- Branche
- maart 25, 2021
- 0 views
Duurzaamheid en de waarde van commercieel vastgoed
De duurzaamheidsparagraaf onder beheer van de Dutch Green Building Council (DGBC) voor commercieel (kantoren)vastgoed is geactualiseerd. De update betreft een tweede versie van de duurzaamheidsparagraaf die een jaar geleden werd gelanceerd. Naast inhoudelijke verbeteringen is ook gewerkt aan de integratie van de paragraaf in (taxatie)software, handreikingen en trainingen. Dit levert meer mogelijkheden op om onderzoek te doen naar de relatie tussen duurzaamheid en de waarde van commercieel vastgoed.
Peter Gabriëls die namens Dutch Green Building Council betrokken is: “Willen we dat taxateurs dit gaan toepassen, dan zullen de instrumenten die zij gebruiken breed gedragen moeten worden. Daarom hebben naast de taxateurs zelf ook banken en softwareleveranciers meegewerkt aan deze doorontwikkeling.” De nieuwe versie is terug te vinden in taxatiesoftwaresystemen. Daarnaast is de duurzaamheidsparagraaf ook publiekelijk beschikbaar.
Doorontwikkeling
Bij de doorontwikkeling is gezocht naar een harmonisatie tussen de vorig jaar geïntroduceerde paragraaf en de duurzaamheidsparagraaf van het Taxatie Management Instituut (TMI). Michele Kalverla, voorzitter van de werkgroep duurzaamheid in vastgoedtaxaties, zegt daarover: “Deze vernieuwde paragraaf hebben we in samenwerking met grote en kleine taxatiebureau’s doorontwikkeld. We zijn erg verheugd dat deze nieuwe versie in taxatiesoftware en de vastgoedtaxonomie van SBR Nexus geïmplementeerd is, zodat we de paragraaf en de uitkomsten verder kunnen analyseren. Hierdoor kan er meer onderzoek gedaan worden naar duurzaamheid en de waarde.”
Betere data-analyses
René Klotz, voorzitter van TMI en betrokken bij de doorontwikkeling van de duurzaamheidsparagraaf onder beheer van DGBC. “We zien een toenemende aandacht voor duurzaamheid in de taxatiesector. Het TMI kan taxateurs nu opleiden in het gebruik van haar nieuwe versie van de paragraaf en kan het TMI hierop betere data-analyses uitvoeren. Daarnaast willen wij dat taxatiesoftware wordt gekoppeld aan externe bronnen en de informatiebronnen van Koeter Vastgoed Adviseurs. Dan kunnen we een genormaliseerd energiegebruik vaststellen van commercieel vastgoed voor alle assetcategorieën.”
Financieringsbeslissingen
De vooruitgang wordt ook gewaardeerd wordt door de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB). Banken worden namelijk al geconfronteerd met deze situatie. Met het oog op de energielabel C-verplichting voor kantoren kiezen enkele banken er individueel voor om de duurzaamheidsparagraaf voor kantoren te verplichten. “Inzicht in de duurzaamheidsprestaties van vastgoed is voor banken een relevant element om financieringsbeslissingen te nemen die helpen in het realiseren van klimaatdoelstellingen,” aldus Michiel Kuiper van de NVB.
Publiekelijk beschikbaar
De duurzaamheidsparagraaf, die is opgesteld vanuit de brede samenwerking van DGBC en partners, is voor het eerst volledig geïntegreerd in taxatiesoftwaresysteem KATE. De duurzaamheidsparagraaf is daarnaast ook publiekelijk beschikbaar gesteld. Vandaar dat deze te benaderen is via www.duurzaamheids-score.nl. Erik Schlooz: “Wij zijn van mening dat de duurzaamheidsparagraaf voor elke taxateur en vastgoedeigenaar in Nederland beschikbaar moet zijn. Door data rechtstreeks uit verschillende bronnen op te halen, geven we snel inzicht in de duurzaamheidsparameters. Ook kan de eigenaar de resultaten van zijn gebouw opslaan in het digitale gebouwenpaspoort van Property Pass.”
Duurzaamheid de standaard
Met de duurzaamheidsparagraaf wordt duurzaamheid steeds meer een standaard bij het uitvoeren van een taxatie. Door het uitvoeren van meer taxaties met inzicht in de duurzaamheidsparagraaf worden meer referenties opgebouwd. Die referenties zijn nodig om onderzoek te doen naar de impact van duurzaamheid op de waarde. Als het bewijs toeneemt dat duurzaamheid financieel loont, dan kan dat een enorme duw in de rug zijn om te investeren in duurzaam vastgoed en daarmee het behalen van de Klimaatdoelstellingen. Daarnaast is het integreren van duurzaamheid in vastgoedtaxaties ook een acties uit het Klimaatakkoord (2019).
- Branche
- maart 23, 2021
- 2 views
Meten en sturen op werkelijk energiegebruik
Er is een uniforme rekenmethode ontwikkeld die is het mogelijk maakt gebouwen snel te beoordelen op het werkelijke energiegebruik. staat voor De Werkelijke Energie intensiteit indicator, kortweg WEii, maakt inzichtelijk wat een gebouw per vierkante meter per jaar aan energie gebruikt. Gebouweigenaren en -gebruikers krijgen zo direct inzicht in de werkelijke energieprestaties van hun pand in relatie tot gelijkwaardige panden in hun sector, in plaats van een theoretisch inzicht. Daarnaast ontstaat direct een beeld van hoe ver ze verwijderd zijn van de Parijse klimaatdoelstellingen of zelfs een energieneutraal gebouw.
