Zo’n 40.000 nog te bouwen huizen krijgen cv-ketel met gasaansluiting
Tot 1 juli van dit jaar konden ontwikkelaars van nieuwbouwprojecten nog een vergunning krijgen om huizen te bouwen mét gasaansluiting. Uit een analyse van onderzoeksbureau Bouwtrend blijkt nu dat zo’n 40.000 nog te bouwen huizen een cv-ketel met gasaansluiting krijgen, terwijl in het klimaatakkoord is afgesproken dat Nederland de komende decennia van het gas af moet.
Eerder onderzoek van Bouwtrend afgelopen juni toonde al aan dat nieuwe rijwoningen nog massaal werden voorzien van een gasketel voordat het verbod hierop in werking trad. Dit bleek uit de analyse van de energieprestatieberekeningen uit 2018 voor meer dan 13.000 nieuwe rijwoningen.
VEH: CV-installateurs schieten tekort met energieadviezen
Maar liefst 97,5% van de installateurs adviseert zijn klanten niet over duurzame alternatieven voor de cv-ketel. Dat is een gemiste kans, vindt Vereniging Eigen Huis. Zodra een oudere cv-ketel moet worden gerepareerd of vervangen, is in veel woningen een wereld aan energie te winnen. Vereniging Eigen Huis wil dat de kwaliteit van voorlichting en advisering door installatiebedrijven en cv-monteurs snel op orde komt.
Huiseigenaren worden van alle kanten aangespoord om hun woning te verduurzamen. Vereniging Eigen Huis wil dat cv-installateurs hun verantwoordelijkheid nemen en klanten bij het (twee)jaarlijks onderhoud of bij de vervanging van een cv-ketel adviseren over duurzame alternatieven. Dit wordt nog belangrijker zodra bekend wordt wanneer een wijk van het aardgas af gaat. Van de ruim 4,5 miljoen eigen woningen stookt nu nog 86% op gas.
Vereniging Eigen Huis deed onderzoek naar de energiebesparingsadviezen die cv-monteurs en installatiebedrijven hun klanten geven. Ruim driekwart van de 1.414 ondervraagde eigenwoningbezitters heeft vorig jaar een cv-installateur over de vloer gehad, maar in slechts 1 op de 10 keer begon de deskundige over duurzame alternatieven voor de oude cv-ketel. En als werd gesproken over energiebesparing en verduurzaming, dan was dit op initiatief van de huiseigenaar. In slechts 2,5% van de gevallen begon de cv-monteur zelf over duurzame alternatieven voor de traditionele cv-ketel.
Ruim 70% van de huiseigenaren verwacht dat de installateur adviseert over de mogelijkheden, kosten en subsidies van duurzame alternatieven voor de cv-ketel. Hoewel consumenten weten dat installateurs daar een commercieel belang bij hebben, is er veel vertrouwen in de kwaliteit van het advies. Maar liefst 80% van de huiseigenaren die wél hierover met zijn installateur heeft gesproken is daar tevreden over.
Twee derde van de Nederlanders zegt de komende drie jaar nog niet te zullen kiezen voor een alternatief voor de cv-ketel zoals een (hybride) warmtepomp. Als de huidige ketel moet worden vervangen, kiest de helft voor een zuinigere ketel. Doorslaggevend voor die keuze is de hoge prijs van een warmtepomp. Daarnaast zijn er twijfels over de gecompliceerde techniek, mogelijke lawaaioverlast en noodzakelijke aanpassingen in huis zoals meer en betere isolatie, andere radiatoren en zonnepanelen. Uit het onderzoek van de vereniging blijkt dat slechts 20% begrip heeft voor een verplicht duurzaam alternatief als hun cv-installatie in de toekomst moet worden vervangen.
“De hybride warmtepomp is geen sjoemeldiesel”
Arie en Martin Kroon namen het vorige week in de Volkskrant op tegen de hybride warmtepomp en daarbij zijn ze behoorlijk uit de bocht gevlogen. Door de warmtepomp met een sjoemeldiesel te vergelijken, slaan ze de plank volledig mis. De warmtepomp zal de komende jaren uitgroeien tot een ware versneller van de energietransitie. Eind maart presenteerde installatiekoepel UNETO-VNI samen met diverse partners een manifest dat veel heeft losgemaakt. Helaas hebben de heren Kroon en Kroon niet de moeite genomen dat manifest ook daadwerkelijk te lezen.
