- januari 27, 2021
- 9 views
Loodgieter is populairste vakman
In 2020 werden 31% meer klussen geklaard dan in 2019. De populairste vakmannen waren loodgieters, klusjesmannen, elektriciens, cv monteurs en timmermannen. Deze top 5 pakten meer dan 77.000 klussen op van Nederlandse huishoudens.
Arthur de Leeuw, oprichter van Zoofy, dat het onderzoek uitvoerde, hierover: “Loodgieters waren weliswaar de populairste vakmannen in 2020. Maar ondanks die populariteit is er toch een daling van 12% te zien ten opzichte van 2019. Op de tweede plek staat de klusjesman waarvoor 35% meer klussen binnenkwamen. Dit manusje-van-alles wordt ingehuurd voor verschillende klussen in en rondom het huis, van het ophangen van een nieuwe lamp tot het plaatsen van een kattenluik. Dit verklaart waarschijnlijk ook de daling binnen de loodgieterscategorie. Mensen hadden mogelijk meer aandacht voor het verfraaien van het huis dan het verhelpen van ongemakken.”
Loodgietersklussen vormen top 3
De drie meest opgepakte klussen van 2020 waren ook loodgietersklussen. Op 1 staat het plaatsen van een kraan, op 2 het verhelpen van een cv-storing en op 3 het opsporen van een lekkage. Maar ze worden op de hielen gezeten door niet-loodgietersklussen. De Leeuw: “Mede door de coronacrisis is er een verschuiving te zien in het aantal geklaarde klussen. Grote klussen zoals stucwerk, behangen en tegelzetten zijn ineens flink gestegen. Waarschijnlijk vallen gebreken aan de woning meer op nu mensen thuis zitten en is dit de tijd geweest om grotere klussen aan te pakken.”
Meeste klussen in de Randstad
Hoewel bijna elke Nederlander bezig was met het verbouwen en verbeteren van het huis, zijn er een paar steden die er bovenuit staken. De steden waar in 2020 de meeste klussen werden uitgevoerd zijn Amsterdam (+18%), Rotterdam (+20%), Utrecht (+38%), Den Haag (+4%) en Almere (+44%).
[pt_view id="dc8235dpi9"]
- januari 26, 2021
- 8 views
WELL-certificaat voor voorwandsysteem
Het Prevista inbouwreservoir is bekroond met een 4-sterrenlabel voor gebruik in woonomgevingen en een 6-sterrenlabel voor gebruik in openbare omgevingen. Het reservoir onderscheidt zich door een zeer gering waterverbruik en uitstekende hygiëne.
De Europese sanitair-armaturenindustrie heeft onder de paraplu van de VDMA, het onafhankelijke classificeringsysteem WELL ontwikkeld. Er wordt getest of sanitairproducten, zoals armaturen en reservoirs, zoveel mogelijk rekening houden met een laag watergebruik, gecombineerd met een hoog gebruikscomfort onder hygiënische omstandigheden.
Gering waterverbruik
Voor inbouwreservoirs staat het efficiënte watergebruik volgens de WELL-criteria voorop. Hiertoe worden de reservoirs getest op onderhoudsvrije werking bij geringere spoelwaterhoeveelheden. Het Prevista inbouwreservoir van Viega heeft bij een volledige spoeling van de toiletpot conform EN 997 de hoogste waterefficiëntie. Daardoor kreeg het in de categorie ‘Home’ de hoogste score. De maximale score behaalde het Viega inbouwreservoir in dit segment ook omdat de spoeling eenvoudig en zonder gereedschap op kleinere hoeveelheden kan worden ingesteld: van 3,5 tot 7,5 liter volume bij de volledige spoelhoeveelheid en van 2 tot 4 liter bij een deelspoeling.
Maximale score bij hygiëne
Voor de toepassing ‘Public’ bij de WELL-certificering gelden twee aanvullende hygiënecriteria. Zo wordt ook beoordeeld of voor het inbouwreservoir contactloze bedieningsplaten worden geleverd en of een automatische hygiënespoeling bij gebruiksonderbrekingen mogelijk is. De bedieningsplaten uit de series Visign for Style, Visign for More en Visign for Public, worden gecombineerd met het Prevista voorwandsysteem en omvatten contactloze varianten.
