Installaties slimmer aansturen met ‘simpel kastje’

Het Groningse bedrijf ACS reist begin volgend jaar als één van de twintig veelbelovende scale-ups af naar de Consumer Electronics Show in Las Vegas, de grootste en meest vooraanstaande beurs op tech-gebied ter wereld. Het bedrijf richt zich op het energiezuinig maken van installaties voor het verwarmen, koelen en ventileren van bestaande gebouwen. Directeur Guido Bartelink: “In een gemiddeld gebouw kunnen wij tussen de 15% en 40% energie besparen, zonder bestaande installaties te vervangen. Hiervoor zetten wij onze zelf ontwikkelde Smartbase in; een kastje dat de processen in een bestaande installatie slimmer aan kan sturen.”

“De meeste installaties worden in bedrijf gesteld wanneer het gebouw wordt opgeleverd. Daarna wordt er vaak niet meer naar omgekeken”, zegt Jeroen Jorna, sales manager bij ACS. “Ja, misschien als er veel klachten zijn of een storing. We zien bij bijna ieder gebouw waar we komen dat apparatuur veel te vaak onnodig aan staat, er weinig centraal geregeld wordt en verwarmen en koelen nog altijd tegelijk gebeurt. Daarnaast zijn de processen in installaties vaak niet up-to-date. Het is absurd dat we in tijden van schaarste zo slecht met energie omgaan en het vaak niet eens weten.”

Machine learning algoritmen
De innovatie van ACS is erop gericht om de processen voor het verwarmen, koelen en ventileren van een gebouw beter te laten functioneren. De systemen worden met elkaar geïntegreerd en er worden slimme regelingen, gebaseerd op machine learning algoritmen, toegepast op de bestaande systemen. “We hangen gewoon een klein kastje naast de bestaande installatie, dat wordt het brein van de installatie, die het gebouw op de meest efficiënte manier gaat aansturen”, zegt Jeroen Jorna.

Overal energiewinst
Maar kan dit dan alleen met heel specifieke situaties en gebouwen? Het bedrijf zelf zegt dat ieder gebouw in aanmerking komt voor deze techniek, ook als het gebouw of de installatie al wat ouder is. Jeroen: “Het is misschien verrassend, maar echt ieder gebouw heeft hier baat bij. Oude gebouwen, omdat ze vaak nog niet zo efficiënt geregeld zijn, maar ook nieuwe gebouwen, waarvan je verwacht dat de aansturing net zo modern is als de systemen zelf en de bouwmaterialen.

Game changer
“Het levert écht overal energiewinst op en dat is nu hard nodig”, vertelt Bartelink. Wat het bedrijf zoekt in de Verenigde Staten? Naar eigen zeggen geen directe uitbreiding naar de Amerikaanse markt. “Het zou natuurlijk mooi zijn om een paar nieuwe klanten binnen te halen, maar er zijn ook nog zo'n 250.000 Nederlandse gebouwen te gaan. Zo'n grote beurs kan een echte game changer zijn. We moeten mensen er nu echt van overtuigen dat we niet meer zonder dit soort systemen kunnen. Als we ieder gebouw voorzien van deze technologie, dan kunnen we gauw van het Russische gas af, en ook sneller van andere fossiele brandstoffen. Deze innovatie is onmisbaar in een duurzame toekomst.”

Fout: view a7645545ln bestaat mogelijk niet

  • Bedrijf
  • september 23, 2022
  • 2 views
Bundeling van krachten

Belimo is aangesloten bij Binnenklimaat Nederland, de vereniging die zich inzet om een gezond binnenklimaat te realiseren. Belimo is actief in de ontwikkeling, productie en verkoop van onder andere aandrijvingen, regelafsluiters en sensoren. Deze producten zijn nodig voor het juist (in)regelen en monitoren van klimaatinstallaties in gebouwen.

Wouter Wijma, voorzitter Binnenklimaat Nederland en Richard Daamen, managing director bij Belimo, delen een gezamenlijke missie: een gezond binnenklimaat realiseren in woningen, gebouwen en scholen. Meet- en regeltechniek is een belangrijk onderdeel daarvan. Wijma: “We kennen Belimo al vanuit de markt – een aantal leden van Binnenklimaat Nederland werkt nauw met ze samen – en hun lidmaatschap is voor onze branche een belangrijke aanvulling op onze missie om een gezond binnenklimaat te realiseren. Hierin kunnen we elkaar versterken.”