In het manifest pleiten we voor een hogere rendementseis voor verwarmingsinstallaties. Dat moet ertoe leiden dat we in Nederland vanaf 2021 geen traditionele, gasgestookte cv-ketels meer plaatsen. In plaats daarvan stappen we over op hybride systemen: een elektrische warmtepomp die alleen op piekmomenten nog gebruik maakt van aardgas.
Volgens de heren Kroon wordt de elektriciteit die nodig is voor de warmtepomp grotendeels opgewekt met fossiele energie. Dat is juist, maar daarbij staren ze zich blind op de situatie van vandaag en gaan ze voorbij aan de technologische ontwikkelingen. Binnen afzienbare tijd maken we kennis met nieuwe toepassingsmogelijkheden van zonne-energie, zoals integratie in daken, gevels en ramen. De elektriciteit van zonnepanelen kunnen we binnenkort opslaan, terwijl ook het landelijk elektriciteitsnetwerk duurzamer wordt dankzij nieuwe zonnevelden en windparken. Een warmtepomp zonder CO2-uitstoot is op termijn wel degelijk bereikbaar.
Net als Arie en Martin Kroon vinden wij dat we het energieverbruik moeten terugdringen door isoleren en optimaal inregelen. Maar terwijl we dat doen, moeten we óók innoveren. Om de klimaatdoelstellingen van Parijs te halen, hebben we alle opties nodig. En zeker de hybride warmtepomp, die óók goed toepasbaar is in oudere, minder goed geïsoleerde huizen.
In het manifest dat wij aan Diederik Samsom hebben overhandigd, staat niet dat wij de cv-ketel in 2021 willen verbieden. Wat we wél voorstellen is een rendementseis voor verwarmingsinstallaties. In de praktijk zal in de meeste gevallen alleen een combinatie van een cv-ketel met een duurzaam alternatief (hybride warmtepomp of zonneboiler) aan die eis kunnen voldoen. Tegelijkertijd pleiten we voor de beschikbaarheid van woning-gebonden financieringsmogelijkheden. Bovendien stellen we nadrukkelijk dat de duurzame systemen beter en compacter moeten worden en minder geluid moeten maken. Alternatieve oplossingen, zoals aansluiting op een warmtenet, sluiten wij natuurlijk niet uit.
Volgens de heren Kroon wijzen fabrikanten en installateurs duurzame koudemiddelen in de warmtepompen af. Dat is onjuist. Conform EU-afspraken uit 2013 stappen fabrikanten steeds vaker over op milieuvriendelijke alternatieven. Een andere bewering: jaarlijks lekt 6 procent koudemiddel weg. Complete onzin. Het circuit is hermetisch gesloten en volledig van metaal. Daar lekt geen druppel uit weg. Daarnaast moeten monteurs voldoen aan strenge eisen. Ze moeten beschikken over een zogenaamd F-gassencertificaat.
Als uitsmijter komen Arie en Martin Kroon aanzetten met ‘de grootste bottleneck’: het tekort aan technische vakmensen. Hadden de heren de media een béétje gevolgd, dan zouden ze weten dat wij geen gelegenheid onbenut laten om publiek en politiek op die uitdaging te wijzen. En we constateren het niet alleen, we dóen er ook iets aan. Met een grootschalig opleidingsprogramma stomen we onze technici klaar voor nieuwe technieken.
Gemopper en gebrek aan durf helpen het klimaat en de Groningers niet verder. Voor een CO2-neutrale gebouwde omgeving is een vooruitstrevend beleid nodig, veel enthousiasme én goede ideeën. Die inzet mogen we van iedereen verwachten; óók van experts zoals Arie en Martin Kroon.
