- artikel
- oktober 21, 2022
- 6 views
Historisch verwarmen
Door de klimaatcrisis en coronapandemie staan verduurzaming en ventilatie van gebouwen volop in de belangstelling. Tegelijkertijd is het opmerkelijk hoe weinig aandacht de beheersing van het binnenklimaat in de Nederlandse bouwhistorie en architectuurgeschiedenis heeft gekregen.
Architectuurhistoricus Natasja Hogen wil daar met haar proefschrift ‘Een nieuwe omgang met comfort’, dat recentelijk is verschenen bij de UVA, verandering in brengen. Voor IZ schreef zij een artikel over de periode van 1840 tot circa 100 jaar geleden.
Technische innovaties
De negentiende eeuw was een eeuw vol technische innovaties, onder andere op het gebied van het binnenklimaat. Waar voorheen alleen kon worden verwarmd met behulp van open vuren of eenvoudige kachels, kwam vanaf omstreeks 1840 luchtverwarming op de markt voor het verwarmen van gebouwen, al snel gevolgd door stoom- en waterverwarming. Deze systemen werden niet alleen toegepast in bijvoorbeeld ziekenhuizen en concertzalen, maar steeds vaker ook in de woonhuizen van de rijke bovenlaag van de bevolking.
Adviseurs
Waar aanvankelijk architecten verantwoordelijk waren voor het inpassen van deze systemen in het ontwerp van het gebouw, zorgde de steeds complexer wordende opgave om het binnenklimaat te reguleren ervoor dat de werktuigbouwkundig ingenieur als adviseur van de architect een belangrijke rol kreeg. Tegelijkertijd slaagden de architecten er heel goed in om deze moderne installaties nagenoeg onzichtbaar in te passen in de architectuurtaal van de negentiende eeuw.
Maatwerk
Hoewel ketels, leidingen, aansluitingen en verwarmingslichamen, zoals stoomkachels of ledenradiatoren maar ook aan- en afvoerroosters voor verse, al dan niet voorverwarmde of ‘bedorven’ lucht, op steeds grotere schaal machinaal werden geproduceerd, was elk klimaatontwerp maatwerk. De functie, bezettingsgraad, oriëntatie, vorm, hoofdstructuur, indeling en het gevelontwerp van het gebouw hadden elk grote invloed op het installatieontwerp. Het gebouw zelf maakte een essentieel onderdeel uit van het systeem: veel onderdelen, zoals verwarmingskelders, vacuümzolders en kanalen maakten deel uit van de bouwkundige structuur. Zonder deze elementen al in een vroeg stadium mee te nemen in het ontwerp van het gebouw, kon de technische installatie niet efficiënt functioneren. En aanpassingen van het systeem na oplevering van het gebouw waren over het algemeen niet te realiseren.
Voortrekkersrol
Openbare gebouwen speelden een belangrijke voortrekkersrol: dit waren bij uitstek gebouwen waar het binnenklimaat vanwege de schaal en functie zonder de toepassing van technische installaties niet voldoende comfortabel kon worden gehouden. Oververhitting en luchtverontreiniging lagen hier op de loer en een snelle opwarming van grote bijeenkomstzalen, die vaak maar een deel van de dag in gebruik waren, was gewenst, waardoor heteluchtverwarming voor veel grote gebouwen een uitkomst bood.
Ventilatie
Hierbij kon het verwarmingssysteem gecombineerd worden met de ventilatievoorziening. Nevenvertrekken werden vaak natuurlijk geventileerd en verwarmd met behulp van stoom- of warmwaterverwarming. Stoomverwarming was uitermate geschikt voor ziekenhuizen. Bij de toepassing van stoomverwarming kon warmte eenvoudig horizontaal worden verspreid vanaf een centraal punt, zoals een separaat ketelhuis. Bovendien kon de warmte op hygiënische wijze, zonder te veel warmteverlies tijdens het transport, met behulp van stoomkachels of radiatoren in het gebouw worden verspreid.
Woningen
Woonhuizen, maar ook kleine gebouwen zoals dorpsscholen, werden gedurende de negentiende eeuw nog altijd verwarmd door kachels, gecombineerd met de toepassing van natuurlijke ventilatie. Hierbij speelden met name de aanleg- en stookkosten een belangrijke rol. Op het moment dat de techniek zich rond 1900 verder ontwikkelde en de kosten langzaam maar gestaagd daalden, werden ook steeds meer woningen voor de middenklasse uitgerust met centrale verwarming. Bovendien hadden ontwikkelingen in klimaatinstallaties ook belangrijke sociale consequenties: waar voorheen slecht op een centraal punt in het huis werd gestookt, vaak in de keuken, werden nu veel meer vertrekken verwarmd, waardoor het gezinsleven zich uitwaaierde door het gehele huis
![Afb.-I-1-scaled[1]](https://installatienet.nl/wp-content/uploads/2022/10/Afb.-I-1-scaled1-e1666251619962.jpg)
De effectenbeurs
Bij de oplevering van de Amsterdamse Effectenbeurs in 1914 was de grootste innovatie van het gebouw ook voor de aanwezige beurshandelaren onzichtbaar. Het verwarmings- en ventilatiesysteem dat zich schuilhield in de kelder en het binnenklimaat in het gebouw regelde, was op dat moment het grootste en meest vooruitstrevende klimaatsysteem in Nederland.