Daarnaast wordt optioneel een automatische spoelmogelijkheid bij gebruiksonderbrekingen geboden. Hiermee werd bij de WELL-juryleden het maximale puntenaantal behaald. Bovendien geldt als onafhankelijk bewijs dat het Viega voorwandsysteem zich in openbare omgevingen onderscheidt met een uitstekende hygiëne.

[pt_view id="1554bd3q5h"]
- november 12, 2020
- 8 views
Boiler valt op vrouw: schadevergoeding 11.000 euro
Tijdens de afwas thuis zwaargewond raken. Het overkwam een nu 25-jarige vrouw uit Amsterdam, toen plotseling de boiler losraakte en op haar viel. Woningcorporatie Ymere betaalde ruim 11.000 euro uit aan het slachtoffer.
De grote, zware boiler, goed voor 80 liter warm water, kwam tijdens de afwas zonder enige waarschuwing los van de muur boven de gootsteen en stortte op het hoofd, een schouder en het bovenlichaam van de vrouw. Zij verloor het bewustzijn en liep onder meer een hersenschudding, gekneusde ribben en een gekneusde schouder op.
Succesvolle claim
Samen met letselschadebureau JBL&G uit Amsterdam stelde ze verhuurder Ymere aansprakelijk voor het ongeluk in haar huurwoning in Osdorp. En met succes. Ymeres verzekeraar Liberty Specialty Markets keerde onlangs een bedrag van 11.300 euro uit aan schadevergoeding en smartengeld. Of de corporatie na het ongeluk in 2018 alle soortgelijke boilers in haar sociale huurwoningen extra is gaan controleren, is onduidelijk. Er hebben zich nog geen andere boiler-slachtoffers gemeld.

[pt_view id="965e5913yl"]
- november 2, 2020
- 9 views
ISSO-publicatie 30 ‘Leidingwater-installaties in woningen’ geactualiseerd
Aan de hand van de nieuwste inzichten helpt ISSO-publicatie 30 bij het ontwerpen, aanleggen, onderhouden en beheren van leidingwaterinstallaties in woningen. De publicatie was begin oktober 2018 voor de laatste keer herzien. Onlangs is ISSO-publicatie 30 ‘Leidingwaterinstallaties in woningen’ op enkele punten opnieuw aangepast aan de meeste recente Waterwerkbladen en NEN 1006. Dat geldt voor zowel de online versie, als voor de papieren uitgave.
Toshihiro Takada, kennisontwikkelaar bij ISSO, heeft ISSO-publicatie 30 grondig vergeleken met de meest recente Waterwerkbladen en NEN 1006 ‘Algemene voorschriften voor leidingwaterinstallaties’. Daar zijn enkele verbeterpunten uit naar voren gekomen. Allereerst zijn er wat kleine aanpassingen gedaan in de begrippenlijst. Zo stond ‘statische leveringsdruk’ in NEN 1006 iets anders gedefinieerd dan in ISSO-publicatie 30. Ook is de aanbeveling in Waterwerkblad 1.4 E verwerkt, namelijk om een maximale stroomsnelheid van 1,5 m/s aan te houden om geluidhinder te voorkomen. In de 2018 editie van ISSO-publicatie 30 was dit 2 m/s, en bij leidingen met vernauwende fittingen 1,5 m/s.
Verschil spoelen en reinigen
Verder zijn de paragrafen over spoelen en reinigen verduidelijkt. “Spoelen is bedoeld om loszittend vuil uit te spoelen, en reinigen om hardnekkigere vervuiling te verwijderen”, zegt Takada. “Over deze termen kwamen soms wat vragen, en in de meest recente Waterwerkbladen staan die definities ook op deze manier omschreven. Spoelen moet gebeuren met een stroomsnelheid van tenminste 1,5 m/s, en reinigen met minstens 2 m/s.”
