In jaar tijd 17 keer zoveel aanvragen voor warmtepompen

Dinsdag 17 mei werd bekend dat de (hybride) warmtepomp vanaf 2026 de standaard wordt. Uit cijfers van de Nederlandse offertevergelijker Slimster blijkt dat de interesse in warmtepompen de laatste maanden al sterk is toegenomen. Zo lag het aantal aanvragen voor een warmtepomp in het eerste kwartaal van 2022 zeventien keer hoger dan in de eerste drie maanden van 2021. Installateurs die vorig jaar één warmtepomp per maand plaatsten, installeren er nu vier per week. En waar de voorlopige piek in maart bereikt werd, lijkt de boodschap van minister De Jonge de vraag opnieuw flink aangewakkerd te hebben.

Nadat dinsdag bekend werd dat de (hybride) warmtepomp over vier jaar de standaard is, kreeg Slimster.nl ruim vijf keer zoveel offerte-aanvragen op een dag te verwerken als normaal. Eigenaar Marco Schuurman vertelt dat er echter nauwelijks installateurs zijn die klussen kunnen aannemen: “Op dit moment heeft zeker tachtig procent van deze bedrijven aangegeven dat zij voor het komende halfjaar of langer vol zitten.” Schuurman zegt dat wie momenteel een offerte aanvraagt dan ook aanzienlijk minder te kiezen heeft dan normaal gesproken. In diverse regio’s kan Slimster momenteel zelfs geen enkele offerte aanbieden, omdat alle aangesloten installateurs omkomen in het werk.

Grootste vraag naar hybride warmtepompen
Van alle aanvragen voor warmtepompen die Slimster ontvangt, betreft het in 54 procent van de gevallen een hybride warmtepomp. Dat is dus het type warmtepomp dat vanaf 2026 verplicht wordt bij vervanging van de huidige cv-ketel. Met een kostenplaatje voor een hybride warmtepomp van gemiddeld 6500 euro en de huidige energieprijzen is de terugverdientijd in veel gevallen zo’n vijf à zes jaar. De gestegen gasprijs, onder meer als gevolg van de oorlog in Oekraïne, is volgens Slimster de voornaamste reden voor de sterk toegenomen interesse in warmtepompen.

Combinatie met isolatie in trek
Naast warmtepompen is er momenteel ook opvallend veel vraag naar isolatie. Met name de combinatie van woningisolatie en een hybride warmtepomp is gewild, zo zegt Schuurman, die wel begrijpt waarom. “Met goede isolatie haal je veel meer uit een warmtepomp. Het rendement van elektriciteit ligt namelijk aanzienlijk lager dan dat van gas.” Oftewel: als je woning slecht geïsoleerd is kan een warmtepomp onvoldoende elektrisch vermogen leveren om het lekker warm te krijgen in huis. Dan moet de cv-ketel vaak alsnog bijspringen.
Waar de vraag naar warmtepompen zich momenteel op het hoogtepunt bevindt, is de vraag naar isolatie toch juist weer wat afgenomen. Schuurman adviseert woningeigenaren echter juist komende zomer hierin te investeren. “De komende maanden hebben isolatiebedrijven weer meer tijd, terwijl de kans groot is dat ze tegen de winter weer overspoeld worden met aanvragen, met opnieuw lange wachttijden tot gevolg. Wie zijn woning deze zomer dus vast beter laat isoleren, zit er komende winter warmpjes bij.”

Overstappen naar hybride: gaat dat wel lukken?

Minister Hugo de Jonge van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening heeft gisteren de 25e editie van VSK geopend. Door een warmtepomp in te schakelen, werd het startsein gegeven voor deze populaire vakbeurs voor de installatiesector. Hij kondigde vervolgens aan dat het vanaf 2026 verplicht is om een hybride warmtepomp te installeren als een cv-ketel aan vervanging toe is. Ook alternatieven zoals een volledig elektrische warmtepomp of een aansluiting op een warmtenet zijn mogelijk. De vraag is nu: gaat dit allemaal ook lukken?

Maar een eerste rondje over de beursvloer leert dat aan de huidige vraag naar warmtepompen vanuit de markt nu al moeilijk te voldoen is. ‘Warmtepompen die vandaag worden besteld, kunnen pas volgend jaar uitgeleverd worden vanwege de druk op de grondstoffenmarkt’, zeggen verschillende aanbieders.

