Slimme innovaties

De koudemiddelentransitie is volop in beweging. Koudemiddelen met een hoog GWP (aardopwarmingsvermogen) worden versneld teruggefaseerd en vervangen door alternatieve koudemiddelen. Doordat een aantal van deze stoffen een hogere kans geven op verstikking, vergiftiging, brand en explosiegevaar voor de directe omgeving, is voldoende opgeleid en gekwalificeerd personeel om met deze stoffen te werken van essentieel belang. Het toenemende tekort aan koeltechnici door de transitie van gasketels naar warmtepompen en de uitstroom van mensen vanuit de installatiesector naar andere sectoren, vormt daarbij een probleem. Om dit tekort te beperken en de beschikbare capaciteit slimmer in te zetten, ligt er een belangrijke taak bij de fabrikanten.
Door productinnovatie kan veel tijd worden bespaard op de bouwplaats. Denk hierbij bijvoorbeeld aan monobloc warmtepompen. Een monteur kan bij een storing gemakkelijk de gehele unit vervangen en de oude meenemen voor reparatie.
Naast productinnovatie kunnen digitale hulpmiddelen en voorspelbaar onderhoud ook tijd en kosten terugbrengen. Met een Google Glass kan de klant de monteur op afstand laten meekijken en een kleine storing zelf oplossen, waardoor de monteur niet hoeft af te reizen en kan worden ingezet op een andere klus. Door gestructureerd data van koelinstallaties te verzamelen, kan nauwkeuriger worden bepaald na hoeveel draaiuren de installatie onderhoud nodig heeft of bepaalde slijtage gevoelige componenten moeten worden vervangen. Ook dit voorkomt het inefficiënt inzetten van servicemonteurs.
NVKL-erkende installateurs zijn volledig op de hoogte van voornoemde innovatieve toepassingen. Zij zijn in het bezit van de NVKL-erkenning en voldoen aan alle verplichte wet- en regelgeving, opleidingen en vakkennis waarop zij bovendien tweejaarlijks getoetst worden.

Coen van de Sande, directeur NVKL

Fout: view 442ff6ah7t bestaat mogelijk niet

‘Frisse wind’

Het is me vaker overkomen: een ‘frisse wind’ aan de andere kant van de tafel. Een nieuwe verantwoordelijke bij een opdrachtgever. En dan moet alles opeens anders. Nu kan het verfrissend zijn om iemand anders in huis te halen en mee te laten denken over de toekomst van het bedrijf. Maar ook dan is het van belang om te kijken waar het bedrijf vandaan komt. En nog veel belangrijker: waar het gezien ontwikkelingen in de markt naar toe moet. Maar bij mensen die een frisse wind willen laten waaien, is dat vaak niet het uitgangspunt. Wel het idee dat het allemaal anders moet. Maar is dat wel handig?
En wat moet er dan anders? Vaak komen er dan termen naar voren die vooral betrekking hebben op de eigen organisatie: zakelijker, strakker geregeld, minder service die toch niets oplevert. Maar dat zijn veranderingen die je niet zomaar door kunt voeren. En waar de markt misschien helemaal geen boodschap aan heeft.
Klanten zijn nu eenmaal gewend geraakt aan een bepaalde vorm van service. En ook de interne organisatie is daar op ingericht en aan gewend. Dat wil niet zeggen dat er geen veranderingen doorgevoerd kunnen worden of nodig zijn.
Maar net zoals je van een monteur die gewend is om airco’s te plaatsen niet van de ene op de andere dag een installateur van warmtepompen maakt, zo is het ook met de activiteiten en het imago van je organisatie. En bedenk daarbij: imago komt te voet en gaat te paard. Je bent je zorgvuldig opgebouwde reputatie als bedrijf veel sneller kwijt dan je die opgebouwd hebt.
Daarom is het van belang om goed te kijken aan welke aspecten klanten/de markt waarde hechten, wat er anders kan of moet. En om die veranderingen op een zorgvuldige wijze door te voeren. Niet van de ene op de andere dag een frisse wind laten waaien, maar ook veranderingen nauwkeurig inregelen.