Actuele kennis
Adviseurs, ontwerpers, projectleiders, werkvoorbereiders of andere gebruikers van de ISSO-publicatie 30 uit 2018 kunnen die versie na deze aanpassing van september 2020 nog steeds gebruiken. Maar al zijn de recente wijzigingen klein, ze zijn wel relevant. ISSO-publicatie 30 ‘Leidingwaterinstallaties in woningen’ is hier te vinden in ISSO Open.

[pt_view id="f228461or5"]
- oktober 30, 2020
- 11 views
Corona en legionella; alertheid blijft geboden
De coronacrisis brengt ook een ander gevaar met zich mee. Door de leegstand van gebouwen neemt het gevaar op legionella toe. Dat blijkt ook uit cijfers van de branchevereniging voor water- en milieutechnologiebedrijven. Bij de leden van Envaqua was er het afgelopen halfjaar in 30 procent van de drinkwatermonsters legionella aanwezig. Dat is een toename van 3 procent ten opzichte van 2019. Kunnen we met een tweede lockdown in zicht een soortgelijke ontwikkeling verwachten?
Eric van der Blom is werkzaam als Vakspecialist Sanitaire Technieken bij Techniek Nederland. Hij trekt niet gelijk aan de noodrem vanwege de toename. “De stijging die de cijfers van Envaqua laten zien in de met legionella besmette watermonsters is van 26,4 naar 29,4 %. Dat is heel beperkt. Deze waarden kunnen sowieso jaarlijks fluctueren. Daarom ben ik ook wel geïnteresseerd in de Enquava-data van 2018, 2017, 2016 enzovoorts. Je kunt namelijk pas uitspraken doen op basis van een meerjarige vergelijking.”
Ziekenhuis
In juli dit jaar was er sprake van een piek van bijna 100 legionellapatiënten in het ziekenhuis. Volgens Van der Blom staat dit los van de piek in het aantal met legionella besmette watermonsters. Mogelijk hebben de weersomstandigheden wel een rol gespeeld. “Dat geeft het RIVM ook aan. Door veranderende weersomstandigheden: een flinke warme periode gevolgd door plensbuien, blijkt het aantal besmette personen toe te nemen. Over de bron van de besmettingen is onvoldoende bekend. De leidingwaterinstallatie lijkt hier in elk geval geen rol in te spelen. Daarnaast is er natuurlijk ook een verschil tussen het aantreffen van legionella in een installatie en het ziek worden van mensen. Die relatie kun je niet één op één leggen. Het is mij overigens niet bekend welk deel van de 20.000 met legionella besmette watermonsters die Envaqua heeft genomen betrekking had op koud water, warm water en mengwater. Er is aangegeven dat er meer Legionella Pneumophila is aangetoond. Deze komt meer voor bij temperaturen boven de 30 °C. Is de watertemperatuur in de zomer (langdurig) zo hoog geworden of is het warme water echt veel te laag geweest”, vraagt Van der Blom zich af.
Speculeren
Het blijft dus speculeren wat de precieze impact is van de leegstand in de utiliteit op het aantal legionellagevallen. Hoe zit dat met de woningbouw? “Over legionellabesmettingen in woningen is met de beschikbare informatie niets concreet te zeggen. Het is mogelijk dat de groeiomstandigheden voor legionella beperkt zijn gebleven, omdat we deze zomer massaal thuis bleven of slechts korte tripjes maakten,” zegt Van der Blom.
Tweede golf
Inmiddels is er sprake van een tweede coronagolf: verwacht Van der Blom een soortgelijke toename van het aantal besmette watermonsters als eerder dit jaar? “Het zou me, gezien de mindere bezetting van gebouwen en wellicht wat minder adequaat legionellabeheer bij een tweede coronagolf, niet verbazen als we weer een toename van enkele procenten zien. Maar het zal niet significant zijn”, voorspelt hij. En hoe zit het met het aantal legionellapatiënten? “Bij een tweede coronagolf dit najaar en eventueel in de winter zijn de weersomstandigheden veel minder gunstig voor het ontstaan van legionella en een toename van het aantal besmettingen. Een dergelijke piek is daarom niet te verwachten.”