Doekle Terpstra
Voorzitter UNETO-VNI
Nieuwe praktijkrichtlijn rookgasafvoersystemen voor gesloten hr-toestellen
NEN heeft een nieuw deel 46 gepubliceerd van de serie NPR 3378 Praktijkrichtlijn Gasinstallaties. Het is gericht op de rookgasafvoer voor de meest gebruikelijke gesloten cv-toestellen. Deze NPR is van belang voor installateurs, ontwerpers en inspecteurs van verbrandingstoestellen en rookgasafvoersystemen. In de nieuwe NPR wordt de keuze van materialen en constructies van enkelvoudige afvoersystemen vanaf de aansluitstomp van het toestel tot aan de uitmonding toegelicht. De inhoud van de oude NPR 3378-delen 42, 43 en 44 is nu voor type C-toestellen met ventilator opgenomen in deze richtlijn.
Met deel 46 is er vanaf nu een goede relatie verkregen met o.a. CE-gemarkeerde RGA-systemen volgens de Bouwproductenverordening. De titel van deel 46 luidt: ‘Praktijkrichtlijn gasinstallaties – Sectie afvoersystemen – Deel 46: Verbrandingsluchttoevoer en enkelvoudige rookgasafvoer voor gasgestookte condenserende type C toestellen – Keuze van constructies en materialen – Leidraad bij NEN 2757-1 en NEN 8757’.
Dit deel van de NPR geldt bij nieuwbouw en bij toestelvervanging, voor toestellen met een temperatuurklasse van ten hoogste T120.
Afvoersystemen voor overige (open) toestellen worden behandeld in een nieuw deel 47 van de NPR 3378. Omdat NPR 3378-46 en -47 deels de inhoud van de delen 42, 43 en 44 overnemen, worden deze laatste delen ingetrokken.
De gehele NPR 3378-serie, evenals de voor gasinstallaties van belang zijnde normen, maakt deel uit van de webtool ‘Werken met NPR 3378’.
[related_post themes=”text”]
Vraag om verplichte erkenningsregeling wordt breed gedragen
Uit recent onderzoek blijkt dat een ruime meerderheid van de installateurs voorstander is van een verplichte en mogelijk zelfs strengere erkenningsregeling. Uneto-VNI en andere branchepartijen sluiten zich hier bij aan. Ook het onafhankelijk nationaal kwaliteitsregister van de (duurzame) bouw- en installatietechniek, QBISnl, maakt zich inmiddels sterk voor erkende of gecertificeerde installatiebedrijven. QBISnl heeft tot taak consumenten bewust te maken van het belang van kwaliteit en vakbekwame installatiebedrijven vindbaar te maken. Het kabinet moet overigens nog een beslissing nemen over zo’n verplichte erkenningsregeling.
Vooral als het gaat over gasinstallaties moet een strengere erkenningsregeling bedrijven uitsluiten die hun zaken niet op orde hebben. Zo ontstaan volgens de Onderzoeksraad voor de Veiligheid koolmonoxide ongelukken met name door de onhandigheid van klussers en bedrijven die het niet zo nauw nemen met de voorschriften. Met name is het opvallend dat er steeds meer ongelukken gebeuren met relatief jonge cv-ketels.
[related_post themes=”text”]
Minister gaat invoering verplichte erkenningsregeling voor installateurs onderzoeken
De Onderzoeksraad voor Veiligheid publiceerde november vorig jaar haar rapport ‘Koolmonoxide, onderschat en onbegrepen gevaar’. Hierin zijn zes aanbevelingen gericht aan minister Stef Blok (Wonen) en Edith Schippers (Volksgezondheid). Blok laat nu weten verschillende varianten van keurmerken te gaan onderzoeken. Dit gaat hij doen in samenwerking met de installatiesector, consumenten en gebouweneigenaren. Schippers gaat met fabrikanten in gesprek over koolmonoxidebeveiliging in cv’s. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit zal de kwaliteit van koolmonoxidemelders nader onderzoeken.
De Onderzoeksraad constateerde in haar rapport dat de sleutel om koolmonoxideongevallen te verminderen bij de installateur en fabrikant ligt, maar dat de overheid de regie in handen moet nemen. Het kabinet heeft nu geantwoord dat de overheid met de volgende acties de regie in handen neemt:
-De minister voor W&R gaat zich inzetten om de kwaliteit van erkenningsregelingen te verbeteren -zodat de consument hier beter op kan vertrouwen- en onderzoekt de invoering van een wettelijk verplichte uniforme erkenningsregeling.