De ambitie van het Klimaatakkoord is een vermindering van de uitstoot van broeikasgassen in 2050 met 95% ten opzichte van 1990. Voor utiliteitsgebouwen wordt voor het realiseren van deze doelstelling vooral ingezet op het vaststellen van een wettelijke eindnorm voor de energetische kwaliteit van gebouwen in 2050. Daarom moet bijvoorbeeld nieuwbouw voldoen aan de BENG-norm, die is vastgesteld aan de hand van de methode NTA 8800. In de praktijk blijkt er echter een mismatch te zijn tussen het werkelijke energiegebruik van gebouwen en het energiegebruik dat verwacht wordt op basis van een theoretische berekening. WEii is, in tegenstelling tot BENG, ontwikkeld om wel inzicht te geven op de werkelijke energie-intensiteit van gebouwen.
Paris Proof-aanpak
WEii is een initiatief van DGBC en TVVL. Beide organisaties zijn overtuigd van het belang van meten op werkelijk energiegebruik. En ze werken dan ook al volgens dat principe: DGBC introduceerde in 2017 de Paris Proof-aanpak en TVVL is de initiator van WENG (Werkelijk EnergieNeutraal Gebouw). Die twee doelstellingen voor gebouwen zijn nu verwerkt tot scores op de WEii-ladder, die loopt van heel onzuinig via Paris Proof tot WENG.
Voor en door de markt
WEii is ontwikkeld voor en door de markt. Diverse overheidsinstanties en gezaghebbende marktpartijen hebben de afgelopen jaren in allerlei vormen meegewerkt aan de ontwikkeling van de rekenmethode, van TNO tot E-Nolis en van DWA tot het Rijksvastgoedbedrijf. Daarnaast is er voor de methode al interesse onder handhavers. Bijvoorbeeld omgevingsdiensten kunnen WEii gebruiken om de energieprestaties van gebouwen snel en correct in beeld te brengen en daarop te handhaven.
Eenvoudig en laagdrempelig
Martin Mooij is als programmamanager namens DGBC bij de ontwikkeling van WEii betrokken. Hij ziet grote kansen als het gaat om de toepasbaarheid van de tool. “Het is echt eenvoudig, je hoeft geen techneut te zijn om dit in te vullen.” Dat is volgens hem van groot belang, omdat de energietransitie ‘voor iedereen begrijpelijk moet zijn’. Daarom blijft hij ook hameren op het meten op het werkelijke energiegebruik: “Het is toch niet meer uit te leggen dat een gebouw een goed energielabel heeft, maar toch te veel energie gebruikt. Het theoretische en gebruik in de praktijk is met WEii direct terug te brengen tot één eenheid: het werkelijke energiegebruik.”
- Branche
- maart 22, 2021
- 5 views
Vooral dankzij verduurzaming blijft omzet Bosch in pandemietijd stabiel
Ondanks de pandemie van het coronavirus handhaafde Bosch Thermotechnology in 2020 zijn omzet op het niveau van het voorgaande jaar: 3,5 miljard euro. Aan de productzijde droegen vooral de trend naar elektrificatie en de uitbreiding van de activiteiten op het gebied van airconditioners en warmtepompen bij aan het succes. Jan Brockmann, voorzitter van de Bosch-divisie Thermotechnology: “Met onze producten voor verduurzaming, elektrificatie en digitalisering hebben wij een bijdrage geleverd aan de energietransitie in de bouwsector. Hiermee zullen we winstgevend blijven groeien.”
Elektrische toepassingen winnen steeds meer aan belang als technologisch pad in de verwarmings- en airconditioningssector, omdat ze energie bijzonder efficiënt gebruiken en omzetten. Daarom kondigde Bosch Thermotechnology in 2019 aan 100 miljoen euro te investeren in de uitbreiding van zijn warmtepompactiviteiten, met een focus op eenvoudig te installeren systeemoplossingen. “Deze investering en een aanzienlijke toename van het aantal medewerkers hebben ons een duidelijke stap voorwaarts gebracht: in 2020 noteerden we al een groei van 22,5 procent in warmtepompen in de hele EU, en in Duitsland groeide de warmtepompactiviteit zelfs met 48 procent. In 2021 zullen we blijven investeren in onze warmtepompactiviteiten en hier vooral ook in de opleiding van onze klanten om hen te helpen de sprong naar elektrificatie te maken. Dit zal onze groei versnellen en de mate van elektrificatie en dus CO2-reductie van huishoudens vergroten”, legt Jan Brockmann uit.
Regionale strategie
Met ontwikkelingscentra in Tranås (Zweden) voor Noord-Europa, in Wernau (Duitsland) voor Centraal-Europa en in Aveiro (Portugal) voor Zuid-Europa is Bosch Thermotechnology goed gepositioneerd om de Europese markt voor residentiële warmtepompen, die het grootste deel van de wereldmarkt uitmaakt, te bedienen. Om tegemoet te komen aan de verschillende eisen van de klanten, volgt de onderneming een regionale strategie in de EU met productassortimenten die zijn afgestemd op de betreffende regio en die succesvol is gebleken: in Noord-Europa, de meest volwassen warmtepompmarkt, vertegenwoordigt deze verwarmingstechnologie meer dan 90 procent van de markt. De nadruk ligt daar op optimalisatie van de prestaties.