Willem de Vries is Managing Partner van STEM Industrial Marketing Centre. Het kenniscentrum op het gebied van marketing voor technische B2B bedrijven. Neem gerust eens de proef op de som en kom naar een proefcollege over de inzet van marketingtools voor jouw technische bedrijf: https://bit.ly/stem-proefcollege

Op onze nieuwsbrief abonneren

Fout: view 084c704vro bestaat mogelijk niet

Laag GWP koudemiddelen en het belang van scholing

De Europese Unie heeft de ambitie om de CO2-uitstoot in 2030 met 55% te verlagen ten opzichte van het niveau in 1990. Een van de manieren om dit te bereiken, is door de herziening van de F-gassenverordening. De belangrijkste transities binnen deze verordening om aan de ambitie te voldoen, zijn de overgang van koudemiddelen met een hoog aardopwarmingsvermogen (hierna GWP) naar laag GWP koudemiddelen en de overstap van gasketels naar warmtepompen. Deze laatste is sinds februari 2022 in een stroomversnelling gekomen door de drastische stijging van de energieprijzen vanwege de oorlog met Oekraïne, waardoor de vraag naar warmtepompen nog verder is toegenomen.
De transitie van koudemiddelen met een hoog GWP naar laag GWP koudemiddelen vraagt een andere manier van denken van de installateur. Wie voorheen gespecialiseerd was in het installeren van verwarmingsketels, zal nu de stap naar warmtepompen moeten maken. Waar koudemiddelen met een hoog GWP met name een belasting voor het milieu zijn, brengen koudemiddelen met een laag GWP vooral veiligheidsrisico’s met zich mee. Bedrijven zullen zich daarom aan deze veranderende situatie moeten aanpassen en hun medewerkers moeten opleiden, trainen en certificeren en daarbij veiligheidsprocedures, werkinstructies en risicobeoordelingen moeten opstellen. Daarnaast zal er geïnvesteerd moeten worden in middelen zoals gereedschappen, apparatuur, opslag, transport en persoonlijke beschermingsmiddelen om hier goed op in te kunnen spelen.
Binnen NVKL, de vereniging van koeltechnische bedrijven, zijn de NVKL-erkende installateurs volledig op de hoogte van voornoemde ontwikkelingen en kunnen ze hier snel op anticiperen. Zij zijn in het bezit van de NVKL-erkenning en voldoen aan alle verplichte wet- en regelgeving, opleidingen en vakkennis waarop zij bovendien tweejaarlijks getoetst worden.

Coen van de Sande, directeur NVKL

Fout: view 7948978e1x bestaat mogelijk niet

Afhankelijk van elektriciteit

Stoppen met een bedrijf gaat niet zomaar, daar ben ik inmiddels achter gekomen Enkele lopende werken moeten nog worden afgemaakt, de monteurs moeten een goede nieuwe plek krijgen, de opgebouwde voorraad moet worden opgeruimd etc. Met enorm veel begrip en medewerking van diverse leveranciers is dit in gang gezet en zal dit ook allemaal goed komen. Wel komen er heel veel herinneringen aan werken en storingen naar boven bij mij tijdens deze opruimwerken. Mijn kantoor, ook een plek met veel herinneringen, heeft een andere bestemming gekregen. Ik mag de laatste periode op een andere plek werken. Het was niet de eerste interne verhuizing, maar nu dus wel de laatste.
Tijdens al deze werkzaamheden ben ik erachter gekomen hoe afhankelijk we zijn van elektriciteit. Even wat nazoeken op het internet of de computer, een briefje of column opzetten, of een bakkie koffie zetten. Het is allemaal zo simpel, maar kan niet zonder elektriciteit. Ik had het hierover met een paar bouwvakkers in de kantine waar we met enig knutselwerk koffie hadden geregeld, Daarna ging het gesprek over op de verschillende beroepen die we vertegenwoordigden. De timmerman nam als eerste het woord. Hij claimde onder de aanwezigen het oudste beroep te hebben, iets dat gelijk in twijfel werd getrokken. Maar de beste man refereerde aan de ark van Noach, die toch gemaakt was door timmermannen. De metselaar sprak dit echter tegen. Volgens hem was de door metselaars gemaakte muur van Jericho een stuk ouder. Mijn elektricien hoorde dit allemaal kalm aan en wees op het feit dat op de zevende dag van de Schepping er al licht was, en wie zou hiervoor de draden hebben getrokken?
Na deze wijze woorden zijn we weer aan de slag gegaan. Maar inderdaad, zonder elektriciteit gebeurt er maar weinig.

Dick Visser
Installateur 'in ruste'

Fout: view a732114wn3 bestaat mogelijk niet

Laat je batterij op!

