• Bedrijf
  • december 11, 2024
  • 324 views
Installateur hoeft zelf niet het dak op voor ‘schuine dak’ warmtepomp

Nefit Bosch en Van Wijnen Deventer hebben een samenwerkingsovereenkomst getekend in het kader van de nieuwe Bosch Compress 5800i AWR dakwarmtepomp. In deze overeenkomst biedt Van Wijnen Deventer een all-in service voor de levering en plaatsing van deze dakwarmtepomp. Deze samenwerking werd bekrachtigd door Gerd Vrieling, managing director van Nefit Bosch en Rob Plant, vestigingsdirecteur van Van Wijnen Deventer.

De Bosch Compress 5800i AWR is een warmtepomp die speciaal is ontworpen voor plaatsing op schuine daken. Installateurs die aan de slag willen met deze warmtepomp hoeven echter niet zelf het dak op. Zij kunnen voor het plaatsen van de dakwarmtepomp gebruikmaken van de installatieservice die Van Wijnen biedt. In het kader van de overeenkomst zal Nefit Bosch installatieaanvragen van klanten doorzetten naar Van Wijnen Deventer, die vervolgens de levering en plaatsing van de dakwarmtepomp voor de installateur verzorgt. Door het bundelen van de wederzijdse expertises willen de partners zo een efficiënte en kwalitatief hoogwaardige dienstverlening bieden voor installateurs.
Specifiek voor schuine daken
De Bosch Compress 5800i AWR is een specifiek voor schuine daken ontwikkelde warmtepomp. Met een gepatenteerde constructie en het gebruik van een natuurlijk koudemiddel biedt de Compress 5800i AWR een duurzame oplossing voor zowel nieuwbouw als renovatieprojecten. Ook minder goed geïsoleerde woningen kunnen hiermee gasloos of hybride worden verwarmd, zonder ingrijpende extra aanpassingen aan de woning.

Bouw waterstofstation gestart bij Nefit Bosch

Bij Nefit Bosch is de bouw van een waterstofontvangststation gestart als aftrap van de realisatie van ‘s werelds eerste open lokale groene waterstofketen voor de industrie. De bouw van het ontvangststation markeert een belangrijk moment in een samenwerking tussen verschillende partners onder de noemer GROHW. Naast Nefit Bosch, als eerste industriële afnemer, zijn energiebedrijf Essent, infraspecialist Firan en initiatiefnemer Witteveen+Bos betrokken.

Wat de partners verenigt in GROHW is het omarmen van waterstof als lange-termijn bedrijfsstrategie en daarmee de bereidheid om vandaag te investeren in het duurzame toekomstperspectief van groene waterstof.

Afwachten is voor ons geen optie
Voor Nefit Bosch komt het project precies op het goede moment. Markus Baumeister, Director Engineering Nefit Bosch: “In Deventer openen wij volgend jaar een compleet vernieuwd wereldwijd R&D Centrum, waarbij het duurtesten van nieuwe modellen waterstof cv-ketels een speerpunt vormt. Afwachten is voor ons geen optie. Daarom is het fantastisch dat wij met Essent en de andere partners binnen GROHW samenwerken om de voor ons onmisbare waterstof snel en bedrijfszeker aangeleverd te krijgen.”

Open lokale groene waterstofketen
Het waterstofontvangststation van Essent bestaat onder meer uit een 17 meter hoge buffertank waar de met tankwagens aangevoerde groene waterstof in opgeslagen wordt. Terwijl er gewerkt wordt aan de oplevering in februari volgend jaar, samen met de opening van het nieuwe Bosch R&D Centrum, is de volgende stap al in voorbereiding. Naast het ontvangststation wordt komend jaar ook een 2,5 MW elektrolyser gebouwd, die uit lokaal en regionaal geproduceerde duurzame elektriciteit groene waterstof maakt. Bas van der Stelt, Hydrogen Business Developer Essent: “Met de elektrolyser completeren wij de waterstofketen, zodat productie, distributie en verbruik lokaal afgehandeld worden.”

