Ventilatie en overstroom

Met het steeds dichter bouwen van woningen door de jaren heen is ook de noodzaak voor steeds betere ventilatie in woningen ontstaan. In de meeste nieuwbouwwoningen wordt de ventilatie tegenwoordig met een warmteterugwinning (WTW) ventilatie unit ingevuld. Hierbij is echter wel een aandachtspunt in het ontwerpen van deze installaties!
Afzuiging van afvoerlucht uit de woning vindt vooral plaats in de natte ruimtes, ofwel de toiletten, keuken en badkamers. Inblaas van toevoerlucht vind meestal plaats in de woonkamer en slaapkamers. Om de balansventilatie goed te laten werken zal de toevoerlucht van de woonkamer en slaapkamers moeten kunnen overstromen naar de ruimtes met afzuiging. Hiervoor wordt vaak onder de deur van deze ruimte een spleethoogte gehouden. Deze afstemming wordt helaas nog wel eens vergeten bij de nieuwbouw van woningen.
Ook bij grotere slaapkamers kan het zomaar voorkomen dat de hoeveelheid toevoerlucht dermate hoog wordt dat er een ongewenste spleethoogte ontstaat van bijvoorbeeld 25-30 mm, waar eerder gedacht kan worden aan een overstroom via akoestische slang door de muur en overstroom via licht armaturen. Dit brengt echter een extra stuk afstemming met zich mee, wat wederom in de praktijk zomaar eens vergeten wordt.
Maar niet alleen in woningen komt dit probleem voor, ook in kantoren is het aan de orde van de dag. Hier vindt inblaas van verse toevoerlucht meestal plaats in de verblijfsruimten, waar ook de lucht, of een deel hiervan, overstroomd richting andere ruimtes. Doordat de ruimtes ook geluidsdicht gemaakt worden zal hier zeker aandacht besteed moeten worden aan hoe de overstroom geregeld wordt.

Tim Visser
Engineer-Adviseur W-installaties, voormalig zelfstandig installateur.
[Twee generaties, vader Dick en zoon Tim Visser, schrijven om beurten een column op persoonlijke titel]

Ander relevant nieuws van onze redactie

Fout: view b0f9ca1qxd bestaat mogelijk niet

Het steeds groter wordende probleem van netcongestie

De groeiende netcongestie voor huishoudens en overige kleine verbruikers is zorgwekkend. De overheid en netbeheerders kondigen maatregelen aan om congestie, die nu ook op het 230V laagspanningsnet optreedt, te verminderen. Als er niks gedaan wordt, veroorzaakt overbelasting uitval van elektriciteit voor zo’n anderhalf miljoen kleinverbruikers.
Minister Jetten stelt maatregelen voor, waaronder toekomstige normen voor slimme, aanstuurbare warmtepompen om netcongestie tegen te gaan. Hiermee is het de bedoeling op afstand het verbruik reguleren binnen de capaciteitsgrenzen van het net, cruciaal voor het aanpakken van netcongestie.
Een analyse van Netbeheer Nederland geeft een verontrustende situatie tot 2030. Kleinverbruikers lopen risico op onderspanning, knipperende lampen, storingen in apparatuur waaronder warmtepompen en jarenlange overspanning op piekmomenten. Dit kan leiden tot het uitvallen van PV-omvormers, waardoor de opgewekte stroom tijdelijk niet aan het net kan worden geleverd.
De wachttijd voor nieuwe of zwaardere kleinverbruik aansluitingen zal aanzienlijk toenemen. Dit terwijl individuele verzoeken momenteel worden gehonoreerd, dat bijdraagt aan het risico van overbelasting.
Er is een ‘Actieagenda Netcongestie Laagspanningsnetten’ opgesteld waar ingezet wordt op het sneller verzwaren en uitbreiden van laagspanningsnetten en een beter beeld van de belasting ervan waarbij er lokale afstemming moet komen van de vraag en aanbod van elektriciteit.
Een toereikend elektriciteitsnet is essentieel voor onze verduurzamingsdoelen. Flexibele aansturing wordt onderzocht, zodat installaties kunnen doorgaan tijdens netverzwaring. Tot die tijd blijft er echter een risico op capaciteitsgebrek op wijkniveau. Een hybride is daarom een uitstekende oplossing: het grote voordeel is de keuze tussen energiebronnen. Zo ben je minder afhankelijk en blijft warmtevoorziening gegarandeerd.

Susanne de Ruwe, namens Vereniging voor Duurzame Warmte

Op onze nieuwsbrief abonneren

Fout: view d857f009t4 bestaat mogelijk niet

All Electric: mission impossible?