Nu de afschaffing van de salderingsregeling voor zonnepanelen – waarbij eigenaren hun opgewekte stroom met hun verbruik kunnen/konden wegstrepen – door de Tweede Kamer is, doemt de vraag op hoe consumenten hun eigen zonnestroom kunnen gebruiken. De financiële voordelen verdwijnen tenslotte. Maar: de oplossing is er al. De inzet van de thuisbatterij of een ander vorm van opslag van elektriciteit komt steeds meer in beeld als een manier om je eigen opgewekte stroom vast te houden. De toenemende vraag noodzaakt onze vakmensen om hierover na te denken. Zij moeten technische kennis hebben, de consument kunnen informeren en voorlichten en kunnen meedenken in mogelijkheden. De kosten zijn nog relatief hoog, dus de klant moet weten wat hij aanschaft. Wat is nodig? Wat is het rendement? Dus naast de technische expert is de installateur ook de sparringpartner van de consument. Midden in de energietransitie zijn zij dus een belangrijker schakel.
Maar er zijn meer ontwikkelingen. Wat als je met de buurt een batterij wilt aanschaffen? De buurtbatterij wordt nog niet breed ingezet, maar ook dat is een kwestie van tijd. Je kunt de lokaal geproduceerde stroom in de wijk houden en die lokaal delen. Met behulp van een buurtbatterij kun je zorgen dat alle apparatuur blijft functioneren terwijl je kosten bespaart op netverzwaring. Technisch is het allemaal te doen, maar de praktijk is nog beperkt. Het zal niet lang duren voordat ook hier de vakmensen op bevraagd worden.
Wat vraagt dit van ons? Nieuwe kennis bij de vakmensen. Nieuwe vaardigheden om echt met de consument het gesprek te voeren en te adviseren. Nieuwe kennis in de opleidingen, want de batterij wordt een onderdeel van ons werk. Goede afstemming tussen bedrijven en onderwijs. En vooral ook het plezier om weer een nieuwe dimensie aan ons werk toe te voegen. Laten we onze vakbatterij gaan opladen!

Sven Asijee
Directeur Wij Techniek

Sven Asijee, Directeur Wij Techniek

Op onze nieuwsbrief abonneren

Ander relevant nieuws van onze redactie

Fout: view f81bc74cr0 bestaat mogelijk niet

Marketingtools

Regelmatig zie ik dat installateurs zich op mijn vakgebied begeven, terwijl ze meestal niet over de juiste kennis en tools hiervoor beschikken. De kans bestaat dat je als installateur dan fouten maakt, net zoals dat mij overkomt als je mij installatiewerk laat verrichten.
Is over en weer bijscholing niet mogelijk dan? Dat wil ik zeker niet zeggen. Maar alleen het opdoen van kennis is niet voldoende. Je moet ook een beetje lol hebben in dat andere vakgebied en gevoel hebben bij de gereedschappen. Want marketing is wel meer dan een beetje reclame maken. Het gaat bij marketing om het verkrijgen van inzichten wat nu precies waarde is voor afnemers. Hoe je op basis van die inzichten waarde kunt creëren voor (potentiële) afnemers. En zelfs dan ben je er nog niet: dan moet je ook nog waarmaken wat je als waarde wilt leveren op basis van die inzichten. Dat vergt het nodige onderzoek naar wat de klant beweegt. Want één ding is zeker: die is niet altijd op zoek naar de laagste prijs.
Sterker nog: uit onderzoek is bekend dat minder dan één op de vijf klanten op zoek is naar de laagste prijs. En ook: dat bij die andere vier klanten het vergelijken van de prijs pas een rol speelt als ze het verschil in prijs niet goed zien. Of in marketingtermen: ze onvoldoende onderscheidend vermogen zien of ervaren.
Dat geldt zowel voor de installatiematerialen die je levert als de werkzaamheden die je als installateur uitvoert. Denk daar nog eens over na als je een volgende keer een offerte uitbrengt. En je mag van bij best aan ‘prijskopers’ leveren. Maar richt daar dan wel jouw bedrijf en aanbod op in. Anders wordt het toch snel weer een klaagzang over die klant die alleen maar de laagste prijs wil.