Landelijk waterstofnetwerk
Anders dan veel andere waterstofprojecten, is GROHW concreet in uitvoering. Naast waterstof is het ook de bedoeling om de zuurstof en restwarmte van de waterstofproductie lokaal te benutten. Voor schaalvergroting kijkt men naar mogelijkheden in de toekomst voor aansluiting op de waterstof backbone, het landelijke waterstofnetwerk.

Verwarmingsactiviteiten WOLF verhuizen naar ATAG

De activiteiten van WOLF Nederland in Kampen worden opgesplitst. Het onderdeel dat werkzaam is op het gebied van luchtbehandeling blijft onder de naam WOLF actief. De verwarmingsactiviteiten worden ondergebracht bij ATAG Verwarming in Lichtenvoorde.

WOLF Nederland is gevestigd in Kampen. Het bedrijf maakt net als ATAG Verwarming onderdeel uit van de Ariston Group, het Italiaanse concern dat wereldwijd onder meer verwarmingsproducten produceert en verkoopt. Het bundelen van de verwarmingsactiviteiten per land, zoals het onderbrengen van de verwarmingsactiviteiten van WOLF bij ATAG Verwarming, past in de strategie van de Ariston Group.

Breed portfolio
“De verwarmingsproducten van WOLF sluiten uitstekend aan bij het portfolio van ATAG Verwarming”, zegt Rob Maassen, algemeen directeur van ATAG Verwarming. Vanuit Lichtenvoorde verkoopt ATAG Verwarming een breed portfolio aan energiezuinige verwarmingsproducten. WOLF’s belangrijkste verwarmingsproducten, zoals de warmtepomp CHA-monoblock, worden opgenomen in ATAG’s aanbod. “Daarnaast verwachten wij dat we met het bundelen van de kennis en ervaring van de mensen van ATAG en WOLF onze positie op de markt verder zullen verstevigen."

WOLF merknaam blijft bestaan voor luchtbehandeling
De activiteiten van WOLF op het gebied van luchtbehandeling, waarmee het bedrijf in 2025 50 jaar actief is op de Nederlandse markt, blijven onder de vertrouwde merknaam WOLF opereren. “Met deze stap kunnen we ons volledig concentreren op onze klimaatoplossingen voor de utiliteitsmarkt en waarborgen dat alle huidige en nieuwe klanten van WOLF bij onze verdere groei kunnen blijven rekenen op de kwaliteit en service die ze al bijna 50 jaar gewend zijn”, zegt Tom Melching, Business Unit manager luchtbehandeling & luchtverhitters van WOLF.

Iets minder dan de helft van Nederlandse huishoudens wil een warmtepomp

Bijna de helft van Nederland (49,6%) verwacht uiteindelijk aan de warmtepomp te gaan. Dat is een klein verschil met een jaar geleden, toen nog 52,6% verwachtte op den duur elektrisch te gaan verwarmen. Al met al verwacht ruim een kwart van de huishoudens binnen vijf jaar over een warmtepomp te beschikken. Dat blijkt uit onderzoek van duurzaamheidsplatform Slimster onder 1000 Nederlanders.

Inmiddels geeft een op de negen Nederlanders aan hun huis te verwarmen met een warmtepomp. Uit eerder onderzoek van Slimster bleek dat de gemeente Blaricum, waar al een op de vijf huizen met een warmtepomp verwarmd wordt, de kroon spant. Binnen vijf jaar is dit landelijk gezien dus waarschijnlijk ruim een kwart. Opvallende uitkomst van het onderzoek is dat de helft van de ondervraagden überhaupt niet van plan is over te stappen op een warmtepomp. Pascal van de Beek verwacht dat dit vooral te maken heeft met de hoge aanschafkosten. Ook vermoedt hij dat het afschaffen van de verplichting om vanaf 2026 een cv-ketel te vervangen door een warmtepomp de animo heeft doen afzwakken.