Systeembenadering
In Centraal-Europa ligt de focus op de systeembenadering. Hier wil Bosch vooral groeien met warmtepompen in combinatie met ventilatiesystemen en met de Bosch Energy Manager voor geoptimaliseerd stroomverbruik in huis. Voor Zuid-Europa is het belangrijk om het portfolio uit te breiden met goedkope productalternatieven. Daartoe heeft Bosch Thermotechnology in 2020 een joint venture opgericht met Electra Industries Ltd. Electra Industries, met het hoofdkantoor in Rishon (Israël), is goed gepositioneerd op de Israëlische HVAC-markt. Het bedrijf heeft ervaring op het gebied van onderzoek en ontwikkeling en momenteel ongeveer 300 mensen in dienst. De twee partners zijn voornemens samen te werken bij de ontwikkeling en productie van omkeerbare warmtepompen. Naast zijn eigen productportfolio zal Bosch Thermotechnology van de nieuwe joint venture een warmtepompenportfolio betrekken dat speciaal is toegesneden op de Midden- en Zuid-Europese markt. De joint venture is bedoeld om de twee partners te helpen de kansen te grijpen die zich voordoen in de snel groeiende markt voor omkeerbare warmtepompen.
Elektrificatie
“Onze visie is om de huizen in Europa te elektrificeren - met regionaal aangepaste warmtepompen en hybride apparaten die het beste van twee werelden bieden. In alle regio's hechten wij bijzonder veel belang aan een eenvoudige installatie voor onze handelspartners en een eenvoudige bediening voor onze eindklanten. Wij bieden systeemoplossingen voor bestaande en nieuwe gebouwen die alle gebruikssituaties dekken en begeleiden onze klanten op hun weg naar elektrificatie met een breed scala aan ondersteunende diensten”, aldus Jan Brockmann.
Waterfstof
De overschakeling op klimaatneutrale systemen is een essentieel onderdeel van de EU Green Deal die alle EU-landen tegen 2050 CO2-neutraal moet maken. Voor een CO2-neutraal energiesysteem is het onontbeerlijk om de verwarmingsmarkt volledig in beschouwing te nemen, aangezien een groot deel van de uitstoot hier zijn oorsprong vindt. Bosch Thermotechnology zet in op multi-technologische oplossingen die - parallel met elektrificatie - waterstof (H2) als milieuvriendelijke energiedrager van de toekomst beschouwen. Waterstof is gemakkelijker op te slaan dan elektriciteit en kan worden gedistribueerd via het bestaande gasnet. “Voor een CO2-neutraal energiesysteem hebben we naast elektrificatie ook een waterstofstrategie voor de verwarmingsmarkt nodig. Verbrandingstoestellen zullen de komende decennia belangrijk blijven, en daarom investeren wij nu al in een H2 Ready portfolio. Wij zijn duidelijk voorstander van een multi-technologie-aanpak en zijn voorbereid op elke weg om de klimaatdoelstellingen te bereiken”, zegt Jan Brockmann.
H2 Ready-ketel
Om de mogelijke toepassingen op de verwarmingsmarkt te demonstreren, presenteerde Bosch Thermotechnology in november 2020 het prototype van een nieuw wandverwarmingstoestel, de H2 Ready-ketel, aan een internationaal publiek in zijn vestiging in Worcester in het Verenigd Koninkrijk. De nieuwe cv-ketel kan aanvankelijk werken op conventioneel aardgas of een waterstofbijmenging tot 20 procent. Zodra het lokale netwerk is overgeschakeld op waterstof, kan de cv-ketel binnen een uur worden omgeschakeld op volledig gebruik van zuivere waterstof door slechts enkele aanpassingen uit te voeren. Het eerste veldtesttoestel draait sinds september 2020 op zuivere waterstof in een eengezinswoning in Groot-Brittannië. De introductie van de eerste H2 Ready HR-ketel in het Verenigd Koninkrijk is gepland voor 2022 als onderdeel van een door de overheid gefinancierd demonstratieproject, en verdere openbare demonstratieprojecten op grote schaal zullen volgen.
Praktijktest in Nederland
In Nederland voert Bosch Thermotechnology ook de eerste praktijktests uit met betrekking tot het gebruik van waterstof in de verwarmingssector, waaronder het Uithoorn-project. Samen met steke partners zoals Nefit Bosch bouwde de netbeheerder Stedin het aardgassysteem van woningen om op waterstof. Bestaande installaties worden zo gebruikt om te testen welke aanpassingen moeten worden gedaan om verwarmingssystemen en aardgasnetten voor te bereiden op volledig gebruik van waterstof.
Industriële boilers op waterstof
Bosch Thermotechnology biedt ook al industriële boilers aan die werken op 100% waterstof of die H2 Ready zijn, d.w.z. aanvankelijk op aardgas werken maar later kunnen worden omgebouwd om pure waterstof te gebruiken. Eind 2020 leverde Bosch Industrial een nieuwe H2 Ready-ketel voor industriële toepassingen die in de toekomst een zagerij in Wunsiedel (Duitsland) van thermische energie zal voorzien. Bosch Thermotechnology levert zo ook een bijdrage aan de klimaatbescherming in de industriële sector.
