Wat heeft een warmtepomp voor nut als het elektra nog in een gascentrale opgewekt wordt? Het zal niet de eerste keer zijn dat ik zoiets hoor, maar hoe zit het nu eigenlijk? Daarom gaan we dit keer in deze column eens globaal kijken naar hoe zich dit vertaalt in de werkelijkheid.
- Columnisten
- april 17, 2020
- 0 views
Ketenduurzaamheid
Laten we eens een klein stukje energie volgen. Stel dat er 10 kWh aan energie benodigd is voor verwarming. Deze 10 kWh vertaald zich grofweg in 1 m3 gas, dus voor die verwarming is net iets meer dan 1 m3 gas nodig, namelijk 1,04 m3 aardgas, doordat een hr-ketel ongeveer 96% rendement heeft.
En hoe zit het dan met de warmtepomp? Voor deze grove berekening stellen we dat een warmtepomp een SCOP van 4 heeft. Een waarde die voor lucht/water-warmtepompen haalbaar is en bij bodemenergiesystemen zeker haalbaar moet zijn. Om de 10 kWh aan warmte te leveren, zal deze warmtepomp in dat geval 2,5 kWh elektra nodig hebben. De beste aardgascentrale heeft een elektrisch rendement van ±60%. Er zal in dat geval dus 4,2 kWh aan energie nodig zijn om 2,5 kWh aan elektra te produceren, ofwel 0,42 m3 gas. Is de energiecentrale nu slechter met bijvoorbeeld 40% rendement, dan is hiervoor 6,25 kWh nodig, ofwel 0,62 m3 gas.
Dus zelfs als de elektra t.b.v. een warmtepomp met aardgas opgewekt wordt, dan zal er minder gas nodig zijn dan wanneer dit rechtstreeks met een hr-ketel verwarmd wordt. En als de restwarmte van de energiecentrale gebruikt kan worden, wordt het alleen maar positiever. Het omvormen van huizen richting all-electric verwarming, zelfs als de bron niet schoon is, heeft dus positieve impact. Er is alleen een blijvende taak voor onze overheid om de elektraproductie te verbeteren.
Tim Visser
Installatiebedrijf Visser in Twisk
[Twee generaties installateurs, vader Dick en zoon Tim Visser, schrijven om beurten een column op persoonlijke titel]
Op onze nieuwsbrief abonneren
- Columnisten , Corona
- april 10, 2020
- 2 views
De coronacrisis samen overwinnen
De coronacrisis zorgt voor een nieuwe werkelijkheid. Het treft ons allemaal. Persoonlijk maar ook in het werk. Wat kunnen we wel en wat kunnen we niet doen in de techniek? We hebben contact met klanten, we werken in teams samen, we gaan samen op weg naar een klus. Wat betekent dat voor mij als persoon? Wat kan wel en wat kan niet? Veilig werken heeft de afgelopen weken een andere invulling gekregen en staat meer dan ooit op ieders netvlies. En dat geeft vragen! De Helpdesk Corona Bouw en Techniek geeft antwoorden aan vakmensen en bedrijven. Bel 085-080 1544 en leg je vragen voor. Of kijk op de website: www.helpdeskcorona-bt.nl . Maar je kan ook contact opnemen met Arbotechniek via corona@arbotechniek.nl.
Deze crisis raakt de bedrijven in de techniek ook in hun economische activiteiten. De duurzaamheidsmakers van deze samenleving worden vaak hard getroffen. De beloofde steun van de overheid is welkom, en hopelijk voldoende om onze vakmensen op de weg te houden. Maar als branche moeten we ook zelf gaan vooruit kijken en denken in kansen. Na deze crisis hebben we een maatschappij die zich wellicht nog meer bewust is van bijvoorbeeld duurzaamheid, een gezonde gezondheidszorg, schone lucht, goede ICT-verbindingen en het belang van goed vakmanschap. Het is een hard gelag nu, zeker. Dat onderschat ik niet. Maar de optimist in mij gelooft ook in de nieuwe kansen.
Wat ik deze dagen zie groeien, is de inzet van nieuwe digitale vormen van leren. Online trainingen die op elk tijdstip gevolgd kunnen worden; webinars die aansluiten op de vragen die nu leven. Online leren en kennis opdoen krijgt in deze een enorme boost. De opleiders bewegen mee en tonen dezelfde elasticiteit die we ook zelf tonen. Maak er gebruik van. Wij zullen waar nodig dit stimuleren.