Nederland is volop bezig met het ontwikkelen van duurzame energieoplossingen. En met succes. Er wordt steeds meer elektrisch gereden en steeds meer panden worden voorzien van warmtepompen. Maar met deze snelle transitie komen er ook nieuwe uitdagingen. Eén daarvan is netcongestie. Verduurzamen heeft dus een keerzijde.
De toekomst ziet er elektrisch uit, vooral met de verplichte vervanging van cv-ketels door warmtepompen vanaf 2026. Het aantal geïnstalleerde warmtepompen zal naar verwachting exponentieel toenemen, met alle gevolgen voor het elektriciteitsnetwerk van dien. Dit werd pijnlijk duidelijk in Apeldoorn, waar een appartementencomplex met 124 nieuwe warmtepompen kampte met een gebrek aan aansluitingsmogelijkheden. Ook de groei van elektrische voertuigen brengt uitdagingen met zich mee. Hoewel de toename tot 2030 gematigd wordt verwacht, zal de behoefte aan laadinfrastructuur exponentieel groeien tegen 2044, met een geschatte vraag naar 4,3 miljoen laadpunten
Wat betekent dit? Vertraging van verduurzamingsambities en -projecten? Heroverweging van locatiekeuze op basis van de beschikbaarheid en betrouwbaarheid van het elektriciteit? Ik zeg absoluut nee! En ik niet alleen. Het demissionaire kabinet stelde gelukkig in januari 25 miljard euro beschikbaar aan TenneT om aan de slag te gaan. Deze maand besloot netbeheerder Stedin met een investering van 924 miljoen 400 megawatt aan nieuw vermogen te realiseren.
Hoewel de uitdagingen groot zijn, mogen we onze duurzame ambities niet opgeven. Sterker nog, we zagen al veel langer de congestie aankomen Het is nu een kwestie van prioriteiten stellen en slim omgaan met de beschikbare middelen. We investeren niet alleen in een betere toekomst voor onszelf, maar ook voor de generaties die na ons komen. Met de juiste investeringen en een doordachte aanpak kunnen we de elektrische uitdagingen van vandaag omzetten in de duurzame successen van morgen.

Sven Asijee
Directeur Wij Techniek

Sven Asijee, Directeur Wij Techniek

Op onze nieuwsbrief abonneren

Ander relevant nieuws van onze redactie

Fout: view bc31beaxns bestaat mogelijk niet

Technische vooruitgang van mens en materiaal

We ontdekken steeds meer beperkingen in het gebruik van voorheen schijnbaar onuitputtelijke bronnen zoals fossiele energie, grondstoffen en arbeid. Dit dwingt ons afscheid te nemen van fossiele brandstoffen en te investeren in hernieuwbare alternatieven zoals windmolens, zonnepanelen, warmtepompen en batterijtechnologie.
Opmerkelijk genoeg komt het erop neer dat we het ene schaarse goed, fossiele energie, inruilen voor een ander schaars goed: materialen. Om niet in een nieuw dilemma te belanden, moeten we niet alleen streven naar hergebruik, maar ook naar efficiëntie, waarbij we met zo min mogelijk materiaal zoveel mogelijk kunnen bereiken.
De basis van alle technische vooruitgang is dat de mensheid materialen tot op steeds kleinere afmetingen kan beheersen. Met de elektronenbuis en later de transistor konden de radio en tv gerealiseerd worden maar de PC, internet en mobiele telefonie werden pas mogelijk door de chip, die de integratie van steeds meer transistoren op een plakje silicium bevat.
De wet van Moore onderkende deze technologische vooruitgang voor het eerst. Deze stelt dat elke twee jaar de rekenkracht van computerchips verdubbelt voor dezelfde prijs. Dit vooruitgangsprincipe geldt nog steeds voor de chiptechnologie en, zij het veel langzamer, op andere technologieën zoals zonnecellen en Li-ion batterijen.
De overgang naar duurzaamheid vereist een slim en zuinig gebruik van materialen en arbeid, met oog voor het praktische aspect dat vooruitgang tijd vergt. Het is effectiever en eerlijker om iedereen eerst 80% te laten bereiken, omdat dit niet alleen een groter totaalresultaat oplevert, maar ook de lasten gelijkmatiger verdeelt over de hele samenleving. Dit zien we terug op de huidige markt, waar zonnepanelen en hybride warmtepompen steeds prominenter worden.