Brandstofcel op waterstof
Voor een duurzame energievoorziening is Bosch bovendien bezig met de ontwikkeling van de solid oxide brandstofcel (SOFC), die ook met waterstof kan werken. In 2024 willen Bosch en zijn samenwerkingspartner Ceres Power uit Horsham (VK) beginnen met de serieproductie van gedecentraliseerde energiecentrales op basis van SOFC's. Bosch mikt op een productiecapaciteit van ongeveer 200 megawatt per jaar. Dit is genoeg om ongeveer 400.000 bewoners van elektriciteit te voorzien. Bosch zal enkele honderden miljoenen investeren in de geplande serieproductie. De productie zal plaatsvinden op de locaties Bamberg en Homburg alsmede op de locatie Wernau van Bosch Thermotechnology en de ontwikkeling zal plaatsvinden in Stuttgart-Feuerbach en Renningen (Duitsland).
Groeimarkt airconditioning
In het kader van de elektrificatie van de bouwsector zal Bosch Thermotechnology ook zijn gamma van energie-efficiënte airconditioning-units voor huishoudelijk gebruik en voor de commerciële sector uitbreiden. Deze units werken efficiënt als ze niet alleen voor koeling worden gebruikt, maar als lucht/lucht-warmtepompen ook voor verwarming. Dit is een gangbare toepassing in kleinere eengezinswoningen of flats in warmere streken zoals Zuid-Europa of Azië en voor commerciële VRF-systemen (variabele koelmiddeldoorstroming) in alle streken, bijvoorbeeld in hotels en winkelcentra. In veel regio's van de wereld - intussen ook in Centraal-Europa - is airconditioning onmisbaar in woongebouwen en commerciële panden om een aangenaam en gezond temperatuurniveau in het gebouw te creëren. “Met onze airconditioners willen wij een bijdrage leveren aan gezondheid en welzijn en tegelijkertijd ook een duurzame bijdrage leveren aan de CO2-besparing in deze bedrijfstak”, legt Jan Brockmann uit. Airconditioning is een wereldwijde groeimarkt, goed voor twee derde van de totale HVAC-markt en kent een hogere marktgroei dan de segmenten verwarming en sanitair warm water. “Ons doel is om onze positie in de airconditioningsector in beide segmenten aanzienlijk te versterken en ook hier de motor te zijn voor energie-efficiënte technologieën”, benadrukt Jan Brockmann.
Digitale diensten met focus op de comfortbeleving
De coronapandemie met lockdowns en uitreisbeperkingen heeft de mogelijkheden van de digitale transformatie duidelijk aangetoond. Daarom zijn digitale services en online klantenondersteuning twee gebieden waarin Bosch Thermotechnology fors investeert. De focus van de uitbreiding ligt op comfortbeleving. Het bedrijf biedt installateurs en handelspartners zoals planners, projectontwikkelaars en architecten digitale oplossingen en diensten die hun werk vergemakkelijken: van het digitale Partner Portal tot online trainingen en van technologiefora voor bijscholing tot grote digitale evenementen. “Onze ervaring in 2020 heeft aangetoond dat digitalisering nieuwe kansen voor ons opent. Het is belangrijk dat we geen standaardoplossingen gebruiken, maar ons digitale aanbod afstemmen op de individuele behoeften van onze verschillende klantgroepen. We zijn overspoeld met inschrijvingen voor sommige van onze online opleidingen. Onze klanten waarderen het dat wij hen veilige en tegelijkertijd innovatieve manieren van contact en interactie bieden. Juist in tijden waarin persoonlijke contacten sterk aan banden worden gelegd, biedt de uitbreiding van onze digitale diensten ons de mogelijkheid om onze sterke merken nog sterker te maken en nog beter te verankeren in het klantenbewustzijn”, aldus Thomas Bauer, lid van de directie en verantwoordelijk voor verkoop en marketing.
- Bedrijf
- maart 17, 2021
- 0 views
Gasloos renoveren met warmtepomp en convectoren
NIBE en Jaga organiseren op donderdag 15 april samen een gratis webinar waarin de mogelijkheden worden besproken om bestaande woningen gasloos te maken, of in stappen voor te bereiden op een gasloze toekomst, door toepassing van (hybride) warmtepompen in combinatie met laag temperatuur convectoren.
Woningcorporaties in Nederland staan de komende decennia voor de enorme uitdaging om meer dan twee miljoen bestaande rijwoningen en galerijwoningen gasloos te maken. En ook zijn steeds meer particuliere woningeigenaren en VvE’s op zoek naar haalbare en betaalbare oplossingen om van het aardgas af te stappen. Wordt de cv-ketel daarbij vervangen door een warmtepomp, dan moeten vaak ook de bestaande radiatoren worden vervangen door een lage temperatuur afgiftesysteem. Vloerverwarming is dan een mogelijkheid, maar dat is in bestaande bouw niet makkelijk te realiseren.
Onderwerpen
In het gratis webinar zullen onder meer de volgende onderwerpen aan bod komen:
-overzicht NIBE warmtepompen en Jaga laagtemperatuurconvectoren;
-verwarmen met een lage aanvoertemperatuur: zo werkt het;
-mogelijkheden van (passieve) verkoeling met de warmtepomp en laagtemperatuurconvectoren;
-waarborgen van voldoende warmtapwatercomfort zonder cv-ketel;
-combinatie warmtepomp en laagtemperatuurconvectoren slim regelen;
Verder komen aan de orde aandachtspunten zoals:
-Past de warmtepomp wel in de beschikbare ruimte?