Gros warmtepompbezitters tevreden
Het aantal verkochte warmtepompen is dit jaar flink afgenomen, zo berichtte de Vereniging Warmtepompen onlangs. Dat kan volgens Slimster niet los gezien worden van de gasprijs, die inmiddels weer een stuk stabieler is vergeleken met twee jaar geleden. Desondanks geeft de helft van de huidige warmtepompeigenaren aan ‘grotendeels tevreden’ te zijn met hun investering. Nog eens een op drie is zelfs ‘zeer tevreden’.
Desondanks meldde Vereniging Eigen Huis vorige week dat veel warmtepompeigenaren tegen problemen aanlopen bij het onderhoud van hun warmtepomp. Ze kunnen niemand vinden die dit wil uitvoeren of krijgen geen advies over wat er nodig is aan onderhoud, laat Eigen Huis weten. Slimster, waar consumenten offertes kunnen opvragen, geeft aan dat hiervoor wel degelijk bedrijven te vinden zijn. “Verder is de algemene richtlijn om voorafgaand aan het plaatsen van de warmtepomp een onderhoudscontract af te sluiten. Een jaarlijkse onderhoudsbeurt raden we daarbij aan”, aldus Van de Beek.

“Problemen met onderhoud aan warmtepompen te wijten aan onvolwassen markt”

Veel huiseigenaren hebben de afgelopen tijd aan Vereniging Eigen Huis problemen gemeld met het onderhoud van hun warmtepomp. Ze kunnen geen monteurs vinden of ontdekken dat de buitenunit van hun warmtepomp op een onhandige plek is geïnstalleerd. Diverse landelijke media berichten hier vandaag over. Techniek Nederland wijt veel klachten aan een nog onvolwassen markt, die is geëxplodeerd met allerlei merken en onderdelen.

“Dit is een installatiemarkt die in korte tijd heel snel is gegroeid. Met heel veel verschillende soorten warmtepompinstallaties van verschillende merken. Het gros van de installatiebedrijven die warmtepompen installeren leveren ook onderhoud, maar dan alleen aan warmtepompen van de merken die ze voeren. Voor onderhoud en reparatie van warmtepompen is namelijk specifieke productkennis nodig en je moet er de juiste onderdelen van in huis hebben", aldus Esther Dijk van de branchevereniging. “Vergelijk het met auto's; je kunt ook niet bij iedere Volvo-garage zomaar terecht voor onderhoud of reparatie aan je Toyota, laat staan aan een elektrische Skoda.”

Moeilijk bereikbaar
“Het bedrijf dat de warmtepompinstallatie plaatst is nu vaak nog niet het bedrijf dat de warmtepomp onderhoudt”, vervolgt Dijk. ”Dan komt het voor dat een buitenunit van een warmtepomp wordt geplaatst op een plek waar de onderhoudsmonteur vervolgens niet goed bij kan. Dan is bijvoorbeeld een hoogwerker nodig, die niet ieder bedrijf heeft en lopen de kosten op. Bij nieuwbouwprojecten kan dit probleem in ieder geval makkelijker voorkomen worden als bij het ontwerp al rekening wordt gehouden met een voor onderhoud toegankelijke plek.”

Beter voorlichten
“Wie een warmtepompinstallatie aanschaft – of dat nu in een bestaand huis is of in een nieuwbouwhuis - doet er goed aan meteen na te denken over wie op termijn het onderhoud kan doen. Dat is helemaal van belang als je een hybride warmtepomp laat plaatsen naast je cv-ketel door een ander bedrijf dan het bedrijf dat je cv-onderhoud doet. Je cv-onderhoudsmonteur kan niet in alle gevallen zomaar ook het onderhoud van je warmtepomp ‘erbij’ nemen. Dat beseffen kopers vooraf vaak niet. De hele branche, vanaf de ontwerper tot de onderhoudsmonteur, zou consumenten beter kunnen voorlichten over het hoe en waarom van onderhoud van warmtepompen. Waar inmiddels ongeveer de helft van de Nederlanders hun cv wel jaarlijks laten onderhouden, zou dat ook routine bij warmtepompinstallaties moeten worden, betoogt zij.