Als OTIB doen we wat we kunnen om vakmensen te ondersteunen, en waar mogelijk zorgen we voor bruikbare informatie en maatregelen. Onze veerkrachtige branche zal deze crisis overwinnen. En dat gaan we samen doen!
Sven Asijee
Directeur OTIB
Op onze nieuwsbrief abonneren
- Columnisten
- april 3, 2020
- 2 views
Duurzame begint bij juist gebruik van gereedschap én materialen
Veiligheid en betrouwbaarheid van verwarmingsinstallaties is een steeds terugkerend thema. Het verrichten van onderhoud mét de juiste gereedschappen is daarbij van groot belang. Het spreekt voor zich dat gereedschappen jaarlijks gecontroleerd moeten worden op goed functioneren – en zo nodig geijkt en gekalibreerd moeten worden –, want een vertekende uitslag na een rookgasanalyse of een onjuiste gasdruk kan kritische gevolgen hebben.
Het onderhouden van gasverbrandingsinstallaties is een zorgvuldige taak die per 1 juli 2020 alleen nog uitgevoerd mag worden door gecertificeerde bedrijven én monteurs. In de beleving van de Nederlandse Verwarmingsindustrie is dit een goede eerste stap om het aantal koolmonoxide slachtoffers te minimaliseren. Echter, zolang het periodiek onderhoud aan gasverbrandingsinstallaties niet verplicht is, blijft de certificering van bedrijven een halve maatregel. Van de 6,6 miljoen centrale verwarmingsinstallaties in Nederlandse huishoudens, wordt aan circa de helft geen onderhoud gepleegd. Door het wettelijk verplicht periodiek uitvoeren en registreren van onderhoud:
-gaat het comfort in huis omhoog;
-gaat de veiligheid in huis omhoog;
-wordt de betrouwbaarheid van de installatie gegarandeerd;
-wordt de levensduur van de installatie verlengd;
-wordt er aanzienlijk meer energie bespaard;
-gaat de gasrekening omlaag;
-gaat de CO2 uitstoot omlaag;
-is bij een recall door de fabrikant eenvoudig te achterhalen waar toestellen zijn opgesteld.
Door kwalitatief onderhoud kan de levensduur van een verwarmingstoestel verlengd worden. Maar de gebruikte materialen en componenten in het toestel spelen daarin ook een significante rol. Met het juiste ontwerp zijn materialen opnieuw te gebruiken óf hoogwaardig te recyclen. Daarbij is ook het type materiaal van groot belang. Metalen en kunststoffen hebben niet alleen een verschillende milieu-impact tijdens de productie, ook de wijze van hergebruik, refurbishment of recycling aan het einde van de functionele levensduur is anders.
Wanneer installaties meer circulair zijn, zijn ze dus aantrekkelijker voor bewoners én gebouwbeheerders. Door het gebruik van herbruikbare materialen, met een lage milieu impact, worden stappen gezet naar een circulaire economie. In de toekomst zou een verwarmingstoestel, dat is voorzien van herbruikbare componenten en materialen én waaraan regelmatig onderhoud wordt gepleegd, dan zomaar eens geen CO2 uitstoot meer kunnen genereren tijdens productie en gebruiksfase.
Coen van de Sande
Directeur De Nederlandse Verwarmingsindustrie
Op onze nieuwsbrief abonneren
- Columnisten
- maart 27, 2020
- 2 views
Limited editions
Op dit moment worden de eerste woorden geschreven voor de verkiezingsprogramma’s waarmee de politieke partijen de strijd aangaan voor uw stem in 2021. Ik kan mij indenken dat u daar niet mee bezig bent. De politiek staat toch al vaak ver weg van de dagelijkse werkelijkheid van vakmensen in de techniek. Maar de doelstellingen die in Den Haag op tafel liggen (ook straks bij de verkiezingen) raken onze branche en onze uitdagingen. Met de inzet op de energietransitie en een proactief klimaatbeleid, staan we als techniek midden in het politieke debat.