-Krijgen huurders/bewoners minimaal het comfort als ze gewend zijn?
-Hoe zit het met het geluid van een warmtepomp?
-Kunnen huurders/bewoners blijven of moeten ze tijdelijk verhuizen?
Ook financiële aspecten zoals investering, onderhoud, energiegebruik, monitoring en TCO zullen de revue passeren. Verder zullen enkele referentieprojecten worden besproken waarin warmtepompen zijn toegepast in combinatie met Jaga LT-convectoren.
Aanmelden voor dit gratis webinar kan via: https://lnkd.in/ge8uQvK
- Branche
- maart 9, 2021
- 0 views
Vooral jongeren hebben ambitie om hun woning te verduurzamen
Ondanks dat het energielabel verplicht is sinds 2008, weten vier van de tien Nederlanders niet welk energielabel hun woning heeft. Generatie X en babyboomers weten vaker dan millennials niet wat hun energielabel is. De jongere generatie is niet alleen beter op de hoogte van het energielabel, ze zijn ook veel vaker van plan om het label in het komende jaar te verbeteren. De lage energierekening is voor de meeste Nederlanders die willen verduurzamen, ermee bezig zijn of dit hebben gedaan (62%) de drijfveer om te verduurzamen en het energielabel te verbeteren. Dat blijkt uit onderzoek van online consumentenadviseur Pricewise onder 1.000 respondenten, in samenwerking met onafhankelijk veldwerkbureau Panel Inzicht.
Ondanks de grote onwetendheid over het eigen energielabel, geeft 61% van de Nederlanders wel aan te weten hoe het energielabel verbeterd kan worden. Vooral Nederlanders met een laag energielabel (B t/m G) weten hoe het energielabel te verhogen is, vergeleken met mensen met een hoog energielabel (A). Babyboomers hebben ondanks onwetendheid over hun eigen energielabel wél de meeste kennis van de manieren waarop ze het energielabel kunnen verhogen. Volgens Tomas Bleker, energiespecialist bij Pricewise, hebben babyboomers ook meer financiële middelen om verduurzaming te verwezenlijken. “Desondanks zien we dat vooral jongeren, met name millennials, de ambitie hebben om zo snel mogelijk te verduurzamen. Met de financiële regelingen vanuit de overheid zal verduurzaming de komende jaren in alle generaties normaal en mogelijk zijn.”
Terugverdientijd verduurzaming voor velen te lang
Bleker vindt het dan ook niet gek dat de meeste Nederlanders die niet van plan zijn om te verduurzamen, dit niet doen vanwege financiële redenen (41%). Niet alleen kosten voor verduurzaming spelen een rol: de te lange terugverdientijd van de verduurzaming is voor 28% van de Nederlanders doorslaggevend om hun woning niet te verduurzamen. Bleker: “In eerste instantie zien veel mensen ervan af vanwege de lange terugverdientijd en kosten. Zo zijn zonnepanelen bijvoorbeeld pas rendabel na zo’n acht jaar bij doorgaans zes tot tien zonnepanelen, afhankelijk van de ligging en het aantal zonuren. Toch levert verduurzaming van je woning je hoe dan ook iets op. Je huis wordt beduidend meer waard als het een energielabel A draagt. Als je weet welk energielabel jouw woning draagt, worden de mogelijkheden om te verduurzamen en daarmee nog meer te besparen op de energierekening pas duidelijk. Het is daarom niet alleen belangrijk om je energie te vergelijken en te kijken of het goedkoper kan, maar het is ook belangrijk te kijken naar waar de energie verloren gaat. Zo blijft jouw energierekening het laagst.”
- Branche
- maart 5, 2021
- 2 views
Test met opwekking én opslag van duurzame energie in pilotwoning
Een geïntegreerd systeem voor PV-thermische energieopwekking met seizoensgebonden energieopslag. In Helmond bouwen studenten van de TU EIndhoven samen met woningcorporatie Woonbedrijf en bouwbedrijf Hurks een pilotwoning met dit systeem.
Brainport Smart District moet de slimste wijk ter wereld worden. In dit deel van de Helmondse wijk Brandevoort worden allerlei nieuwe technieken en inzichten toegepast om een duurzame en mooie leef- en werkomgeving te creëren. Studenten van de Technische Universiteit Eindhoven (Team CASA) bouwen hier samen met woningcorporatie Woonbedrijf en bouwbedrijf Hurks een woning (CASA 1.0) met technologie die door de studenten is bedacht. Het project ontvangt subsidie vanuit Europa, de provincie Noord-Brabant en het ministerie van EZK. Doel is om een alternatief voor sociale huurwoningen te bouwen dat Comfortable, Affordable en Sustainable Alternative (CASA) is. Bedenker en teammanager Antoine Post: “In deze pilot testen we de juiste dimensionering van bouwkundige en installatietechnische technieken met als doel deze voor toekomstige woningbouw te kunnen opschalen.”