Daamen: “Er is – mede door corona – in de afgelopen jaren veel meer aandacht gekomen voor het binnenklimaat, maar er moet nog een hoop gebeuren. Met het lidmaatschap van Binnenklimaat Nederland verplicht je jezelf om het samen nog beter voor elkaar te krijgen, daar wil ik graag aan bijdragen. Binnenklimaat Nederland is daarvoor een mooi platform. We kunnen van elkaar leren en samen onze boodschap vertellen.”

Belimo is ook een van de initiatiefnemers van het Vakcentrum Binnenklimaattechniek voor de utiliteit aan het ROVC in Ede. Met deze praktijkgerichte opleiding wordt de monteur van de toekomst op het gebied van klimaattechniek opgeleid. Daamen: “De sector heeft nodig kennis en kunde nodig om aan de groeiende vraag naar een gezond binnenklimaat te kunnen voldoen.”

Fout: view 3a37f56uz3 bestaat mogelijk niet

Regelafsluiters en mengkranen

Resideo heeft het assortiment regelafsluiters en mengkranen geactualiseerd. Er wordt momenteel gewerkt aan het voltooien van de volledige productlijn. Naast de bestaande standaardproducten volgen er binnenkort aanvullende uitvoeringen. Bij de uitbreiding en vernieuwing van deze productlijn vereenvoudigt Resideo de artikelnummers en herintroduceert zij de naam ‘Centra’. De afmetingen en uitvoeringen van de producten blijven ongewijzigd. Zo blijven ze 100% uitwisselbaar met eerdere versies. Resideo biedt een garantie van 5 jaar op het hele regelafsluiter- en mengkraanassortiment. 

Fout: view 7ad7a099az bestaat mogelijk niet

Nauwkeurige meting van vochtigheid en temperatuur

Catec heeft een digitaal sensor-element voor uiterst nauwkeurige vochtigheids- en temperatuurmeting in haar assortiment. Het sensor-element HTE501 van E+E Elektronik biedt een meetnauwkeurigheid tot ±1,8% RV incl. hysterese en ±0,2 °C.  De E+E-sensorcoating en de geïntegreerde constante stroomverwarmer zorgen voor betrouwbaarheid en duurzaamheid van het sensorelement, ook in ruwe, vuile en condenserende omgevingen. De DFN-behuizing, die 2,5 x 2,5 x 0,9 mm meet, en de I2C-interface maken een eenvoudige montage en communicatie mogelijk.

Geïntegreerde hysteresecompensatie zorgt ervoor dat het sensorelement altijd binnen zijn tolerantievenster blijft, zelfs wanneer het vochtgehalte stijgt of daalt. Met een temperatuurbereik van -40 °C tot 135 °C is het HTE501-sensorelement geschikt voor een breed scala aan toepassingen.

Geschikt voor veeleisende bedrijfsomstandigheden
Het actieve sensoroppervlak van de HTE501 is permanent beschermd tegen vuil en corrosieve afzettingen door de gepatenteerde E +E-sensorcoating. Deze speciale beschermende coating is oorspronkelijk ontwikkeld voor industriële toepassingen en zorgt voor uitstekende meetprestaties en langdurige stabiliteit, zelfs onder veeleisende omstandigheden. Het sensorelement kan daarom in ruwe omgevingen worden gebruikt zonder dat extra beschermingsopties zoals een membraanfilter of filterdoppen nodig zijn.
De geïntegreerde constante verwarming door elektrishce stroom, die naar behoefte kan worden geactiveerd, houdt het sensorelement op overtemperatuur en voorkomt zo condensatie en afzettingen veroorzaakt door condensatie. Op deze wijze wordt het dauwpunt zeer accuraat bepaalt.

Directe meetwaarde-uitgang via I2C-interface
De gemeten waarde-output is gebaseerd op het I2C datacommunicatieprotocol. De gemeten waarden zijn beschikbaar in 16 bit integer formaat en kunnen direct worden verwerkt. Naast de vochtigheids- en temperatuurwaarden wordt ook het dauwpunt berekend. 8 individueel instelbare I2C-adressen maken het mogelijk om met meerdere sensor-elementen op één I2C-bus te communiceren.

