“Waterstof zal Nederland veroveren”

De energietransitie gaat niet over één oplossing. Waterstof is één van de oplossingen. Jan Wijbenga (foto) van het bedrijf Feenstra is ervan overtuigd dat waterstof ook Nederland zal veroveren. Maar het is een weg die we nog met elkaar moeten verkennen. In Uithoorn werd onlangs een proef gestart met het inzetten van waterstof in bestaande (sloop)woningen. Woningen die eerder op aardgas werden verwarmd. Met positief resultaat. Een nieuwe toekomst voor de installateur?

“Er is gewoon niet één oplossing voor de energietransitie”, vertelt Jan Wijbenga. “Dat is echt een illusie. We moeten met elkaar alle mogelijke opties verkennen en inzetten. We moeten experimenteren en vooruit kijken. En vergis je niet: het gaat sneller dan je denkt! Bij Feenstra willen we vooraan lopen, meedenken en mee ontwikkelen. Maar we zorgen er wel voor dat we bij bewoners thuis oplossingen plaatsen, die bewezen zijn. We experimenteren graag met alle oplossingen die er zijn voor verduurzaming! Maar… in huizen waar mensen wonen moet het product dat we neerzetten gegarandeerd werken.”

Waterstof-project
Woningcorporatie Eigen Haard en netwerkbedrijf Stedin startten een waterstof-project en wilden in Uithoorn onderzoeken hoe waterstof in het bestaande aardgasnet in bestaande woningen kan worden toegepast. Er werd aan een aantal partijen gevraagd mee te doen. Feenstra wilde graag de al eerder opgedane kennis inzetten bij dit project en daarmee ook vergroten. Wijbenga: “Het ging om een aantal sloopwoningen; de perfecte plaats om dit met elkaar te verkennen. Door elke keer zo samen te werken, kunnen we kennis stapelen. Niet alleen binnen het bedrijf, maar ook in de keten.” Bij de overstap van aardgas naar waterstof werden de bestaande gasleidingen en verbindingen onderzocht, zowel in de straat als in de woningen. “Het verwarmen van de woningen gebeurde met speciale waterstof cv-ketels. Die worden inmiddels al door verschillende partijen ontwikkeld (o.a. Remeha en Nefit-Bosch) en juist met projecten als deze verder verbeterd. Waterstof vraagt om nieuwe kennis en vaardigheden van onze monteurs. En ook daarvoor gebruiken we de ervaringen in Uithoorn. Hoe kunnen we opleidingen en opleiders voeden op weg naar een toekomst met meer waterstof?”

Innoveren
Wijbenga: “Natuurlijk moeten we kiezen voor de ‘groene’ waterstof; anders is het dweilen met de kraan open. Het is overigens goed te weten dat er bij de verbranding van waterstof geen CO2-uitstoot is. Geen mogelijkheid tot koolmonoxidevergiftiging dus.” De pilot in Uithoorn maar ook andere projecten in Nederland bewijzen dat het mogelijk is. Wijbenga: “Het zijn de eerste stappen. Maar we moeten blijven innoveren. Innoveren en experimenteren helpt ons om ervoor te zorgen dat wij gereed zijn voor de periode na 2030. Er wordt natuurlijk al veel ondernomen; want anders hadden we ook in Uithoorn geen stappen kunnen zetten. Maar er is meer nodig. Uit het project in Uithoorn komen vragen die we met elkaar moeten beantwoorden. Denk dan bijvoorbeeld aan wet- en regelgeving en de ontwikkeling van veiligheidsprotocollen en de opleidingen.”

Leeds
Is het dan een kwestie van de lange adem? Van de verre toekomst? Integendeel volgens Wijbenga. “Ik merk de interesse en het geloof in de energietransitie. Ik zie opleidingscentra schakelen op die nieuwe toekomst. En in Nederland zien we in de mobiliteit al mooie ontwikkelingen. “We zien steeds meer auto’s op waterstof rijden. Geweldig toch? Maar het is grootser… Dat heeft de stad Leeds in Engeland wel bewezen. Onder de noemer ‘project H21’ moeten hier via het oude aardgasnetwerk miljoenen huishoudens en bedrijven worden voorzien van schoon waterstof. In 2028 willen de initiatiefnemers in het noorden van Engeland van start gaan, om in 2050 te eindigen in Londen. De grootste energietransitie van het Verenigd Koninkrijk. Een project dat al vanaf 2017 loopt.”

