Zeecontainers vol illegale F-gassen onderschept in Rotterdam

De inlichtingen- en opsporingsdienst van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT-IOD) heeft deze zomer 4 zeecontainers in de Rotterdamse haven met daarin bijna 4.800 cilinders aan F-gassen in beslag genomen. De partij was afkomstig van buiten de Europese Unie en werd verscheept naar bedrijven of personen die F-gassen niet mogen importeren. Dat is dus illegaal. De 4 containers hebben een totale waarde van ongeveer 1,5 miljoen euro.

Het onderscheppen van de illegale partij vond plaats naar aanleiding van een melding vanuit het EU-bureau voor fraudebestrijding (OLAF). Hieruit bleek dat de F-gassen mogelijk naar 3 Europese landen werd verscheept waarbij de ontvangers de F-gassen niet mogen importeren. De ILT-IOD stelde daarop een onderzoek in en is de zending gaan volgen. In de Rotterdamse haven zijn de containers in beslag genomen.

Onderzoek gestart
F-gassen worden vaker buiten de EU geproduceerd en daarna ingevoerd. Het is dan niet bekend van wie de F-gassen afkomstig zijn of wie ze importeert. De opsporingsdienst tast hierdoor in het duister wat er met de F-gassen zou zijn gebeurd als ze niet waren onderschept. De ILT-IOD is nog bezig met het onderzoek en het in kaart brengen van mogelijke verdachte personen of bedrijven.

Toename illegale handel
F-gassen zijn zware broeikasgassen en hebben een sterke impact op de opwarming van de aarde. Om de schade voor het milieu zoveel mogelijk te beperken, gelden voor het gebruik van en de handel in F-gassen strenge Europese eisen. Hierdoor is een toename in de illegale handel van de meest schadelijke F-gassen ontstaan. Apparaten, zoals airco’s, industriële koelinstallaties en warmtepompen, worden meestal gekoeld met schadelijke koudemiddelen of F-gassen. Op 30 mei en 20 maart heeft de ILT ook ladingen illegale F-gassen in beslag genomen.

Meld criminaliteit
De ILT roept bedrijven en particulieren op om verdachte activiteiten met betrekking tot koudemiddelen te melden. Bedrijven in de koeltechniek wordt geadviseerd om altijd te controleren of hun leveranciers gecertificeerd zijn en voldoen aan de wettelijke eissen. Ook anoniem melding maken van zware criminaliteit of grootschalige fraude is mogelijk via het team Criminele inlichtingen (TCI) van de ILT-IOD.

Schrijf je in op onze nieuwsbrief

‘Toename airco’s biedt juist voordelen’

TNO berichtte dat 40 procent van de huishoudens in 2030 een airco zal hebben, waardoor met name het stroomverbruik in de zomer om te koelen zal toenemen. Duurzaamheidsplatform Slimster juicht de toename van het aantal airco's echter juist toe. "We zien in de praktijk dat de energiecrisis de vraag naar airco's heeft aangezwengeld, niet zozeer de toenemende warmte. Nederlanders nemen een airco om efficiënter en goedkoper te kunnen verwarmen."

Wie gedurende 40 warme dagen overdag een airco de woonkamer laat koelen en ‘s nachts de slaapkamer, verbruikt daarmee zo’n 320 kWh extra stroom, zo becijferde Slimster onlangs. Echter, wie de airco in de winter juist inzet om te verwarmen, heeft - mits het huis redelijk tot goed geïsoleerd is - de cv-ketel alleen nog nodig voor warm water. Daarmee wordt al gauw zo'n 900 kuub gas bespaard, wat - na aftrek van het stroomgebruik om te verwarmen - gelijkstaat aan bijna 7000 kWh. Oftewel: een airco die slim ingezet wordt, bespaart juist veel energie.

Energiekosten besparen
Naast het duurzame aspect, kent een airco ook een financieel voordeel. Uitgaande van een huishouden dat 1200 kuub gas per jaar verbruikt, waarvan 900 kuub opgaat aan verwarming, is met een airco 386 euro per jaar te besparen. Daar zijn de extra elektrakosten voor het koelen in de zomer al af. Het delen van de aanschafprijs van 2600 euro door deze jaarlijkse besparing leidt tot een terugverdientijd van 6,7 jaar.

Meer voordeel met zonnepanelen
Voor huishoudens met zonnepanelen is een airco nog interessanter, benadrukt Slimster. In de zomer, maar ook grote delen van het voor- en najaar, gebruikt de airco dan overdag immers zelfopgewekte stroom. Dat wordt steeds belangrijker, omdat vrijwel alle energiebedrijven ondertussen terugleverkosten in rekening brengen. Vanaf 2027 wil het nieuwe kabinet bovendien de salderingsregeling afschaffen, waardoor je voor teruggeleverde stroom een lagere vergoeding krijgt. Hoe meer stroom je direct van je zonnepanelen gebruikt, hoe kleiner de impact van deze maatregelen.

Revelant nieuws

Fout: view f2f6bebbz6 bestaat mogelijk niet

Schrijf je in op onze nieuwsbrief

“Er is flexibiliteit nodig bij de keuze van koudemiddelen”

De herziene F-gassenverordening (EU) 2024/573, die in maart 2024 in heel Europa van kracht werd, is gericht op het verder terugdringen van het verbruik van HFK's in Europa. Op de internationale vakbeurs voor verwarming, ventilatie, airconditioning en koeling Chillventa 2024 deelde Daikin Europe, fabrikant van HVAC-R-apparatuur, haar visie op de implementatie van de uitfasering van HFK's.

De herziene F-gassenverordening van 2024 versnelt de vermindering van het verbruik van nieuw geproduceerde HFK's door middel van het strengere afbouwplan, uitgedrukt in CO2-equivalenten (Het CO2-equivalent is het totale kg in de EU geïmporteerde of geproduceerde HFK’s vermenigvuldigd met de Global Warming Potential ofwel GWP). Het doel is om over te stappen op koudemiddelen met een lager GWP, de koudemiddelvulling te verminderen en het hergebruik van gerecyclede of teruggewonnen koudemiddelen te vergroten.

Limieten
Daarnaast zijn er GWP-limieten ingevoerd voor koudemiddelen die worden gebruikt in HVAC-R-producten. Systemen die een koudemiddel gebruiken met een GWP-waarde gelijk aan of hoger dan de gedefinieerde grenswaarde mogen vanaf een bepaalde einddatum, die varieert afhankelijk van het type systeem, niet meer op de markt worden gebracht. Producten die al voor de einddatum op de EU-markt zijn gebracht, mogen nog gedurende hun hele levensduur worden verkocht, geïnstalleerd, gebruikt en onderhouden. Deze aanpak is gericht op de geleidelijke introductie van nieuwe koudemiddelen.