Architect
De Effectenbeurs werd gebouwd naar ontwerp van architect Jos Cuypers, zoon van de gerenommeerde architect Pierre Cuypers, onder andere verantwoordelijk voor het ontwerp van het Centraal Station en het Rijksmuseum. Cuypers ontwierp in opdracht van de Vereniging voor de Effectenhandel tussen 1910 en 1914 een kantoorgebouw in Um 1800-stijl, een Duitse variant van een nieuwe, historiserende stijl, op een nagenoeg rechthoekig grondplan, met de grote beurszaal als hart van het gebouw.
Eisen binnenklimaat
Voor de aanbesteding van de ventilatie- en verwarmingsinstallatie van de Effectenbeurs was een gedetailleerd programma van eisen opgesteld. Zo werden voor de verschillende vertrekken in het gebouw de tijden genoemd waarop het systeem in gebruik moest zijn en hoe hoog de bezetting op die momenten was. De aan te voeren hoeveelheid ventilatielucht werd bij benadering vastgesteld op 100.000 kubieke meter per uur. De binnentemperatuur werd voor alle verkeers- en verblijfsruimten in het gebouw gesteld op 18 °C. Cuypers liet zich voor het installatieontwerp adviseren door ingenieur K. Erikstrup van de Brusselse firma Harten & Povel. Samen maakten Erikstrup en Cuypers in 1910 een studiereis door Europa, specifiek bedoeld om klimaatinstallaties in vergelijkbare openbare gebouwen te bestuderen en hieruit lessen te trekken voor het ontwerp van de Effectenbeurs.
Verwarming en ventilatie
De Effectenbeurs werd centraal verwarmd en mechanisch geventileerd met een luchtverwarmingssysteem. Verse lucht bereikte de beurszaal vanuit de kelder, waar de lucht van een binnenplaats werd aangezogen door een grote ventilator. Achter deze ventilator stonden zes luchtverwarmers opgesteld: cilindrische ketels waarin de lucht in kanalen, omwikkeld door warmwaterbuizen, werd voorverwarmd. Vervolgens werd de verse lucht via een groot kanaal naar de beurszaal geleid. Heel bijzonder was dat de verse, voorverwarmde lucht vervolgens niet via bouwkundige kanalen, maar via de gangen en vertrekken door het gebouw werd verspreid. Door middel van roosters in de plafonds van de kantoorvertrekken werd bedorven lucht door kanalen afgevoerd naar ventilatietorens op het dak. Omdat het restaurant op andere tijden in gebruik was dan de beurszaal en de kantoren, werd hier een tweede, kleinere luchtverwarmingsinstallatie aangelegd. Ter ondersteuning van de luchtverwarming werd daarnaast heetwaterverwarming toegepast, waarvoor zes gietijzeren ledenketels van het systeem ‘Reck’ stonden opgesteld in de kelder. In de meeste vertrekken stonden gietijzeren radiatoren opgesteld, in de beurszaal exemplaren van smeedijzer, omdat deze over een grotere verwarmingscapaciteit beschikten.
Dit is een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ. De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.nl
- Branche
- oktober 18, 2022
- 6 views
BDR Thermea Group verhoogt productie van warmtepompen
BDR Thermea Group, fabrikant van binnenklimaatoplossingen, breidt zijn warmtepompproductie uit om aan de snelgroeiende vraag van consumenten te voldoen naar duurzame en energiezuinige verwarmingsoplossingen. Stijgende gasprijzen en zorgen over energiezekerheid versnellen de Europese vraag naar warmtepompen en hybride oplossingen.
BDR Thermea Group zal daarom nieuwe productielijnen voor warmtepompen openen op haar productielocaties in Apeldoorn, Nederland en Bassano del Grappa, Italië. Vanaf juli 2023 gaan de productielocaties naast de cv-ketels ook warmtepompen produceren. Het bedrijf vergroot ook de capaciteit met 50% op zijn bestaande productielocaties voor warmtepompen in Mertzwiller, Frankrijk en Vilafranca del Penedès, Spanje. Bovendien intensiveert het concern de productie van warmwaterboilers – een belangrijk onderdeel van warmtepompsystemen – in Istanboel, Turkije. BDR Thermea Group streeft ernaar de jaarlijkse productie van warmtepompen te verhogen tot 800.000 in 2026.
Anticiperen op verdere uitbreiding
Peter Snel, CTO bij BDR Thermea Group, zegt: “Warmtepompen en hybride oplossingen spelen een sleutelrol in de energietransitie. Ze zijn zeer efficiënt en bieden de mogelijkheid om de opwekking van warmte op de plek waar je deze nodig hebt koolstofarm te maken. De huidige stijgende gasprijzen en zorgen over energiezekerheid stuwen de vraag naar ongekende hoogten. De afgelopen jaren hebben we geïnvesteerd in het uitbreiden van ons assortiment warmtepompen en het opleiden van installateurs om deze oplossingen te onderhouden. Nu is het tijd om op te schalen om aan de vraag te kunnen blijven voldoen. En aangezien de vraag blijft stijgen, anticiperen we nu al op verdere uitbreiding."
Vooroplopen in energietransitie
Als een van 's werelds grootste fabrikanten van verwarmings- en koelingsproducten, variërend van hr-ketels tot innovatieve warmtepomptechnologie en aangesloten diensten, wil BDR Thermea Group vooroplopen in de energietransitie met zijn assortiment producten en oplossingen voor het koolstofarm maken van verwarming. In 2021 breidde BDR Thermea Group zijn productassortiment uit met 24 nieuwe warmtepompoplossingen. Het bedrijf voert sinds 2019 succesvolle tests uit met 100% waterstofketels voor residentieel gebruik. Vorige maand kondigde ze al aan dat de allereerste pure waterstofketel voor commerciële toepassingen klaar is voor tests.