  • Branche
  • november 22, 2024
  • 323 views
Warmtepomp is juist een oplossing voor netcongestie

Als we alle maatregelen in de energietransitie bekijken, dan blijkt het installeren van een warmtepompsysteem in veel gevallen een belangrijke oplossing om netcongestie te verminderen. Vreemd dus dat soms het tegenovergestelde wordt gedacht.Stoppen met verduurzaming tot de netcongestie is aangepakt, is echt nergens voor nodig’, betoogt Alklima Mitsubishi Electric in een onlangs door het bedrijf gelanceerde whitepaper. ‘Het verduurzamen van woningen via een all-electric warmtepompsysteem heeft nauwelijks impact op de elektra-infrastructuur.’

Het gebruik van de juiste warmtepomp in woningen vereist een opgenomen elektrisch vermogen van circa 1,75 kW. Dat is veel minder dan een elektrische kookplaat, een kokendwaterkraan of een laadpaal voor elektrische auto. Nog belangrijker is dat de moderne warmtepomp stuurbaar is en daardoor een geleidelijk verbruiksprofiel heeft. Een warmtepompsysteem met een boiler zorgt voor de opwarming van tapwater als het elektriciteitsnet veel ruimte biedt of als de prijs laag of zelfs negatief is. Vakmanschap en een juiste systeemselectie in de verwarmingsmode zorgen juist dat, zelfs bij een buitentemperatuur van -10 graden Celsius, maar weinig opgenomen vermogen nodig is. Door de juiste vertrekpunten te hanteren is er veel meer mogelijk dan we momenteel aannemen. Diverse rapportages met praktijkdata van warmtepompen geven hiervoor de onderbouwing.

Warmtepomp helpt problemen verminderen
Al deze informatie is te vinden in de Whitepaper Netcongestie Woningbouw, die Alklima Mitsubishi Electric onlangs lanceerde. In deze whitepaper schrijft Alklima Mitsubishi Electric dat uitbreiding van het elektriciteitsnetwerk wel degelijk noodzakelijk is. Maar stoppen met verduurzaming, tot de netcongestie is aangepakt, is nergens voor nodig. Het verduurzamen van woningen via een all-electric warmtepompsysteem kan namelijk zonder dat dit veel impact heeft op de elektra-infrastructuur. Sterker nog, de warmtepomp helpt ons op veel momenten zelfs om de problemen te verminderen. Daarbij moeten bouw- en installatiesector wel een paar voorwaarden in acht nemen.

Samenhang
“Goede samenhang tussen het afgiftesysteem, de regeling en de warmtepomp is een belangrijk vertrekpunt”, vertelt Rudy Grevers, aanjager all-electric woningbouw bij Alklima. “Waarbij een goede warmtepomp, ook bij lage buitentemperaturen, geen ondersteuning nodig heeft vanuit een elektrisch element. Buffercapaciteit is daarnaast een belangrijke maatregel om piekbelasting te voorkomen en levert een essentiële bijdrage aan congestiemanagement. Warmtepompen vervullen hierin een belangrijke rol. Bij opwekking van duurzame elektriciteit kunnen warmtepompen de overschotten aan duurzame stroom omzetten in thermische energie in de boiler. Ook kan de warmtepomp een woning op een gunstig moment op de dag opwarmen zodat de warmtepomp op een piekmoment – bijvoorbeeld tussen 17.00 en 18.00 uur – uit kan blijven.”

Beperkte invloed
Wanneer je kijkt naar de opgenomen vermogens van de diverse elektrische apparaten in en om de woning dan blijkt de warmtepomp slechts een beperkte bijdrage te leveren aan de belasting van een woning. Onderzoek van Natuur & Milieu toont bijvoorbeeld aan dat warmtepompen in woningen verantwoordelijk zijn voor slechts 1% van het totale elektriciteitsverbruik. Bovendien blijft het totale elektriciteitsgebruik in ons land al jaren constant. Investeringen in de elektrische infrastructuur in bestaande wijken staan dus los van de wens om warmtepompen te installeren. Grevers: “De bottleneck ontstaat doordat we tijdens een bepaald tijdstip (bijvoorbeeld tussen 17.00 en 18.00 uur) meer gebruik willen maken van onze elektrisch infrastructuur. Vergelijk het hierbij met files, die ontstaan ook op piekmomenten. Gezamenlijk moeten we waar mogelijk wegblijven uit de spits. Een warmtepomp kan hier zeer goed invulling aan geven.”