  • Bedrijf
  • november 12, 2021
  • 2 views
Schaalvergroting op het gebied van drukbehoud in HVAC-installaties

Spirotech neemt het Oostenrijkse familiebedrijf EDER over, voor de technologie, kennis en ervaring op het gebied van drukbehoud in HVAC-installaties. Drukbehoud in installaties is van belang om de kwaliteit van het systeemwater te kunnen beheersen en als gevolg daarvan de prestaties en levensduur te optimaliseren. De beide familiebedrijven werken al meer dan tien jaar samen. Vanaf 1 januari 2022 worden alle drukbehoudactiviteiten en circa 90 medewerkers van EDER Heizung (serviceverlening) en Anton EDER (productie en verkoop) onderdeel van Spirotech.

Met de overname van EDER’s technologie, kennis en serviceverlening voor drukbehoud, versterkt Spirotech het aanbod van oplossingen om de systeemwaterkwaliteit te verbeteren. Verder leveren het complementaire productportfolio, de schaalvergroting en integratie van beide organisaties synergievoordelen en groeikansen op. Voor EDER levert deze overname een betere toegang tot de wereldmarkt op en continuering van de bedrijfsactiviteiten.

Bedrijfscultuur en waarden
“Wij hebben voor Spirotech gekozen op basis van onze ervaringen tijdens ruim tien jaar samenwerken”, zegt Alfred Eder, Sales Director van Eder. “Net als EDER is Spirotech een familiebedrijf waarin al ruim 65 jaar het leveren van kwaliteit voorop staat en de kennis en ervaring van alle medewerkers belangrijke onderscheidende waarde is. Daardoor worden onze medewerkers onderdeel van een bedrijf met dezelfde cultuur en waarden als dat zij altijd al gewend zijn”. Spirotech Operations is voortaan verantwoordelijk voor de ontwikkeling, productie en supply chain van de drukbehoudproducten, terwijl EDER sales en service een onderdeel wordt van het Spirotech DACH-salesteam, binnen Spirotech Commercial.

Investeren in groeikansen
“Omdat HVAC-installaties een steeds belangrijker onderdeel worden van duurzame woningen, kantoren en industriecomplexen, blijven wij ook de komende jaren investeren in groeikansen”, zegt Paul de Bruin, Chief Commercial Officer van Spirotech. Hans Jacobs, Chief Operating Officer van Spirotech vult aan: “Door het bundelen van de kennis en ervaring van Spirotech en EDER met innoveren en het leveren van kwaliteitsproducten en diensten, kunnen wij oplossingen beter en sneller toekomstbestendig maken. De productie van het Spirotech-assortiment is en blijft gehuisvest in Helmond en wordt hier de komende jaren uitgebreid om te kunnen blijven voldoen aan de verwachte marktgroei. Verder hebben wij in Oostenrijk alvast extra grond gekocht in Leisach, voor het eveneens kunnen uitbreiden van onze productiecapaciteit voor de verwachte toenemende vraag naar drukbehoudproducten.”

Energiebeheer en -facturering inéén

Belimo, fabrikant van klepaandrijvingen, regelkleppen en sensoren voor verwarmings-, ventilatie-, en luchtbereidingstechnologie, introduceert een assortiment Belimo Energy Valves™ en energiemeters, waarmee energiemeting, energieregeling en IoT-gebaseerde facturering in één unit worden geïntegreerd.

De eenheid van de gecertificeerde Belimo Energy Valve™ en de thermische energiemeter van Belimo maakt een transparant energiebeheer mogelijk. De twee werelden van energieregeling en gecertificeerde energiemeting en -facturering worden verenigd in één unit. Het nieuwe assortiment meet en bewaakt stromen en energieverbruik in verwarmings- en koelsystemen met directe, op IoT-gebaseerde kostenberekening.

Gecertificeerd en goedgekeurd
De nieuwe thermische energiemeters van Belimo zijn gecertificeerd overeenkomstig EN1434/MID en zijn uitgerust voor directe facturering of op IoT-gebaseerde facturering op afstand. Ze zijn goedgekeurd volgens de MID voor warmtemeting in zuiverwatersystemen en de permanente glycolbewaking houdt in dat een alarm kan worden geactiveerd als er glycol in het water aanwezig is. Dit zou anders namelijk de energiemetingen negatief beïnvloeden. Bij niet MID-gecertificeerde meters zorgt Belimo's gepatenteerde automatische glycolbewaking en -compensatie ervoor dat de meting nauwkeurig blijft, ongeacht het type of de concentratie glycol.