Internationale speler
BDR Thermea Group, opgericht in 2009, is een fabrikant van thermische comfortoplossingen voor huishoudelijk en commercieel gebruik. Het bedrijf heeft meer dan 6.200 mensen in dienst en is actief in meer dan 100 landen wereldwijd. BDR Thermea Group, dat in 2021 een omzet van EUR 2,1 miljard realiseerde, bedient klanten onder merken zoals BAXI, De Dietrich, Remeha, Brötje, Chappée en Baymak. Het hoofdkantoor van BDR Thermea Group bevindt zich in Apeldoorn, Nederland.

- Branche
- oktober 18, 2022
- 7 views
Ruim kwart voetbalclubs bezig met aanschaf warmtepomp
Door de gestegen energieprijzen is een gemiddelde sportvereniging dit jaar €15.000 extra kwijt aan de energierekening. Dit is een stijging van bijna 100% ten opzichte van vorig jaar. Verenigingen hebben ontzettend veel moeite om de energierekeningen te kunnen betalen en maar liefst 38% van alle verenigingen vreest inmiddels voor het voortbestaan van de club. De helft van alle clubs hebben op dit moment een variabel contract en van nog eens 22% loopt het contract binnen 6 maanden af. Deze verontrustende cijfers komen uit recent onderzoek dat de KNVB samen met Groene Club sponsor Mitsubishi Electric heeft laten uitvoeren.
“Als duurzaamheidspartner van de KNVB herkennen we de onzekerheden waar veel voetbalverenigingen mee te maken hebben. Maar waar voor veel verenigingen een warmtepomp eerst nog geen interessante investering was is dit nu volledig omgeslagen”, geeft Arjen de Jong, algemeen directeur bij Alklima de exclusief distributeur van Mitsubishi Electric aan. “Steeds meer verenigingen hebben baat bij het plaatsen van een warmtepomp als één van de mogelijkheden om energie te besparen en de club te verduurzamen. Ondanks dat we merken dat meer bedrijven, particulieren en zeker ook sportverenigingen interesse tonen in verduurzamen en de aanschaf van een warmtepomp hebben we er begrip voor dat veel zaken nog onduidelijk zijn. Daarom ben ik enorm trots dat we onze campagne “de Energietrainer” kunnen aankondigen.”
‘Energietrainer’ John Williams
“Iedereen heeft het over verduurzamen en het verlagen van de energierekening. Maar waar begin je en waar houdt het op? Ook ik worstel daarmee”, geeft John Williams aan. “Als Energietrainer help ik samen met de experts van Mitsubishi Electric de Nederlandse voetbalclubs met het verduurzamen en verlagen van de energierekening. Naast mijn presentatie-werk bij onder andere “Help mijn man is klusser” ben ik een groot voetballiefhebber en iemand die enorm veel affiniteit heeft met verduurzamen. Ik hoefde in ieder geval niet lang na te denken toen Mitsubishi Electric en de KNVB mij vroegen voor de functie van Energietrainer. Ik ben heel erg trots en blij dat ik een onderdeel mag zijn van dit project. Want hiermee kunnen wij heel veel clubs en dus mensen helpen. Want dit zijn zware tijden voor iedereen.”
Veel verenigingen maken al goede stappen
Marc Nipius is vanuit de KNVB één van de grondleggers van De groene Club: “We zijn de Groene Club in 2018 gestart om verenigingen te helpen met verduurzamen. En we zien dat veel verenigingen al goede stappen hebben gemaakt. Voornamelijk met zonnepanelen en LED-verlichting. Maar de vraag vanuit verenigingen is veranderd. We zien op dit moment een stijgende vraag naar warmteoplossingen bij verenigingen. Met Mitsubishi Electric hebben wij een partner met veel kennis op het gebied van warmtepompen. Iets waar onze verenigingen veel naar vragen. Maar liefst 27% van de verenigingen is nu al bezig met het aanschaffen van een warmtepomp en dat zal de komende jaren alleen maar toenemen. We zijn daarom ook enorm blij dat Mitsubishi Electric partner is geworden van De Groene Club.”

- Branche
- oktober 17, 2022
- 6 views
Prefab warmtepompen voor op het dak
Nefit Bosch en iBuild hebben een contract getekend waarin een meerjarige samenwerking wordt vastgelegd. Nefit Bosch gaat iBuild honderden prefab-installaties leveren op basis van de all-electric dakwarmtepomp die Nefit Bosch volgend jaar op de markt brengt.
Als ambitieuze start-up komt iBuild met een nieuw woningbouwconcept dat het bouwproces versnelt. Woningen worden gebouwd vanuit een vaste bodemplaat met volledig in de fabrieken van partners voorgeproduceerde elementen. Voor de duurzame verwarming en warmwatervoorziening kiest iBuild voor de nieuwe lucht-water dakwarmtepompen van Nefit Bosch, de Compress 5800i AWR ('Air Water Rooftop'). Deze specifiek voor schuine daken ontwikkelde, volledige geïntegreerde monoblockoplossing wordt in zijn geheel op het dak geplaatst. Alleen de aansluitingen, waarvoor geen specifieke certificering vereist is, gaan door het dak.
Prefab installatie
Het binnendeel, bestaande uit de compacte binnenunit, een 200 of 300 liter warmwaterboiler en een buffervat, wordt samen met een WTW-unit voorgemonteerd in het prefab configuratiecentrum van Nefit Bosch in Deventer. De complete unit wordt aangeleverd als prefab skid, zodat de installatiewerkzaamheden op locatie tot een minimum worden beperkt.