Advies
Desalniettemin is alertheid geboden. “Het blijft in alle omstandigheden van belang om de leidingwaterinstallatie goed te gebruiken en te beheren. Dat is een taak van de gebouwbeheerder én de installateur. De beheersmaatregelen moeten voor 100 % worden uitgevoerd”, drukt Van der Blom de lezer nog maar eens op het hart.

[pt_view id="b88f07adm7"]
- september 11, 2020
- 9 views
Wat te doen om verspreiding van het coronavirus via de riolering te voorkomen?
We kunnen op verschillende manieren een coronabesmetting oplopen. Uit onderzoek blijkt dat ook het rioleringsstelsel hierin een rol kan spelen. Eric van der Blom, vakspecialist Sanitaire Technieken bij Techniek Nederland sprak met Installatienet over de laatste inzichten op dit gebied. Daarnaast geeft hij tips aan de installateur hoe die het beste kan omgaan met dit risico.
Ons rioleringsstelsel zorgt voor de afvoer van afvalwater en hemelwater. “Als mensen toiletteren komen er allerlei pathogene micro-organismen terecht in het afvalwater. Dat stroomt via de wand van de afvoerleidingen naar beneden. Tegelijkertijd stijgt er van onderaf een luchtkolom door het centrum van de buizen naar boven. In een aantal gevallen kan dit risico’s opleveren voor de verspreiding van aerosolen met mogelijke virusdeeltjes”, vertelt Van der Blom.
Sifons
“Stel je woont in een appartementencomplex en hebt een zieke onderbuurman. Als die naar het toilet gaat en jouw sifon staat droog, dan is dat een potentieel gevaarlijke situatie. Via die stijgende luchtkolom in de afvoerleiding kunnen namelijk aerosolen met virusdeeltjes door jouw sifon naar binnenkomen.”
Lekkages en uitmonding
“Ook lekkages in het rioleringsstelsel zijn risicovol, omdat dan eveneens aerosolen met virusdeeltjes verspreid kunnen worden”, vervolgt Van der Blom. Hetzelfde geldt voor de uitmonding van de ontspanningsleiding in het dak of de gevel. Als deze te dicht bij de toevoeropeningen van het ventilatiesysteem zit (open ramen, roosters en dergelijke), loop je wederom het risico op de ongewenste verspreiding van aerosolen.”
Leegstand en hoogbouw
“Veel gebouwen zijn of worden niet of nauwelijks gebruikt door de coronacrisis. Mede vanwege de hittegolf deze zomer, verdampt het water dan veel sneller uit de sifons. Daarnaast gaan we steeds hoger bouwen. Wind en veelvuldig simultaan gebruik van toiletten zorgen vaker voor drukverschillen in het rioleringsstelsel, waardoor sifons leeggeperst of leeggezogen kunnen worden. Deze factoren dragen bij aan een hoger risico.”
Adviezen
-Bewoners en installateurs dienen goed in de gaten te houden of de sifon (waterslot) gevuld is met water (basiseis is 5 cm);
-Als een gebouw leeg staat, doe dan een laagje slaolie op het waterslot om verdamping van het water te voorkomen;
-Adviseer bewoners om altijd door te trekken met een dichte wc-bril om verspreiding van aerosolen te voorkomen;
-Is er sprake van stank, zoek dan direct uit of er sprake is van een lekkage;
-Controleer of er voldoende afstand is tussen de uitmonding van de ontspanningsleiding en de toevoeropeningen van het ventilatiesysteem (3 tot 6 meter, zie NEN 3215));
-Laat Covid19-patienten in een zorggebouw zoveel mogelijk gebruik maken van een eigen toilet.