Willem de Vries is Managing Partner van STEM Industrial Marketing Centre. Het kenniscentrum op het gebied van marketing voor technische B2B bedrijven. Neem gerust eens de proef op de som en kom naar een proefcollege over de inzet van marketingtools voor jouw technische bedrijf: https://bit.ly/stem-proefcollege

Willem de Vries is Managing Partner van STEM Industrial Marketing Centre. Het kenniscentrum op het gebied van marketing voor technische B2B bedrijven: www.stem-imc.com

Op onze nieuwsbrief abonneren

Fout: view 88c23a7wv7 bestaat mogelijk niet

Goed werkende installaties voor binnenluchtkwaliteit

In de winterperiode worden in veel gebouwen en woningen de ramen en deuren zoveel mogelijk dicht gehouden. Zo wordt geprobeerd om energie te besparen en de daarmee gepaard gaande hoge kosten, waar bijna iedereen in ons land inmiddels mee is geconfronteerd, laag te houden. Veel mensen zijn zich echter niet bewust van de gevolgen die het onvoldoende ventileren van een gebouw of huis hebben op de binnenluchtkwaliteit. Zo wordt in recente berichtgeving in de landelijke media gesproken over schimmelvorming en vochtproblemen in slecht geventileerde, koude en vochtige ruimtes. Naast dat schimmel de staat van een gebouw of woning aantast, is het bovenal slecht voor de gezondheid.
Het goed installeren, instellen, inregelen, onderhouden en monitoren van airconditionings- en luchtbehandelingssystemen zorgt voor de juiste binnenluchtkwaliteit bij een laag energiegebruik. Veel onderzoeken hebben uitgewezen dat hierin nog een wereld te winnen is in Nederland. Door het volgen van de onderhoudsrichtlijnen, die NVKL samen met het Rijksvastgoedbedrijf en Binnenklimaat Nederland heeft opgesteld, wordt al veel gewonnen op dit vlak. Daarnaast zijn er ook de ISSO-publicaties Duurzaam Beheer en Onderhoud 100 - 107 die de juiste handvatten bieden om airconditionings- en luchtbehandelingssystemen gedurende de levenscyclus goed te laten presteren.
Voor het goed installeren en onderhouden van airconditionings- en luchtbehandelingssystemen kun je terecht bij NVKL, de vereniging van koeltechnische bedrijven, waar NVKL-erkende installateurs graag met je meedenken en je voorzien van gepast advies. De erkende installateurs zijn in het bezit van de NVKL-erkenning en voldoen daarmee aan alle verplichte wet- en regelgeving, opleidingen en vakkennis waarop zij bovendien tweejaarlijks getoetst worden.

Coen van de Sande, directeur NVKL

Fout: view d176761hk8 bestaat mogelijk niet

Ventileren in de renovatie

Bij het renoveren van een woning wordt vaak ook gelijk de woningisolatie verbeterd, zeker nu de prijzen zo gestegen zijn. Hiermee wordt meestal ook gezorgd dat de woning een stuk luchtdichter is en daarmee wordt het ook noodzakelijk om goed te ventileren.
Nu is het de vraag hoe deze ventilatie het beste in te vullen is. Meestal komt de keuze uit op ofwel mechanische afvoer d.m.v. een MV-unit ofwel op mechanische toe- en afvoer d.m.v. een warmteterugwinningsunit. Voor het algehele energieverlies heeft WTW-ventilatie hier meestal het voordeel.
Echter, bij WTW-ventilatie komen vaak ook toevoerkanalen kijken, die doorgaans nog niet aanwezig zijn in een woning. Afvoerkanalen zullen in beide situaties nodig zijn, echter zijn deze vaker al aanwezig. Nu zijn er oplossingen om decentrale WTW toe te passen, maar dit geeft vaak extra investeringen die niet altijd uit kunnen. Waar wel naar gekeken kan worden is het inblazen in een centrale ruimte, zoals bijvoorbeeld een trappenhuis van een woning. Aanwezige afvoer naar diverse ruimtes zoals de keuken, badkamer en wc’s zal al zorgen voor overstroming. Hiermee moet dan alleen nog gezorgd worden voor toevoer in de ruimtes waar geen afzuigpunten zijn of achterliggen. Dit kan ofwel door uitbreiding van het afvoerkanaal (wanneer mogelijk) of door een extra ventilator die luchtstroom naar deze ruimtes creëert. Hiermee kan een huis zonder toevoerkanalen toch WTW-ventilatie krijgen.
Echter, wanneer dit toch teveel wordt en er wordt gekozen voor alleen mechanische afvoer, zorg dan in ieder geval dat er vraaggestuurd geventileerd wordt. Hiermee kan alsnog zoveel mogelijk ventilatieverlies beperkt worden.

Tim Visser
Installatiebedrijf Visser in Twisk

[Twee generaties installateurs, vader Dick en zoon Tim Visser, schrijven om beurten een column op persoonlijke titel]

 

Op onze nieuwsbrief abonneren

Fout: view c86e5d8mgw bestaat mogelijk niet

Goed nieuws!