Dingen slimmer doen
“Deze werkwijze bespaart niet alleen veel tijd en schaarse menskracht, hij verlaagt ook faalkosten en minimaliseert de impact op het milieu. Als iBuild willen we een bijdrage leveren aan het oplossen van de woningnood, door dingen slimmer te doen. Maar wel met oog voor de prijs én op een zo duurzaam mogelijke wijze”, zegt William van Rijn, één van de oprichters van iBuild.
Mark Dekker, key accountmanager nieuwbouw bij Nefit Bosch, vult aan: “Als Nefit Bosch hebben we sterke ambities om te groeien op de nieuwbouwmarkt met de nieuwste warmtepomptechnologie, maar ook met prefab oplossingen. Voor ons is de samenwerking met iBuild een perfecte match.”
“Door jarenlange ervaring in de bouwwereld en het ontwerpen van gebouwen met diverse functies te combineren, hebben we een samenwerking gevonden die baanbrekend kan zijn voor de toekomstige huizenmarkt”, stelt William van Rijn.
Onderhoudsarm
“Dat iBuild kiest voor deze oplossing is eigenlijk heel logisch. Een dakopstelling kent minder beperkingen ten aanzien van geluid en ruimte”, licht Mark Dekker toe. “Onze nieuwe dakwarmtepomp is uniek in de markt. Superstil en geen risico op trillingen in de dakconstructie. Het ontwerp is gebaseerd op Nederlandse woningen en windbelastingen. Er wordt gebruikgemaakt van een natuurlijk koudemiddel (Propaan) waardoor hoge aanvoertemperaturen worden gehaald. De unit kent een lange levensduur en is onderhoudsarm.”
De nieuwe dakwarmtepomp rolt vanaf medio 2023 van de band bij Nefit Bosch in Deventer.

- Branche
- oktober 7, 2022
- 6 views
Ook verhoogd prijsplafond maakt warmtepomp duur
Ook het verhoogde prijsplafond biedt geen soelaas voor wie een warmtepomp heeft of van plan was deze aan te schaffen. In de meeste gevallen speel je quitte ten opzichte van verwarmen met een cv-ketel. Huishoudens die onlangs een nieuw energiecontract afsloten zijn zelfs ruim 700 euro meer kwijt wanneer zij de warmtepomp prefereren boven verwarmen op gas. Dat concludeert vergelijkingswebsite Slimster, nadat het twee weken geleden al berekende dat de eerste variant van het prijsplafond voor warmtepompeigenaren een klap in het gezicht was.
Nadat er de nodige ophef ontstond over het vorige prijsplafond - het bedrag van 70 cent per kWh was te hoog en het verbruiksplafond van 2400 kWh per jaar juist te laag - besloot het kabinet dit aan te passen naar 40 cent en 2900 kWh. Slimster berekende wat deze aanpassingen voor verschillende soorten huishoudens betekenen. Een huishouden met een gemiddeld verbruik ziet de energiekosten door de aanschaf van een al dan niet hybride warmtepomp met 100 tot 120 euro per jaar dalen. “Een minieme besparing die niet opweegt tegen de hoge aanschafkosten van een warmtepomp, zeker niet in een periode waarin veel gezinnen het spaargeld ook goed voor andere zaken kunnen gebruiken”, aldus Marco Schuurman, eigenaar van Slimster.
Nieuw contract
Huishoudens die onlangs overstapten naar een andere energieleverancier zijn nog veel duurder uit. Sterker, voor hen is het gunstiger om op gas te blijven verwarmen dan de stap naar elektrisch te zetten, concludeert Slimster. Dat komt omdat je met een warmtepomp gegarandeerd ruim over het verbruiksplafond van 2900 kWh heengaat. Heb je daarbij net een nieuw contract afgesloten, dan betaal je de torenhoge prijzen die leveranciers momenteel hanteren in hun modelcontracten. Bij Vattenfall, Eneco en Essent gaat het om gemiddeld 92 cent per kWh. Die prijs geldt dan voor bijna de helft van je elektriciteitsverbruik, wat dus niet onder het prijsplafond valt. In de praktijk komt het erop neer dat huishoudens in deze situatie met een volledig elektrische warmtepomp ruim 700 euro per jaar meer kwijt zijn aan energiekosten dan met een ouderwetse cv-ketel. Bij de keuze voor een hybride warmtepomp komt het neer op een nadeel van ruim 300 euro, blijkt uit de berekeningen van Slimster.
Elektrisch bijverwarmen
Wat nog wel uitkomst kan bieden is gebruikmaken van een airco of infraroodpaneel als elektrische bijverwarming. De thermostaat kan dan lager worden gezet, waardoor flink wordt bespaard op gaskosten en alleen de ruimte op stroom wordt verwarmd waar iemand op dat moment verblijft. Dat kan gunstig zijn wanneer iemand bijvoorbeeld overdag thuiswerkt.

- Branche
- oktober 6, 2022
- 5 views
Nieuw bedrijfspand voor fabrikant warmtepompen
Binnenkort zal in opdracht van projectontwikkelaar Prohuis op bedrijventerrein Bagven Park in Breda worden gestart met de bouw van een nieuw bedrijfspand voor NIBE Energietechniek. In Breda krijgt NIBE, dat nu nog is gevestigd in Oosterhout, de ruimte om haar groeiambities te realiseren. Daarnaast maakt de nieuwbouw het mogelijk om het trainingsaanbod van de NIBE Academy te vergroten. Het nieuwe bedrijfspand wordt naar verwachting opgeleverd in de eerste helft van 2024.