Urinoirs
Tot slot wil Van der Blom nog wijzen op het risico van verspreiding van aerosolen via urinoirs in openbare gelegenheden. “Uit een Chinees onderzoek is gebleken dat bij het doortrekken binnen 5,5 seconden de aerosolen 85 cm opstijgen. De onderzoekers adviseren om beschermende maskers te gebruiken in dergelijke gevallen, vanwege de hoge concentratie aerosolen. Een dergelijke maatregel zal in Nederland niet snel worden afgekondigd, maar het onderwerp wordt wel nader bestudeerd.”

- juli 1, 2020
- 8 views
Ook wtw douchewater nu onderdeel Nederlandse Verwarmingsindustrie
De Nederlandse Verwarmingsindustrie heeft een nieuwe sectie toegevoegd: Douchewater & warmteterugwinning [D-wtw]. Q-Blue, Technea Duurzaam en Dutch Solar Systems hebben ambitieuze plannen om de sectie te laten groeien én douchewater warmteterugwinning op de kaart te zetten. “Uiteindelijk is douchewater warmteterugwinning een energiebesparende maatregel die direct bijdraagt aan het duurzaam verwarmen van tapwater binnen de gebouwde omgeving”, aldus Luuk Dijkhuis namens de nieuwe sectie.
“Verwarming en tapwater zijn nauw met elkaar verbonden, het is daarom een logische stap aan te sluiten bij de Nederlandse Verwarmingsindustrie. We onderschrijven de duurzaam verwarmen visie en leveren met de toepassing van ons product een bijdrage aan energiebesparing.”
Tapwateraandeel wordt steeds dominanter
Henk Sijbring, Voorzitter van de Nederlandse Verwarmingsindustrie is verheugd met deze uitbreiding: “De vraag naar warm water wordt steeds groter en voor warm tapwater geldt: hoe groter de vraag, des te groter de energievraag en daarmee de CO2-uitstoot. Het tapwateraandeel wordt steeds dominanter binnen het energieverbruik, door een energiebesparende maatregel zoals douchewater warmteterugwinning toe te passen, gaat het energiegebruik omlaag. Deze nieuwe sectie is daarom een hele mooie aanvulling op de producten die wij als vereniging leveren om de warmtetransitie haalbaar en betaalbaar te maken”.
- juni 19, 2020
- 9 views
Noodzaak om loden leidingen te vervangen wordt breed gedragen
Volgens de 5 grootste steden van Nederland verloopt de vrijwillige vervanging van loden waterleidingen niet zoals gewenst. In een brief aan Minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken pleiten ze daarom op een wettelijk verbod op loden leidingen in bestaande gebouwen. Techniek Nederland deelt het gevoel van urgentie.
In Nederland zijn tot 1960 nog op grote schaal loden drinkwaterleidingen in gebouwen geplaatst, daarna werd het gebruik ervan in nieuwbouw verboden vanwege de gezondheidsrisico's. Uit een schatting van de Gezondheidsraad blijkt echter dat momenteel nog zo'n 100.000 tot 200.000 oude woningen deze leidingen bevatten.
Snel vervangen
Vorig jaar riep de raad al op tot een snelle vervanging van de loden waterleidingen. Die zou dan voor rekening komen van pandeigenaren. De vijf grootste Nederlandse gemeenten concluderen echter dat inmiddels duidelijk is geworden dat in "veel woningen, zowel bij corporaties als particuliere eigenaren, nog loden leidingen aanwezig zijn."
Onverantwoorde situatie
Het is onverantwoord, zo schrijven zij in de brief aan Ollongren, “om de vervanging geheel te verlaten op de eigen verantwoordelijkheid en vrijwilligheid van gebouweigenaren.” Middels een verbod op loden leidingen in bestaande gebouwen willen ze nu vooralsnog een snelle vervanging stimuleren. Daarbij zouden ze ook handhavend kunnen optreden. Installatienet legde naar aanleiding van de brief enkele vragen voor aan Techniek Nederland.
Is handhaving van een verbod op loden leidingen realistisch?
‘Details van de plannen zijn nog niet bekend. We kunnen ons echter voorstellen dat een realistische en haalbare aanpak mogelijk is. Vanzelfsprekend denkt Techniek Nederland graag mee met de gemeenten en de Rijksoverheid om de plannen te concretiseren.’