Evenwichtige keuze
In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, betekent de nieuwe F-gassenverordening geen onmiddellijk verbod op gefluoreerde koudemiddelen. In toepassingen in gebouwen voldoen bepaalde gefluoreerde koudemiddelen nog steeds aan een groot aantal veiligheids- en prestatievereisten. Bernard Dehertogh, Deputy General Manager DX bij Daikin Europe N.V., benadrukt: “Om de broodnodige decarbonisatie in de bouwsector te stimuleren, hebben we flexibiliteit nodig bij de keuze van koudemiddelen. Er is geen universele oplossing, omdat verschillende toepassingen verschillende uitdagingen met zich meebrengen.”
De strategie van Daikin is om voor elke toepassing het juiste koudemiddel te selecteren, waarbij vier belangrijke factoren tegen elkaar worden afgewogen: veiligheid, energierendement, milieu-impact en kosten over de hele levenscyclus van een product.

Mogelijke koudemiddelalternatieven per toepassing zijn:

1) Koudemiddelalternatieven voor lucht/water warmtepompen voor residentiële gebouwen
Voor residentiële lucht/water-systemen schakelde Daikin in 2017 over op systemen met een lagere GWP, waarbij R-410A werd vervangen door R-32. De GWP van het koudemiddel daalde hierdoor aanzienlijk tot 675. Inmiddels is R-32 de marktstandaard, en hoewel R-32 in lucht/water warmtepompen nog steeds de meest rendabele oplossing is, zal er vanaf 2027 een verschuiving nodig zijn naar alternatieven met een GWP lager dan 150 (voor lucht/water monobloc-systemen en lucht/water split systemen .
Een eerste alternatief voor R-32 is R-290, bekend als propaan, een A3 licht ontvlambaar koudemiddel met een ultralaag GWP van 0,02. Vanwege de hoge ontvlambaarheid heeft propaan echter beperkingen in de behandeling, toepassing en installatielocatie. Meestal moet een minimale afstand tot ramen en deuren, trottoirs of naburige percelen worden aangehouden. Voor deze toepassingen lanceert Daikin een Hydrosplit warmtepomp, waarbij ze met haar gecertificeerde 'Stand By Me'-programma ervoor zorgt dat alleen getrainde installateurs met deze apparatuur omgaan.
Het is echter duidelijk dat het bij veel toepassingen, zoals flatgebouwen of rijtjeshuizen met beperkte buitenruimte, niet altijd mogelijk is om de minimale afstand aan te houden en dat alternatieven dan noodzakelijk zijn. Daarom blijft Daikin onderzoek doen naar de toepassing van energiezuinige alternatieve koudemiddelen, zoals R-454C, een A2L licht ontvlambaar koudemiddel met een GWP van 145,5, wat onder de grens van 150 GWP ligt.

2) Koudemiddelalternatieven voor residentiële en kleine commerciële lucht/lucht warmtepompen
Met haar Split- en Multi-splitsystemen biedt Daikin rendabele lucht/lucht warmtepompen om bijvoorbeeld elektrische verwarming, cv-ketels op stookolie enz. te vervangen of om regio's te bedienen waar koeling vereist is. Omdat deze systemen meestal op balkons worden geïnstalleerd en het koudemiddelcircuit het gebouw in gaat, hebben ze bij het gebruik van propaan nog meer installatieproblemen dan bij autonome lucht/water systemen.
Om deze hindernissen te overwinnen, zullen koudemiddelen zoals R-454C (GWP 145,5) en CO2 (R744, GWP 1) steeds belangrijker worden voor grote residentiële en kleine kantoor- en winkeltoepassingen. Op de korte termijn verwacht Daikin echter dat R-32, dankzij zijn kostenbesparende eigenschappen, de dominante oplossing zal blijven.

3) Koudemiddelalternatieven na 2032 voor grote commerciële lucht/lucht warmtepompen
Voor grote commerciële toepassingen, zoals de VRV-systemen van Daikin, voorziet de wetgeving in een langere overgangsperiode. In dit segment was Daikin ook de drijvende kracht achter de overgang van R-410A, de huidige marktstandaard, naar R-32. Steeds meer HVAC-fabrikanten brengen een R-32-serie op de markt, die klanten een oplossing biedt voor nieuwe installaties tot minstens 2033.
Maar ook hier moeten we vooruit gaan denken. Met de afbouw en quotabeperkingen in het verschiet moeten er oplossingen met een lager GWP worden ontwikkeld. CO2 is de logische volgende stap voor VRV-systemen omdat het een ultralaag GWP, niet-ontvlambaar type A1 koudemiddel is. Om een soepele overgang in het volgende decennium te garanderen, moeten fabrikanten aandacht besteden aan energiebesparing en betaalbaarheid. Tegelijkertijd moeten de nodige trainingen worden gegeven om de markt voor te bereiden op dit koudemiddel onder hogere druk.

Toekomstig koudemiddelportfolio
De weg die voor ons ligt zal er een zijn van vele kleine stapjes, waarbij we de verschillende eigenschappen van koudemiddelen moeten afwegen tegen de tijdlijn van het afbouwschema. R-32 (GWP 675 - A2L) blijft de komende jaren het evenwichtige koudemiddel voor veel toepassingen, waardoor warmtepompen op een voordelige manier verder kunnen worden toegepast. R-290 propaan (GWP 0,02 - A3) biedt een energiezuinige, ultralage GWP-oplossing voor specifieke toepassingen waar veiligheidsvoorschriften en installatieruimte het toelaten. In vergelijking met R-32 zijn de kosten hoger door de strengere veiligheidsvoorschriften en de eigenschappen van het koudemiddel, waardoor de units groter zijn. R-454C (GWP 145,5 - A2L) is een sterk alternatief met een lager GWP dan R-32 en bruikbaar in verschillende toepassingen waar propaan geen optie is. Dit koudemiddel kan betaalbare, efficiënte en veilige warmtepompen naar een bredere markt brengen. Tot slot biedt R-744 CO2 (GWP 1 - A1) een koudemiddel met een ultralaag GWP dat al in veel koelinstallaties wordt gebruikt, een veelbelovende langetermijnoptie voor middelgrote en grote commerciële systemen.