Meer uitdagingen
Daarnaast is er het gebrek aan handjes. Het schort met name aan gecertificeerde F-gassen installateurs en ook PV-collega's. Hun orderportefeuille is nu al vaak tot het einde van het jaar gevuld. De derde uitdaging is de energieleveringszekerheid. Zo lag recent nog de regio Eindhoven plat. De spanningen in het net liepen dusdanig op dat het net de teruglevering van stroom van 70.000 PV-panelen blokkeerde. En dan de burger zelf. De vraag is nog maar of hij wel, zelfs met subsidies, voldoende middelen heeft om die verduurzamingsslag te maken.

Urgentie van verduurzaming is groot
Voor minister De Jonge lijkt dit allemaal geen probleem: “De urgentie van verduurzaming is groot en het tempo moet omhoog. Ook voor ieders portemonnee is het beter als we minder aardgas gebruiken. Daarom wil het kabinet dat vanaf 2026 de hybride warmtepomp de standaard wordt als de cv-ketel aan vervanging toe is. Samen met installateurs en leveranciers wil het kabinet een omslag maken. Voor woningen die niet geschikt zijn, of als een woning op korte termijn op een alternatief voor aardgas wordt aangesloten, is er uiteraard een uitzonderingsmogelijkheid.”

Normering verwarmingsinstallaties vanaf 2026
Het kabinet bereidt normering voor zodat deze in 2026 in kan gaan. Met de normering worden eisen gesteld aan de efficiëntie van de verwarmingsinstallatie. Dat betekent dat bij vervanging van de huidige cv-ketel mensen moeten overstappen op een duurzamer alternatief. Voor woningen die niet geschikt zijn, of op korte termijn op een ander alternatief voor aardgas worden aangesloten (bijvoorbeeld een warmtenet), is er een uitzonderingsmogelijkheid. Om de ontwikkeling van deze techniek te ondersteunen, biedt het rijk subsidie op de aanschaf van een (hybride) warmtepomp. Deze subsidie is vanaf dit jaar verhoogd naar gemiddeld 30%. Tot en met 2030 heeft het kabinet €150 mln. per jaar gereserveerd om woningeigenaren te blijven ondersteunen bij de aanschaf van een (hybride) warmtepomp. Daarnaast is er financiering via het Nationaal Warmtefonds, met een rentetarief van 0 procent voor lage- en middeninkomens, beschikbaar.

Kabinet trekt samen op met installateurs en fabrikanten
Het kabinet trekt hierin samen op met de installatiebranche (vertegenwoordigd door Techniek Nederland) en de fabrikanten (vertegenwoordigd door de Nederlandse Verwarmingsindustrie en de Vereniging Warmtepompen). Doekle Terpstra, voorzitter Techniek Nederland: “Wij zijn blij met de normering. Hybride wordt de standaard bij vervanging van de cv-ketel. Dat is goed nieuws voor het klimaat en goed nieuws voor de energietransitie. Voor woningbezitters en corporaties is de hybride warmtepomp een logische keuze. Die zorgt voor een directe besparing op de energierekening en vermindert onze afhankelijkheid van Russisch gas. Techniek Nederland zet alles op alles om voldoende warmtepompmonteurs op te leiden: opleidingslocaties in elke regio en een mbo-deelcertificaat voor hybride warmtepompen. Daardoor kunnen zij-instromers sneller aan de slag. Techniek Nederland zet ook in op betere werkprocessen, een kortere montagetijd én kwaliteitseisen voor producten, installaties en vakmanschap.”

Fout: view a5ef470uor bestaat mogelijk niet

‘Terugverdientijd warmtepomp iets meer dan 5 jaar’

Een op de zes Nederlanders overweegt de aanschaf van een warmtepomp wanneer de terugverdientijd hooguit vijf jaar bedraagt. Een even grote groep neemt ook genoegen met een terugverdientijd van zes tot tien jaar. Dat blijkt uit onderzoek van energiebedrijf Zonneplan, in samenwerking met onafhankelijk veldwerkbureau Panel Inzicht. Aan het onderzoek deden 2000 Nederlanders mee. Zonneplan berekende dat een volledig elektrische warmtepomp met de huidige energietarieven binnen vijfenhalf jaar terug te verdienen is.

