeur Erik van Engelen van Techniek Nederland is enthousiast over de geboekte resultaten: “De hele keten komt in beweging en dat is nodig om onze doelstellingen te realiseren. We begonnen twee jaar geleden met tien deelnemers, nu doen al 74 installatiebedrijven, groothandels en fabrikanten mee aan het Brancheplan.”

Momentum
Projectmanager Sebastiaan Scheers van FEDET: “We hebben momentum. Het aantal fabrikanten dat deelneemt groeit hard. Het mes snijdt aan twee kanten: dankzij minder verpakkingsmateriaal ontzien we het milieu én de logistieke kosten gaan omlaag.”

Plastic verpakkingen
Laurens de Vrijer, Programmamanager Circulariteit bij Techniek Nederland, ziet dat er mooie stappen gezet zijn, maar constateert óók dat er nog een tandje bij moet. “Niet alle doelen zijn al in zicht. De komende tijd moeten we ons vooral concentreren op het verminderen van plastic verpakkingen. Dat blijkt lastiger dan we hadden gedacht.”

Communicatie
Communicatie blijkt een belangrijke succesfactor voor het succes van het Brancheplan. Met een eigen website inclusief kennisbank, LinkedIn-pagina, digitale nieuwsbrieven en fysieke bijeenkomsten worden de voortgang van de pilots, successen en ideeën gedeeld.

Verduurzamen en verminderen
De technieksector lanceerde het Brancheplan Verpakkingen in maart 2022. Doel van het plan is om 20% minder plastic en kartonnen verpakkingen te gebruiken in 2025. Bovendien wil de branche dat de verpakkingen die dan nog worden gebruikt, volledig recyclebaar zijn. Het Brancheplan richt zich op het verduurzamen en verminderen van verpakkingen én op het hoogwaardig hergebruiken van verpakkingsmaterialen. Techniek Nederland en FEDET voeren het plan uit samen met een stuurgroep, bedrijven in de keten en in samenwerking met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

Schrijf je in op onze nieuwsbrief

Relevant nieuws

Fout: view c0c5b96y0k bestaat mogelijk niet

Techniek Nederland kijkt met gemengde gevoelens naar coalitieakkoord

Techniek Nederland is tevreden over het vooruitzicht dat Nederland binnenkort weer een missionair kabinet heeft. Tegelijkertijd maakt de brancheorganisatie zich zorgen over een aantal maatregelen in het hoofdlijnenakkoord. Met name het voornemen om de normering van de hybride warmtepomp te schrappen, is voor Techniek Nederland onverteerbaar. Voorzitter Doekle Terpstra: ‘Installateurs en fabrikanten hebben tientallen miljoenen geïnvesteerd in opleidingen en productiecapaciteit. Dit besluit brengt een complete sector in grote problemen.’

De brancheorganisatie heeft nog geen duidelijk beeld van de kabinetsplannen voor het technisch beroepsonderwijs. Terpstra: ‘Het tekort aan technische vakmensen is urgent. Daar moeten we iets aan doen en dat kan alleen met voortvarende plannen voor het techniekonderwijs.’ Techniek Nederland kijkt ernaar uit om de voorgenomen maatregelen op korte termijn met de nieuwe regering te kunnen bespreken.

Klimaatdoelen en energietransitie
PVV, VVD, NSC en BBB zeggen in het hoofdlijnenakkoord te willen vasthouden aan de bestaande klimaatdoelen en het bestaande beleid op het gebied van energie en techniek. Dat is positief, vindt Techniek Nederland. Voorzitter Terpstra: ‘Het belang van de energietransitie is voor iedereen duidelijk. De gemaakte afspraken en doelen zijn glashelder. Het komt nu aan op de uitvoering. Het nieuwe kabinet onderkent dat het oplossen van de netcongestie een urgent vraagstuk is. Dat is hoopgevend.’ Techniek Nederland betwijfelt wel of de klimaatdoelen haalbaar zijn, gezien de voorgestelde maatregelen rond warmtepompen en zonnepanelen, die juist een rem lijken te zetten op bestaand beleid.