Het hart van het nieuwe bedrijfspand van NIBE zal worden gevormd door het NIBE Brand Experience Center. Hier kunnen bezoekers kennismaken met – en zich laten informeren over – de visie en de duurzame energieoplossingen van NIBE. En ook de NIBE Academy – het opleidingscentrum van NIBE – krijgt een prominente plek binnen het gebouw, zodat NIBE nóg meer klanten trainingen kan aanbieden. Het overdragen van kennis en vakmanschap is belangrijk voor NIBE, want zonder vakbekwame professionals loopt de energietransitie vast en worden de klimaatdoelen niet tijdig bereikt. Via de NIBE Academy biedt NIBE daarom diverse technische trainingen aan op het gebied van (ondermeer) installatieontwerp, productkeuze, installeren en inbedrijfstellen. Daarbij wordt niet alleen aandacht besteed aan theoretische kennis, maar krijgen cursisten ook volop de kans om in de praktijk te ‘sleutelen’ aan NIBE producten. In het nieuwe pand zal het aanbod van de NIBE Academy fors worden uitgebreid, zodat er meer professionals kunnen worden getraind.
Ruimte voor groei
Het nieuwe kantoorpand krijgt een omvang van circa 1.700 m2: fors meer ruimte dan het huidige pand in Oosterhout. En dat is volgens Managing Director Rob Spoelman ook hard nodig. “De markt voor warmtepompen is in Nederland en België de laatste jaren exponentieel gegroeid. Deze ontwikkeling zal zich de komende jaren zeker doorzetten en daar willen we uiteraard van profiteren. We hebben dan ook bewust gekozen voor een pand ‘op de groei’, met ruimte voor onze huidige én toekomstige nieuwe medewerkers.” Productieactiviteiten zijn niet voorzien, want de producten worden voornamelijk gefabriceerd bij NIBE in Zweden en bij diverse dochterondernemingen elders in Europa.

- Branche
- september 23, 2022
- 6 views
Collectieve hoog temperatuur warmtepomp nu ook te waarderen in BENG
Het Bureau Controle en Registratie Gelijkwaardigheid (BCRG) heeft de SWP warmtepomp een gelijkwaardigheidsverklaring toegekend voor tapwater en ruimteverwarming. Woningbouwcorporaties en VVE’s die bestaande woningen willen verduurzamen, kunnen hun collectieve cv-ketels nu – zonder grote aanpassingen aan het aangiftesysteem – vervangen door een hoog temperatuur lucht/water-warmtepomp.
Woningcorporaties spelen een belangrijke rol in het verduurzamen van de woningvoorraad in Nederland. De grootste uitdaging vormt het verduurzamen van de bestaande woningen. Na een succesvolle pilot bij Wonen Limburg, waar acht wooncomplexen gasloos zijn gemaakt, is het consortium er in geslaagd om een gelijkwaardigheidsverklaring op de warmtepomp te krijgen.
Geen waardering voor warmtepompen van meer dan 70 kW
Voor het beproeven van warmtepompen tot 70 kW zijn Europese normen en energielabels beschikbaar. Voor grotere warmtepompen ontbreken deze. De norm gaat slechts tot een uitgaande watertemperatuur van 65 °C; voor hogere temperaturen wordt een warmtepomp gelijk gesteld aan elektrische verwarming. Voor warm tapwater speelt hetzelfde, er zijn voor grotere apparaten geen normatieve methode beschikbaar. Bijkomende uitdaging is het ontbreken van onafhankelijke testfaciliteiten die warmtepompen met een vermogen > 70 kW goed kunnen testen. Kortom: het was onmogelijk de collectieve hoog temperatuur warmtepomp te waarderen in een BENG berekening voor het Energielabel.
Door een onafhankelijk onderzoeker en in afstemming met BCRG is een test- en beoordelingsmethodiek ontwikkeld die aansluit bij de EN14511/EN14825 testnormen. De voor warmtepompen opgezette Bijlage Q van de NTA 8800 methodiek is uitgebreid naar hoge afgifte temperaturen. De SWP warmtepomp is onder toezicht getest.
Met de publicatie van de gelijkwaardigheidsverklaring is een vergelijking mogelijk met collectieve verwarmingssystemen op basis van cv-ketels met behoud van het afgiftesysteem.
Voorbeeld berekening
Een appartement van 70 m2, gebouwd in 1970 met een collectief gasgestookt verwarmingssysteem voor ruimteverwarming & tapwater, matig (na)geïsoleerd, dubbelglas. Het bestaande label is Energielabel D met een gasverbruik van 1.750 m3/jaar . In totaal 258 kWh/m2 primaire energie.
De cv-ketel wordt vervangen door de SWP warmtepomp, verder geen wijzigingen. Het energiegebruik voor ruimteverwarming & tapwater samen wordt 5.541 kWh/jaar overeenkomend met 127 kWh/m2 primaire energie. Het nieuwe energielabel wordt A. Het primair energiegebruik halveert.
Prestaties van de warmtepomp
De SWP-DT-U281 lucht/water warmtepomp gebruikt buitenlucht als warmtebron en geeft zijn nuttige warmte af aan cv- en tapwater. Bij de metingen is aangetoond dat zelfs bij een buitentemperatuur van -20°C de cv-temperatuur van +80°C graden behaald wordt. De SWP zorgt ervoor dat bestaande wooncomplexen er altijd warmpjes bij zitten.