Geïntegreerde thermische energiebeheer
De Belimo Energy Valve™ regelt onmiddellijk het debiet (drukonafhankelijk) en optimaliseert de energietoevoer naar de verbruiker. Door het samenbrengen van de gecertificeerde thermische energiemeter en de verbeterde Belimo Energy Valve™ maakt Belimo zijn intrede in het geïntegreerde thermische energiebeheer. Deze eenheid biedt een directe integratie in het gebouwbeheersysteem (GBS) of in op IoT-gebaseerde monitoring platforms, met op IoT-gebaseerde monitoring, tools voor prestatieverbetering, en factureringsgegevens. De in de Belimo Energy Valve™ geïntegreerde Delta T-manager meet continu het temperatuurverschil en vergelijkt dit met de door de gebruiker gedefinieerde vaste limiet. Door het temperatuurverschil tussen aanvoer en retour bij elke warmtewisselaar te meten, worden zo laag mogelijke pompenergiekosten gegarandeerd. De geïntegreerde logica voorkomt lage temperatuurverschillen bij de warmtewisselaar, terwijl het comfort behouden blijft.

Configuratie en onderhoud via smartphone
De Belimo Energy Valve™ en de thermische energiemeters kunnen worden geïntegreerd met behulp van Power over Ethernet. Hierdoor kan het apparaat van stroom worden voorzien en kunnen de gegevens tegelijkertijd via dezelfde ethernetkabel worden verzonden. Dit vereenvoudigt de installatie, voorkomt bedradingsfouten en maakt een plaatselijke voedingsbron overbodig, aldus de fabrikant. Een NFC-interface (Near Field Communication) maakt configuratie en onderhoud rechtstreeks via een smartphone mogelijk.

Garantieverlenging
De verbinding met de Belimo-cloud biedt een verlenging van de garantie van 5 naar 7 jaar. Door een digitale kopie van de Energy Valve in de cloud op te slaan, kunnen geautoriseerde gebruikers bovendien rechtstreeks met de gegevens werken of kunnen eigenaren van de Belimo Energy Valve™ een derde partij machtigen om facturerings- of analysediensten te verlenen.

Imago-risico warmtepomp

De warmtepomp is aan een gestage opmars bezig, maar loopt een flink imagorisico. Dat zegt Michel van Bronkhorst van het Opleidingscentrum GOº voor de koudetechniek. “We zien helaas dat het vaak mis gaat bij het berekenen, plaatsen en inregelen van deze systemen. Het gevolg is dat installaties slecht presteren en daardoor ook nog eens energie gaan slurpen in plaats van besparen”.

Meten, weten en goed inregelen zijn essentieel voor het goed functioneren van warmtepompen en airco-units die vaak worden gebruikt om ’s winters te verwarmen maar ook om ’s zomers te koelen. Van Bronkhorst: “Om die installaties goed te laten functioneren is voldoende elementaire kennis nodig van de natuurkundige processen waarmee deze installaties werken. Alles wat koeltechnisch niet goed presteert wordt elektrisch gecompenseerd. De klant krijgt daarvan de rekening gepresenteerd.”

Ins en outs
Van Bronkhorst: “We zien dat installatiebedrijven zich steeds meer toeleggen op het plaatsen van warmtepompen. Dat is een goede ontwikkeling, omdat deze nieuwe techniek een bijdrage kan leveren aan energiebesparing en energietransitie. Het gevaar is dat installateurs vaak nog onvoldoende kennis hebben van de ins en outs van de techniek. Wij zijn ervoor om die kennis toe te voegen.”

Regelmatig fout
Er zijn fabrikanten en groothandels die inzien dat de werking van hun installaties staat of valt met deskundigheid waarmee de benodigde capaciteit is uitgerekend, in combinatie met het plaatsen en inregelen. En nog gaat het regelmatig fout, zegt Van Bronkhorst. Hij constateert dat de fabrikant dan ten onrechte de schuld krijgt. “Bij Opleidingscentrum GOº (zie kader, red) leiden we honderden installatiemonteurs op. Het vereist specifieke kennis om te begrijpen hoe warmtepompen en aircosystemen in de winter verwarmen en in de zomer kunnen koelen en hoe dat energie-technisch werkt. Het energiegebruik dat je in de winter bespaart, kun je in de zomer aanwenden om te koelen. Dat is heel fijn in zomers waarin hittegolven steeds vaker voorkomen. Maar het werkt alleen als de capaciteit goed is berekend en de installatie nauwkeurig is ingeregeld. Doe je dat niet goed, dan krijg je ontevreden klanten.”