Vraag en aanbod
“De afstemming van vraag en aanbod van energie is, naar de toekomst toe, het belangrijkste aandachtspunt. In dat opzicht is het goed nieuws dat de groei van hernieuwbare energie door zon en wind veel sneller gaat dan die van extra geplaatste warmtepompen. Uiteraard vragen warmtepompen bij koudere omstandigheden meer elektriciteit in vergelijking tot in de zomer. Toch is in de winter de productie van hernieuwbare elektriciteit veel hoger dan het totale elektriciteitsgebruik van alle warmtepompen. Ook tapwaterbereiding kan voor een piek in elektriciteitsvraag zorgen, maar die opwarming zal – mits het systeem een boiler heeft – verspreid over de dag plaatsvinden”, vertelt Grevers.

Hybride warmtepompen
Alklima Mitsubishi Electric stelt zelfs dat hybride warmtepompen, in tegenstelling tot wat velen denken, geen oplossing vormen voor netcongestie. Hybride warmtepompen veroorzaken in veel gevallen juist scherpe pieken. Dit komt doordat veel hybride warmtepompen op de buitentemperatuur worden gestuurd. Dat betekent dat ze in een wijk veelal gelijktijdig inschakelen waardoor een piekbelasting ontstaat. “Als je dan toch, bijvoorbeeld om bouwkundige redenen of ruimtegebrek, een hybride systeem nodig hebt, dan kun je beter een all-electric ready warmtepomp kiezen”, vindt Grevers. “Het grote voordeel van deze variant is dat je na een hybride situatie (cv-ketel met warmtepomp) kunt doorpakken naar all-electric. Bijvoorbeeld als de saldering wordt afgeschaft, waardoor er een prikkel ontstaat om met je eigen opgewekte zonne-energie bijvoorbeeld de boiler met warmtapwater op te laden, het zogeheten thermisch bufferen. Een klassiek hybride systeem biedt deze mogelijkheid niet en is hierdoor echt een kortetermijnoplossing.”

Over de whitepaper

De whitepaper bevat een serie tips voor met name installateurs en adviseurs die bruikbaar zijn zodra ze een warmtepomp willen installeren. Het document sluit af met een lijst aan oplossingen voor de woningbouw waarmee de markt direct kan starten en waardoor ontwerpers met de juiste vertrekpunten kunnen rekenen en zo belemmeringen wegnemen. Het document benoemt ook de uitgebreidere mogelijkheden van congestiemanagement.
De whitepaper is te downloaden op de website van Alklima: www.alklima.nl/netcongestie

  • Bedrijf
  • november 22, 2024
  • 434 views
Lange termijnperspectief warmtepompmarkt positief

De warmtepompmarkt zit in een diep dal. Na het recordjaar 2023 waarin 154.000 warmtepompen werden verkocht, zakt de verkoop in 2024 naar verwachting in naar 103.000, dat blijkt uit het Nationaal Warmtepomp Trendrapport 24/25 van Dutch New Energy Research. In 2024 zullen er slechts 98.000 warmtepompen in huishoudens worden geïnstalleerd, 35 procent minder dan vorig jaar. Hoe nu verder?

De opkomst sprak al boekdelen. Tijdens het ‘Congres Doorbraak van de Warmtepomp’ vorige week in het Wassenaarse Louwman museum was de zaal maar voor de helft gevuld. Het congres opende met een toelichting op het Trendrapport 24/25. Het bleek dat de warmtepompmarkt er slecht voorstaat. Zeker nu duidelijk is geworden dat het kabinet-Schoof de hybride warmtepompnorm wil schrappen en de ISDE-bijdrage voor warmtepompen wil afbouwen. Toch kijken deskundigen de toekomst met vertrouwen tegemoet.