Klaar voor de toekomst
“Daikin zet haar onderzoeks- en ontwikkelingswerk naar alternatieve koudemiddelen voort om de inzet van warmtepompen in alle systemen en toepassingen te versnellen. We moedigen de hele sector aan om deze weg te volgen. In de toekomst zijn er misschien zelfs oplossingen die nog niet in de publieke belangstelling staan,” zegt Bernard Dehertogh. “Als fabrikant nemen we onze verantwoordelijkheid en zorgen we voor de opleiding en training die nodig zijn om deze nieuwe technologieën toe te passen.”
“Tegelijkertijd moeten we niet vergeten dat de huidige warmtepompoplossingen, zoals die op basis van R-32, de CO2-uitstoot al aanzienlijk hebben verminderd in vergelijking met verwarming met fossiele brandstoffen. Daarom moeten we deze oplossingen blijven gebruiken voor de omschakeling naar schone verwarming op basis van hernieuwbare energie op de korte termijn”, voegt Dehertogh toe.
Alle apparaten die op de markt worden gebracht voor hun respectieve einddatum, zoals gespecificeerd in de herziene F-gassenverordening, mogen gedurende hun gehele levenscyclus worden verkocht, gebruikt, onderhouden en gerepareerd.

Schrijf je in op onze nieuwsbrief

Fout: view 5fb4eaf7vp bestaat mogelijk niet

  • Branche
  • februari 17, 2023
  • 2 views
Uitdaging: energieneutrale ijsbanen

Kunstijsbanen en energieprijzen, daar is veel over te doen. Hoe zorg je ervoor dat ijsbanen snel verduurzamen, dat ze klimaatneutraal en energiezuinig worden? De KNSB breekt zich daar het hoofd over. Daikin, hoofdsponsor en specialist in koelen en verwarmen, denkt mee. “In 2040 moeten alle ijsbanen energieneutraal kunnen zijn.”

Op de vraag of het mogelijk is om in 2040 alle ijsbanen in Nederland energieneutraal te maken, antwoorden de Daikin-experts Alphons Stevens en Bauke Hulsebosch volmondig: Ja. “Zeker als er een dak op die ijsbaan zit”, zegt Hulsebosch. Stevens: “Voor bestaande bouw zal het wel lastig zijn, maar voor nieuwbouw moet dit kunnen. Zeker!” Ze geven wel eerlijk toe dat er op weg naar dat ideale plaatje ‘nog wat uitdagingen’ te overwinnen zijn.

Taskforce
Maar daaraan wordt al hard gewerkt. Eind 2021 richtte de KNSB, samen met onder meer NOC*NSF en de Vereniging Kunstijsbanen Nederland, de Taskforce Verduurzaming IJsbanen op. Dat was voordat Poetin Oekraïne binnenviel. Als gevolg van die oorlog stegen de energieprijzen, wat ook de 22 kunstijsbanen in ons land raakt. Een versnelde verduurzaming van deze accommodaties, onmisbaar voor de schaatssport, blijkt ineens hard nodig. Het actieplan van de taskforce kwam geen dag te vroeg…

Hart voor het schaatsen
Bij Daikin volgen ze dit verhaal op de voet. Het van oorsprong Japanse bedrijf, actief op het gebied van airconditioningsystemen, is sinds 2018 hoofdsponsor van de KNSB. “Wij hebben hart voor het schaatsen en de kennis in huis om echt mee te helpen aan het verduurzamen van ijsbanen”, zegt Edwin Hoogerwerf, Managing Director van Daikin Nederland. “We denken graag mee, om ervoor te zorgen dat de schaatssport in Nederland kan blijven bestaan.”

Ervaring
Met name bij de Italiaanse tak van Daikin bestaat al ruime ervaring met ijsbanen. Dochterbedrijf Zanotti was betrokken bij de bouw van meer dan 25 ijs(hockey)stadions. Het leverde onder meer de koelinstallaties voor ijshockey- en curlinghal bij de Winterspelen van Turijn in 2006. Later volgden grote stadions in onder meer Astana (Kazachstan), Minsk (Wit-Rusland) en Moskou (Rusland). Daikin levert ook de vriesinstallaties voor mobiele ijsbanen, bijvoorbeeld van Disney on Ice. Het bedrijf is geen aannemer die stadions bouwt, maar zorgt binnen die gebouwen wel voor de installaties die het ijs maken en de lucht behandelen.

Totaaloplossing
“We praten het liefst over het hele complex”, zegt Bauke Hulsebosch, Manager Consulting Sales bij Daikin. “Het gaat om koelen, verwarmen, ventileren en wat ook belangrijk is: monitoren en regelen. De totaaloplossing moet energetisch zijn: wat voor energie gebruik je en wat doe je ermee? En het moet passen bij de situatie. Daar zit per ijsbaan wel verschil in.” Dat laatste is helemaal waar: alle 22 ijsbanen in Nederland hebben een compleet andere (energie)huishouding. De ene is al best ver met het verduurzamen van zijn installaties, bij de andere staat dit proces nog in de kinderschoenen.

Betrokken
Daikin maakt geen deel uit van de Taskforce, maar is wel betrokken bij diverse werkgroepen. Het bedrijf geeft cursussen aan ijsmeesters en adviseert sommige ijsbanen om het proces van verduurzaming in gang te zetten. “We raken steeds meer bij de ijsbanen betrokken, en dan vooral op de vraag hoe verduurzaamd kan worden”, vertelt Alphons Stevens, Manager SBU Applied bij Daikin (SBU staat voor strategische business unit). “Een grote aannemer kijkt bouwkundig mee, wij doen de energetische kant.”

Simpel verhaal
De energiehuishouding van een ijsbaan is ingewikkeld en voer voor specialisten. Maar als je het terugbrengt tot de kern is het best een simpel verhaal, vertelt Hulsebosch. “Je maakt ijs, dat is bevroren water, en voor die vriesinstallatie heb je energie nodig: gas of elektra. Om het ijspakket in stand te houden, moet je blijven vriezen. Om sporters en publiek een beetje aangenaam in de hal te laten vertoeven, moet je de lucht binnen verwarmen. Als je een slim systeem hebt, benut je daarvoor… de warmte die vrijkomt bij het ijs maken.”