Halvering
Van Bronkhorst noemt een voorbeeld uit zijn eigen omgeving. Voor een goede kennis had hij een berekening gemaakt voor een lucht/lucht-warmtepomp in huis. Hij kwam uit op een installatie van 6 kW. “Die kennis schrok wel van de aanschafprijs van de benodigde installatie en vroeg nog wat andere offertes aan. Een paar weken later kwam hij bij me met de berekening van een installateur. Volgens die offerte was 3,5 kW voldoende. Het betekende voor hem een halvering van het investeringsbedrag, dat is natuurlijk nogal wat. Maar wat ik hem met grote moeite kon duidelijk maken was dat de capaciteit van de installatie niet alleen bepalend is voor het warmtecomfort in huis, maar ook voor het elektriciteitsgebruik. Met een kleinere capaciteit zou hij opgescheept zitten met een energieslurper van jewelste”.

Verantwoordelijkheid
Van Bronkhorst vindt dat de installatiebranche en zijn eigen branche samen de verantwoordelijkheid moeten nemen om met voldoende kennis en expertise klanten te adviseren over plaatsing en werking van de steeds geavanceerdere apparatuur die momenteel op de markt komt. “Het draait allemaal om kennis en kunde. De klant – zeker particulier – let meestal vooral op het investeringsbedrag. Ik weet dat er bedrijven zijn daar handig gebruik van maken, de doos uitpakken, de installatie aan de muur schroeven en er weer vandoor gaan. Dan praten we ook over het veilig omgaan met koudemiddel, waarvoor installateurs wettelijk gecertificeerd moeten zijn. Die bedrijven berokkenen niet alleen onze sectoren schade, maar dragen ook bij aan scepsis over de klimaatdoelstellingen. Dat moeten we niet willen.” De certificering zoals in het voorbeeld hiervoor beschreven geldt overigens alleen voor synthetische koudemiddelen tot 3 kg koudemiddelinhoud of 5 ton CO2 equivalent (training f-gassen categorie 2)

Goed inregelen is bepalend
De meet- en regeltechniek in de installaties is geavanceerd, maar bepalend voor het succes is de kennis van degene die inregelt, zegt Van Bronkhorst. “Moderne warmtepompen hebben een gemiddeld rendement van 4 SCOP. Zet dat even af tegen een moderne gasgestookte cv-ketel met een rendement van 0,9. Het rendement van een cv-ketel haal je door het directe karakter van het systeem eigenlijk altijd; een cv-ketel heeft altijd overcapaciteit en kan pieken. De opbrengst van de warmtepomp staat of valt met het inregelen en het begrip van de werking van het warmtetransport in het koelsysteem.”

Veilig gebruik
De nieuwste trend bestaat uit de opkomst van warmtepompen die werken met natuurlijke koudemiddelen, zoals koolwaterstoffen, waaronder propaan. Die installaties hebben het voordeel dat ze functioneren met een traditionele warmteafgifte, zodat deze warmtepompen een cv-ketel één-op-één kunnen vervangen. De installateur en de gebruiker moeten zich dan wel bewust zijn van de risico’s omdat propaan bij onjuist gebruik een explosie- en brandgevaar geeft. Ook hiervoor geldt dat kennis en kunde bepalend zijn voor een effectief en veilig gebruik” 

Dit is een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ. De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.nl

Fout: view 74b3fdfhln bestaat mogelijk niet

Zoneventielsets retour vanwege verkeerde toepassing

Fabrikant Caleffi merkt dat er steeds vaker zoneventielsets retour komen vanwege een verkeerde toepassing. Alle types hebben dezelfde werking, hetzelfde uiterlijk en dezelfde technische specificaties. Het grote verschil zit ‘m echter in de toepassing van de zoneventielset.

Binnen het assortiment van Caleffi is er de keuze tussen 3 types zoneventielsets. Deze zijn alle geschikt voor toepassing in stadsverwarming en/of tweewegzoneregeling van cv-installaties, voor zowel verwarming- als koelsystemen. Voor de regeling van de kamertemperatuur kunnen alle aan/uit zwakstroomthermostaten worden gebruikt.

Stekkerklaar
De zoneventielsets zijn uitgerust met een synchrone servomotor en een afsluitklep met veerretour. Ze zijn stekkerklaar. Door de voorgemonteerde thermostaataansluiting (24V), zijn er geen andere transformators of kabels nodig. Ten slotte zorgt een knelaansluiting voor een eenvoudige installatie van het zoneventiel.