Warmtepompen
Het nieuwe kabinet wil een streep zetten door het plan om bij vervangen van een cv-ketel van 2026 een duurzaam alternatief (in de meeste gevallen een hybride warmtepomp) te verplichten. Techniek Nederland vindt dat onbegrijpelijk. ‘We hebben als sector afspraken gemaakt met de overheid en verwachten van de overheid dat zij die afspraken nakomt. Dit is een ondoordacht besluit. We hebben met elkaar de schouders gezet onder het verlagen van de CO2-uitstoot. Installatiebedrijven en zelfstandig ondernemers hebben veel geld, tijd en energie gestoken in opleidingen en de industrie heeft de productiecapaciteit verhoogd. Door dit terug te draaien brengt het kabinet een hele sector in de problemen. Dit moet echt van tafel.’ Terpstra wil over dit onderwerp zo snel mogelijk in gesprek met het nieuwe kabinet.

Salderingsregeling
Techniek Nederland is ontstemd over het voornemen om de salderingsregeling zonder afbouwpad in 2027 af te schaffen. Terpstra: ‘De Eerste Kamer heeft drie maanden geleden, nota bene met steun van PVV en BBB, besloten dat de salderingsregeling moest blijven. Daardoor begint de zonnestroombranche zich nu een beetje te herstellen. Het nieuwe kabinet haalt dat herstel nu onderuit.’ Het afschaffen van de salderingsregeling moet volgens Techniek Nederland in elk geval geleidelijk gebeuren, zoals in het oorspronkelijke wetsvoorstel stond.

Vakmensen voor de techniek
Terpstra vindt het zorgwekkend dat in de plannen een heldere visie op het technisch beroepsonderwijs ontbreekt. Hij verwacht van de nieuwe regering baanbrekende initiatieven om de instroom van technische vakmensen te bevorderen. ‘Slagen we er niet in om méér technici aan het werk te krijgen, dan loopt ons land letterlijk vast.’ De voorzitter heeft er vertrouwen in dat het nieuwe kabinet het belang van het technisch beroepsonderwijs onderkent en er de aandacht aan zal geven die het verdient.

Infrastructuur, mobiliteit en woningbouw
Techniek Nederland is positief over de aangekondigde investeringen in infrastructuur en woningbouw. De brancheorganisatie benadrukt dat uniforme regels voor de invoering van zero-emissiezones cruciaal zijn.

Circulariteit
Techniek Nederland ziet in het akkoord weinig ambitie terug als het gaat om circulariteit. Terpstra: ‘Dat zou een gemiste kans zijn. Het is belangrijk dat we Europese regelgeving, zoals Ecodesign en Right to Repair voortvarend gaan invoeren. Zo kunnen we veel meer apparatuur een langer leven geven en putten we de aarde minder uit.’

Aan tafel met het nieuwe kabinet
Techniek Nederland kijkt uit naar een constructieve en productieve samenwerking met de nieuwe regeringsploeg. Voorzitter Terpstra: ‘We hopen dat de samenstelling van de ministersploeg niet te veel tijd in beslag gaat nemen. De technieksector wil graag snel aan tafel met de betrokken bewindslieden om afspraken te maken waarmee het land verder komt.’

Relevant nieuws

Fout: view 4ff339fzul bestaat mogelijk niet

Schrijf je in op onze nieuwsbrief

ADG dienstengroep neemt TIBN over

ADG dienstengroep neemt technisch dienstverlener TIBN over. TIBN houdt zich bezig met technische vraagstukken over gebouw gebonden installaties. ADG bouwt hiermee verder aan haar facilitaire propositie. Voor TIBN is deze stap een kans om verder te groeien.

Daan Hendriks, CEO van ADG: “Met de overname van TIBN halen we een professionele installateur in huis. Hiermee versterken we onze positie in de onderhoudsmarkt. Dit past in onze bedrijfsbrede strategie om een compleet facilitair pakket aan dienstverlening te kunnen bieden aan onze klanten. TIBN heeft een 50-jarige historie en past als familiebedrijf uitstekend binnen onze cultuur. Hun focus op duurzaamheid past ook binnen de ambities van ADG.”