Benutten van restwarmte
Hulsebosch: “Denk maar aan je koelkast thuis: die is van binnen koud en aan de achterkant warm. Energie gaat nooit verloren. Bij het maken van ijs, ofwel het koelen van water, komt warmte vrij. Daar kun je wat mee.” Dit is natuurlijk geen nieuwe ontdekking. Zo zijn er voorbeelden van ijsbanen die al gekoppeld zijn aan zwembaden. Met de warmte die vrijkomt bij het ijsmaken wordt het zwemwater op een aangename temperatuur gebracht. Toch zijn zulke combinaties meer uitzondering dan regel. Het benutten van de restwarmte kan nog veel verder worden doorgevoerd.

Nul CO2-uitstoot
In Alkmaar zetten ze al grote stappen bij sportcomplex De Meent. Daar wordt groene energie opgewekt, onder meer via een grote massa zonnepanelen, waarop de koelmachines draaien. De ijsbaan levert zijn restwarmte aan de aangrenzende  sporthal, wielerbaan en andere gebouwen. Op termijn zorgt dit complex voor nul CO2-uitstoot en levert het dus zelf opgewekte energie aan zijn directe omgeving. Hulsebosch: “Dit is een voorbeeld van zo’n moderne ijsbaan die straks geen energieslurper meer is, maar juist onderdeel van een energieneutraal gebouw, ENG in vakjargon, die zelfs restwarmte aan de omgeving levert.”

Energieneutraal
“Een ijsbaan ENG maken, ofwel energieneutraal krijgen, dat is heel goed mogelijk”, zegt Stevens. “Als je een goede schil neerzet, een slim gebouw, dan kun je het daarbinnen met de koelmachines en luchtbehandelingskasten heel goed energieneutraal maken. Als we nu naar de tekentafel gaan, zou dat bij wijze van spreken volgende week al kunnen.”

Combinatie
Hulsebosch: “Maar dan moet alles er omheen ook kloppen. De apparatuur is er nu al geschikt voor en die ontwikkelt zich nog verder door. Maar stand alone een ijsbaan neerzetten moet je niet meer doen. Je zult altijd een combinatie moeten maken: liefst bouw je een ijsbaan in combinatie met een zwembad, met daarbij ook woningen en/of kantoren. Plaats daar zonnepanelen en een windmolen bij en maak een gesloten circuit, waarin je de restwarmte van de ijsbaan benut voor die woningen/kantoren. Die maken ook dat het totale complex geld oplevert. Dit verhaal klinkt eenvoudig en dat is het eigenlijk ook. Wij zijn klaar voor de toekomst.”

Water door de Maas
De mannen van Daikin beseffen dat er nog wel wat water door de Maas zal stromen, voordat deze ideale ijsbaanwereld is gerealiseerd. Het bouwen ervan, of het omtoveren van bestaande banen tot zulke multifunctionele gebouwen, dat kost (vele) jaren en is afhankelijk van politiek draagvlak en particulier initiatief. In de tussentijd is het, zeker nu de energiemarkt ongewis blijft, noodzaak om in de dagelijkse bedrijfsvoering al besparingen te realiseren. Hulsebosch: “De overheid adviseert om thuis de thermostaat van de cv een graadje lager te zetten. Ook bij ijsbanen kun je kijken hoe je je energiegebruik kunt terugdringen.”

Deken over het ijs
Een ijsbaan die restwarmte van de koelmachine nog gewoon ‘affakkelt’, ofwel de buitenlucht in blaast, is eigenlijk niet meer van deze tijd. Moeten banen nog wel open zijn van begin oktober tot eind maart? Kan het ijs toe met iets minder harde koeling? Zijn er ook technische aanpassingen die energiegebruik kunnen besparen? Stevens: “We bekijken nu samen met een aannemer ook de mogelijkheid om ’s nachts, als er niet geschaatst wordt, een soort deken over het ijs te leggen. Daarmee voorkom je dat kou weglekt naar de lucht in de hal. Je hebt minder energie nodig om je ijspakket dik genoeg te houden en het kost je ook minder energie om de hal te verwarmen.”

Coole ijsbanen
Zo zijn er nog tal van besparingen te bedenken, waarmee niet alleen Daikin bezig is, maar waaraan ook vanuit de Taskforce Verduurzaming IJsbanen hard wordt gewerkt. Op het hoofdkantoor van de KNSB-hoofdsponsor in Capelle aan den IJssel blijven ze nauw betrokken bij die ontwikkelingen.
Hulsebosch: “Wij praten niet alleen over die koelmachine, warmtepomp of luchtbehandelingskast, maar over totaaloplossingen. Wij praten over geconditioneerde lucht: koelen, verwarmen en ventileren. In feite verkopen we lucht: geen gebakken lucht, maar aangename lucht. En dus ook ijs. We zorgen voor frisse scholen, gezonde kantoren en ook coole ijsbanen.”
Managing director Edwin Hoogerwerf: “Maar als er op korte termijn niks gebeurt, weten we zeker dat er ijsbanen afvallen. Dat moeten we met zijn allen zien te voorkomen, daarom is dit proces van verduurzaming zo belangrijk. Het liefst realiseer je er zelfs nog een paar ijsbanen bij.”

  • Branche
  • september 5, 2022
  • 3 views
Duurzaam warmte- en koudesysteem voor nieuwbouw

De gemeente Amsterdam en Eneco hebben een overeenkomst gesloten voor de aanleg van een van de grootste duurzame warmte- en koudeprojecten voor nieuwbouwwoningen in Nederland. Het systeem wordt gebouwd op het Amsterdamse Strandeiland. Bij de ontwikkeling van het nieuwste eiland van IJburg wordt een energieneutrale woonomgeving gemaakt, waarin dit duurzame warmte- en koudesysteem een belangrijk element vormt.

De woningen en voorzieningen die op Strandeiland komen, worden aangesloten op een lokale warmte- en koeling-voorziening. Eneco gaat hiervoor de warmte onttrekken uit het oppervlaktewater van het IJmeer, waarna het wordt opgewaardeerd naar warmte geschikt voor het warmtenet of opgeslagen in bodembronnen. Hiermee kunnen de toekomstige bewoners en gebruikers rekenen op een duurzaam systeem voor een comfortabele temperatuurbeheersing van het pand.

Criteria
Onder andere duurzaamheid en klanttevredenheid, voor zowel projectontwikkelaars als toekomstige bewoners, zijn belangrijke criteria in de ontwikkeling van het warmtenet. Eneco voldoet aan deze criteria, wat resulteert in een overeenkomst om 30 jaar lang warmte en koeling te leveren aan de bewoners en commerciële en maatschappelijke voorzieningen. In 2023 starten de eerste werkzaamheden, zodat in 2025 de eerste bewoners van Strandeiland direct gebruik kunnen maken van het nieuwe warmte- en koudesysteem.