Innovatie door samenwerking
Om deze innovatie mogelijk te maken en te zorgen voor een succesvolle inpassing in de markt hebben de partijen Servex (bedenker, productontwikkelaar en producent), installatiebedrijven Kemkens & Feenstra, groothandel Gafco (Rensa groep) en ingenieursbureau Sparkling Projects de handen inééngeslagen. Binnen dit consortium wordt expertise uit de keten bij elkaar gebracht voor een goede inpassing in de gebouwde omgeving. Vanuit Topsector Energie van RVO kreeg dit project MOOI subsidie. De demonstratie bij Wonen Limburg is mogelijk gemaakt door Subsidie van DEI programma. Meer informatie en een factsheet zijn te vinden op de website van het consortium: www.natuurlijkgasloos.nl.

- Branche
- september 23, 2022
- 6 views
Verduurzamen van collectieve installaties
Verduurzamen van collectieve installaties Energy Bridge verduurzaamt collectieve installaties van wooncomplexen en kantoren. Een gat in de markt. Vandaar dat het bedrijf flink doorgroeit. Directeur Jan-Maarten Elias legt aan de hand van een project in Spijkenisse uit hoe Energy Bridge te werk gaat. Volgens Elias zijn er drie trends die nu een belangrijke stempel drukken op de bouwkolom. Ten eerste de prijsstijgingen die voortvloeien uit de schaarste aan materialen. Daarnaast is efficiency een belangrijk thema om zo goed mogelijk met bestaande arbeid en grondstoffen om te gaan en verspilling te voorkomen. Tot slot wordt er steeds meer gestuurd op CO2-uitstoot, onder andere vanuit de EPBD III. Adviseur en installateur Energy Bridge is zowel een adviseur als installateur. Elias: “In principe pakken we het gehele traject. Van consultancy tot realisatie. Maar de klant kan ook beslissen om ons slechts in te schakelen voor één van beide.” Nichespeler Het bedrijf richt zich op een niche: het verduurzamen van collectieve installaties. “Vaak gaat het om lange besluitvormingstrajecten voordat er tot realisatie wordt overgegaan”, vertelt Elias. “Energy Bridge wil een toonaangevende speler worden die op termijn ook steeds meer gestandaardiseerde producten en prefaboplossingen kan aanbieden. Project Het bedrijf schakelt het liefst zoveel mogelijk over op all-electric installaties bij verduurzamingsopgaven. Maar dat is niet altijd haalbaar. In Spijkenisse werd er daarom gekozen voor een hybride installatie met twee HT-warmtepompen van ieder 55 kW. Hiermee kan het aardgasgebruik met bijna 80 % worden teruggebracht. Uitdagingen “We werden ingeschakeld om de collectieve ketelinstallatie van een galerijflat van woningcorporatie Woonbron met 10 verdiepingen en 90 woningen te verduurzamen”, legt Elias uit. Hij kreeg daarbij te maken met twee grote uitdagingen. Ten eerste was de aansluiting op het elektriciteitsnet ontoereikend voor de nieuwe installatie. Ten tweede moesten de nieuwe warmtepompen op het dak worden gekoppeld aan de ketels en het buffervat beneden op de begane grond. Oplossingen Het project ging afgelopen mei van start en heeft een doorlooptijd van circa 6 maanden. “We hebben de aansluiting op het net verzwaard”, vertelt Elias. “De nieuwe aanvoer- en retourleidingen van de warmtepompen naar de buffervaten laten we via een aparte schacht naast de lift lopen. Om het transportverlies zoveel mogelijk te beperken worden de leidingen geïsoleerd.” Op het dak komen 140 PV-panelen te liggen, daarmee is het complex nog niet zelfvoorzienend. Bovendien blijft gelijktijdigheid een issue. De warmtepompen draaien vooral als de PV-panelen weinig opbrengen. Met een buffervat ondervangt Energy Bridge dit probleem grotendeels. “As a service” Na oplevering wordt de installatie via remote access continu gemonitord. Mocht er onderhoud en service nodig zijn dan kan de servicemonteur overal bij, mede dankzij nieuwe plateaus bij de leidingen in de lange schacht. Energy Bridge blijft verantwoordelijk voor de thermische en energetische prestaties, want de warmte wordt “as a service” aangeboden. Dit is een verkorte versie van een artikel dat binnenkort verschijnt in het praktijkblad InstallateursZaken, novemberuitgave 2022.
Energy Bridge verduurzaamt collectieve installaties van wooncomplexen en kantoren. Een gat in de markt. Vandaar dat het bedrijf flink doorgroeit. Directeur Jan-Maarten Elias legt aan de hand van een project in Spijkenisse uit hoe Energy Bridge te werk gaat.
Volgens Elias zijn er drie trends die nu een belangrijke stempel drukken op de bouwkolom. Ten eerste de prijsstijgingen die voortvloeien uit de schaarste aan materialen. Daarnaast is efficiency een belangrijk thema om zo goed mogelijk met bestaande arbeid en grondstoffen om te gaan en verspilling te voorkomen. Tot slot wordt er steeds meer gestuurd op CO2-uitstoot, onder andere vanuit de EPBD III.
Adviseur en installateur
Energy Bridge is zowel een adviseur als installateur. Elias: “In principe pakken we het gehele traject. Van consultancy tot realisatie. Maar de klant kan ook beslissen om ons slechts in te schakelen voor één van beide.”