Leren
Waterstof vergt andere kennis en skills. Maar het begin is al gemaakt. “Bij de Hanze Hoge School wordt kennis ontwikkeld en gedeeld met de vakmensen van de toekomst. Een docent benaderde me met een waterstof-katern. Mijn Feenstra collega’s van onze regionale opleidingscentra en ik hebben graag meegelezen. Het is een gespreksonderwerp onder monteurs merk ik; zij willen leren.” Wat zijn de aandachtsgebieden? Het gaat om kennis over waterstof , de andere manier van installeren en het ontwikkelen van en werken met nieuwe protocollen. “We hoeven niet op punt nul te beginnen. Dat is het mooie. We kunnen vanuit praktijk en theorie stappen zetten.” Wijbenga is enthousiast en dat zal hij blijven: “We gaan nieuwe wegen in en die ontdekkingstocht geeft spanning, kansen en prachtige vergezichten. Mooi toch! Ik werk er graag aan mee.”

Dit is een verkorte versie van een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ januari. Deze editie zal 26 januari 2021 verschijnen, De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.nl

Installaties in circulaire (ver)nieuwbouw

Is het wel mogelijk om circulaire installaties te ontwerpen? Met die vraag in het achterhoofd wordt nu geëxperimenteerd in een aantal proefprojecten. Johan Riezebos, directeur bij Ter Steege Advies & Innovatie vertelt over de ervaringen in het Enschedese Stroïnkslanden.

“Het is best een uitdaging om al van tevoren te bedenken hoe je afval voorkomt en wat er met de toegepaste producten moet gebeuren aan het einde van hun levensduur. Toch zien we gelukkig steeds meer zien we pilotprojecten ontstaan, waarin wordt geprobeerd om zo circulair mogelijk te bouwen.

Project Enschede
“Eén van die projecten is gerealiseerd in Enschede in de wijk Stroïnkslanden. Het ging om 7 woningen voor woningstichting De Woonplaats. Er stonden 7 eenlaagse woningen die klaar waren voor de sloophamer. Op de bestaande fundering zijn 7 nieuwe woningen opgetrokken met een HSB casco in twee lagen. We zijn in april van start gegaan, deze maand betrekken de eerste bewoners hun nieuwe woning.”

Installateur
“De Woonplaats had het project ingebracht in een masterclass Circulair Bouwen die door Pioneering (innovatief bouwnetwerk in oost-Nederland) was georganiseerd. Een aantal van de deelnemende partijen hebben samen de handschoen opgepakt en zijn gaan ontwerpen en ontdekken. Helaas was er bij de masterclass geen installatiebedrijf aanwezig. Maar via goede contacten werd Loohuis Energie- en Installatieadvies bereid gevonden om mee te denken.”

Casco
“Uitgangspunt van het ontwerp was om zoveel mogelijk van het bestaande woonblok te hergebruiken. De deelnemers wilden het bestaande casco dus liever niet slopen, maar laten staan en opnieuw gebruiken. Dan zou de door de opdrachtgever gewenste uitbreiding van het gebruiksoppervlak gerealiseerd kunnen worden in een optopping. Helaas bleek dat onmogelijk. Door onvoldoende gegevens over de ondergrond kon de constructeur geen groen licht geven voor een optopping van het bestaande casco.”

Losmaakbaar monteren
“Bovendien moesten er te veel materialen worden toegevoegd om te voldoen aan de huidige geluids- en brandwerendheidseisen (Bouwbesluit 2012). De begane grondvloer is wel intact gebleven. Deze heeft nu een extra isolatielaag, die bestaat uit dakisolatieplaten van de vorige woningen. De opbouw van de woningen bestaat uit HSB-elementen die losmaakbaar zijn gemonteerd. Om de elementen ook echt losmaakbaar te houden, zijn de elektraleidingen niet in de cascowanden geplaatst, maar in de scheidingswanden. Zo zijn de HSB-elementen ook later gewoon weer te gebruiken in een ander project.”

Houtwerk
“De houten kozijnen waren eigenlijk bestemd voor een ander project, maar bleken de verkeerde maatvoering te hebben. Ze stonden bij de timmerfabriek in de opslagruimte, waar wij ze konden ophalen. Bij de maatvoering van de wanden is rekening gehouden met de afmetingen van die kozijnen. Ook de gevelbekleding is bijzonder. Er was onvoldoende kwalitatief goed circulair hout beschikbaar om toe te passen, dus is gekozen voor Trespa-platen die van de sloop waren teruggekomen. De architect bedacht een patroon dat gemaakt kon worden van de bestaande platen met zo weinig mogelijk zaagverlies.”