Verkeerd toepassen
Alle types hebben dezelfde werking, hetzelfde uiterlijk en dezelfde technische specificaties. Het grote verschil zit in de toepassing van de zoneventielset. Hetgeen wat je wilt aansturen, bepaalt welk type je nodig hebt. Gebruik je hem enkel als naregeling, dan is de 642622 de juiste keuze. De 642522 en 642223 worden vaak door elkaar gehaald. Het ventiel is dan ook gelijkaardig voor beide producten, maar het verschil zit hem in de motor. Zoneventiel 642522 is uitgerust met een servomotor met microschakelaar, terwijl de 642523 een servomotor heeft met reed contact. De capaciteit van de 642522 is goed voor het aansturen van bijvoorbeeld een circulatiepomp, maar dit type is niet geschikt voor het aansturen van een opwekker zoals een ketel. De 642523 daarentegen is speciaal ontworpen voor het aansturen van opwekkers.
Wanneer je de 642522 met eindcontact gebruikt om een ketel aan te sturen, zal de ketel niet altijd reageren. Er zal niks stukgaan, maar het zal ook niet optimaal werken.Wanneer je de 642523 met reed contact gebruikt om een pomp aan te sturen, zal de pomp stukgaan.

Groen en digitaal

De bouw digitaliseert. Door de pandemie krijgt het proces een extra impuls. Expert Menno Lammers (PropTech for Good) legt uit op welke manier en wat de doorwerking is op het gebied van sensoring.

Het afgelopen jaar heeft de bouw- en installatiesector digitale oplossingen omarmd, constateert Lammers. De voorlopers zijn zonder twijfel de grotere partijen in iedere subdiscipline. “Voor hen begint BIM bij wijze van spreken al ‘verouderd’ te raken.

Woonfabrieken
‘Groen en digitaal’ lijkt de slogan te zijn geworden, zegt Lammers. Die digitalisering is niet alleen nodig vanwege de pandemie, maar ook om het tekort aan handjes op te vangen. “Er zijn nu al diverse spelers die ‘woonfabrieken’ ontwikkelen, met Plug & Play oplossingen.” Denk aan Van Wijnen, VolkerWessels, maar ook een buitenlandse partij als het Estlandse Harmet dat nu de Nederlandse markt aan het verkennen is.

Duurzaamheid meten
Daarnaast is de digitaliseringsslag nodig om duurzaamheidsambities naar de praktijk te kunnen vertalen. Dankzij digitale tags valt eenvoudig te achterhalen welke materialen bijvoorbeeld in een gebouw zijn verwerkt, waar ze vandaan komen en hoe circulair ze écht zijn. Ook dragen digitale oplossingen bij aan het vereenvoudigen van processen binnen de gebouwde omgeving en verschaffen ze inzicht in de prestaties van gebouwen. En naar verwachting zullen ook gebouwpaspoorten en Digital Twins steeds belangrijker worden.

Sensoren
Een belangrijke rol in dit proces spelen sensoren. Er is nu al een breed scala aan sensoren op de markt die gebruikt worden voor Indoor Positioning, de bezettingsgraad, het meten van de luchtkwaliteit en het energiegebruik, alarmering bij waterlekkages en voor de toegangscontrole en onderhoudswerkzaamheden. “Denk bijvoorbeeld aan sensors die meten wanneer een prullenbak vol zit en dan een seintje geven.”

Woningbouw
Het lijkt erop dat sensoren sneller ingang vinden in de utiliteit dan in de woningbouw. Maar ook daar verwacht Lammers dat er flinke stappen worden gezet. “Van het meten van energiegebruik en lekkages tot Predictive Maintenance; het werkgebied van de installateur gaat erdoor veranderen.”

Advies installateurs
“Ik adviseer de kleine en middelgrote installateur om je te alvast te gaan verdiepen in de materie. De installateur van de toekomst heeft ambachtelijke vaardigheden, maar zal ook thuis moeten zijn in ICT. Installaties worden steeds slimmer. Ga eens spelen met tools en oplossingen als Visitt.io, AskPorter, Faciltee, Smartvatten en Airthings en kijk hoe ze jouw werk eenvoudiger kunnen maken en/of extra waarde kunnen toevoegen.”

Dit is een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ. De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.nl

Fout: view c404ea3ce2 bestaat mogelijk niet

  • artikel
  • december 11, 2020
  • 1 views
BENG, een update

Op 1 januari 2021 gaat het nieuwe ‘Stelsel Energieprestatie Gebouwen’ van start, met nieuwe eisen aan gebouwen en nieuwe rekenmethoden. Inmiddels is het duidelijk wat de gevolgen zijn. Die zijn relevant voor zowel installateurs als installatieadviseurs. In dit artikel bespreken we de hoofdlijnen, zodat u goed geïnformeerd het nieuwe jaar in kunt gaan.