Investeren in een duurzame stad
De aanleg van het warmte- en koudesysteem op Strandeiland draagt in belangrijke mate bij aan de ambitie van Amsterdam om in 2040 aardgasvrij te zijn als stad. In Amsterdam zijn meerdere vergelijkbare warmtevoorzieningen al in gebruik, bijvoorbeeld op het naastgelegen Centrumeiland en rond de kantoren van de Zuidas. De WKO voorziening op Strandeiland is straks het grootste duurzame warmtesysteem van Nederland voor 8.000 huizen, waarvan circa 40% sociale huur is, en 120.000 m2 aan voorzieningen zoals scholen, winkels en horeca.

Duurzame stadswijk
Door de ligging aan de IJburgbaai, het lange stadsstrand en de relatie met het water, wordt Strandeiland een ontspannen woonomgeving, uniek in Amsterdam. Duurzaamheid is hier enorm belangrijk. De woningen worden met duurzame materialen gebouwd op een natuur inclusieve wijze, dat wil zeggen met bijvoorbeeld ingebouwde vogelnestkastjes en groene daken. Zonnepanelen op de woningen wekken evenveel energie op als de bewoners nodig hebben. De ambitie is om Strandeiland zelfs energieleverend te maken; het levert meer energie op dan het verbruikt.

Fout: view 6c6bc4aite bestaat mogelijk niet

Interesse voor airco’s haalt nog niet niveau van afgelopen jaren

De laatste jaren volgt de interesse in airco’s duidelijk het weer. Het moet eerst écht warm worden alvorens Nederlanders willen investeren in verkoeling. Voorgaande jaren gebeurde dat al in juni, terwijl 2020 in augustus nog een tweede piek kende. Dit jaar lijkt de animo echter pas eind juli toe te nemen, nu we enkele hete dagen achter de rug hebben. Desalniettemin ligt de mate van interesse aanzienlijk lager dan de topmaanden van 2020 en 2021.

Dit alles blijkt uit cijfers van vergelijkingswebsite Slimster en Google Trends zien. Marco Schuurman, eigenaar van Slimster, merkt dat de Nederlandse consument momenteel huiveriger is voor dergelijke grote uitgaven. “Bij de aanschaf van een airco praat je over meerdere duizenden euro’s. Daarbij komt nog dat zo’n airco veel stroom verbruikt, wat momenteel ook bepaald niet goedkoop is. Mensen houden in deze onzekere tijden liever de hand op de knip”, aldus Schuurman. Het beeld dat hij schetst wordt bevestigd door het CBS, dat vorige week berichtte dat het consumentenvertrouwen momenteel op een dieptepunt zit.

Juni kouder, juli warmer
Wie overigens het idee heeft dat het dit jaar gewoonweg niet zo warm is als voorgaande jaren, lijkt het mis te hebben. De maand juni was weliswaar een halve graad minder warm dan juni 2020 en een graad minder dan dezelfde maand vorig jaar, maar juli is daarentegen weer iets warmer. Deze relatief kleine verschillen kunnen de achterblijvende belangstelling voor airco’s dus niet verklaren. De verwachting van Weerplaza is overigens dat augustus uitkomt op een gemiddelde temperatuur van 18,2 graden. Dat is iets minder dan het juli-gemiddelde tot nu toe, waardoor de kans op een explosieve toename in vraag naar airco’s niet in de lijn der verwachting ligt.

Warmtepompen juist aanhoudend populair
Opvallend is volgens Schuurman dat de belangstelling voor met name hybride warmtepompen en isolatie de laatste maanden juist onverminderd groot blijft. Ook dat zijn ingrepen waar de nodige kosten mee gemoeid zijn. “Maar die verdienen zich juist weer terug”, legt Schuurman uit. “Door nu beter te isoleren, heb je komende winter minder energiekosten. Hetzelfde geldt voor de warmtepomp."

Fout: view 2eea72ccmd bestaat mogelijk niet

Daikin breidt circulaire koudemiddel strategie uit

Daikin Applied Europe heeft onlangs zijn L∞P programma uitgebreid en gaat gecertificeerd, gerecycled R-134a-koudemiddel gebruiken voor koudwatermachines/warmtepompen. De doelen van het programma zijn: het creëren van een circulaire koudemiddeleneconomie, het bijdragen aan een naleving van het milieubeleid van Daikin Industries voor 2050 en het voorkomen van de jaarlijkse productie van nieuw koudemiddel, waaronder zowel R-134a als R-410A (totaal 400.000 kg per jaar). Met de uitbreiding bespaart de fabrikant 60% meer koudemiddel ten opzichte van 2021.

Alles begint met het terugwinnen van het R-134a-koudemiddel uit de HVAC systemen in gebouwen door Daikin installatiepartners. Het koudemiddel wordt teruggewonnen en daarna gerecycled, waardoor het zijn oorspronkelijke kenmerken en kwaliteit terugkrijgt.

Circulair
Gerecycled koudemiddel is koudemiddelgas dat wordt teruggewonnen en opnieuw wordt verwerkt, op zo’n manier dat het dezelfde prestaties en kwaliteit als het originele koudemiddel kan leveren. Dit aspect wordt gewaarborgd door de Daikin-leveranciersprocedures en door het testen van de levering. De levering moet voldoen aan de AHRI700-vereisten (zuiverheid > 99,5%) en vervolgens wordt die bevonden als ‘even goed als het originele koudemiddel’. Het teruggewonnen R-134a-koudemiddel kan het onbeperkt worden teruggewonnen en hergebruikt.

Fout: view 1f0cfd69ge bestaat mogelijk niet

Te warm in huis; wat doen we eraan?

We vinden het heerlijk die lange warme zomeravonden. Maar warmte in huis willen we liever niet. Die blijft lang hangen in huis, waardoor het lastig is om het nog koel te krijgen. De warmst gemeten temperatuur in huis in de zomer is gemiddeld 29,1 graden. Vanaf 25 graden is het niet meer draaglijk vindt 77% van de bewoners. Maar wat doen ze eraan?

Dit blijkt uit onderzoek van Jaga Climate Designers. Het bedrijf vroeg ruim 500 woningeigenaren hoe ze de temperatuur in huis ervaren in de zomer. De woningeigenaren vonden het bijna allemaal te warm in huis afgelopen zomer, maar hoe zijn we die hitte tegengegaan? We bedenken allerlei oplossingen om de warmte zoveel mogelijk buiten te houden. Iets meer dan de helft doet de gordijnen dicht, 51% zet een ventilator neer en 40% doet de ramen open. Er zijn ook behoorlijk wat mensen die een airco hebben aangeschaft (16%).