Een belangrijk onderwerp dat essentieel is voor het realiseren van duurzaamheidsdoelstelling is de krapte op de arbeidsmarkt. En dat begint in het onderwijs. Steeds minder leerlingen van groep 8 krijgen een vmbo-advies. Ging voorheen ongeveer 60% van de jongeren naar het vmbo, tegenwoordig gaat 60% naar havo/vwo. Ik ben ervan overtuigd dat álle opleidingen – van praktijkonderwijs tot universiteit – nodig zijn, maar de beeldvorming rond het vmbo houdt ouders, leerkrachten en leerlingen tegen te kiezen voor een opleiding waarin het doen centraal staat. Het betekent dat vmbo’ers in de toekomst niet alleen de special editions, maar ook de limited editions zullen zijn. Een rampzalige ontwikkeling. Daar zijn we nog onvoldoende van doordrongen.
Dus aan de schrijvers van de verkiezingsprogramma’s die nu bezig zijn hun goede voornemens op papier te zetten, doe ik een oproep het techniekonderwijs te blijven promoten, ondersteunen en stimuleren. We hebben doeners nodig voor de verduurzaming van Nederland. Mensen die met hart, handen en hoofd werken en die in de praktijk brengen wat we graag willen: een toekomstbestendige leefomgeving. En bent u niet overtuigd? Bedenk dan goed wie uw ambities in de praktijk waarmaken… Ik nodig u graag uit voor een werkbezoek.
Sven Asijee
Directeur OTIB
Op onze nieuwsbrief abonneren
- Columnisten
- maart 20, 2020
- 0 views
Echte 24/7-service
Service de hele dag, de hele week, het hele jaar door… Je hoort het ook in de installatiewereld heel vaak; een reclame slogan voor velen.
Maar hoe erg wordt deze service nageleefd. Zijn we 24 uur per dag het hele jaar door bereikbaar of staat er een antwoordapparaat of voicemail achter het nummer. Direct opnemen gebeurt ook, maar dan zijn het vaak de standaard vragen, en wordt er een notitie gemaakt die weer doorgegeven wordt
Een directe actie na een telefoontje… Gaan we midden in de nacht een cv-installatie bijvullen of een lekkende radiatorkraan vervangen? Kunnen we er ook op rekenen dat, indien er meerdere mensen nodig zijn om het probleem op te lossen, die ook gelijk paraat staan?
Ik denk dat de insteek van 24/7 ruim genomen moet worden. Waarbij echte acute storingen als een brandje of overstroming natuurlijk ook met hele grote spoed verholpen moet worden. Maar vaak doet een geruststellend woord al wonderen. Daarna een afspraak maken voor de volgende morgen lost het acute probleem vaak al op.
Zelf heb ik recent meegemaakt dat 24/7 in de medische zorg wél echt is. De Intensive Care is drie dagen mijn plek geweest. En daar heb ik gezien en meegemaakt hoe het is om 24 uur alert te zijn, zorg te bieden, elkaar te helpen als er hoge nood is, te overleggen met elkaar over hoe een patiënt te helpen. In een drieploegendienst de hele week, dus ook in de weekenden. En dan ook nog een opbeurend gesprek voeren. Ik heb diepe bewondering gekregen voor deze afdeling, de organisatie en de werkwijze. Dat is echte 24/7-service.
Dick Visser
Installatiebedrijf Visser in Twisk
[Twee generaties installateurs, vader Dick en zoon Tim Visser, schrijven om beurten een column op persoonlijke titel]
- Columnisten
- maart 13, 2020
- 0 views
De gouden cirkel van waarde
Mijn vorige blog eindigde met een tip om een het Business Model Canvas te gebruiken voor het ontwikkelen van waardeproposities. Dit model laat eigenlijk in één oogopslag zien dat het begrip waarde centraal samenhang heeft met allerlei andere facetten van uw bedrijf.
Het woord propositie kent meerdere verklaringen. In de marketing vaak geduid als aanbod. Toch is het meer dan dat. Het geheel van product-/diensttechnische, psychologische, communicatieve en service-aspecten dat u voor uw klant ontwikkeld. Ik duid waardepropositie dan ook als ultieme klantbelofte.