Installatietechniek
In de woning met drie appartementen worden verschillende bestaande technieken samengevoegd, veelal gebaseerd op vernieuwende technologieën. Op installatiegebied komt er een systeem voor de opwekking én opslag van duurzame energie. Het systeem is opgebouwd uit bestaande componenten die echter op een unieke manier worden geïntegreerd ten behoeve van verwarming, koeling en ventilatie. Zonne-energie wordt via het PV-thermische dak (PV-panelen met onderliggend buizenstelsel) opgewekt om de woning te verwarmen en van elektriciteit te voorzien. Het opgewarmde water wordt opgeslagen in een enorme tank (100.000 liter) onder de woning. Zo kan er in de winter warmte onttrokken worden om het gebouw energieneutraal te verwarmen en van warm tapwater te voorzien. “Het water wordt door een warmtepomp opgewarmd tot 75 graden Celsius en blijft door de grote buffer minimaal 30 graden. Mocht de temperatuur toch daaronder komen, dan kunnen we met de warmtepomp bijverwarmen”, zegt Post. Door het energiesurplus van de zomer ‘s winters te gebruiken, worden piekbelastingen van het elektriciteitsnet voorkomen.
Componenten en monitoring
Flamco levert verschillende componenten van dit systeem, zoals een Flexcon Premium expansievat met 15 jaar garantie, energiebesparende XStream lucht- en vuilafscheiders, buffervaten, mengvaten, vul- en tapkranen, filters, flowsensoren en beveiligingen. Ook de energiemeters die de thermische prestaties van het systeem (opslag en verbruik) monitoren, komen van deze fabrikant. De data kan op afstand worden uitgelezen via Flamconnect Remote Rervice. Daarmee heeft de installateur real time inzicht in en controle over de conditie van het systeem. Zo kan hij pro-actief op (storings)meldingen reageren en die op afstand verhelpen.
Blijven leren
De woning is begin mei 2021 klaar. Het grote appartement op de begane grond (60 m2) betrekt Post zelf, ook om uit eerste hand te kunnen evalueren. “Wij hebben redelijk vertrouwen in het systeem, want het zijn vertrouwde componenten. We testen in de praktijk wat wij berekend hebben, want de systeemintegratie is nieuw. Mocht het nodig zijn, dan kunnen we de dimensionering aanpassen. Maar het project is nu al geslaagd, want we hebben veel geleerd.”
- Branche
- maart 5, 2021
- 0 views
Voor het eerst een jaren 70 woonwijk op waterstof
In het Groningse Wagenborgen wordt een jaren 70 woonwijk aangesloten op een waterstofnetwerk. Van de 40 aangeschreven bewoners heeft bijna iedereen inmiddels toegezegd mee te willen doen. Met dit project willen de initiatiefnemers aantonen dat waterstof, naast restwarmte, groen gas en all-electric, één van de oplossingen voor aardgasvrij wonen is.
Het gebruik van waterstof voor het verwarmen van bestaande oudere woningen is een techniek die wereldwijd nog in de kinderschoenen staat. In opdracht van Groninger Huis isoleert Energiewacht voor aanvang van de aanleg van de waterstofleiding deze huizen tot energielabel niveau B. De woningen worden verwarmd met een hybride warmtepomp van Intergas, die wordt onderhouden door Energiewacht. Deze hybride warmtepomp draait zoveel mogelijk op duurzaam opgewekte stroom en op koude momenten wordt waterstof gebruikt. De woningen krijgen zonnepanelen en de bewoners gaan inductiekoken. Het project wordt daarnaast mogelijk gemaakt door een lokaal agrarisch bedrijf waar het waterstof wordt geproduceerd en opgeslagen. Met dit project doen de deelnemende partijen essentiële ervaringen op voor de energietransitie.
Bewoners hebben de belangrijkste stem
“Onze bewoners hebben ervoor gezorgd dat het project echt door kan gaan”, vertelt directeur-bestuurder van Groninger Huis Laura Broekhuizen. “We hebben veertig woningen uitgekozen, de bewoners persoonlijk uitleg gegeven over het project en wat het voor hen betekent en gevraagd of ze mee willen doen. Wij zijn er echt trots op dat we voldoende deelname hebben en zo samen bijdragen aan een duurzame toekomst.” Groninger Huis werkt in Wagenborgen ook mee aan een ander project: Nieuwborgen.net. Dit project biedt de overige huurders en eigenaren de mogelijkheid over te stappen op groen gas.
Lange termijn verkenningen
Het gaat in Wagenborgen om het eerste waterstof woonproject van Nederland in een jaren 70 woonwijk. “Met deze pilot in een oudere woonwijk doen we, samen met bewoners en de deelnemende partijen, ervaring op hoe we woningen met behulp van waterstof het beste kunnen verduurzamen waarbij we zoveel mogelijk gebruikmaken van de bestaande gasleidingen”, vertelt Sybe bij de Leij, innovatiemanager bij Enexis Groep.
Wethouder duurzaamheid Meindert Joostens van de gemeente Eemsdelta: “De gemeente Eemsdelta is positief over het project en we werken daaraan graag mee. Dit is belangrijk voor de lange termijn verkenningen in de zoektocht naar nieuwe energievormen. Voor een succesvolle energietransitie is draagvlak van inwoners heel belangrijk. Daarom verheugt het ons dat al 30 gezinnen zich voor de pilot hebben aangemeld. Samenwerking tussen diverse partijen en bewoners is hierin de sleutel tot succes.”