Peter Cool, CTO-COO Intergas Verwarming namens Vereniging voor Duurzame Warmte

Op onze nieuwsbrief abonneren

Fout: view bd8b7c3dzk bestaat mogelijk niet

Marktgerichtheid loont

Om zakelijk succesvol te zijn, is het noodzakelijk om ontwikkelingen in de markt goed in de gaten te houden. En dat is meer dan een beetje volgen van technologische ontwikkelingen en wet- en regelgeving. Ook geopolitieke ontwikkelingen of een pandemie zoals corona kunnen invloed hebben op jouw bedrijf. Kijk maar eens naar de ontwikkeling van de gasprijs na de inval van Rusland in Oekraïne, waardoor de vraag naar warmtepompen is gestegen. Deze oorlog heeft bovendien invloed op de prijs van grondstoffen, de levering daarvan en leverproblemen van materialen. Het conflict drijft prijzen op en zet marges onder druk.
En nu de economie weer wat trager gaat, merken heel wat bedrijven dat afnemers eerst hun opgebouwde voorraden opmaken, voordat ze opnieuw gaan bestellen. En dat doen ze dan ook nog in lagere hoeveelheden. Want de voorraad mag niet meer zo snel oplopen. En zelfs ontwikkelingen in de bevolkingsgroei en -samenstelling hebben invloed op jouw bedrijf. Kijk maar eens naar de krapte op de arbeidsmarkt en de moeite die veel bedrijven hebben om aan gekwalificeerde medewerkers te komen.
Deze en andere ontwikkelingen hebben dus ook invloed op jouw bedrijf. Je kunt er je kop voor in het zand steken of er juist iets mee gaan doen. En dat laatste is verstandiger dan wegkijken. Want als je de ontwikkelingen op de markt goed kent, kun je daar met jouw bedrijf beter op inspelen. De mate van marktgerichtheid is daarom naast vakkennis en kunde een belangrijke factor voor het succes van jouw bedrijf. Dat blijkt ook uit onderzoek. Wil je weten hoe marktgericht jouw bedrijf is? Doe hier de quickscan: https://bit.ly/installateurszaken.

Willem de Vries is Managing Partner van STEM Industrial Marketing Centre. Het kenniscentrum op het gebied van marketing voor technische B2B bedrijven. Neem gerust eens de proef op de som en kom naar een proefcollege over de inzet van marketingtools voor jouw technische bedrijf: https://bit.ly/stem-proefcollege

Op onze nieuwsbrief abonneren

Fout: view baa886b5dh bestaat mogelijk niet

Hoe computers helpen bij duurzame energie

De robot in de installatietechniek? Je hebt gelijk beelden in je hoofd. Star Wars in de meterkast maar dan anders. Beelden genoeg en misschien ook wel wensen. Maar de realiteit is dat de opkomst van kunstmatige intelligentie (AI) in de energiesector daar geen uitzondering op is. Een van de meest veelbelovende toepassingen van AI in de energiesector is robotische energieopslag. Hierbij worden slimme computers ingezet die leren van wat er gebeurt op energiegebruik en wat anders kan. Een groot voordeel van deze slimme aanpak is dat het ons helpt om beter om te gaan met wanneer we energie nodig hebben en wanneer die beschikbaar is.
Een ander voordeel is dat AI kan helpen om batterijen langer te laten meegaan. De slimme computer kan in de gaten houden hoe goed de batterijen werken en op tijd problemen ontdekken. Ook bij zonne- en windenergie, die afhankelijk zijn van het weer, kan AI van pas komen. De slimme computers gebruiken bijvoorbeeld weersvoorspellingen om te bedenken hoeveel energie we kunnen verwachten en sturen dan apparaten en installaties aan om deze energie op dat moment te gebruiken of juist energie op te slaan. Zo kunnen we beter gebruikmaken van de energie die we opwekken uit zon en wind en hoeven we minder gebruik te maken van fossiele brandstoffen.
Hoewel dit allemaal veelbelovend klinkt, zijn er wel uitdagingen, zoals de veiligheid en privacy van data, en de integratie van AI in bestaande infrastructuur. Er moeten kaders en beleid komen om dat te kunnen borgen. Maar één ding staat vast: AI speelt een sleutelrol in de toekomst van duurzame energie. Daar kunnen we niet meer om heen. Onze vakmensen hebben een rol in die verdere digitalisering. Met nieuwe kennis en vaardigheden. Ik zie het als opgave voor Wij Techniek om ervoor te zorgen dat de juiste kennis, opleidingen en trainingen er komen om de vakmensen te ondersteunen in die (nieuwe) sleutelpositie.