Het lijkt eenvoudig, maar ‘t is lastig zat. Menig installateur beantwoordt de vraag wat hem of haar nu onderscheidt van de concurrent met: “Ik maak mooie installaties in x, y of z en lever kwaliteit, service, kennis, advies etc.” Dit zijn antwoorden die het ‘wat’ je doet beschrijven. En: dat doet een ander ook. Sommige installateurs gaan een stapje verder. Een professionele look & feel, een informatieve website, gekwalificeerd en deskundig personeel, lid van een branchevereniging etc. Dit is druk zijn met te vertellen ‘hoe’ ze het werk doen. Het wat en hoe: vangt dat de waarde? In essentie is het eigenlijk bühne-werk. Overigens, wel belangrijk, want het draagt bij aan waarde wanneer dit goed gefundeerd is.
Aan welke diepere klantbelofte werkt u dagelijks? Wat maakt het dat uw klanten met u zaken doet? Waarom zouden andere dat ook moeten doen? Waarom bent u installateur geworden? Een goede, toekomstvaste (duurzame) waardepropositie vangt zich in een klantbelofte die de (latente) behoefte van die klant beantwoordt. De Brit Simon Sinek ontwikkelde hiervoor een eenvoudig denkmodel, wat hij noemde ‘de gouden cirkel’. Samengevat: “Iedereen weet wat hij doet, een gedeelte weet hoe hij het doet, maar weinigen weten waarom hij het doet.” Start een waardeontwikkeling met de vraag: waarom?
Maarten van der Boon
maarten@novitek.nl
Vanuit zijn bedrijf Novitek helpt Maarten
technische bedrijven in organisatie-
strategie, innovatie en communicatie.
Op onze nieuwsbrief abonneren
- Columnisten
- maart 6, 2020
- 0 views
Een dik pak isolatie
Als ik op een winterse dag naar buiten ga, neem ik vrijwel nooit een stapel boterhammen met pindakaas mee. Wel trek ik een goede jas aan, plus een sjaal en handschoenen als het echt koud is. Om warm te blijven zorg ik dus voor isolatie rondom mijn lichaam. De energie uit de boterhammen met pindakaas heb ik dan niet nodig om warm te blijven.
Steeds meer opdrachtgevers zien in dat nieuwbouw die net voldoet aan de eisen uit het Bouwbesluit, niet toekomstbestendig is. Het comfort laat te wensen over en het energiegebruik is onnodig hoog. De BENG-eisen die per 1 januari 2021 in werking treden zullen dit niet gaan veranderen. Gedreven door de wil voor meer comfort en/of een te hoge energierekening zullen veel woningeigenaren zodoende ‘gedwongen’ zijn hun jonge woning grondig aan te moeten passen.
Door bij de bouw van onze woningen te investeren in een kwalitatief hoogwaardige gebouwschil, gaan we woningen realiseren met een hoog comfortniveau en een zeer laag energiegebruik. Een gebouwschil dus met een dik pak isolatie, luchtdicht en koudebrugvrij. Uiteraard heeft dit ook gevolgen voor de installaties.
Het hart van iedere woning zou een balansventilatie-unit moeten zijn. Fluisterstil wordt continu aangenaam warme en gefilterde lucht de verblijfsruimtes ingebracht. Aangestuurd door CO2- en luchtvochtigheidsensoren zijn de bewoners zich niet eens bewust dat iedere hoek van alle ruimtes iedere dag van het jaar schoon en aangenaam aan voelt. Mensen ervaren hun fysische omgeving immers pas wanneer ze zich ergens aan ergeren. Stromingsgeluiden van de ventilatie, tocht, schimmel in de badkamer. Het zijn stuk voor stuk klachten die voorkomen kunnen (en moeten) worden door een goed uitgedacht en aangelegd balansventilatiesysteem.
Als de warmtevraag dankzij de kwalitatief hoogwaardige gebouwschil ver genoeg omlaag gebracht is, is luchtverwarming een reële optie. Het ventilatiesysteem houdt de woning niet alleen schoon maar ook op temperatuur. In de winter lekker warm en in de zomer lekker koel.
Elektrische naverwarmers in de luchtkanalen aangevuld met een handdoekradiator in de badkamer en een elektrische verwarming (radiator, mini-convector, IR-paneel) in de woonkamer zijn voldoende. Met een COP van 1 hebben ze niet het beste rendement, maar door het lage aantal draaiuren is dit helemaal niet zo erg.
‘En die airco dan?’ hoor ik u bijna denken. Zelfs met de warmere zomers kunnen Nederlandse woningen aangenaam koel blijven zonder airco. Hierin zijn twee factoren echter wel belangrijk: Zonwering en mediterraans wonen.