Binnen welke termijn zouden de leidingen moeten worden vervangen?
‘Vanuit het oogpunt van volksgezondheid is het belangrijk dat de loden leidingen zo snel mogelijk worden vervangen. Techniek Nederland heeft dit al vaker benadrukt. Uit de brief van de grote gemeenten blijkt nu dat de urgentie breed gedeeld wordt.’
Staan andere gemeenten er ook zo in?
‘De aanwezigheid van loden leidingen beperkt zich niet tot de vijf grote gemeenten. Wij denken daarom dat ook veel kleinere gemeenten voorstander zullen zijn van een wettelijk verbod.’
Hoe wil Techniek Nederland de druk opvoeren, zodat het Rijk dit gaat oppakken?
‘De urgentie is groot. Met de brief aan minister Ollongren voeren de vijf gemeenten de druk al op om het probleem van loden leidingen aan te pakken. Loden leidingen zijn rond 1960 voor het laatst toegepast. De kans is aanwezig dat deze leidingen inmiddels slijtage vertonen waardoor de kans op lekkages groter wordt. Ook vanuit dat oogpunt is vervanging van loden leidingen van belang.’
- juni 12, 2020
- 8 views
Jaarlijkse controle van keerkleppen is een must
Regelmatig valt het Ron Bosch op dat installateurs moeite hebben om keerkleppen op de juiste manier te plaatsen in drinkwaterinstallaties. De adviseur en HBO-docent Installatietechniek legt uit wat er zoal misgaat en op welke manieren je als installateur de jaarlijkse controle van keerkleppen correct kan uitvoeren.
Drinkwaterinstallaties moeten zodanig periodiek worden onderhouden en beheerd dat de kwaliteit van het drinkwater gewaarborgd blijft. Het jaarlijks controleren van keerkleppen maakt daar een belangrijk onderdeel van uit. Keerkleppen kunnen op een aantal manieren worden gecontroleerd.
Voorschriften
De controle dient te geschieden conform de geldende voorschriften en werkbladen. Volgens Waterwerkblad 1.4 G moet een EA-terugstroombeveiligingseenheid periodiek, ten minste één keer per jaar, gecontroleerd worden op de functionaliteit. Voorwaarde is wel dat ze op de juiste manier zijn aangebracht. De waterwerkbladen bieden hierover voldoende info. Kijk als installateur eens op: www.infodwi.nl.
Methodes
Er zijn drie methodes om een keerklep te controleren:
- standaardmethode
- vacuümmethode
- overdruk methode
Let op: in het laatste geval moeten er wel beproevingskraantjes op de keerkleppen zitten om de controle te kunnen uitvoeren.
Op basis van deze methodes wordt bepaald of een keerklep wel of niet functioneert oftewel lekdicht is en bij onverwijld terugstromen de veiligheid kan garanderen.
Legionella Beheersplan
Als een hogere controlefrequentie wenselijk is, bijvoorbeeld als onderdeel van een Legionella Beheersplan, wordt geadviseerd om standaard een manometer en controlekraan (aftapper) te monteren. Dit om de controle te vereenvoudigen en tijd te besparen. Een in de leidingwater -installatie geplaatste beveiligingseenheid moet namelijk zo zijn aangebracht dat deze gemakkelijk kan worden gecontroleerd, onderhouden en vervangen.
Standaardmethode
Controleer je de keerkleppen volgens de standaardmethode, dan heb je een manometer en beproevingskraantjes nodig. In het Vewin-werkblad WB3.8 wordt er gesproken van boven- en benedenstrooms. Als de body van de keerklep zich bevindt voor de stopkraan, spreken we van het bovenstrooms gedeelte. Kijken we naar de andere kant van de keerklep, dan hebben we het over het benedenstrooms gedeelte. Ook hier dient zich een aftapaansluiting te bevinden.