Sven Asijee
Directeur Wij Techniek

Sven Asijee, Directeur Wij Techniek

Op onze nieuwsbrief abonneren

Ander relevant nieuws van onze redactie

Fout: view 7db138ctxs bestaat mogelijk niet

Slim installeren: leuk of noodzaak?

Met slim installeren laat je niet alleen je klanten zien dat je nadenkt om met zo weinig mogelijk tijd een zo optimaal kwaliteitsresultaat te genereren, je maakt het jezelf ook zoveel gemakkelijker. Maar het kan altijd slimmer. Er is bijvoorbeeld aangetoond dat alleen al een goede werkvoorbereiding op zich een leereffect kan hebben met wel 40% winst in de benodigde installatietijd.
Met name ‘prefab’ geeft heel veel slimme installatiekansen. Tijdens de Vakbeurs Energie in Den Bosch zijn vele richtingen en mogelijkheden te zien geweest. Neem bijvoorbeeld de getoonde aansluitsets voor hybride toestellen. Dit slimme idee kan grote besparingen opleveren. Toen de hybride toestellen net in de markt kwamen, werd als uitgangspunt een montagetijd van twee dagen met twee man aangehouden. Nu al is hier een besparing op te realiseren van de helft! Dat betekent dus dat je met hetzelfde aantal monteurs het dubbele aantal hybride toestellen kunt monteren. Om hiermee maar mee aan te geven dat het noodzakelijk is en blijft om kritisch na te denken en creativiteit te stimuleren. Doe je dit niet, dan verlies je de wedstrijd.
Het woord ‘slim’ kan in bepaalde gevallen ook vervangen worden door ‘snel’, waardoor de financiële aspecten meer de boventoon krijgen. Dat betekent dat wanneer je als installateur veel werkt met een uitstekende werkvoorbereiding en nieuwe mogelijkheden zoals prefab montagedelen, je een grote voorsprong hebt op de meer traditionele aanpak. Blijven innoveren geeft telkens weer voorsprong in de markt.
Veel mogelijkheden en uitdagingen zijn er te vinden in de verdere integrale ketensamenwerking tussen fabrikant, groothandel en installateur. Hoe kunnen we elkaar versterken, waar zijn voordelen te vinden waardoor het slimmer of sneller kan.
Aan jullie de keuze: leuk of noodzaak?

Henk Sijbring
Voorzitter Vereniging voor Duurzame Warmte,
lid van NVI-GO

 

Op onze nieuwsbrief abonneren

Fout: view 7dca357qjp bestaat mogelijk niet

Van toen naar morgen

Enkele weken geleden kreeg ik een uitnodiging van inkoopvereniging SALO voor haar 75-jarig jubileumfeest. Op de uitnodiging stond de tekst: Van toen naar morgen. Dat zette mij aan het denken.
Ruim 50 jaar terug ben ik met mijn bedrijf lid geworden van deze inkoopclub. Ik heb altijd veel contact gehad en samengewerkt met deze club. Je hielp elkaar waar nodig, kreeg hulp als je het nodig had.
Hoe het van toen naar nu is gegaan, heb ik als jonge enthousiaste installateur tot ervaren senior installateur in ruste mee mogen maken. Maar nu gaan we naar morgen en verder. Daarbij vraag ik me af: met wie en hoe dan?
Heel lang was ik namelijk de jongste op de vergaderingen van deze vereniging. Er was (en is) bijna geen instroom van jonge enthousiaste installateurs. De club is weliswaar nog springlevend, maar ik zie er vooral nog grijze koppies.
Dit lijkt overigens in de hele branche het geval te zijn. Iedereen zit te springen om personeel, dat haast niet te krijgen is. Bedrijven zetten de boel stop wegens gebrek aan arbeidskrachten, projecten lopen vertragingen op; waar is de jeugd?
Er lopen nog genoeg jongeren rond die druk aan de slag willen. Maar bij degenen die het vakgebied instromen, raakt vaak na enkele jaren op een of andere manier de fut eruit. Regeltjes, voorschriften, certificaten, noem het maar op, ze verzinnen ze waar je bij staat, waardoor de animo opraakt en de jonge instromers nogal eens in een andere branche belanden. Na enkele jaren bevinden ze zich weer op zo’n punt en herhaalt de cyclus zich.
Personeelstekort zal zich op deze manier niet snel oplossen. Ergens moeten we de jeugd weer enthousiast zien te maken, zodanig dat ze ook blijven. Zo niet, dan is de weg naar morgen nog heel ver en lang. Wie weet kan ik op het aankomende jubileumfeest enkele mensen enthousiasmeren!