Speciaal glas
“Ook vermeldenswaard is een idee dat de schilder inbracht. Hij stelde voor om vacuümglas te gebruiken. Dat is dubbelglas met een hele dunne vacuümgetrokken spouw. Qua isolatiewaarde scoort het hetzelfde als HR+++ beglazing.”

Installatietechniek
“Over de installaties die zijn toegepast is ook goed nagedacht. Er is gekozen voor warmtepompen van Ecoforest. Het gaat om thermodynamische warmtepompen met een modulaire opbouw en een modulerend vermogen van 1-9 kW. De modulaire opbouw met componenten van a-kwaliteit draagt bij aan de verlenging van de levensduur, omdat de componenten ook over tien jaar één op één uitwisselbaar zijn. Daarnaast gebruikt de warmtepomp slechts een beperkte hoeveelheid koudemiddel.”

Budgettering
“Verder denken ze bij Ecoforest ook goed na over de verpakking. De producten worden geleverd in een houten verpakking op een pallet, dus zonder het bekende piepschuim. Als je denkt aan duurzaamheid en circulariteit moeten dat soort aspecten zeker niet vergeten worden. Vanwege budgettaire overwegingen zijn bij een aantal woningen overigens andere lucht-water warmtepompen van NIBE toegepast.”

Afgiftesysteem
“Convectoren nemen de afgifte van warmte voor hun rekening. Ook dat is een bewuste keuze geweest, omdat ze eenvoudig zijn de demonteren. Vanwege dezelfde reden zijn alle cv-leidingen als opbouw uitgevoerd.”

Ventilatie
“De ventilatieleidingen zijn goed bereikbaar en niet ‘ingestort’ in de constructie. Ze maken onderdeel uit van een gebalanceerd ventilatiesysteem. Op dit moment zijn al verschillende fabrikanten aan het onderzoeken, hoe ze hun systemen meer circulair kunnen maken. Denk bijvoorbeeld aan gerefurbishde ventilatieboxen. Deze zijn op dit moment echter nog niet beschikbaar.”

Riolering en sanitair
“Het sanitair is afkomstig uit verschillende showrooms. Voor zover mogelijk zijn bestaande rioolleidingen hergebruikt. De hulpstukken zijn voor de zekerheid allemaal vervangen.”

Kosten
“Zo zijn er diverse voorbeelden te geven van mogelijkheden om afval te voorkomen en waarde toe te voegen aan een project door producten losmaakbaar te maken, na te denken over zo weinig mogelijk onderhoud en bestaande producten te hergebruiken. En hoewel circulair bouwen nu nog wel wat duurder is dan traditioneel bouwen, kan er al veel. De echte omslag zal pas komen waarschijnlijk als er een CO2-beprijzing op producten komt. Daarnaast zal het zeker helpen als de BTW over hergebruikte producten achterwege kan blijven. Die is toch al een keer betaald?”

Samenwerken
“Tot slot: Circulair bouwen vereist een andere manier van denken. Om maar een voorbeeld te geven: vroeger werd een kromme spijker recht geslagen. Tegenwoordig is alles erop gericht om zo snel mogelijk de werkzaamheden af te ronden. Daardoor is er te weinig ruimte voor hergebruik van materialen. Hier is echt een omslag in het denken nodig.” 

Uitgelicht: Lessons Learnt
“Het is belangrijk dat de opdrachtgever voldoende ruimte laat in de uitvraag. Je kunt circulariteit lastig vangen in een dichtgetimmerd bestek. Een van de redenen hiervoor is dat de regelgeving nog niet aangepast is aan een circulaire economie. Gebruikte materialen zijn vaak lastig in te passen in de bestaande eisen en regelgeving. Daarnaast zijn er voor gebruikte materialen nog geen gelijkwaardigheidsverklaringen. De eerste circulaire projecten die nu worden gerealiseerd tonen aan dat er in de hele keten nog veel moet gebeuren om ons voor te bereiden op een circulaire economie.”