Totaal technisch dienstverlener
Martijn de Vries, directeur TIBN: “De afgelopen 10 jaar heeft TIBN zich onder mijn leiding ontwikkeld van een werktuigbouwkundig installateur tot een totaal technisch dienstverlener. De overname door ADG zorgt ervoor dat we deze ontwikkeling binnen een grotere organisatie kunnen doorzetten. De visie van ADG op de onderhoudsmarkt, binnen hun brede facilitaire strategie, geeft TIBN de mogelijkheid daadwerkelijk iets toe te voegen aan de onderneming. De culturele fit met ADG is belangrijk voor zowel mijzelf als voor onze medewerkers. Ook voor hen biedt deze stap nieuwe kansen.”

Eigen merk
De overname is per direct effectief. Vooralsnog zal TIBN als eigen merk binnen de ADG portefeuille blijven opereren.

Techniek Nederland uit zorgen over de invoering van zero-emissiezones

Techniek Nederland heeft grote zorgen over de invoering van emissievrije zones. De brancheorganisatie heeft daarom (samen met InRetail) een position paper opgesteld. Dat document is aan de leden van de Vaste Kamercommissie voor Infrastructuur en Waterstaat gestuurd.  Woensdag 15 mei vindt in de Tweede Kamer over dit onderwerp een rondetafelgesprek plaats.

De belangrijkste zorgpunten op een rij zijn voor de branchekoepel:

-Zorg voor voldoende (semi-)publieke laadpalen, óók in woonwijken

Voor het verduurzamen van hun wagenpark is een goede laadinfrastructuur voor ondernemers cruciaal. Door netcongestie is het verkrijgen van een verzwaarde elektriciteitsaansluiting op dit moment moeilijk. Verwarmingsmonteurs en loodgieters hebben met name in woonwijken voldoende laadcapaciteit nodig. Bij veel installateurs en witgoedmonteurs gaat de bedrijfswagen ‘s avonds namelijk met de medewerker mee naar huis om in geval van storingen snel bij de klant te kunnen zijn.

-Verleng stimuleringsregelingen en voorkom onnodige drempels

De hoge aanschafkosten maken het kostbaar om over te stappen naar elektrische bestelbussen. Dat is zeker het geval als de bestaande bestelbussen nog niet zijn afgeschreven. Daarom vindt Techniek Nederland het essentieel dat landelijke subsidieregelingen worden verlengd en uitgebreid. Alleen op die manier zal het aandeel elektrisch bedrijfsvervoer (nu nog maar 2%) substantieel groeien. Techniek Nederland vindt bovendien dat subsidieregelingen landelijk uniform zouden moeten zijn.

-Zorg ervoor dat gemeenten zich houden aan gemaakte harmonisatieafspraken

Ondernemers hebben behoefte aan dezelfde regels in alle zero-emissiezones. Uitzonderingen daarop zouden niet mogelijk moeten zijn. Ook eenduidigheid wat betreft verkeersborden is nodig om verwarring te voorkomen.

-Kies tijdig voor een go-/no-go-moment

Vooral kleinere ondernemers zouden er met het oog op de hoge investeringen en de praktische problemen voor kunnen kiezen geen klanten meer bedienen in binnensteden met een zero-emissiezone. Daardoor bestaat het risico dat huizenbezitters en huurders nóg langer moeten wachten op onderhoud aan hun cv-ketel of een reparatie. Techniek Nederland pleit ervoor dat de overheid één moment kiest om te beoordelen of voldoende ondernemers voorbereid zijn op de overstap naar elektrische bedrijfsbussen. Blijkt dat niet het geval, dan zou de overgangstermijn moeten worden verlengd.

Nefit Bosch en installatiebedrijf Kemkens intensiveren samenwerking

Nefit Bosch en installatiebedrijf Kemkens werken al jaren samen bij projectmatige installatie, service en onderhoud van cv-ketels en warmtepompen en willen deze samenwerking nu uitbouwen om zo een bijdrage te leveren aan de schaalbaarheid en betaalbaarheid van de energietransitie in Nederland. “De enorme uitdagingen van de energietransitie kunnen we alleen aangaan als ketenpartners hun verantwoordelijkheid nemen en intensief samenwerken,’’ zegt Joep Kemkens, algemeen directeur van Kemkens.