Controle van de keerklep:
- Men dient geen tappunten meer te gebruiken en de bewuste stopkraan van de controlerende leiding te sluiten;
- Middels een tappunt na de keerklep maakt men de leiding drukloos en draait men de tapkraan weer dicht;
- In de benedenstrooms gelegen aftapbeproevingsgelegenheid wordt een manometer geplaatst voorzien van een goed meetbereik in kPa met een maximum bereik van 0-600 kPa [0-6 bar];
- Bewuste stopkraan weer openen en leiding ontluchten;
- Zodra de manometer de leveringsdruk aangeeft de hoofdkraan weer sluiten;
- Vervolgens het beproevingskraantje opendraaien;
- Gedurende 30 seconden mag de manometer niet teruglopen;
- Is dit het geval dan kan de keerklep als lekdicht beschouwd worden.
Vacuüm methode
De keerklep dient te beschikken over een beproevingsaansluiting. Daarnaast moet de monteur een vacuümmeter paraat hebben. Deze methode is ideaal als men geen zicht heeft op de benedenstroomse installatie.
Controle van de keerklep:
- Men dient geen tappunten meer te gebruiken en de bewuste stopkraan van de controlerende leiding te sluiten;
- Middels de benedenstrooms gelegen aftapbeproevingsgelegenheid beproevingskraan voor de keerklep maakt men de leiding drukloos;
- In de bovenstrooms gelegen aftapbeproevingsgelegenheid wordt een vacuümmeter geplaatst voorzien van een goed meetbereik in kPa met een maximum bereik van 0-600 kPa [0-6 bar];
- Alle aansluitingen moeten lekdicht zijn voor een goede meetsessie;
- Vacuümpomp aanzetten middels een te verzorgen negatieve druk van -50 kpa [0,5 bar]
- Daarna de afsluiter van het vacuümsysteem dicht zetten;
- Gedurende 30 seconden mag de manometer niet teruglopen;
-Is dit het geval dan kan de keerklep als lekdicht beschouwd worden.
Overdruk methode
Deze methode is ooit beproefd door de Rijksgebouwendienst en ideaal voor moeilijk bereikbare keerkleppen. De monteur dient een jerrycan met vers getapt drinkwater, opvanggelegenheid en handperspomp tot zijn beschikking te hebben. Om de controle uit te kunnen voeren moet er benedenstrooms in het bestaande leidingwerk waar een keerklep wordt geacht aanwezig te zijn, een aansluitstuk met nippel/aftappunt aangebracht te worden en een stopkraan.
Controle van de keerklep:
- Men dient geen tappunten meer te gebruiken en de bewuste stopkraan van de controlerende leiding te sluiten;
- Middels de benedenstrooms aangebrachte aftapbeproevingsgelegenheid beproevingskraan voor de keerklep maakt men de leiding drukloos, alsmede de hoofdkraan 1 van deze sectie;
- In de benedenstrooms gelegen aftapbeproevingsgelegenheid wordt een handperspomp aangesloten, voorzien van een goed meetbereik in kPa met een maximum bereik van 0-600 kPa [0-6 bar];
- Hoofdstopkraan 1 en nieuw geplaatste kraan 2 en kraan 3 worden geopend en de installatie wordt ontlucht;
- Daarna stopkraan 2 dichtzetten;
- En de druk op de manometerbekijken en vastleggen in het meetverslag;
- Met de handpomp de druk plusminus 50 KPa verhogen;
- Is de druk stabiel, stopkraan 3 dichtzetten;
- Gedurende 30 seconden mag de manometer niet teruglopen;
- Is dit het geval dan kan de keerklep als lekdicht beschouwd worden.
- Vang het gechloreerde water weer op in de jerrycan;
- Open de stopkranen 1 en 2 en ontlucht de installaties op een nader tappunt.
Hygiëne
Niet controleerbare keerkleppen [EB en ED] moeten om de 10 jaar worden vervangen. Elke keer dienen de vacuümpomp, handpomp en de te gebruiken slangen ontsmet te worden met een hoge chloorconcentratie [VBC 500 mg/l chloor] voor de ontsmetting van de gebruikte temperatuur. Gebruik checklists en een isometrische schets van de installatie waar u de controles heeft uitgevoerd.