In het vmbo kiezen steeds meer leerlingen voor een technische opleiding. Net als een jaar eerder groeide het aantal vmbo’ers met het profiel Produceren, Installeren, Energie (PIE). Dat is goed nieuws voor onze sector waarin we jong talent goed kunnen gebruiken. En nog beter nieuws is dat meiden steeds vaker de keuze maken voor een technische vmbo-richting. Op havo en vwo zien we nog steeds dat de belangstelling voor technische profielen afneemt.
We kunnen doemdenken en vooral de negatieve kant zien. En de reden hiervoor is er ook wel: de technieksector heeft op dit moment 20.000 openstaande vacatures. Maar laten we eerlijk zijn: de toenemende instroom in het vmbo is goed nieuws. We hebben als sector blijkbaar kunnen laten zien dat we een aantrekkelijk branche zijn die het verschil kan maken. Maar dat vraagt ook iets van de bedrijven. Een goede landingsplek in de organisatie, het voortdurende gesprek, oog hebben voor wensen van medewerkers, oog voor diversiteit. En dat kunnen we! Als we maar onze maatschappelijke rol combineren met goed werkgeverschap; zo kunnen we ervoor zorgen dat meer mensen en ook vooral meiden de weg naar de techniek vinden.
Kiezen voor de techniek is kiezen voor de toekomst van Nederland en kiezen voor een goede baan waar de vakmens sleutelpersoon is. Met of zonder diploma, dat kunnen we hebben. Krapte maakt creatief. We zien dat bedrijven de opleiding betalen van studenten. We zien dat de aanvullende arbeidsvoorwaarden worden aangepast op basis van persoonlijke wensen, zoals parttime werken en de inzet op een betere balans werk-privé. Oog hebben voor de persoon; dat is wat centraal staat. Waar we de flexibiliteit op de markt inzetten om te reageren op de wensen van de klant en maatschappij, moeten we die flexibiliteit ook inzetten voor mensen die in de sector willen werken. Innoveren als werkgever. Met alle uitdagingen van dien. Dat met elkaar delen is van groot belang. Want leren van elkaar is het begin van een nieuwe (sociale) innovatiegolf. En het feit dat we daar al midden in zitten, is goed nieuws. Ook al zijn er nog steeds veel vacatures.

Sven Asijee
Directeur Wij Techniek

Sven Asijee, Directeur Wij Techniek

Op onze nieuwsbrief abonneren

Ander relevant nieuws van onze redactie

Fout: view f8715a6ji3 bestaat mogelijk niet

Gaan energiezuinigheid en comfort samen?

Woningeigenaren staan voor de complexe taak om hun bezit te verduurzamen. Bij de omschakeling naar een duurzame energievoorziening zijn er drie mogelijkheden te onderscheiden:
1. Verwarmen met aardgas door over te stappen van een standaard (VR) ketel naar een (HR) ketel met hergebruik van de rookgassen om het energiegebruik te verminderen. Vooral geschikt voor woningen waar een warmtepomp nog niet toegepast kan worden.
2. Hybride verwarmen. Met name toe te passen bij renovatie en vervanging, waarbij de warmtepomp samenwerkt met de bestaande cv-ketel. Alleen als het buiten te koud is om de gevraagde warmte te leveren of als extra warm water nodig is, springt de ketel bij. Met als resultaat aardgasbesparingen tot 70%.
3. All-electric verwarmen. Met name geschikt voor woningen vanaf bouwjaar 2000.

Overweeg ook de inzet van de warmtepompboiler voor het duurzaam verkrijgen van warm tapwater, waarbij de energie uit de buiten- of ventilatielucht wordt gehaald en eventueel ook de door de zon opgewekte elektriciteit wordt gebruikt.
De basis voor een comfortabele en energiezuinige installatie is een juiste dimensionering. Het moet duidelijk zijn hoe het afgiftesysteem in elkaar zit en wat de energetische behoefte van de woning is. De jaarrekening geeft een goede indicatie. Vervolgens wordt bepaald of de benodigde energie met een warmtepomp kan worden opgebracht.
Energiezuinigheid en comfort gaan zeker uitstekend samen, mits er rekening wordt gehouden met de energetische behoefte van de woning, de wensen van de consument en de opstelruimte van de warmtepomp-buitenunit om de geluiden over het lawaai te doen verstommen.

Jan Henk van der Wijk, Marketing & Communicatiemanager ATAG Verwarming Nederland bv, namens de sectie warmteopwekking van de Nederlandse Verwarmingsindustrie

 

Op onze nieuwsbrief abonneren

Fout: view 3305aceor7 bestaat mogelijk niet