Zowel Kemkens, als Nefit Bosch verwachten dat de vraag naar warmtepompen na de tijdelijke terugval weer zal aantrekken. “Met name als het gaat om het grote aantal hybride installaties dat we willen realiseren, zullen we als fabrikanten en technisch dienstverleners de handen ineen moeten slaan”, zegt commercieel directeur Gerd Vrieling van Nefit Bosch. De aspecten van de intensieve samenwerking betreffen procesoptimalisaties, het verlagen van de Total Cost of Ownership (TCO) en structurele informatie-uitwisseling. Door de samenwerking ontstaan er kortere leercirkels die de betaalbaarheid en opschaalbaarheid van duurzame producten versnellen.

Fout: view 622319fdk7 bestaat mogelijk niet

‘Klimaatdoelen gebouwde omgeving niet haalbaar’

De doelstelling om in 2050 klimaatneutraal te zijn is voor de gebouwde omgeving in Nederland realistisch niet haalbaar. Met investeringen in de orde van €375 miljard, waarvan €225 miljard als verliesgevend is te beschouwen, zou deze doelstelling financieel nog mogelijk zijn, maar de vereiste arbeidscapaciteit laat zich niet organiseren. Er is eenvoudig geen geloofwaardig pad voor de arbeidscapaciteit te schetsen dat hiertoe leidt. Dit geldt in nog sterkere mate voor doelen die in 2040 al (bijna) tot een klimaatneutrale gebouwde omgeving zouden moeten leiden. Dit concludeert het EIB in de zojuist verschenen studie ‘Klimaatambities in de gebouwde omgeving’.

Om tot een klimaatneutrale gebouwde omgeving te komen zullen 7 miljoen woningen en 480 miljoen vierkante meter aan overige gebouwen van het aardgas moeten worden gehaald. Dit vergt €375 miljard aan investeringen, waarvan €225 miljard naar schatting onrendabel is. Dit is een immense opgave, maar dit is binnen een periode van 27 jaar niet onmogelijk.

Arbeidscapaciteit verduurzaming bouw: van bijna 60.000 naar ruim 150.000
Met de verduurzaming van de gebouwde omgeving zijn op dit moment bijna 60.000 voltijdbanen gemoeid. Om in 2050 klimaatneutraal te zijn zullen in dat jaar ruim 150.000 voltijdbanen ingezet moeten worden. Niet valt in te zien waar deze enorme extra arbeidscapaciteit vandaan moet komen. De instroom in de technische opleidingen neemt eerder af dan toe en een enorme opschaling van buitenlandse arbeidskrachten ligt ook niet in de rede als bedacht wordt dat dezelfde vakkrachten ook voor de energietransitie elders in Europa hard nodig zullen zijn.
Een andere belangrijke kwestie die pleit tegen het extreem opschalen in de tijd, is het voorkomen van het instorten van de werkgelegenheid na het bereiken van het doel. Dan resteert een vervangings- en onderhoudsmarkt met een bijbehorende arbeidscapaciteit van ongeveer 50.000 voltijdbanen, zodat in 2051 dan 100.000 arbeidskrachten op dat moment overbodig zouden worden.

Planbureau voor de Leefomgeving: doelen wel haalbaar?
Recent is een studie uitgekomen van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) waarin gesteld wordt dat het doel van klimaatneutraal voor 2050 haalbaar wordt geacht, al geldt dit niet voor volledig ‘fossielvrij’. Uit nadere bestudering van de rapporten blijkt echter dat PBL bij de haalbaarheid alleen gekeken heeft naar de technologische en geofysische haalbaarheid. Het PBL geeft zelf aan dat niet gekeken is naar de economische, maatschappelijke en institutionele haalbaarheid. Hieronder valt uiteraard ook de vereiste arbeidscapaciteit die in de studie van het EIB is bekeken.

Internationale afspraken en rechterlijke uitspraken
Het nemen van meer tijd om naar CO2-neutraliteit in de gebouwde omgeving te komen zal realisatie van het doel om in 2050 een CO2-neutrale samenleving te hebben moeilijk maken. Weliswaar kunnen negatieve emissies elders in de samenleving in theorie compensatie bieden, maar deze - zoals CO2-opslag - zullen al stevig moeten worden ingezet voor de industrie en landbouw. Wel is er nog ruimte voor flankerend beleid zoals herbebossing, maar dit zal naar verwachting geen volledige compensatie bieden. Men kan betogen dat de urgentie van het aanpakken van klimaatproblemen is toegenomen en dat internationale afspraken en rechterlijke uitspraken zich verzetten tegen een langere transitieperiode, maar het moet fysiek ook kunnen. Met een pad voor de gebouwde omgeving dat bijvoorbeeld richting 2060 naar klimaatneutraliteit leidt zouden Nederland en Europa ook nog altijd tot de koplopers in de wereld behoren. Als het gaat om de opwarming van de aarde dan ligt de sleutel in Azië, waar inmiddels 60% van de wereldwijde emissies plaatsvinden. De EU-27 is maar goed voor ruim 6% van de emissies en dit aandeel zal in ieder scenario verder gaan dalen.