Eerst een korte opfrisser: BENG staat voor Bijna Energie-Neutrale Gebouwen en is de opvolger van de EPC, die sinds 1995 gebruikt wordt om stapsgewijs strengere eisen te stellen aan de energieprestatie van nieuwbouw. Er komen nu aparte eisen voor drie belangrijke aspecten van een (bijna) energieneutraal gebouw, berekend met een nieuw opgezette rekenmethode: de NTA 8800.

Indicatoren
De eerste indicator (BENG-1) stelt een maximum aan de energiebehoefte voor verwarming en koeling. Daarmee wordt een goed bouwkundig ontwerp gewaardeerd. BENG-2 stelt een grens aan het vooraf berekende gebruik van fossiele energie, en waardeert daarmee de toepassing van energiezuinige technieken. Die twee eisen worden uitgedrukt in kWh/m2.jaar, onafhankelijk van de energiedrager, dus ook als het niet gaat om een all-electric oplossing. Het gaat daarbij om zogenaamde ‘primaire energie’, die niet een-op-een vergelijkbaar is met kWh op de elektriciteitsmeter. De derde eis stelt toepassing van hernieuwbare energie in elk plan verplicht. Nog niet 100%, daarom is het ‘bijna’ energieneutraal. Voor woningen komt er daarnaast een eis die betrekking heeft op het risico op temperatuuroverschrijding in de zomer: de ‘TO-juli’. Uit de eerste ervaringen blijkt dat juist deze een grote invloed zal gaan hebben op het energieconcept en dus op de toe te passen installaties.

Energielabel
Voor bestaande gebouwen komt er een nieuw energielabel. Dat wordt gebaseerd op dezelfde NTA 8800. Dat betekent dat alle technieken die beschikbaar zijn voor nieuwbouw, nu ook gewaardeerd kunnen worden voor bestaande gebouwen. Omdat ook het Energielabel uitgedrukt gaat worden in kWh/m2, net als BENG-2, zal ongeveer de helft van de gebouwen hetzelfde label houden en kan het andere deel net in een andere labelklasse uitkomen. Voor woningen geldt bovendien dat het doe-het-zelf-label voor particulieren, met 10 vragen, komt te vervallen. Als je een nieuw Energielabel nodig hebt, bijvoorbeeld bij verkoop, dan moet er een gediplomeerd adviseur komen inspecteren. Bestaande Energielabels houden overigens hun geldigheid van 10 jaar.

Ingrijpend

Terug naar de nieuwbouw, want daar zijn de gevolgen het meest ingrijpend. In de utiliteitsbouw zien we dat het voldoen aan de tweede en derde BENG-eis de grootste uitdaging zal vormen. De tweede eis betekent dat er bij systeemselectie goed zal moeten worden gelet op het systeemrendement en op de energievraag van pompen, ventilatoren en andere vormen van hulpenergie. De eis voor hernieuwbare energie vraagt nog wel wat toelichting. Die omvat meer dan uitsluitend het plaatsen van PV-panelen op het dak. Ook het benutten van omgevingsenergie telt mee, zoals bij de inzet van warmtepompsystemen of vormen van warmte/koude-opslag. Zonthermische systemen zijn interessant bij gebouwen met een hoge tapwatervraag zoals sportaccommodaties of in de zorg.

TO-juli
Bij woningbouw is van de BENG-eisen de tweede indicator veelal het meest kritisch. Toch zien we bij inzet van warmtepompen, met een gebruikelijke COP voor verwarming en tapwater, dat het realiseren van de eis goed mogelijk is. De meeste aandacht bij woningen en appartementengebouwen vraagt, zoals eerder gezegd, het voldoen aan de nieuwe eis met betrekking tot het risico op oververhitting. In de BENG-berekening wordt daarvoor automatisch het indicatiegetal TO-juli berekend. Als daaraan voldaan wordt, mag aangenomen worden dat het risico op oververhitting voldoende mate beperkt is. Het is echter geen garantie: in de praktijk blijft men daarvoor afhankelijk van het weer en van het gedrag van de bewoner. Het TO-juli-getal kan worden beïnvloed door de toepassing van passieve maatregelen zoals zonwering en zonwerend glas, die opwarming voorkomen óf extra ventilatievoorzieningen die in de zomernacht de warmte kunnen afvoeren. Nieuw is dat daarbij speciale zomernachtventilatieluiken meetellen in de berekening. In het buitenland zijn die al regelmatig te zien.