Bouwkundige maatregelen zoals overstekken en zonwering zullen in het ontwerp meegenomen moeten worden. Het buitenhouden van zonnewarmte is immers het meest effectief in het tegengaan van te hoge binnentemperaturen. Met de komst van een eis aan de temperatuuroverschrijding (TOjuli-eis) in het Bouwbesluit, zal de aandacht hiervoor gelukkig alleen maar toenemen.
En Nederlanders zullen mediterraans moeten gaan wonen. Daarbij bedoel ik uiteraard niet de olijven en de wijn, maar het gesloten houden van de woning tijdens warme zomerse dagen. In Griekenland, Spanje en Portugal weten mensen dit al eeuwenlang. Als het buiten warmer is dan binnen, dan houd je je ramen en deuren gesloten. De goede bouwkundige schil zal daardoor de zomerse warmte effectief buiten houden terwijl de balansventilatie zorgt voor nachtelijke afkoeling.
Voor ventilatie, verwarming en koeling kunnen we dus met een minimum aan installaties zeer comfortabele woningen realiseren die voorbereid zijn op de energietransitie die komen gaat.
Van de originele installaties blijft het tapwater over. De boiler komt weer terug, al zullen daar alternatieven voor komen zoals zoutaccu’s en ijsaccu’s. PV-panelen zijn uiteraard inmiddels gemeengoed. Met het vervallen van de salderingsregeling zullen daar accu’s bij gaan komen. Het leveren van energie aan het elektriciteitsnet zal immers te weinig op gaan brengen. En mensen zullen steeds meer individueel of kleinschalig collectief willen gaan regelen, waardoor buurtbatterijen, mini windmolens en zonnecollectoren een kans van slagen hebben.
De komende jaren zullen er veel verschuivingen plaatsvinden in de installatiewereld. Informeer u zelf, blijf op de hoogte en zorg daarmee dat u voorbereid bent!
Jan Geerts, Expert gezond, comfortabel en klimaatpositief wonen
Op onze nieuwsbrief abonneren
- Columnisten
- februari 21, 2020
- 0 views
Systeemintegratie noodzakelijk voor duurzame (woning)
Na de nodige vertraging zal de BENG per 1 januari 2021 eindelijk in werking treden. Conform die wet- en regelgeving moeten woningen bijna-energie-neutraal worden. Dat betekent in de praktijk: verduurzamen en (nog meer) isoleren. Nieuwbouwwoningen worden hierdoor steeds luchtdichter waarbij de benodigde energie om te verwarmen afneemt, maar de behoefte om te ventileren juist toeneemt. En dat is exact de reden waarom verwarming en ventilatie niet los van elkaar te zien zijn. Voor de toekomstige nieuwbouwwoningen betekent dit vooralsnog twee verschillende toestellen, ieder met een eigen toepassing.
Voor de bestaande bouw, specifiek de woningen tussen 1980 en 2005 (circa anderhalf miljoen woningen), is de ventilatiewarmtepomp een bijzonder goed alternatief. Bij de
ventilatiewarmtepomp zijn verwarming en ventilatie in één systeem geïntegreerd. Bij dit systeem haalt de warmtepomp direct energie uit de warme ventilatie-retourlucht die anders verloren zou gaan. Hierdoor wordt de ventilatieretourlucht nuttig gebruikt en is het mogelijk een hoger systeemrendement te realiseren. Dit zal direct bijdragen aan een betere energieprestatie van deze specifieke woningen. Zonder dat daarbij het gezondheidsaspect van gezonde binnenlucht verloren gaat. Dergelijke hybride installaties zijn een mooi voorbeeld van systeemintegratie in de bestaande bouw. Systeemintegratie gaat helpen om zowel binnen de bestaande bouw als de nieuwbouw energiebesparing te realiseren. Bovendien leidt dit tot minder individuele componenten, dit is gunstig voor de milieuprestatie van gebouwen.
Geïntegreerde systemen zorgen direct voor installatiegemak voor installateurs. Gezien de toenemende krapte van installateurs op de arbeidsmarkt is dit een noodzakelijk innovatie. Voor vakkundig ontwerp, installatie en onderhoud van (geïntegreerde) systemen zijn goed opgeleide technici nodig. Dit betekent dat fabrikanten in samenwerking met onderwijsinstellingen en andere stakeholders toegespitste opleidingen moeten ontwikkelen om dit te faciliteren.