-Voor het failsafe maken van toestellen gaat de minister van VWS in dialoog met de fabrikanten om via het vrijwillige spoor CO-sensors in toestellen op te nemen. Parallel daaraan zet de minister van VWS op Europees niveau actief in op het verplicht stellen van CO-sensors in gastoestellen. Het stellen van nationale aanvullende eisen aan de toestellen zoals het dwingend voorschrijven van een CO-sensor als onderdeel van het gastoestel is niet mogelijk in verband met Europese wetgeving.
-De minister voor W&R beziet in overleg met de sector hoe de toepassing en montage van de rookgasafvoer- en luchttoevoerkanalen beter kan worden geborgd.
-Onveilige koolmonoxidemelders zijn op last van de nationale autoriteiten (in Nederland: de NVWA) uit de handel genomen en er zijn publiekswaarschuwingen uitgegaan. In vervolg op de Europese steekproef zal de NVWA in 2016 onderzoek doen naar CO-melders op de Nederlandse markt. De NVWA is voornemens bij rapportage van de onderzoeksresultaten ook de merken en typen te vermelden. Rapportage wordt eind 2016 verwacht en zal publiek worden gemaakt.
-Voor CO-melders beziet de Europese Commissie momenteel of, naast de algemene productveiligheidseisen waar CO-melders aan moeten voldoen, er op Europees niveau ook specifieke veiligheidseisen voor CO-melders moeten komen. Het kabinet zal actief inzetten op een snelle afronding hiervan.
-De minister voor W&R blijft in 2016 (bestaande) voorlichtingscampagnes op het gebied van koolmonoxide financieel ondersteunen. Daarnaast zal een bewustwordingscampagne worden gestart in overleg met belangenorganisaties en wordt al beschikbare informatie uitgebreid. Een voorbeeld hiervan is de handreiking met betrekking tot collectieve rookgasafvoeren en handelingsperspectieven voor bewoners;
-Bij de invulling van de erkenningsregeling wordt gekeken hoe het melden van ongevallen veroorzaakt door verbrandingsinstallaties en het onderzoek doen naar de achterliggende factoren, onderdeel kan worden van de erkenningsregeling.
Met deze acties verwacht het kabinet het aantal slachtoffers als gevolg van koolmonoxidevergiftiging terug te dringen. Eind 2016 zal de Tweede Kamer worden geïnformeerd over de voortgang en/of uitkomsten van genoemde acties.
[related_post themes=”text”]
10 procent Nederlanderse huizenbezitters vertrouwt cv-ketel niet
Uit onderzoek van installateurscollectief Mister Hippo blijkt dat 10 procent van de Nederlanders met een koopwoning de cv-ketel als onveilig ervaart. De resultaten laten verder zien dat twee keer zoveel vrouwen als mannen zich onveilig voelen in de woning met de huidige cv-ketel. Deze vrouwen zijn voornamelijk 30 tot en met 39 jaar oud en verdienen per maand € 2.000 – € 3.000. Het onveilige gevoel wordt volgens het onderzoek veroorzaakt door een aantal factoren: het ontbreken van kennis bij de koper waardoor deze moet vertrouwen op de installatiemonteur; nieuwsberichten over het feit dat vele cv-ketels niet goed geïnstalleerd blijken waardoor de kans op koolmonoxidevergiftiging groter is; achterstallig onderhoud van de cv-ketel omdat het niet verplicht is om jaarlijks de cv-ketel te laten onderhouden.
Uit het onderzoek blijkt ook dat meer mannen een service- of onderhoudscontract afsluiten dan vrouwen. Het verschil is 12 procent. Mannen vergelijken meer bij aankoop van een cv-ketel dan vrouwen. Mannen vergelijken ook meer op type cv-ketels. Het verschil met vrouwen is 15,8 procent. Ook vragen meer mannen meerdere offertes aan om de juiste cv-ketel te kiezen. De vrouwen gaan af op de expertise van de installateur of gebruiken de ervaringen van bekende (vrienden of familie).
Daarnaast blijkt uit het onderzoek dat voornamelijk de jonge Nederlanders met een koopwoning (18 tot en met 39 jaar) meerdere type cv-ketels met elkaar vergelijken. Het verschil is afgerond 19 procent. Daaropvolgend vragen de jonge Nederlanders meerdere offertes aan.
[related_post themes=”text”]