Fout: view fef71c2v3o bestaat mogelijk niet

Nieuwe directeur InstallQ

Met ingang van mei 2024 draagt Wil van Ophem zijn functie als directeur van InstallQ over aan Tiffany Super-Bloeming. De afgelopen 12 jaar was Van Ophem directeur van InstallQ en haar rechtsvoorgangers. Tiffany Super-Bloeming start op 1 juni 2024 als directeur van InstallQ. De afgelopen jaren werkte zij als consultant bij Nieuwhuis Consult en daarvoor bij Norit en Vialis. In haar functies bij deze bedrijven was zij actief als kwaliteitsmanager en veiligheidsspecialist voor de sectoren infra en (installatie)techniek.

In haar eerdere functies kwam ze al veelvuldig in aanraking met kwaliteit en kwaliteitssystemen voor de installatiesector. Ze hield zich bij Nieuwhuis Consult onder meer bezig met advisering op het gebied van productcertificering, veiligheid, kwaliteit, milieu en informatiebeveiliging, ISO-systemen en VCA. Daarin verzorgde zij certificatietrajecten, RI&E’s, ISO-systemen en interne audits en gaf ze trainingen. Bij InstallQ geeft zij straks leiding aan het realiseren van de doelstellingen en het bureau.

Fout: view f169dd99nl bestaat mogelijk niet

Groei warmtepompen woningbouw stagneert tweede kwartaal op rij

Vereniging Warmtepompen monitort maandelijks de verkoopcijfers van fabrikanten die voornamelijk leveren aan groothandels en installateurs. In het eerste kwartaal van 2023 was er een zeer sterke stijging van de verkoopcijfers door voorraadopbouw na de leveringsproblemen in 2022. Dit ijlde na in de loop van 2023 met een stevige correctie in het vierde kwartaal, waarin groothandels en installateurs hun voorraden voorzichtiger aanvulden. Een belangrijke reden daarvoor is afvlakkende groei van de marktvraag, toegeschreven aan een combinatie van een relatief lage gasprijs, politieke onzekerheid en zorgen over netcongestie.

In het eerste kwartaal van 2023 werden er ruim 42.000 warmtepompen verkocht in de woningbouw en in het laatste kwartaal van 2023 waren dat er 26.000. In het eerste kwartaal van 2024 werden bijna 20.000 duizend warmtepompen verkocht. Dit wordt deels toegeschreven aan een stagnerende nieuwbouw waarin warmtepompen een marktaandeel van ongeveer driekwart hebben. In renovatie van bestaande woningen, waarin zo’n tweederde van het volume van onze markt zit, zijn klanten ook terughoudender geworden door relatief stabiel blijvende gasprijzen en voortdurende zorgen over congestie op het laagspanningsnet. Door ontsluiting van flexibiliteit werkt de branche overigens hard aan het efficiënt benutten van het elektriciteitsnet, zodat de uitrol van warmtepompen door kan gaan, wachtende op capaciteitsuitbreiding door de netbeheerders, aldus de vereniging Warmtepompen.

Warmtepompen standaard voor duurzame individuele verwarming
Warmtepompen zijn anno 2024 de standaard voor duurzame individuele verwarming (en koeling), waarmee inmiddels ruim zes op de honderd Nederlandse woningen zijn uitgerust. Het marktaandeel van warmtepompen in de vervangingsmarkt van verwarmingssystemen bedroeg in 2023 ongeveer een kwart. De verdere uitrol van warmtepompen is een belangrijke factor in het behalen van de nationale doelstellingen voor CO2-emissiereductie in de gebouwde omgeving. Fabrikanten hebben recentelijk fors geïnvesteerd hun productiecapaciteit. Deze vergrote capaciteit wordt momenteel echter onderbenut; met het huidige marktvolume zullen beleidsdoelstellingen niet worden gehaald, ondanks voortzetting van stimulering door o.a. de ISDE-subsidieregeling en plannen voor een wettelijke renovatienorm per 2026.