Nichespeler
Het bedrijf richt zich op een niche: het verduurzamen van collectieve installaties. “Vaak gaat het om lange besluitvormingstrajecten voordat er tot realisatie wordt overgegaan”, vertelt Elias. “Energy Bridge wil een toonaangevende speler worden die op termijn ook steeds meer gestandaardiseerde producten en prefaboplossingen kan aanbieden.
Project
Het bedrijf schakelt het liefst zoveel mogelijk over op all-electric installaties bij verduurzamingsopgaven. Maar dat is niet altijd haalbaar. In Spijkenisse werd er daarom gekozen voor een hybride installatie met twee HT-warmtepompen van ieder 55 kW. Hiermee kan het aardgasgebruik met bijna 80 % worden teruggebracht.
Uitdagingen
“We werden ingeschakeld om de collectieve ketelinstallatie van een galerijflat van woningcorporatie Woonbron met 10 verdiepingen en 90 woningen te verduurzamen”, legt Elias uit. Hij kreeg daarbij te maken met twee grote uitdagingen. Ten eerste was de aansluiting op het elektriciteitsnet ontoereikend voor de nieuwe installatie. Ten tweede moesten de nieuwe warmtepompen op het dak worden gekoppeld aan de ketels en het buffervat beneden op de begane grond.
Oplossingen
Het project ging afgelopen mei van start en heeft een doorlooptijd van circa 6 maanden. “We hebben de aansluiting op het net verzwaard”, vertelt Elias. “De nieuwe aanvoer- en retourleidingen van de warmtepompen naar de buffervaten laten we via een aparte schacht naast de lift lopen. Om het transportverlies zoveel mogelijk te beperken worden de leidingen geïsoleerd.” Op het dak komen 140 PV-panelen te liggen, daarmee is het complex nog niet zelfvoorzienend. Bovendien blijft gelijktijdigheid een issue. De warmtepompen draaien vooral als de PV-panelen weinig opbrengen. Met een buffervat ondervangt Energy Bridge dit probleem grotendeels.
“As a service”
Na oplevering wordt de installatie via remote access continu gemonitord. Mocht er onderhoud en service nodig zijn dan kan de servicemonteur overal bij, mede dankzij nieuwe plateaus bij de leidingen in de lange schacht. Energy Bridge blijft verantwoordelijk voor de thermische en energetische prestaties, want de warmte wordt “as a service” aangeboden.
Dit is een verkorte versie van een artikel dat binnenkort verschijnt in het praktijkblad InstallateursZaken, novemberuitgave 2022.

- Branche
- september 22, 2022
- 6 views
Zuivere waterstofketel voor commerciële toepassingen klaar voor veldtesten
BDR Thermea Group, een fabrikant van binnenklimaatoplossingen, bereidt zich voor op de eerste real-life proeven van ketels op zuivere waterstof voor commerciële toepassingen. Deze stap volgt op succesvolle proeven met 100% waterstofketels voor residentieel gebruik die het bedrijf sinds 2019 in Europa uitvoert. “Groene waterstof is een handige manier om grotere gebouwen CO2-vrij te maken”, zegt Business Director Emilia Cabral. Dit komt omdat we hiermee hernieuwbare energie over langere perioden kunnen opslaan en zware piekbelastingen op het elektriciteitsnet kunnen helpen voorkomen. Omdat commerciële gebouwen aanzienlijk bijdragen aan de CO2-emissies in Europa, is hun overstap naar koolstofneutrale oplossingen cruciaal.”
Na uitgebreide tests van de waterstoftechnologie in het R&D-centrum in Apeldoorn, bereidt BDR Thermea Group prototypes voor op real-life demonstraties in heel Europa. De eerste daarvan kunnen tegen het einde van dit jaar live zijn. Daarbij zullen de verschillende gebruikerscases van de waterstofketel te zien zijn. Denk dan aan toepassingen op locaties van lokale waterstofopwekking met opslagoplossingen, en/of in een hybride opstelling met een warmtepomp, waarbij de waterstofketel de piekbelastingen op het elektriciteitsnet zal dekken. Deze proeffase biedt ook een kans voor alle belanghebbenden - van nutsbedrijven tot leveranciers van energienetten, overheden en gebouweigenaren. Zij kunnen hierdoor meer te weten komen over het potentieel van waterstof voor verwarming.
Een flexibele oplossing
“Terwijl we de weg naar een fossielvrije samenleving bewandelen, willen we onze klanten flexibiliteit bieden. Met dit in gedachten werken we momenteel aan het 100% waterstof-ready maken van ons volledige assortiment commerciële ketels in Europa. De meeste ketels in ons huidige portfolio zijn 20% waterstof-ready. Maar we zullen ook een conversiekit lanceren voor toekomstige ketels, waarmee zij kunnen overschakelen van aardgas naar 100% waterstof”, zegt Cabral. “Hierdoor kunnen commerciële gebruikers zich voorbereiden op de brandstofwissel en hen volledige flexibiliteit bieden.”
Een andere technologie in de waardepropositie van BDR Thermea is de warmtepomp, die zijn eigen rol speelt bij het CO2-vrij maken van alle soorten gebouwen. “Een hybride opstelling die de pure waterstofketel en de warmtepomp combineert, biedt gebruikers de kans om de vruchten van beide apparaten te plukken. Gezien het vermogen van waterstof om als opslag voor elektriciteit te dienen, kan de waterstofketel de rol van de warmtepomp overnemen op momenten van piekvraag naar elektriciteit”, aldus Cabral.