Oververhitting in woningen
Eén derde van de woningeigenaren kent echter de term ‘oververhitting’ niet, die de laatste tijd veel wordt gebruikt. Bij vragen hiernaar liepen de antwoorden uiteen van ‘de oververhitting op de woningmarkt’, ‘te warm in huis’ tot ‘dat de woning slecht geïsoleerd is’. We verstaan onder oververhitting dat het in huis lange tijd te warm is en het lastig koel te krijgen is, waardoor je minder goed gaat functioneren. Voor veel mensen is 24 graden de comfortgrens. Als het warmer is, kan dat gezondheidsrisico’s vormen.

Behoefte aan koeling
Van de ondervraagden geeft meer dan de helft aan dat ze het fijn vindt als ze de woning actief kan koelen. De toenemende behoefte aan koeling komt onder andere doordat huizen beter geïsoleerd zijn. In de winter gaat er geen warmte verloren, maar in de zomer komt er geen frisse lucht binnen. Als een woning eenmaal warm is, is het lastig de temperatuur omlaag te brengen. Bovendien zijn we de luxe van koelen in de auto of in een hotel gewend en willen dit comfort ook in huis.

Milieuvriendelijke warmtepompen
We kiezen tegenwoordig steeds vaker voor een milieuvriendelijke warmtepomp om onze woningen te verwarmen. Een bijkomend voordeel van een warmtepomp is dat deze kan koelen.

 

 

Fout: view ef9beedt93 bestaat mogelijk niet

Luchtgebonden warmtepompen

Enkele jaren geleden geloofde een groep warmtepompadepten nog heilig dat grondgebonden systemen de toekomst hadden. Die tijd lijkt nu voorbij te zijn. Ja, ze zijn belangrijk, maar het zijn vooral de luchtgebonden systemen die in een rap tempo innoveren en de markt veroveren. IZ sprak erover met twee specialisten.

Martin Wendels is sinds 2010 directeur van WOLF Energiesystemen. Ze verkopen zowel lucht- als bodemgebonden warmtepompen. Jan Bosch werkt sinds 2007 als Manager Marketing Communications bij Nefit Bosch. Ook deze fabrikant zet lucht- en bodemgebonden systemen in de markt.

ISH
Ze hebben beiden net de digitale ISH achter de rug. De beurs bij uitstek om alle trends op het gebied van warmtepompen te achterhalen. “Het was wel wennen, die digitale formule”, vertelt Wendels. “Ik ben er niet bijzonder enthousiast over. Zowel het aantal exposanten (373) als bezoekers (69.000) viel erg tegen. Bovendien draait de ISH om de ervaring, bezoekers willen noviteiten zien en aanraken en dat kon niet. Tot slot, alle respect voor de inspanningen van de beursorganisator, maar de interface was wel voor verbetering vatbaar qua gebruiksvriendelijkheid.”

Gemis
Ook Jan Bosch heeft gemengde gevoelens overgehouden aan de digitale beurs. “Het was ‘by far’ niet te vergelijken met een normale ISH. Een digitale beurs in deze opzet voegt weinig toe. Het onderscheidende karakter van een vakbeurs zit ‘m juist in de fysieke ervaring, zowel voor de bezoekers als exposanten. Samenvattend zou ik zeggen: ‘een leuke poging er iets van te maken’, maar ik denk dat iedereen uitkijkt naar een normale editie in 2023.” Wat Bosch en Wendels ook misten ‘was het traditionele rondje over de beurs’. Even kijken bij de concurrent welke noviteiten hij lanceert, waar hij de accenten legt en in de toekomst naartoe wil. Toch is ook zonder beurs wel in grote lijnen te schetsen welke trends de warmtepompwereld domineren en welke kant we opgaan.

Bodemgebonden systemen
“Bij de bodemgebonden systemen vindt weinig innovatie plaats”, vertelt Bosch. “Het zijn vooral de luchtgebonden systemen die in een rap tempo doorontwikkelen.” Wendels komt min of meer tot dezelfde conclusie. “De markt groeit gestaag door. Ik merk echter dat luchtgebonden systemen sneller marktaandeel veroveren. Dat gaat ten koste van de bodemgebonden varianten.”

Rendement
Dat heeft onder andere te maken met de dimensionering, het ruimtebeslag en de kosten van bodemgebonden systemen. In alle gevallen ben je ongunstiger uit dan met een luchtgebonden variant. Bovendien kruipen die qua rendement zo zoetjes aan ook meer in de richting van bodemgebonden systemen.

Koudemiddelen
Een heet hangijzer zijn de koudemiddelen. De regelgeving stuurt steeds meer aan op het gebruik van koudemiddelen met een lagere GWP, om het milieu te beschermen. Tegelijkertijd proberen fabrikanten, uiteraard, het rendement omhoog te krijgen. Dat leidt tot een verwoede zoektocht naar nieuwe alternatieven voor bestaande populaire koudemiddelen als R410A. “Natuurlijke koudemiddelen zijn duidelijk in opkomst”, vertelt Wendels. “Zeker bij luchtgebonden varianten, waarvoor ik denk dat R290 hét koudemiddel van de toekomst is.” Knelpunt blijft natuurlijk de beschikbaarheid van monteurs met een F-gassen certificaat. Hoewel opleiders en fabrikanten aangeven dat er veel animo is voor trainingen, blijkt menig installateur nog niet over de juiste papieren te beschikken. Dat verklaart ook de groeiende populariteit van monoblock-systemen, die zonder F-gassen handelingen worden geïnstalleerd.

Totale oplossing
Bosch signaleert dezelfde ontwikkelingen. Naast propaan (R290), ziet hij ook R32 en R454C aan populariteit winnen. Daarnaast lijkt de luchtgebonden warmtepomp steeds meer als een onderdeel van een totale systeemoplossing te worden beschouwd. “Dat heeft ook te maken met de pandemie. Er is meer aandacht voor het binnenklimaat, dus ook voor de samenhang tussen bijvoorbeeld lucht-lucht warmtepompen, ventilatie en airconditioning.”