Een groot deel van de ondervraagden - 29 procent - gaf aan nog niet te weten bij welke terugverdientijd zij een warmtepomp interessant achten. Een kleine groep van vier procent vindt een terugverdientijd van elf tot vijftien jaar al acceptabel. Voor minder dan twee procent van de Nederlanders geldt dat zij er zelfs langer dan vijftien over zouden willen doen. De gemiddelde levensduur van een warmtepomp wordt momenteel op vijftien à twintig jaar geschat.

Huidige terugverdientijd 5,3 jaar
Om de terugverdientijd te berekenen is het belangrijk te weten hoezeer het gasverbruik door de komst van een warmtepomp gereduceerd wordt en hoeveel extra stroomverbruik daartegenover staat. Uitgangspunt daarbij is dat een kuub gas gelijk staat aan ongeveer tien kilowattuur stroom. Hedendaagse warmtepompen hebben vaak een rendement van zo’n 500 procent, wat inhoudt dat met een kilowattuur stroom voor vijf kilowattuur aan warmte (gelijk aan een halve kuub gas dus) geproduceerd kan worden.
Uitgaande van de huidige energietarieven die het CBS hanteert - 2,39 per m3 gas en 0,56 per kWh stroom - een gemiddeld verbruik van 1500 m3 per jaar en een aankoopprijs van 10.000 euro, bedraagt de terugverdientijd van een volledig elektrische warmtepomp momenteel een kleine vijfenhalf jaar. Bij een hybride warmtepomp van 5.000 euro, waarbij ongeveer 40 procent van de warmwaterbehoefte nog door een cv-ketel verzorgd wordt, komt het neer op minder dan vier jaar, zo berekende Zonneplan. In de berekening zijn de subsidies die momenteel beschikbaar zijn niet meegenomen. Verder zijn dit gemiddelden: in de praktijk zijn er aanzienlijke prijsverschillen tussen verschillende merken en typen warmtepompen.

Fout: view 4f8a9caz7y bestaat mogelijk niet

200 miljoen voor collectieve warmtesystemen

Het Nationaal Groeifonds heeft het consortium NieuweWarmteNu! (NWN!) een voorwaardelijke bijdrage toegekend, van 200 miljoen euro. Als de toekenning definitief wordt, kunnen maximaal 10 collectieve warmteprojecten in de gebouwde omgeving en de glastuinbouw worden ontwikkeld als vervanging voor verwarming met aardgas. Afhankelijk van de snelheid van het vervolgtraject kunnen de eerste projecten in 2023 met de bouw starten. Het project heeft een looptijd van vier jaar vanaf toekenning.

Het consortium is gematigd tevreden dat de Groeifondscommissie onder voorwaarden een bijdrage van het Nationaal Groeifonds heeft toegekend. Teun Bokhoven, voorzitter van de stuurgroep: “De huidige situatie in Europa vraagt een versnelling van de energietransitie, waaronder de warmtetransitie. Het reduceren van aardgasimport door het gebruik van duurzame warmte is extra urgent geworden. NWN! kan daar een substantiële bijdrage aan leveren in de periode tot 2030. NWN! versterkt bovendien de Nederlandse economie en leidt tot een aanzienlijke CO2-reductie. We willen daarom op korte termijn met de commissie in gesprek om snel invulling te kunnen geven aan de voorwaarden voor hun bijdrage aan NWN!”.

Versnelling
In het consortium NWN! werken overheden, (warmte) bedrijven, netbeheerders, energiecooperaties en kennisinstellingen samen om een versnelling te geven aan de inzet van duurzame collectieve warmtesystemen. Naast de projecten die NWN! wil realiseren voor de aanleg van duurzame collectieve warmtesystemen in de gebouwde omgeving en de glastuinbouw, worden diverse innovaties in de praktijk gedemonstreerd. Hierdoor wordt de benutting van duurzame warmtebronnen zoals geothermie, restwarmte, zonthermie en aquathermie aanzienlijke vergroot, aldus het consortium.