170.000 banen
In Europa zijn er ongeveer 300 locaties waar warmtepompen worden geproduceerd. Dat levert een directe werkgelegenheid op voor 170.000 mensen. Als het gaat om het installeren van nieuwe warmtepompen behoren landen als Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk tot de koplopers. Maar onder andere door de dalende gasprijzen van de afgelopen tijd en een andere politieke wind wordt de sector overal met een dalende afzet geconfronteerd. Dat heeft al geresulteerd in het verlies van 3000 banen in de warmtepompproductie.

Hoopvolle signalen
Ondertussen blijven de ambities voor 2030 wel staan. Nederland wil de uitstoot van CO2 met 49% reduceren (vergeleken met 1990). Daarnaast zullen de gasprijzen weer gaan stijgen, verwachten deskundigen. Vanwege deze en andere redenen verwacht de sector dat de warmtepompmarkt op termijn weer stevig zal aantrekken.

Slimme warmtepompen
Maar dat zal niet zonder slag of stoot gebeuren. Een van de grootste obstakels is de netcongestie waar we nu al volop mee te maken hebben. Vandaar dat tijdens het congres volop werd gepleit door deskundigen voor een grootschalige overstap naar slimme warmtepompsystemen. Vaak ook geïntegreerd in een totaalconcept met PV-panelen, buffervaten en batterijen. Met dergelijke systemen kan de eigenaar inspelen op wisselende energietarieven en wordt het net minder snel overbelast door piekvragen.

Plug & Play
Dat vereist een verregaande digitalisering met open protocollen; zodat ook daadwerkelijk systemen eenvoudig op elkaar aansluiten. En modulaire concepten die Plug & Play geïnstalleerd kunnen worden. Bovendien – en dat is vooral belangrijk voor de installateur – moet de vakman inspelen op de beslissingsfactoren van potentiële klanten. Uit onderzoek blijkt dat de meesten vooral op financiële basis (61%) de beslissing nemen om over te stappen op een warmtepomp. Daarna volgen bezorgdheid over het klimaat (28%) en comfortoverwegingen (20%).

Circulariteit
Tot slot werd er nog gewezen op een andere transitie die voor de deur staat: de overgang naar een circulaire economie. Bouwpartners liggen al mijlenver voor op ons, maar zo zoetjes aan begint de installatiebranche met een inhaalrace. Uit een presentatie bleek dat al 90 tot 95% van de hoeveelheid koelgassen in de circulaire kringloop terecht komt. En rond de 35% van het aluminium en koper dat gebruikt wordt voor warmtepompen, vindt via recycling weer zijn weg naar hergebruik. Het grote doel blijft echter om hoogwaardig hergebruik mogelijk te maken. Dat betekent bijvoorbeeld een oude ventilator weer 1 op 1 opnieuw benutten in een nieuw project. Hiervoor moet een hele infrastructuur opgetuigd worden, compleet met inzameling en refurbishing en dergelijke, waarbij uiteraard wel per geval een realistische afweging moet worden gemaakt in hoeverre hoogwaardig hergebruik daadwerkelijk mogelijk is.

Minister wil regeldruk CO-certificering voor kleine bedrijven en zzp’ers aanpakken

Techniek Nederland ziet aanknopingspunten in de evaluatie van het CO-stelsel die minister Mona Keijzer van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) gisteren naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Voorzitter Doekle Terpstra van Techniek Nederland: “De minister wil de regeldruk van CO-certificering voor kleine bedrijven en zzp’ers aanpakken. Dat is voor ons een cruciaal punt. Daarover én over betere handhaving door gemeenten gaan we graag zo snel mogelijk met haar in gesprek.”

Uit de evaluatie blijkt dat de kwaliteit van het werk aan cv-ketels, geisers en gashaarden is verbeterd sinds de invoering van de Gasketelwet. Terpstra: “Verbetering van de vakbekwaamheid is altijd ons uitgangspunt geweest. Dit draagt bij aan een verhoogde veiligheid en een afname van de koolmonoxiderisico’s. Toch blijven nog veel risicovolle situaties met gasverbrandingstoestellen bestaan. Daar moeten we óók de pijlen op richten.” Techniek Nederland vindt het net als minister Keijzer belangrijk om een oplossing te vinden voor de problematiek rond collectieve rookgasafvoeren. Als gevolg van onduidelijke regels is er nu veel discussie over onderhoud en vervanging.