De potentie van waterstof
Duurzaam geproduceerde waterstof is CO2-neutraal. De toepassing van waterstof in de gebouwde omgeving lijkt veel potentieel te hebben, maar moet nog verder onderzocht worden. Met de productie, distributie en het gebruik van waterstof is nog geen grootschalige ervaring opgedaan. De netbeheerders pleiten er daarom voor om tot 2030 in te zetten op de ontwikkeling en het gebruik van waterstof in de industrie en in een aantal projecten in de gebouwde omgeving.
Waterstof als onderdeel van energietransitie
Het afbouwen van het aardgasverbruik komt de komende jaren in een stroomversnelling. Daarbij wordt gestreefd naar het aardgasloos maken van 200.000 woningen per jaar, bijvoorbeeld door over te gaan op groen gas, een elektrische warmtepomp (hybride of all-electric) of een warmtenet. In de toekomst kan waterstof een aanvulling zijn op dit palet aan mogelijkheden. Het gezamenlijk opdoen van ervaring is hierbij essentieel. Dit gaat verder dan alleen de gasnetbeheerders, maar raakt ook leveranciers van toestellen, veiligheidsinstanties, gemeenten en andere overheden. Bij de uitwerking van het Klimaatakkoord is de inzet van waterstof voor de netbeheerders een belangrijk aandachtspunt.
- Branche
- maart 3, 2021
- 0 views
Analyse programma’s politieke partijen op duurzaamheid en gebouwde omgeving
In de programma’s van de politieke partijen voor de komende Tweede Kamerverkiezingen wordt vooral aandacht gevraagd voor het transformeren van kantoren tot woningen. De coronacrisis, plus het nijpend tekort aan woningen in Nederland lijkt een nieuw politiek licht te schijnen op de verduurzaming van de utiliteitsbouw. Dutch Green Building Council analyseerde de verkiezingsprogramma’s van de dertien zittende politieke partijen op de thema’s duurzaamheid en gebouwde omgeving.
Als het om de gebouwde omgeving gaat, valt vooral de woningnood op. In acht van deze dertien bestudeerde verkiezingsprogramma’s wordt geopteerd voor het ombouwen en transformeren van leegstaande kantoren tot woningen, als antwoord op de woningnood in Nederland. Een prima uitgangspunt volgens DGBC, al is wel de vraag hoeveel utiliteitsgebouwen er nog beschikbaar zijn voor die transformatie.
Duurzaamheid gebouwen
Verder wordt door een aantal politieke partijen eisen gesteld aan de duurzaamheid van de gebouwen, zoals betere isolatie en eigen energie-opwek met zonnepanelen. Dit gaat echter niet veel verder dan de huidige wetgeving. Een partij die wel verregaande ambities heeft, is de Partij voor de Dieren. Die partij heeft het meest concrete verduurzamingsprogramma voor bedrijfsgebouwen. En een helder doel: 65% minder energiegebruik en energieneutraal in 2030. Dat heeft zelfs sterke overeenkomsten met Paris Proof, het plan van DGBC om de gebouwde omgeving te verduurzamen.
Energielabels uit de gratie
Bij de vorige verkiezingen in 2017 hadden veel partijen de energielabelplicht voor kantoren in 2023 nog prominent opgenomen in de verkiezingsprogramma’s. Deze energielabels lijken uit de gratie: slechts bij een paar partijen komt het energielabel aan de orde. VVD wil geen verplichte labelsprongen meer voor woningen, SGP wil vooral kijken naar de werkelijke energieprestatie. Een weg die DGBC al is ingeslagen met WEii (Werkelijke Energie intensiteits indicator), een rekentool om een gebouw op werkelijk energiegebruik te beoordelen.
Stimulerende maatregelen
Overheidsmaatregelen zoals de SDE++ en de Milieu investeringsaftrek worden gezien als logische manieren om verduurzaming te stimuleren. DGBC ziet dat ook terug in Breeam-NL waar deze stimulansen goed werken om snel stappen te maken. Wel wil PvdA de huidige stimuleringsregeling Duurzame Energie beter benutten. VVD ziet kansen om de Milieu Investeringsaftrek beter geschikt te maken voor het thema circulaire economie.
Materialenpaspoort op de agenda
De circulaire economie heeft, zeker bij de partijen met een groene klimaatagenda, een prominente plek gekregen in de verkiezingsprogramma’s. D66, GroenLinks, Partij voor de Dieren en ChristenUnie stellen voor het materialenpaspoort in te voeren. PvdA stelt voor het rijksprogramma Circulaire Economie uit te breiden. Concrete doelen waarmee de partijen naar een volledig circulaire (bouw)economie toewerken zijn nauwelijks terug te vinden in de programma’s, of worden geschaard onder de CO2-doelstellingen. Daar valt volgens DGBC nog wel wat terrein te winnen.
Naar Parijs of niet?
PVV en Forum voor Democratie willen dat Nederland haar steun aan het Klimaatakkoord opzegt. Aan de andere kant zijn vier partijen die de Parijse klimaatdoelen eerder willen bereiken: GroenLinks, Partij voor de Dieren, D66 en SP. “DGBC hoopt en verwacht dat de politieke partijen na de verkiezingen hun verantwoordelijkheid nemen om de weg naar de klimaatdoelen te versnellen. De klimaatverandering is nu al alarmerend, nog meer CO2-uitstoot maakt het probleem alleen maar groter”, zegt Annemarie van Doorn, directeur van DGBC.