Partijen
Het NWN! consortium bestaat op dit moment uit de volgende partijen: warmtebedrijven Eneco, Ennatuurlijk, Essent, HVC, SVP en Vattenfall, partijen die werken aan energie uit de ondergrond EBN, Engie/Equans, Huisman en Shell, partijen die werken aan energie uit water NWB Bank en verschillende waterschappen, gemeenten (Metropoolregio) Amsterdam, Den Haag, Groningen, Rotterdam en Utrecht, provincies Gelderland, Limburg en Zuid-Holland, brancheorganisaties Bodemenergie Nederland, Geothermie Nederland, Netbeheer Nederland en Netwerk Aquathermie, koepelorganisaties van energiecoöperaties EnergieSamen en Energie van Utrecht, Warmtenetwerk Westland (enkele tuinders, HVC, Capturam en gemeenten Westland en Midden-Delfland) en Warmte Samenwerking Oostland (gemeenten Pijnacker-Nootdorp, Lansingerland, Zuidplas, Waddinxveen en Zoetermeer), kennisinstellingen Deltares en TNO, en de ministeries van Economische Zaken en Klimaat (penvoerder) en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Fout: view d454d8exi8 bestaat mogelijk niet

Voorbereid op verwarmen met waterstof

De Vaillant ecoTEC plus is nu geschikt voor bijmenging van 20 procent waterstof aan het aardgas. De cv-ketel is getest en gevalideerd om zonder aanpassingen woningen te verwarmen en van warm water te voorzien. Het assortiment van Vaillant, producten die geschikt zijn voor bijmenging tot 20 procent waterstof, zal in de komende maanden verder worden uitgebreid.

Ronald Mazurel, manager product management bij Vaillant, laat weten zeer verheugd te zijn. “Deze duurzame ontwikkeling op het gebied van waterstof is essentieel in de ontwikkeling van klimaatneutrale energie-oplossing voor toekomstbestendige verwarmingssystemen. Daarbij heeft het toestel dankzij IoniDetect-technologie een verbeterd installatie- en onderhoudsgemak. Kortom, een duurzame en intelligentie cv-ketel van deze tijd.”

Routekaart naar 100 procent waterstof
In 2050 moeten alle woningen aardgasvrij zijn, met als doel bij te dragen aan het verminderen van de totale CO2-uitstoot in Nederland. Het verwarmen met groene waterstof is voor de langere termijn één van de kansrijke routes naar een duurzame toekomst, denkt Vaillant. Het bedrijf bereidt zich hier nu al op voor en heeft een routekaart opgesteld voor de transitie van cv-ketels op aardgas naar cv-ketels op waterstof:
- Nu is 20 procent waterstof bijmenging technisch mogelijk met de nieuwe ecoTEC plus cv-ketel die vorig jaar werd geïntroduceerd. Met het bijmengen van maximaal 20 procent waterstof kan een CO2-reductie van zo’n 7 procent per cv-ketel worden gerealiseerd. Vaillant bereidt zich hiermee voor op toekomstige wijzigingen in wet- en regelgeving waarin een grotere rol voor groene waterstof wordt verwacht als energiedrager.
- Vanaf 2025 is Vaillant voornemens om nieuwe cv-ketels te leveren die 100 procent H2 ready zijn. Deze cv-ketels zullen in een later stadium met een conversiekit worden omgezet naar werking op 100% waterstof.
- De verwachting bestaat dat er uiterlijk 2030 meer duidelijkheid is vanuit de overheid over de beschikbaarheid en precieze rol van waterstof voor gebouwen in Nederland. Vaillant bereidt zich voor op de toekomst en ontwikkelt tegelijkertijd nieuwe cv-ketels die uiteindelijk af-fabriek zijn ontworpen om te verwarmen op 100 procent waterstof.

Verduurzamingsroutes
Het realiseren van de klimaatdoelen vraagt volgens Vaillant om meerdere verduurzamingsroutes passend bij verschillende woonsituaties. Verduurzamen is nu onder meer mogelijk met hybride warmtepompen en all-electric warmtepompen. In combinatie met duurzame gassen in de toekomst - waaronder groene waterstof - kan een hybride warmtepomp bovendien een eindoplossing zijn richting 2050.