De rol van schone gassen in de energietransitie
Er zijn meerdere scenario's voor de samenleving om warmte koolstofvrij te maken, variërend van volledige elektrificatie tot het toepassen van hybrides en groene gassen. Recent onderzoek, gepubliceerd door Guidehouse, geeft aan dat een scenario waarin biogas en groene waterstof worden toegepast samen met een hoog niveau van elektrificatie, de snelste, soepelste en meest betaalbare overgang naar hernieuwbare energiebronnen biedt. Het gebruik van schone gassen, zoals waterstof en biomethaan naast een hoog niveau van elektrificatie, biedt voordelen in termen van totale kosten voor de samenleving, bruikbaarheid en sociale acceptatie. Bovendien vermindert dit de piekbelasting van verwarming met meer dan 50% - beoordeeld tijdens een windstille en donkere winterweek. Voor deze momenten, waarop de opwekking van hernieuwbare energie uit natuurlijke bronnen laag is, kunnen groene gassen het overnemen en voldoen aan de energievraag.
Over de zuivere waterstofketel
Voor het concept van de 100% waterstofketel geldt dat zij net zo goed presteren als aardgasketels. Cabral: “Met een modulatiediepte van 1:5 en vergelijkbare output, efficiëntie, responsiviteit, digitale interfaces en afmetingen, hebben servicemonteurs slechts beperkt extra opleiding nodig. Gebruikers kunnen dan ook dezelfde, hoge prestaties verwachten. Zo zijn verschillende interne componenten, zoals de brander en sensoren, opnieuw ontworpen voor het specifieke gebruik van waterstof.”
De zuivere waterstofketels Remeha Quinta ACE/De Dietrich Evodens Pro AMC 45kW kunnen in een cascade-opstelling worden gebruikt. De toestellen maken deel uit van een ketelbereik met een maximaal vermogen van 115kW per ketel. De oplossing is schaalbaar tot acht ketels in één installatie. De ketel is ook hybride-ready, wat betekent dat hij kan worden toegepast in een geoptimaliseerde opstelling met een warmtepomp. Deze toepassing resulteert in een lager gasverbruik en een hoger rendement, aldus de fabrikant.

- Branche
- september 22, 2022
- 6 views
Warmtepomp door prijsplafond bijna 900 euro duurder dan cv-ketel
Het prijsplafond op energie dat het kabinet op Prinsjesdag aankondigde maakt dat veel Nederlanders de aanschaf van een warmtepomp voorlopig zullen uitstellen. Dat vermoedt vergelijkingssite Slimster, na berekend te hebben wat de maatregel betekent voor huishoudens met enerzijds een cv-ketel of anderzijds een (hybride) warmtepomp. Waar zo’n warmtepomp tot meer dan 2000 euro per jaar kon besparen, zijn huishoudens met een cv-ketel in de nieuwe situatie juist tot bijna 900 euro goedkoper uit.
Slimster rekende uit wat de energiekosten voor een gemiddeld huishouden met een cv-ketel, hybride warmtepomp of all-electric warmtepomp zijn in de huidige en in de nieuwe situatie. Het gebruikte daarvoor de gemiddelde tarieven die de drie grootste energieleveranciers in hun modelcontracten hanteren als uitgangspunt en ging uit van het gemiddelde verbruik dat Milieu Centraal noemt. Daaruit blijkt dat huishoudens met een cv-ketel hun energierekening ruimschoots gehalveerd zien worden. Met een hybride warmtepomp bespaar je zo’n 31 procent, terwijl de rekening met een volledig elektrische warmtepomp met slechts 10 procent afneemt.
Elektrisch verwarmen duurder
In de huidige situatie bespaart een gezin met een hybride warmtepomp tot 1417 euro per jaar ten opzichte van een cv-ketel. Wie een all-electric warmtepomp heeft en dus volledig ‘van het gas af’ is, ziet de kosten met 2361 euro per jaar afnemen. Maar wanneer straks het prijsplafond is ingevoerd zijn een hybride en volledig elektrische warmtepomp juist respectievelijk 524 tot 871 euro per jaar duurder dan een gasgestookte cv-ketel.
Verhouding tussen gas- en stroomprijs zoek
De reden voor deze opmerkelijke verschillen is het feit dat het plafond op de gasprijs veel lager ligt dan de ‘cap’ op de stroomprijs. Waar het verschil tussen een modelcontract en het plafondtarief van de overheid wat betreft stroom slechts 24 procent bedraagt, gaat het bij gas om een afname van liefst 65 procent. Voorheen lag de prijs voor een kilowattuur stroom zo’n vier keer lager dan de prijs voor een kuub gas. Nu is dat verschil nog maar een factor twee. Ook bijvoorbeeld elektrisch koken wordt om deze reden oninteressant zolang het prijsplafond geldt.
Bijverwarmen met airco
De uitzondering geldt uiteraard voor huishoudens met zonnepanelen, die het gros van hun huidige elektriciteitsverbruik kunnen wegstrepen. Volgens Slimster tonen zonnepaneleneigenaren de laatste tijd bovendien veel interesse in airco’s. Niet alleen om ‘s zomers te kunnen koelen, maar ook om ‘s winters te kunnen bijverwarmen. De thermostaat kan dan omlaag en de airco verwarmt bijvoorbeeld de woonkamer - de ruimte waar je doorgaans het meest bent - bij tot een aangename temperatuur. Zolang je dit niet de hele dag doet, kan de combi van zonnepanelen en een airco aanzienlijk schelen in de energiekosten.