Koeling
Naast de bouwkundige maatregelen is het aanbrengen van een koelsysteem in woningen een mogelijkheid. Nu warmtepompen meer en meer de standaard worden, is die stap veel minder groot dan voorheen. Bij bodemsystemen is het feitelijk een noodzaak voor een goed thermisch evenwicht in de bodem. Dat levert bovendien veel comfort op tegen zeer lage energiekosten: alleen de circulatiepomp hoeft te draaien. In de BENG-uitkomsten zie je dat nauwelijks terug. Bij lucht/water-warmtepompen is de mogelijkheid voor koeling er (afhankelijk van het type) ook, maar dan wordt de warmtepomp ingezet en stijgt de BENG-2 uitkomst mee. Soms is dan compensatie in de vorm van PV nodig. Let wel altijd op de geschiktheid van het afgiftesysteem in verband met het condensrisico; het blijven per slot van rekening vormen van Hoge Temperatuurkoeling.

Vrijstelling
Voor vrijstelling van de TO-juli-eis is het bovendien nodig dat een koelinstallatie voldoende capaciteit heeft en alle verblijfsruimten bedient. Een losse split-unit in een werkkamer levert dus wel een hoger energiegebruik in BENG-2, maar geen vrijstelling van de TO-juli-eis op. Ook van systemen die de ventilatielucht in een woning koelen is niet altijd zeker of de capaciteit voldoende toereikend is. Omdat TO-juli niet meer is dan een indicatie, is het altijd mogelijk om het risico op oververhitting nauwkeurig te berekenen. Daarvoor is de methode GTO (gewogen temperatuur overschrijding) aangewezen, waarbij hogere temperaturen zwaarder meetellen. Dat is werk voor een hierin gespecialiseerde adviseur.

Elektrisch verwarmen
Als alternatief voor een warmtepomp wordt ook regelmatig gekeken naar elektrisch verwarmen. De elektrische cv-ketel kan daarbij direct overgeslagen worden: die voldoet niet aan de eisen uit de Ecodesign-richtlijn en een verwarmingssysteem met een dergelijke opwekker voldoet ook niet aan het minimale systeemrendement. Lokale elektrisch verwarming is echter wel een mogelijkheid, bijvoorbeeld met elektrische radiatoren of IR-panelen. Dan is wel aanvullende elektrische opwekking vereist om te voldoen aan het minimale percentage hernieuwbare energie (BENG-3). Dat betekent flink wat PV op het dak. Daarbij hoort de afweging of de lagere investeringskosten opwegen tegen de hogere energiekosten. Indicatieve berekeningen wijzen uit dat dit vooral bij kleine appartementen of bij zeer goed geïsoleerde woningen het geval kan zijn, door de lage warmtevraag.

Certificering
Tot slot: bent u zelf betrokken bij het maken van energieprestatieberekeningen of het afmelden van Energielabels? Hou er dan rekening mee dat vanaf 1 januari alle berekeningen die een formele status krijgen, zoals bij een bouwaanvraag, gemaakt moeten worden door een gediplomeerd adviseur die werkt bij daarvoor een gecertificeerd bedrijf. Op dit moment is het daarom aardig druk bij zowel opleiders als exameninstituten 

Auteur: Harm Valk, Senior-adviseur en partner Nieman Raadgevende Ingenieurs, tevens voorzitter Projectgroep NTA 8800

Dit is een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ. De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.nl

ENG
Alles overziend lijkt de invoering van de BENG-eisen voor de installateur in technische zin een beperkte stap vooruit. De transitie naar aardgasvrije gebouwen als norm voor nieuwbouw is immers al eerder gezet. Eisen aan het systeemrendement en de regelbaarheid van installaties zijn ook al eerder van kracht geworden. De nieuwe focus op zomercomfort zal echter wel consequenties hebben, met vaker de toepassing van actieve koeling, geavanceerde vormen van natuurlijke (nachtventilatie) of de aansturing van zonwering. In de planontwikkeling moet voor het voldoen aan de energieprestatie-eisen op meerdere parameters tegelijkertijd worden gestuurd. Dat vraagt kennis en inzicht. De installateur kan daaraan zeker bijdragen. De ontwikkeling gaat ook door; op termijn wordt het ENG: een energieneutrale gebouw, dat ook nog eens klimaatadaptief en circulair moet zijn. Uitdagingen genoeg dus in het vakgebied.

Fout: view 691071218v bestaat mogelijk niet