Best geteste ketel

De Vaillant ecoTEC exclusive CW5 is deze maand door de Consumentenbond uitgeroepen tot ‘Beste uit de test’. Alle ketels werden beoordeeld op elf verschillende punten. Op vijf hiervan heeft de Vaillant ecoTEC exclusive CW5 een acht of hoger gescoord, met een gemiddeld eindcijfer van 7,9.

Behalve op energiezuinigheid scoort de cv-ketel sterk op het verwarmen op een laag pitje (8,8) en geluid (8,6). Dat de cv-ketel zo stil is met een modulatie tot 1:12 komt door toepassing van IoniDetect technologie, vertelt Ronald Mazurel, manager product management bij Vaillant. “De ketel kan daardoor energiezuinig werken op een laag pitje wanneer er maar weinig warmte wordt gevraagd. Daarnaast regelt de IoniDetect gasaanpassing automatisch verschillende aardgassoorten en -kwaliteiten en zorgt de technologie voor een constant geoptimaliseerde verbranding. De cv-ketel heeft ook een Green iQ label. Een systeem met dit label staat erom bekend de uitstoot te verminderen, de kosten te verlagen, zonder dat er aan comfort ingeleverd wordt. Daarnaast kan deze cv-ketel gecombineerd worden met een warmtepomp, wat het een hybride oplossing maakt.”

Verheugd
Mazurel, is zeer verheugd met de beoordeling. “Dat de ecoTEC exclusive CW5 nu als beste uit de test komt is voor ons een belangrijke waardering voor het product. Bij de productontwikkeling is veel aandacht besteed aan het reduceren van geluid en het verder verbeteren van de prestaties. De resultaten uit de test van de Consumentenbond bevestigen dat we hier goed in geslaagd zijn.”

Voor 500 euro de thermostaat 2 graden lager

Er moet wel wat tegenover staan, wil de gemiddelde Nederlander de thermostaat twee graden lager zetten. Dit blijkt uit onderzoek van Zonneplan. Het energiebedrijf vroeg in samenwerking met onafhankelijk veldwerkbureau Panel Inzicht aan 2000 Nederlanders onder welke voorwaarde zij dit zouden doen. Eén op de vijf Nederlanders geeft aan er minimaal 500 euro aan energiekosten mee te willen besparen, terwijl een kwart ook al genoegen neemt met 250 euro. Ruim één op de vijf Nederlanders geeft daarentegen aan de thermostaat onder geen beding lager te zetten.

Volgens energiespecialist Glenn van der Linde van Zonneplan bespaart het lager zetten van de thermostaat per graad zeven procent aan gasverbruik. Twee graden lager scheelt een gemiddeld huishouden dus 168 kuub gas, wat bij de huidige gasprijs gelijkstaat aan 378 euro. Van der Linde: “Een besparing van 500 euro is dus een vrij realistisch scenario, ervan uitgaande dat er ook gezinnen zijn die nog aanzienlijk meer betalen dan 2,25 per kuub.”

Groene motieven
Voor 8 procent van de Nederlanders moet de besparing echter minstens 1000 euro bedragen, willen zij twee graden kouder gaan wonen. Een andere groep, 21 procent, hecht niet zozeer waarde aan de financiële besparing, zo blijkt uit het onderzoek van Zonneplan. Zij stellen als voorwaarde dat er een significante bijdrage aan het behalen van de klimaatdoelstellingen tegenover moet staan. Volgens Van der Linde is dit het geval. “Met het verbranden van een kuub gas gaat ongeveer 1,8 kilo CO2-uitstoot gepaard. Twee graden lager - dus 168 kuub minder - scheelt dus ruim 300 kilo CO2-uitstoot. Daarvoor kan een dieselauto twee keer op en neer van Utrecht naar Parijs rijden.”

Consument toch prijselastisch?
Jarenlang werd verondersteld dat de Nederlandse consument prijsinelastisch is als het op energie aankomt. Hogere prijzen leidden niet of nauwelijks tot minder verbruik en vice versa, zo schreef lector Energietransitie Martien Visser in 2016. Dat lijkt met de huidige energieprijzen echter wel degelijk het geval. Van der Linde: “De doorsnee consument was zich eenvoudigweg nooit bewust van de kosten van energie. Maar met de huidige prijsexplosie en de grote hoeveelheid media-aandacht hiervoor, valt het niet te missen. Het moet schijnbaar eerst écht misgaan voordat mensen wat gaan doen.”