Koepelcertificering
Terpstra is blij dat de minister oog heeft voor de lastendruk die het stelsel vooral kleinere bedrijven en zzp’ers oplevert. “Techniek Nederland heeft altijd gezegd dat CO-certificering haalbaar en betaalbaar moet zijn voor álle installateurs. Dat is mogelijk door onder een vorm van koepelcertificering te werken. Daardoor gaan de kosten omlaag en kost de certificering minder tijd. Het veiligheids- en kwaliteitsniveau zijn wél hetzelfde als bij rechtstreekse certificering.”

Handhaving moet beter
Techniek Nederland is blij dat de minister inziet dat de handhaving van de ‘Gasketelwet’ door gemeenten niet op orde is. Dat is wel een cruciaal punt. Zonder goede handhaving door de afdeling Bouw- en Woningtoezicht van gemeenten vallen meldingen over onveilige installaties tussen wal en schip en krijgen gecertificeerde bedrijven te maken met oneerlijke concurrentie door bedrijven zonder certificaat.

Meerjarige campagne
Terpstra benadrukt dat de branche zich heeft ingezet om aan de eisen van de Gasketelwet te voldoen. Dat blijkt ook uit de cijfers. Er zijn nu 3.100 gecertificeerde bedrijven; het aantal bijgeschoolde monteurs ligt al op 23.000. Alleen deze gecertificeerde bedrijven, herkenbaar aan het keurmerk CO-vrij, mogen nog werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties uitvoeren. Terpstra: “Die verplichting is bij de meeste woningbezitters nog niet bekend. Daarom is het zaak dat de overheid hierover een meerjarige voorlichtingscampagne begint. Dat helpt ook om het aantal bedrijven zonder certificaat die wél werkzaamheden blijven uitvoeren, terug te dringen.”

Periodiek onderhoud bevorderen
Techniek Nederland ondersteunt het streven van de minister om het periodiek onderhoud aan gasverbrandingsinstallaties te bevorderen. Terpstra: “Als het aan ons ligt zou regelmatig onderhoud aan cv-ketels, geisers en gashaarden in combinatie met koolmonoxidemelders verplicht moeten worden.” Uit de evaluatie komt naar voren dat 10% tot 15% van de gasverbrandingsinstallaties in ons land niet wordt onderhouden. Techniek Nederland gaat ervan uit dat dat percentage beduidend hoger ligt, namelijk rond de 40%. De brancheorganisatie is blij dat de minister werk wil maken van een betere registratie van incidenten en ongevallen met gasverbrandingsinstallaties. Techniek Nederland heeft daar al eerder oplossingen voor aangedragen.

Vrije verkoop van cv-ketels
De minister is niet van plan om de vrije verkoop van cv-ketels aan banden te leggen. Dat veroorzaakt volgens Techniek Nederland oneerlijke concurrentie en onveiligheid. Alléén installateurs met een CO-certificaat zouden de bevoegdheid moeten hebben om een cv-ketel aan te schaffen. Een andere optie is om verkoop van een cv-ketel aan een consument alleen toe te staan als een gecertificeerde installateur die vervolgens plaatst. Dit gebeurt al bij airco’s.

Aanleiding CO-certificering
De Gasketelwet en de verplichte CO-certificering komen voort uit een rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid uit 2015 over koolmonoxidevergiftiging door cv-ketels, geisers en gashaarden. Sinds april 2023 mogen alleen nog bedrijven met de certificering CO-vrij aan gasverbrandingsinstallaties werken. Consumenten kunnen een boete krijgen als ze een niet-gecertificeerd bedrijf inhuren of zelf aan dit soort installaties klussen

  • Branche
  • november 14, 2024
  • 57 views
Verwarmingsbranche pleit voor eerlijker subsidiestelsel