Digitalisering
Overigens heeft diezelfde pandemie ook een gigantische push gegeven aan de digitalisering van de installatiebranche. Denk bijvoorbeeld in de aanpalende sanitairsector aan bewegingssensors en aanrakingsvrije kranen. Wat betreft warmtepompen neemt de behoefte aan software en tools voor online monitoring, bediening en integratie met GB-systemen toe, vertelt Bosch. Energiemanagement gaat een cruciale rol spelen in de toekomst. Naar verwachting komen er meer decentrale opslagslagsystemen – lees accu’s – die geïntegreerd worden in Smart Grids. Vroeg of laat worden warmtepompen zelfsturend, waardoor ze in staat zijn zelfstandig beslissingen te nemen over het tijdstip én de draaiuren die ze maken. Bijvoorbeeld op momenten dat er een overcapaciteit is aan groene energie op de markt. Op die manier bespaart de eindgebruiker op zijn energierekening.

Geluidsnorm
Er verschijnen regelmatig horrorverhalen in de media over de geluidsproductie van warmtepompen. Vandaar dat de Rijksoverheid heeft ingegrepen. “Per 1 april worden nieuwe geluidseisen gesteld aan (nieuw te plaatsen) buiten opgestelde installaties voor warmte- of koude opwekking. Het gaat hierbij om warmtepompen en airco’s die worden toegepast bij woningen en woongebouwen. Deze installaties mogen niet meer dan 40 dB geluid veroorzaken bij de buren. Met deze landelijke geluidsnorm worden buren beter beschermd tegen geluid van warmtepompen en wordt de ontwikkeling van stillere warmtepompen bevorderd”, aldus de Rijksoverheid.

Haalbaarheid
Deze nieuwe eisen vormen geen belemmering voor de verdere doorgroei van luchtgebonden systemen, geven zowel Wendels als Bosch aan. “Door een ander type ventilator te gebruiken met roterende waaiers en een vast schoepenwiel kunnen wij bijvoorbeeld prima voldoen aan de eisen”, legt Wendels uit.

Design
En daarmee komen we op het gebied van design. Niet alleen vanbinnen verandert er het een en ander, maar ook de buitenkant van warmtepompen oogt tegenwoordig frisser, meer bij de tijds, ja soms zelfs flitsend. “Het oog wil ook wat”, zegt Bosch. “Nu warmtepompunits meer deel gaan uitmaken van het straatbeeld en het interieur, wordt het belangrijk om ook naar de esthetische kant te kijken.” Bij WOLF zijn ze vanwege die reden de samenwerking aangegaan met een designer die zich normaliter bezighoudt met jachten. Wendels: “aansprekend design bevordert de acceptatie”.

Voice-control
We zien overal in ons leven al virtuele assistenten opduiken, die we met voice-control kunnen bedienen. Denk aan Apple’s Siri, Google Assistent of Bixby van Samsung. “Het Smart Home komt gestaag ons huis binnen”, zegt Bosch. “Wij hebben ook een Virtual Assistant, op termijn gaan we steeds meer naar platforms toe, waarvan de functionaliteiten met voice-control zijn aan te sturen.” Wendels signaleert ook een toenemende integratie van slimme systemen met voice-control. “Het zal uiteindelijk echter van de persoon afhangen of hij die daadwerkelijk wil bedienen met zijn stem.”

Tijdwinst
We kampen als sector met een chronisch gebrek aan monteurs. Fabrikanten reiken de helpende hand door Plug&Play systemen te ontwikkelen. Waar nu nog echter het accent ligt op individuele warmtepompen, zal op termijn de warmtepomp vaker deel gaan uitmaken van integrale Plug&Play oplossingen. Kant-en-klare prefabunits. Op die manier boek je extra tijdswinst. In de nieuwbouw is dit relatief eenvoudig te realiseren, denk aan de ‘woonfabrieken’ die grote bouwers als BAM, VolkerWessels en Van Wijnen al hebben neergezet. Maar ook voor bestaande woningen met een seriematige opbouw zijn soortgelijke concepten te bedenken voor een duurzame renovatie. De bouw zal hierdoor niet eentonig worden, verwacht Wendels. “Op de markt zie je al verschillende concepten en er komen alleen maar meer bij.” Er blijft dus wel wat te kiezen voor de opdrachtgever.

Waterstofketel
Gaat de waterstofketel op termijn een bedreiging vormen voor het marktaandeel van warmtepompen? Zowel Bosch als Wendels verwachten van niet. Zo zijn er nog fikse stappen te zetten voordat er een waterstofeconomie is in Nederland, zegt Wendels. “Denk aan de productie van groene waterstof en het gereedmaken van de bestaande gasinfrastructuur voor het transport van waterstof.” Bovendien zit ‘de concurrentie’ ook niet stil, zegt Bosch. Ook warmtenetten en elektrische verwarming zijn of worden aantrekkelijke alternatieven om de warmtevraag in de gebouwde omgeving in te vullen. Tot slot verwachten beide experts dan er meer warmtepompsystemen op de markt komen die aansluiten bij binnenstedelijke condities. En dat is nu juist net de omgeving waarvoor veel experts de waterstofketel in gedachten hadden.

Hybride oplossingen
Het zou overigens ook zomaar kunnen dat waterstofketels deel gaan uitmaken van hybride oplossingen, merkt Bosch terecht op. Op dit moment worden hybride systemen met ketels en warmtepompen door een deel van de markt gezien als de ideale oplossing om in een sneltreinvaart de energietransitie te doorlopen in de bestaande bouw. Op die manier hoef je namelijk minder/geen geld te investeren in flankerende maatregelen, zoals extra isolatie en een ander afgiftesysteem. Bovendien wordt er ook geanticipeerd op een groeiende koelingsbehoefte in de gebouwde omgeving.

Kennisniveau
Het wordt steeds meer noodzaak voor de installateur om zich in warmtepomptechnologie te gaan verdiepen. De meeste installatiebedrijven hebben dat ook wel door, vertellen Wendels en Bosch. Wendels: “Het is wel belangrijk dat ze daarbij de juiste ondersteuning
krijgen. Ook wij als fabrikanten spelen een belangrijke rol in dat proces. Onder andere door kennisoverdracht.” Bosch zit precies op dezelfde lijn. “Inmiddels hebben al duizenden monteurs trainingen bij ons gevolgd. Sommige hebben nog koudwatervrees, maar de warmtepomp wordt steeds belangrijker, je kan er niet omheen. Mede omdat de klant er nu zelf ook al om vraagt.”