Normen en richtlijnen
Belangrijke aan te houden normen en richtlijnen:
- NEN 1006
- Water- en Werkbladen
- ISSO-publicatie 30 ‘Leidingwaterinstallaties in woningen’
Bronnen: TIAB – Oliver Strecker Seton bv/ Intech K&S 2004/ RGD 10-5-2004
- mei 29, 2020
- 8 views
Corona vraagt om ander legionellabeheer
Je kent ze wel, de borden langs de snelweg met het dringende verzoek om na de zomervakantie eerst de kranen door te spoelen voor gebruik. Dit, om een legionella-infectie te voorkomen. Na pakweg 3 maanden afgesloten te zijn geweest, worden binnenkort weer allerlei gebouwen in gebruik genomen. Ook nu adviseert de overheid om passende maatregelen te nemen tegen legionella. Opvallend genoeg gaan die verder dan gewoonlijk het geval is. Waarom?
In maart kwam onze economie tot stilstand. Met de ‘intelligente lockdown’ sloten tal van gebouwen hun deuren. Van scholen tot horeca-instellingen, kantoorgebouwen en sportcomplexen. Binnenkort gaan er weer een aantal open. Dat levert fikse risico’s op. Voor installateurs is het daarom opletten geblazen.
Prioritair en niet-prioritair
Voor het beheer en onderhoud van prioritaire installaties gelden strenge voorschriften. Denk maar aan het pakket aan maatregelen dat in acht moet worden genomen om legionella te voorkomen en te bestrijden bij onder andere zorginstellingen, ziekenhuizen, truckstops en sauna’s. Bij niet prioritaire installaties daarentegen blijft het advies na een vakantie meestal beperkt tot het doorspoelen van leidingen. Nu dringt de overheid aan op een stringentere benadering, waarom?
Verklaring
“Collectieve leidingwaterinstallaties hebben geen of slechts een beperkte stilstand gedurende het jaar”, legt Eric van der Blom, expert Sanitaire Technieken bij Techniek Nederland, uit. “Nu is de ongebruikelijke situatie ontstaan dat er geen sprake is van een doorsnee zomerstilstand van een paar weken, maar dat veel van deze gebouwen 3 maanden (deels) niet of nauwelijks zijn gebruikt en dat de omgevingstemperatuur bij de waterleiding vrij hoog kan zijn. Kortom omstandigheden waar de legionellabacterie uitstekend bij gedijt”,
Maatregelen
Hij verduidelijkt wat het maatregelenpakket zoal inhoudt. “Er wordt aangedrongen op actief beheer en onderhoud, waarbij voor de belangrijkste onderdelen van beheer wordt verwezen naar de grondslagen van NEN 1006, WB 1.4 G, WB 2.4 en ISSO 55.2. Daarbij moet je bijvoorbeeld denken aan het 20 x doorspoelen van leidingen met een snelheid van 1,5 meter per seconde. Dit houdt praktisch in dat per meter leidinglengte 10 seconden lang moet worden doorgespoeld. Ook kan je bij grotere diameters dan 100 inwendig en microbiologische vervuiling te maken krijgen met reinigen en desinfecteren. Daarnaast is het van belang dat de koudwatertemperatuur niet boven de 25 °C uitkomt en de warmwater temperatuur op minimaal 60°C zit bij de tappunten.”
Risicovolle situaties
Van der Blom adviseert installateurs om dit onderwerp onder de aandacht te brengen bij klanten. En niet alleen voor de directe ingebruikname, maar ook de periode erna. “Er zullen ongetwijfeld veel legionellabacteriën worden aangetroffen als er watermonsters worden genomen. Tegelijkertijd kan de toevoer van vers zuurstof- en voedselrijk water bij het doorspoelen ook de groei van de bacterie bevorderen. Vandaar dus dat er alertheid is geboden, ook in de weken na de ingebruikname van een drinkwaterinstallatie.”
Voor meer informatie over de geldende voorschriften, klik hier.