De aanpassingen van de ISDE-subsidie 2025 voor warmtepompen die gelden per 1 januari 2025 zijn bekend gemaakt. De Rijksoverheid kiest ervoor de subsidie voor kleine warmtepompen, die vooral gebruikt worden voor hybride verwarmingssystemen, te verlagen. Tegelijkertijd wordt de subsidie op grote warmtepompen, die gebruikt worden voor volledig elektrische verwarmingssystemen, verhoogd. Deze aanpassing komt op een buitengewoon ongelukkig moment nu de verkoopaantallen van alle soorten warmtepompen aanzienlijk zijn gedaald, vindt de Vereniging voor Duurzame Warmte.

De aanpassing heeft volgens de vereniging grote gevolgen voor de verduurzaming van de gebouwde omgeving, omdat vooral de toegankelijke hybride warmtepomp fors duurder wordt gemaakt. Volgens de Rijksoverheid is deze aanpassing noodzakelijk omdat EU-regels het subsidieerbare bedrag, vanwege staatssteunregels, maximeren op 30% van de verkoopprijs. Andere lidstaten lijken deze regels echter anders te interpreteren.

Aanpassing van het subsidieregime
De leden van de Vereniging voor Duurzame Warmte pleiten voor een complete aanpassing van het subsidieregime, zodat de subsidie dan terecht komt bij de consumenten die de financiële ondersteuning het meeste nodig hebben. Door te kiezen voor een vast bedrag per warmtepomp, wordt er geen onderscheid gemaakt tussen de vermogens van warmtepompen. Hierdoor wordt de aanschaf van relatief kleinere warmtepompen meer gestimuleerd. Deze warmtepompen zijn vooral geschikt voor kleinere huizen. Bovendien kunnen op deze manier meer huishoudens gebruik maken van de subsidie en hun energielasten verlagen. Een goed voorbeeld is het subsidiëren van de elektrische auto met een vast bedrag. Wil de consument een luxere auto, met een grotere actieradius, dan blijft het subsidiebedrag gelijk. Dit zou ook moeten gelden voor warmtepompen.

Vaillant komt met stille split-warmtepomp op de markt

Vaillant introduceert de warmtepomp aroTHERM Split plus. De warmtepomp is verkrijgbaar in vermogensvarianten van 3, 5 en 7 kW en voldoet op een meter afstand al aan de gestelde geluidsnormen met een maximum van 39 dB in fluistermodus (met uitzondering van de 7 kW-versie). Dit lage geluidsniveau maakt het mogelijk om de warmtepomp dichter bij de erfgrens te plaatsen, wat vooral in dichtbebouwde woonwijken een belangrijke factor is om installaties te realiseren.

Voor een duurzame all-electric installatie kan de aroTHERM Split plus gecombineerd worden met de uniTOWER Split plus binnenunit, die is uitgerust met een 190-liter boiler. Dankzij het slimme oplaadprincipe kan de warmtepomp snel en efficiënt warm water leveren met een hoog tapwaterrendement en een COP tot 3,73. Met energielabel A+++ biedt de aroTHERM Split plus een oplossing voor huiseigenaren die op zoek zijn naar een financieel voordelige en duurzame verwarmingsoptie. Een categorie 1 materialenpaspoort is in ontwikkeling en wordt begin 2025 verwacht.

Gemaakt voor eenvoud en snelheid in installatie
De uniTOWER kan snel geïnstalleerd worden, mede dankzij het ontkoppelbare bovendeel en geïntegreerde opties zoals een magnetietfilter en dubbele afgiftecircuits. Ook wordt de internetmodule standaard meegeleverd voor beheer op afstand. Voor hybride toepassingen, is er ook een binnenunit verkrijgbaar zonder boiler, met of zonder naverwarming.
Dankzij het modulaire ontwerp en de draaglussen is de unit eenvoudig te verplaatsen en te plaatsen, ook bij beperkte ruimte. De aroTHERM Split plus heeft een leidinglengte van max. 40 meter en is tot 15 meter voorgevuld, oliebochten zijn niet noodzakelijk. Het systeem kan in een dag geïnstalleerd worden.