Fout: view 0e66d5bn0f bestaat mogelijk niet

Verwarmingsoplossing na 10 jaar ontwikkeling in testfase

Cooll uit Enschede test een in eigen beheer ontwikkelde verwarmingsoplossing, die naar eigen zeggen 30% op het gasgebruik van een hr-ketel bespaart. Dit rendement is onlangs bevestigd door het Fraunhofer Instituut. De primeur vindt plaats in Kampen, in een sociale huurwoning van Deltawonen. Het Enschedese bedrijf noemt de technologie veelbelovend, omdat de besparing zonder forse aanpassingen van de woning, en zonder ruimte- en comfortverlies wordt gerealiseerd.

Eind 2021 heeft KIWA de testmodellen flink aan de tand gevoeld en heeft de warmtepomp een CE GAR veldtest certificaat gekregen. “Het behalen van dit certificaat maakt deze veldtest mogelijk en geeft ons inzichten voor het definitieve productontwerp. De installatie en het gedrag van de warmtepomp  levert ons een schat aan informatie op voor de verdere ontwikkeling”, legt Stefan van Uffelen, CEO van Coll, uit.

Resultaten
Van Uffelen vervolgt: “Na meer dan tien jaar ontwikkeling van onze gepatenteerde thermische warmtepomptechnologie gaan wij nu de markt op. We gaan de wereld laten zien dat dit dé verwarmingsoplossing is van de toekomst. Niet alleen in Nederland uiteraard. Volgend jaar willen we 50 toestellen produceren waarvan ook een deel beschikbaar zal zijn voor pilots in het Verenigd Koninkrijk en Duitsland. Dan begint voor Cooll ook het buitenlandse avontuur.”
De uit de Universiteit Twente voortgekomen onderneming heeft warmtepomptechnologie ontwikkeld die de huidige hr-ketel één op één kan vervangen. De adsorptiewarmtepomp van Cooll verwarmt met aardgas, maar zou op termijn ook kunnen verwarmen met andere groene gassen zoals waterstofgas.

Toekomstbestendig alternatief
Technisch dienstverlener Van Dorp liet eind vorig aar nog weten te investeren in deze nieuwe ontwikkeling. Het bedrijf is hierbij al 10 jaar betrokken en maakt met deze investering nu ook de opschaling mogelijk. Henk Willem van Dorp: “Vanuit onze intrinsieke motivatie om de wereld beter achter te laten, besteden wij veel aandacht aan de verduurzaming van installaties en gebouwen. We zetten hierbij in op duurzame technieken en kiezen voor all-electric waar het kan, maar geloven we ook in de technologie van Cooll omdat het een toekomstbestendig alternatief is voor gebouwen waarvoor een elektrisch of hybride warmtepompsysteem nog niet haalbaar is. Daarnaast is het systeem geschikt gemaakt om te verwarmen met waterstofgas, een ontwikkeling waar wij veel vertrouwen in hebben en graag in mee pionieren.”

Fout: view 506a110dk1 bestaat mogelijk niet

Kennis over individuele cv-installaties geactualiseerd

ISSO heeft de kennis in ISSO-kleintje Individuele centrale verwarmingsinstallaties in woningen een update gegeven. De verduurzaming van het vastgoed heeft veel gevolgen voor cv-systemen. Warmtepompen zijn niet meer weg te denken, en ook bouwkundige verbeteringen aan woningen hebben invloed op het functioneren van het cv-systeem. Dat vraagt ook om andere kennis. Die kennis is na een update terug te vinden in ISSO-kleintje Individuele centrale verwarmingsinstallaties in woningen.

De kennis biedt professionals veel hulp bij het installeren en onderhouden van cv-installaties. Ook voor advisering in cv-installaties is deze kennis geschikt. Toen de publicatie verscheen, in 2006, bepaalden alleen nog gasgestookte cv-ketels en aansluitingen op de stadsverwarming de eisen voor cv-installaties. De komst van de warmtepomp heeft die eisen veranderd. In combinatie met bouwkundige verbeteringen aan woningen, zoals betere isolatie en kierdichting, heeft dat gezorgd voor heel anders functionerende cv-systemen. Voldoende aanleiding voor ISSO om de kennis te updaten. Een andere reden daarvoor, waren nieuwe of aangepaste wetgeving en kwaliteitseisen.