Installateur 'in ruste'

Fout: view 0b340a3u63 bestaat mogelijk niet

Hoe de zon ons energiegebruik verhoogt

Met het verbeteren van woningisolatie en het dichter maken van gebouwen is er door de jaren heen steeds meer aandacht gekomen voor het oververhitten van deze modernere gebouwen. Hierdoor komt er ook steeds meer vraag naar koeling in bijvoorbeeld woningen en is de markt voor airconditioning de afgelopen jaren sterk gegroeid.

Via de BENG-eisen en TO-juli is hier al meer focus op gekomen voor nieuwbouwwoningen, waar vaak via een warmtepomp met actieve koeling of koeling door middel van regeneratie (passief) de woning gekoeld wordt. Wanneer in bestaande woningen de wens bestaat voor koeling, wordt dit vaak opgelost met een splitairco-unit.

Maar in veel gevallen wordt er ook een stap overgeslagen. Vanuit de trias energetica begint het met het beperken van het energiegebruik. Het direct plaatsen van koeling zonder eerst de koellast te beperken is als het verwarmen van een slecht geïsoleerd gebouw en zorgt voor een verhoging van ons algehele energiegebruik. De koellast is opgebouwd uit externe invloeden en interne warmteproductie en een aanzienlijk deel van deze komt voort uit zoninstraling door glasoppervlakken. Een gebouw waar de wens is om te koelen zal dus logischerwijs zonder zonwering een hoger energiegebruik (en installatiekosten) hebben dan een gebouw met zonwering.

Als er de keuze wordt gemaakt of er een noodzaak is om meer energie te gaan gebruiken door te gaan koelen, denk dan aan ook aan de schil van het gebouw. Want ook daarmee kan energie bespaard worden.

Tim Visser
Engineer-Adviseur W-installaties, voormalig zelfstandig installateur.
[Twee generaties, vader Dick en zoon Tim Visser, schrijven om beurten een column op persoonlijke titel]

 

Ander relevant nieuws van onze redactie

Fout: view de1659639y bestaat mogelijk niet

Moed

De nieuwe stichting Nederlandse Verduurzamingsindustrie – Gebouwde Omgeving (NVI-GO) verenigt bedrijven uit de Nederlandse maakindustrie die werken aan een duurzaam binnenklimaat voor de gebouwde omgeving. De stichting is een herpositionering van de Nederlandse Verwarmingsindustrie (NVI). De NVI-GO is nu de paraplu waaronder verschillende verenigingen (voorheen secties) samenwerken.
We opereren als een collectief om verduurzaming in de gebouwde omgeving te versnellen. Dat doen we als de maakindustrie van de gebouwtechnologie en met CO2-reducerende energieproducten. Sinds april van dit jaar ben ik de nieuw aangestelde directeur van NVI-GO. Tien jaar geleden leidde mijn intrinsieke motivatie me naar de energietransitie. Ik kwam terecht in de installatiewereld. De energietransitie, het motorblok onder de vele transities die we als samenleving momenteel doormaken, liet me niet meer los. Dankzij diverse inspirerende projecten ben ik nu nog steeds nauw betrokken bij de energietransitie.
En toen kwam er die onverwachte vraag: “Voor de verduurzaming van de gebouwde omgeving zoeken we iemand die vanuit vernieuwing en verbindend leiderschap de NVI-GO vanuit een vernieuwde positionering verder wil uitbouwen”. Het antwoord hierop moge duidelijk zijn: ik ben de uitdaging aangegaan. Wat is er ontzettend veel te doen. Er is veel gebeurd en ook deze zomer is het op z’n minst gezegd komkommertijd, nu we te maken hebben met de val van het kabinet, en tegelijkertijd grote plannen om klimaatambities te halen vanuit de installatiebranche. We moeten door. Juist nu. En daar is van ons allemaal moed voor nodig. Moed om, zoals we binnen NVI-GO ook doen, bredere doelstellingen te formuleren, ook al is het ‘hoe daar te komen’ nog niet altijd duidelijk. Maar ook moed voor het aangaan van nieuwe samenwerkingen die nodig zijn om grote systeemveranderingen aan te jagen.
Ik wens iedereen veel moed en vertrouwen voor de periode die komt. Want samen gaan we harder. Ik kijk ernaar uit om hetzelfde te doen!

Annemarije Tillema, directeur Nederlandse Verduurzamingsindustrie – Gebouwde Omgeving (NVI-GO)

Fout: view ee4a504dqm bestaat mogelijk niet