- Branche
- februari 26, 2021
- 0 views
Gebufferd regenwater voedt groen dak
In Londense wijk Chalk Farm is een groen-blauw dak toegepast op twee woningen. Een blauw dak, ook wel retentiedak genoemd, slaat water op wanneer het regent en geeft dit gecontroleerd terug. Het concept is bedacht om kostbare grondstoffen niet verloren te laten gaan, maar vooral ook om de grote toevloed van regenwater af te remmen en dus wateroverlast te voorkomen. Gecombineerd met een groendak of daktuin, wordt het gebufferde regenwater gebruikt om het groene dak te voeden.
Tony Brown, National Technical Manager bij Renolit Cramlington, fabrikant van de dakafdichtingsbanen die gebruikt zijn in dit project: “De banen zijn flexibel en inzetbaar op alle soorten ondergronden. Dit groen-blauwe dak staat garant voor een geoptimaliseerd regenwatermanagement, aangenamere binnentemperaturen – en dus energiebesparing op airconditioning – en ook een betere geluidsisolatie. De milieuvriendelijke toepassing levert een maximaal energievoordeel, waardoor het project hoog scoort op vlak van ecologische duurzaamheid en bijdraagt aan een betere levenskwaliteit.”
Volledig recycleerbaar
Toegepast is een volvlakkig verkleefde dakbaan in combinatie met een sedum groendaksysteem. ACO was verantwoordelijk voor het waterretentiesysteem en de watervertragende modules voor de blauwe daken. De dakbanen hebben een levensduur van meer dan 40 jaar, wat bevestigd wordt in het BBA rapport over deze dakbanen. Ze zijn volledig recycleerbaar en bevatten bovendien een belangrijk aandeel gerecycleerd materiaal. Een dakbaan vereist minder onderhoud en minder interventies na installatie. In het geval van een dergelijke delicate combinatie van een blauw dak met een groendak zouden de kosten anders hoog kunnen oplopen.
- Branche
- februari 19, 2021
- 0 views
‘Ook tijdens koude week draaide warmtepomp als een zonnetje’
De afgelopen week stond de warmtepomp vanwege het koude weer extra in de belangstelling. Dit vanwege de vraag of een warmtepomp het wel warm zou kunnen krijgen. Nu het koudefront weer op zijn retour is, reden voor Itho Daalderop om één van haar klanten aan het woord te laten over de prestaties van de WPU warmtepomp.
Nicolaas van Everdingen is eigenaar van adviesbureau Plushuis. Zijn bedrijf heeft meer dan 20 woningen (nieuwbouw en renovatie) naar all-electric en energieleverend gebracht. In enkele van deze woningen zijn de water/water-warmtepomp WPU en balansventilatie HRU van Itho Daalderop geïnstalleerd. De WPU warmtepomp maakt gebruik van energie uit de bodem.
Gepassioneerd verduurzamer
Voordat een woning een Plushuis© genoemd mag worden, worden er verschillende aanpassingen gedaan aan de schil. Van Everdingen stelt een rapport op met te nemen maatregelen om de woning energieleverend en dus ‘Plus op de meter’ te krijgen. Als gepassioneerd verduurzamer houdt Nicolaas al geruime tijd de energieprestaties van alle Plushuizen bij. Afgelopen zomer, in de heetste week van het jaar, is door hem de #hetemeetweek in het leven geroepen. Nu we de afgelopen week weer eens echt winterweer hebben gehad, is de #koudemeetweek van start gegaan. Hierin is bijgehouden hoe de woningen presteren tijdens de kou. Dit filmpje van Van Everdingen geeft inzicht in de ‘machinekamer’ van het energiezuinigste Plushuis in Ede met een Itho Daalderop water/water warmtepomp van het type WPU.
Goede prestaties
In de grafiek hiernaast is het energiegebruik van de water/water-warmtepomp te zien en ter vergelijk een lucht/water-warmtepomp in een ander Plushuis. Alhoewel de woningen erg verschillen (nieuwbouw versus “vernieuwbouwde” jaren ’30 woning) is het interessant om te zien hoe de verschillende woningen het doen. De WPU scoorde eerder al het beste onder alle Plushuizen qua energiegebruik (en die woning kreeg dan ook het predicaat Energiezuinigste Plushuis© 2020. www.plushuis.nu/Wedstrijd_Plushuis_2020).
Tijdens de #koudemeetweek blijkt de WPU bijzonder goed te presteren (zie oranje lijn). In vergelijking met een lucht/water warmtepomp (blauwe lijn) valt op wat een enorm verschil in energieverbruik de woningen laten zien. De gemiddelde netbelasting door de WPU blijft met ca. 540 Watt ver onder het vermogen van ca. 1500 tot 2000 Watt dat netbeheerders in bestaande woonwijken per woning beschikbaar hebben. Bij de luchtwater-warmtepomp ligt dat met 1400 Watt duidelijk hoger.
In grafiek hiernaast is te zien dat de brontemperatuur netjes rond de 7-8 graden blijft liggen, wat conform verwachting is. Conclusie: de WPU die energie uit de bodem benut met een bron die gevuld is met zuiver water in plaats van met chemicaliën zoals glycol, draait het hele jaar als een zonnetje. Ook wanneer het buiten extreem koud is.
Fotograaf: Raimond Zoeter