Installaties achter de opwekker
Na de update van de kennis is het Kleintje weer in lijn met de verduurzamingsslag. Het zwaartepunt van dit vernieuwde Kleintje ligt bij de installaties achter de opwekker. Andere onderwerpen die in Kleintje CV aan bod komen, zijn onder meer:
-Installatieconcepten met warmtepomp, cv-ketel en warmtenet;
-Het benodigde vermogen bepalen en dimensionering van het afgiftesysteem;
-Selectie (LT) radiatoren/ convectoren en vloerverwarming;
-Waterzijdig inregelen;
-Luchtdoorlatendheid testen en infraroodmetingen;
-Ventilatie;
-Beveiliging en drukverlies;
-Aandachtspunten verduurzaming.

Ruimtes apart regelen
In dit nieuwe Kleintje heeft ISSO ook het regelen van het klimaat per ruimte beschreven. Met moderne thermostaatknoppen en zoneregelaars is het comfort voor bewoners en werknemers flink te vergroten. De vraag naar apart te regelen ruimtes groeit.

ISSO-kleintje Individuele centrale verwarmingsinstallaties in woningen is te vinden in ISSO Open.

Monoblock warmtepompen met aanvoer tot 75 °C

Onlangs is NIBE gestart met de levering van de NIBE S2125-serie. Deze modulerende lucht/water monoblock warmtepompen kunnen breed worden toegepast in zowel bestaande bouw als nieuwbouw. Doordat ze een aanvoertemperatuur tot 75 °C kunnen leveren, zijn ze– mét behoud van het bestaande afgiftesysteem met radiatoren – toepasbaar in bestaande woningen.

Bij de ontwikkeling van de NIBE S2125-serie is veel aandacht besteed aan geluidsreductie. De buitenunits kunnen daardoor conform de actuele geluidsnormen in veel gevallen zonder geluidsbeperkende maatregelen op 2 meter (type 8) of 3 meter (type 12) van de erfgrens worden geplaatst. De warmtepompen zijn bovendien voorzien van de keuzemogelijkheid voor silent mode, waardoor ze ’s avonds en ’s nachts op een lager toerental kunnen draaien.
Het jaarrendement (SCOP) bij een cv-aanvoertemperatuur van 35 °C bedraagt maar 5,0. In combinatie met de stille werking en de mogelijkheid om met de warmtepomp te koelen, biedt de S2125-serie voor veel nieuwbouwwoningen een lucht/water-warmtepompoplossing.

Aanvoertemperatuur tot 75 °C
Een ander kenmerk van de serie is de aanvoertemperatuur. Deze ligt hoger dan bij de meeste andere warmtepompen, aldus de fabrikant: 70 °C bij een buitentemperatuur van -7 °C en tot 75 °C bij een buitentemperatuur van 15 °C. Dat is in de meeste bestaande woningen ruim voldoende om met een bestaande installatie met radiatoren voldoende comfort te leveren.

Keuze uit twee vermogens
De NIBE S2125 is beschikbaar in twee vermogensranges: type 8 en type 12. De S2125-8 heeft een modulerend vermogen van 2,4 tot 6,7 kW bij 7/35 °C en levert bij een buitentemperatuur van -7 °C een vermogen van 5,6 kW. Bij de S2125-12 bedragen deze vermogenswaarden respectievelijk 2,5 tot 9,9 kW en 8,2 kW. Beide uitvoeringen kunnen worden gecombineerd met diverse complete NIBE VVM (S) binnenunits en NIBE SMO (S) regelunits. Sommige binnenunits zijn voorzien van een ingebouwde boiler van 180 liter, andere kunnen worden gekoppeld aan een separaat op te stellen boiler van bijvoorbeeld 300 of 500 liter.

Onderdeel van een Smart Home
De warmtepompen bieden, via de bijpassende binnenunit of regelunit met behulp van de myUplink-app, uitgebreide mogelijkheden op gebied van draadloze connectiviteit, bediening en monitoring. Ook kunnen alle binnenunits en regelunits uit de NIBE S-serie draadloos communiceren met een brede range draadloze Smart Home accessoires.