Dit is een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ. De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.nl

CHT-monoblock

Het CHT-monoblock van WOLF combineert een warmtepomp, centrale woonhuisventilatie en een voorraadvat in een compacte opstelling. De CHT-monoblock van WOLF kent 10 varianten, daarmee is een passende oplossing altijd beschikbaar. De grootte van het voorraadvat en de warmtepomp (7/10 kW) kunnen naar behoefte worden geconfigureerd en door het compacte ontwerp neemt de installatie weinig ruimte in. Het royale voorraadvat van 180 of 280 liter biedt voldoende capaciteit voor huishoudens met een grotere behoefte aan warm tapwater. De CHT-monoblock maakt een aanzienlijke besparing op energiekosten ten behoeve van verwarming mogelijk, dankzij het hoge rendement op warmteterugwinning en een SCOP van ruim boven de 5 voor ruimteverwarming.

Fout: view 1148a57nhm bestaat mogelijk niet

Imago-risico warmtepomp

De warmtepomp is aan een gestage opmars bezig, maar loopt een flink imagorisico. Dat zegt Michel van Bronkhorst van het Opleidingscentrum GOº voor de koudetechniek. “We zien helaas dat het vaak mis gaat bij het berekenen, plaatsen en inregelen van deze systemen. Het gevolg is dat installaties slecht presteren en daardoor ook nog eens energie gaan slurpen in plaats van besparen”.

Meten, weten en goed inregelen zijn essentieel voor het goed functioneren van warmtepompen en airco-units die vaak worden gebruikt om ’s winters te verwarmen maar ook om ’s zomers te koelen. Van Bronkhorst: “Om die installaties goed te laten functioneren is voldoende elementaire kennis nodig van de natuurkundige processen waarmee deze installaties werken. Alles wat koeltechnisch niet goed presteert wordt elektrisch gecompenseerd. De klant krijgt daarvan de rekening gepresenteerd.”

Ins en outs
Van Bronkhorst: “We zien dat installatiebedrijven zich steeds meer toeleggen op het plaatsen van warmtepompen. Dat is een goede ontwikkeling, omdat deze nieuwe techniek een bijdrage kan leveren aan energiebesparing en energietransitie. Het gevaar is dat installateurs vaak nog onvoldoende kennis hebben van de ins en outs van de techniek. Wij zijn ervoor om die kennis toe te voegen.”

Regelmatig fout
Er zijn fabrikanten en groothandels die inzien dat de werking van hun installaties staat of valt met deskundigheid waarmee de benodigde capaciteit is uitgerekend, in combinatie met het plaatsen en inregelen. En nog gaat het regelmatig fout, zegt Van Bronkhorst. Hij constateert dat de fabrikant dan ten onrechte de schuld krijgt. “Bij Opleidingscentrum GOº (zie kader, red) leiden we honderden installatiemonteurs op. Het vereist specifieke kennis om te begrijpen hoe warmtepompen en aircosystemen in de winter verwarmen en in de zomer kunnen koelen en hoe dat energie-technisch werkt. Het energiegebruik dat je in de winter bespaart, kun je in de zomer aanwenden om te koelen. Dat is heel fijn in zomers waarin hittegolven steeds vaker voorkomen. Maar het werkt alleen als de capaciteit goed is berekend en de installatie nauwkeurig is ingeregeld. Doe je dat niet goed, dan krijg je ontevreden klanten.”

Halvering
Van Bronkhorst noemt een voorbeeld uit zijn eigen omgeving. Voor een goede kennis had hij een berekening gemaakt voor een lucht/lucht-warmtepomp in huis. Hij kwam uit op een installatie van 6 kW. “Die kennis schrok wel van de aanschafprijs van de benodigde installatie en vroeg nog wat andere offertes aan. Een paar weken later kwam hij bij me met de berekening van een installateur. Volgens die offerte was 3,5 kW voldoende. Het betekende voor hem een halvering van het investeringsbedrag, dat is natuurlijk nogal wat. Maar wat ik hem met grote moeite kon duidelijk maken was dat de capaciteit van de installatie niet alleen bepalend is voor het warmtecomfort in huis, maar ook voor het elektriciteitsgebruik. Met een kleinere capaciteit zou hij opgescheept zitten met een energieslurper van jewelste”.

Verantwoordelijkheid
Van Bronkhorst vindt dat de installatiebranche en zijn eigen branche samen de verantwoordelijkheid moeten nemen om met voldoende kennis en expertise klanten te adviseren over plaatsing en werking van de steeds geavanceerdere apparatuur die momenteel op de markt komt. “Het draait allemaal om kennis en kunde. De klant – zeker particulier – let meestal vooral op het investeringsbedrag. Ik weet dat er bedrijven zijn daar handig gebruik van maken, de doos uitpakken, de installatie aan de muur schroeven en er weer vandoor gaan. Dan praten we ook over het veilig omgaan met koudemiddel, waarvoor installateurs wettelijk gecertificeerd moeten zijn. Die bedrijven berokkenen niet alleen onze sectoren schade, maar dragen ook bij aan scepsis over de klimaatdoelstellingen. Dat moeten we niet willen.” De certificering zoals in het voorbeeld hiervoor beschreven geldt overigens alleen voor synthetische koudemiddelen tot 3 kg koudemiddelinhoud of 5 ton CO2 equivalent (training f-gassen categorie 2)

Goed inregelen is bepalend
De meet- en regeltechniek in de installaties is geavanceerd, maar bepalend voor het succes is de kennis van degene die inregelt, zegt Van Bronkhorst. “Moderne warmtepompen hebben een gemiddeld rendement van 4 SCOP. Zet dat even af tegen een moderne gasgestookte cv-ketel met een rendement van 0,9. Het rendement van een cv-ketel haal je door het directe karakter van het systeem eigenlijk altijd; een cv-ketel heeft altijd overcapaciteit en kan pieken. De opbrengst van de warmtepomp staat of valt met het inregelen en het begrip van de werking van het warmtetransport in het koelsysteem.”

Veilig gebruik
De nieuwste trend bestaat uit de opkomst van warmtepompen die werken met natuurlijke koudemiddelen, zoals koolwaterstoffen, waaronder propaan. Die installaties hebben het voordeel dat ze functioneren met een traditionele warmteafgifte, zodat deze warmtepompen een cv-ketel één-op-één kunnen vervangen. De installateur en de gebruiker moeten zich dan wel bewust zijn van de risico’s omdat propaan bij onjuist gebruik een explosie- en brandgevaar geeft. Ook hiervoor geldt dat kennis en kunde bepalend zijn voor een effectief en veilig gebruik” 

Dit is een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ. De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.nl

Fout: view 74b3fdfhln bestaat mogelijk niet