Fout: view f169dd99nl bestaat mogelijk niet

Henco investeert 10 miljoen in productie voorgeïsoleerde buizen

Henco, producent van onder andere buizen en fittingen voor de sanitaire en verwarmingssector, start met de productie van voorgeïsoleerde buizen. Hiervoor wordt 10 miljoen geïnvesteerd in een nieuwe isolatielijn, die de meerlagenbuis van isolatie voorziet. Met deze investering haalt Henco jaarlijks meer dan duizend vrachtwagens van de weg. De fabrikant wordt bovendien de enige producent in West-Europa met een productie van dit type buizen in eigen beheer.

Door de buizen zelf van isolatieschuim te voorzien in plaats van dit over te laten aan (buitenlandse) partners, krijgen efficiëntie en duurzaamheid een boost, stelt Wim Verhoeven, CEO: “We halen de productie van A tot Z in huis, waar vroeger voor elke vrachtwagenrit naar onze partners, twee of drie retourritten nodig waren. Die transportbesparing zorgt voor meer dan duizend vrachtwagens die we jaarlijks van de weg halen. Wat resulteert in een reductie van 750 ton CO2.” Eerder dit jaar installeerde Henco al tweeduizend zonnepanelen op de daken van de productie, waarmee de richting naar een duurzamere productie werd ingezet.

Kwaliteitslabel
Door de steeds strengere bouwnormen stijgt de vraag naar voorgeïsoleerde buizen. Dankzij het nieuwe proces verbetert Henco de isolatiewaarde, en dus ook de energieverliezen in zowel verwarmings- als koelinstallaties. Maar ook op het vlak van brandveiligheid speelt de buis in de hoogste klasse, zowel naar brandvertraging als brandbaarheid (druppelvorming) van het materiaal. Wim Verhoeven: “Bovendien houden we de kwaliteit nog beter in eigen hand, en wordt de doorlooptijd van bestelling tot levering flink ingekort. Dat stelt ons in staat veel flexibeler op de vraag in te spelen, mede dankzij de aanleg van een slimme buffervoorraad. Kortom, het kwaliteitslabel ‘made in Belgium’ mogen we nu echt wel terecht voeren.”

Voordelen voor de doelgroep
De eindklant voor de Henco-buizen zijn de verwarming- en sanitair-installateurs, die producten via de groothandel inkopen. Voor de consument/bewoner zijn de Henco-producten als ‘behind the wall’ onzichtbaar en niet direct relevant. “Maar voor de doelgroep van installateurs is het belangrijk dat zij terechtkunnen bij een betrouwbare leverancier die kort op de bal kan spelen voor de juiste kleuren, diktes en lengtes”, zegt Verhoeven. “Zo kunnen zij optimaal hun werk plannen en afval verminderen. Anderzijds zijn ook de voorschrijvers en adviesbureaus door onze certificaten in verschillende landen zeker van hun zaak, wat vooral bij grote bouwprojecten met Europese normen (o.a. BREEAM) een voordeel is.”

Lokale verankering met blik op de wereld
De nieuwe lijn zou in de eerste fase een 15-tal extra banen opleveren. Wim Verhoeven: “We verankeren lokaal, om beter heel Europa te kunnen bedienen. We hebben daartoe ook al aangrenzende ruimte aangekocht, met het oog op eventuele uitbreiding in de toekomst. De bouwsector in Europa groeit langzaam naar eenwording, maar er zijn nog heel wat regionale verschillen. Vanuit onze fabriek kunnen we daar soepel op inspelen, met lokale mensen die over de juiste skills en instelling beschikken. We zijn dus best trots, als eerste fabriek in Europa die dit hele proces in eigen beheer realiseert. Wij staan klaar om elke evolutie in de bouw, ook naar bijvoorbeeld prefab, te ondersteunen en zelfs mee te sturen."

Fout: view f7e68aabl6 bestaat mogelijk niet