Coen van de Sande
Directeur De Nederlandse Verwarmingsindustrie
Op onze nieuwsbrief abonneren
- Columnisten
- februari 14, 2020
- 2 views
Vrije koeling en mechanische koeling
Wellicht hoort u het steeds vaker: koeling van woonhuizen. Bij toepassing van bodemenergie vaak bijkomstig ter regeneratie van de bron, maar ook bij toepassing van bijvoorbeeld lucht/water-warmtepompen. Vaak kan er met een kleine extra investering er basiskoeling gecreëerd kan worden. Maar wat nou als er een WTW ventilatie-installatie naast deze warmtepomp hangt?
Bij vrije koeling wordt de buitentemperatuur gebruikt om het huis te koelen. Is bijvoorbeeld de buitentemperatuur lager dan de binnentemperatuur dan kan er door rechtstreeks de buitenlucht naar binnen te ventileren topkoeling gerealiseerd worden. De enige energie die gebruikt zal worden, is die van de ventilatoren. Hierdoor is het rendement van koelen vaak veel hoger dan dat van een lucht/water-warmtepomp. Dit kan vele avonden in Nederland gerealiseerd worden, waardoor ’s nachts de woning koeler gemaakt kan worden en de constructie afkoelt. De isolatie van moderne woningen zorgt er overdag juist weer voor dat deze koeling beter binnen blijft.
Maar wanneer er wel mechanische koeling is kan er een probleem optreden. De vrije koeling van een WTW kan weinig inschakelen wanneer de mechanische koeling er al constant voor gezorgd heeft dat de woning op de juiste temperatuur is. Hierdoor wordt wellicht meer energie gebruikt dan nodig bij toepassing van vrije koeling ’s nachts. Regelingen dienen hierop afgestemd te worden. Laat de koeling van een mechanische koeler bijvoorbeeld later inschakelen, zodat de WTW ook zijn aandeel houdt. In de energietransitie moet namelijk niet vergeten worden dat koeling vaak een extra is. Er zal dus extra energie worden gebruikt t.o.v. een gasketel.
Tim Visser
Installatiebedrijf Visser in Twisk
[Twee generaties installateurs, vader Dick en zoon Tim Visser, schrijven om beurten een column op persoonlijke titel]
Op onze nieuwsbrief abonneren
- Columnisten
- februari 7, 2020
- 0 views
De waarde van waarde
Wat is waarde, in de context van bedrijven en haar marketing? En hoe staat het met toegevoegde waarde? Wat is dat nu écht? Is het waardemodel van Porter uit 1985 nog steeds bruikbaar in deze tijd? En hoe zit het eigenlijk met de value stream? Deze en andere ‘waardevolle’ vragen ga ik de komende tijd beantwoorden in een columnreeks. Wat is de waarde van waarde?
Vaak wordt het begrip waarde direct gekoppeld aan geld. Aan euro’s dus. Maar klopt dit wel? Of doen we daarmee het begrip te kort en is er een bredere uitleg? De columns in InstallateursZaken knip ik op in drie blokken. Het eerste blok van drie columns gaat over de betekenis van waarde, en hoe en waar(in) je deze kunt herkennen. Daarna volgen er drie columns over hoe je waarde creëert en toevoegt. Tot slot leest u hoe u waarde in uw organisatie inbrengt en borgt.
De serie schrijf ik vanuit mijn hoedanigheid als associate partner in STEM Industrial Marketing Centre. STEM IMC heeft tot doel de marktgerichtheid van technische mensen en bedrijven te verbeteren. Dit gebeurt onder andere door het geven van trainingen, opleidingen en masterclasses. De kennis die ik deel in de columns ga ik verbinden met extra informatie op de website van deze organisatie. Denk hierbij aan invulschema’s of oefeningen die u helpen ‘waarde’ te plaatsen in uw eigen onderneming en activiteiten. De site vind u op www.stem-imc.com/InstallateursZaken aangeduid met .
Het is voor mij een experiment in het verbinden van offline (de maandelijkse column) en online (het studiemateriaal). Gaat het u helpen in het lezen, leren en doen? Ik hoor het graag van u!
Maarten van der Boon
maarten@novitek.nl
Vanuit zijn bedrijf Novitek helpt Maarten
technische bedrijven in organisatie-
strategie, innovatie en communicatie.