Dit is een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ. De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.nl

Fout: view 9ef5dd5ywp bestaat mogelijk niet

  • Bedrijf
  • december 22, 2020
  • 0 views
Overgangsregeling voor vakbekwame EP-adviseurs

In aanloop naar de inwerkingtreding van bepalingsmethode NTA 8800, op 1 januari aanstaande, is duidelijk geworden dat een deel van de EP-adviseurs het bewijs van vakbekwaamheid niet tijdig zal halen. Dat komt onder andere door de huidige coronamaatregelen, discussies in de politiek en de kwaliteit van de examens. Hierdoor zouden de EP-adviseurs hun werk na 1 januari 2021 niet kunnen uitvoeren. Om de EP-adviesmarkt al op korte termijn zo sterk mogelijk te maken, is een overgangsregeling in het leven geroepen. Tot 1 juli 2021 geldt dat personen die nog in het traject zitten om vakbekwaam EP-adviseur te worden in bepaalde situaties toch een opname mogen doen als zij aantoonbaar vakbekwaam zijn.

Door de overgangsregeling kunnen ongeveer 150 extra adviseurs per 1 januari aan het werk. Daarnaast biedt de overgangsregeling perspectief aan adviseurs om sneller hun werkzaamheden op te kunnen pakken door de vereiste examenmodules te behalen.

Overgangsregeling
Aanstaande EP-adviseurs moeten op het moment van de opname aantoonbaar in staat zijn, volgens de voorschriften van BRL 9500, een opname te maken van de bouwkundige schil en de installaties van gebouwen. Zij moeten alle benodigde examenmodules voor het van toepassing zijnde deelgebied basis- of detailniveau hebben behaald, met uitzondering van de software modules (W4b, W4d, U4b, U4d). Het is essentieel dat de registratie van de energieprestatie wél gebeurt door een volledig vakbekwaam adviseur conform de BRL 9500-U of BRL 9500-W. De overgangsregeling geldt nadrukkelijk tot 1 juli 2021.

Fout: view 7142207hzj bestaat mogelijk niet

  • artikel
  • december 22, 2020
  • 1 views
Anders verduurzamen

We moeten zo snel mogelijk en op grote schaal de CO2-uitstoot omlaag krijgen. Daarbij draait het vooral om de pieken in het gas-, de warmte- en het elektriciteitsgebruik. Vervolgens kunnen we dan de basislast aanpakken, betoogt Ronald Rovers. Volgens de bouwfysicus en Fellow van de Faculteit Bouwkunde aan de TU/E is het tijd voor een totaal andere benadering, waarbij een hoofdrol is weggelegd voor de installatiebranche.

“Traditioneel zijn installaties vaak uitgelegd op het invullen van de piekvraag. Dan zat je altijd goed. Dat was met fossiele, altijd beschikbare brandstof geen probleem. Maar met de huidige energietransitie kunnen we niet meer op deze weg doorgaan. De ironie is namelijk dat juist tijdens piekperiodes het aanbod aan duurzame energie het meest beperkt is. Daarom zijn we eigenlijk wel gedwongen om te zoeken naar een nieuwe en veel lagere balans tussen vraag en aanbod.”

Geen tijd meer
“En dat moet snel gebeuren. We hebben geen jaren de tijd meer om te wachten tot allerlei ideeën en onderzoeken tot prachtige nieuwe innovaties leiden. Maar, als we de curve alvast af kunnen buigen, dan winnen we wel wat tijd. Eigenlijk zouden we dit zo spoedig mogelijk moeten oppakken en op een manier die flexibel is, dat wil zeggen vervolgstappen niet in de weg zit.”

Rol installateur
“En daarbij komt de installateur om de hoek kijken. Een effectieve manier die snel resultaat oplevert, is om niet een complete renovatie uit te voeren, maar om een kleine warmtepomp naast de gasketel te hangen en die in hybride vorm samen te laten werken. Onderzoeken laten zien dat dat al tot 40% reductie kan leiden in het gasgebruik, vooral in het voor- en naseizoen. De gasvraag is daarmee significant kleiner, Groningen wordt ontlast en we zijn minder afhankelijk van Russisch gas. De gasketel springt dan namelijk alleen bij als het kwik fors daalt. Overigens zal dat met de stijgende temperaturen en warmere winters ook steeds minder vaak voorkomen. Als we er niet in slagen de klimaatverandering echt af te wenden, wordt die gasketel op termijn zelfs vanzelf overbodig.”

Elektriciteitsvraagstuk
“Natuurlijk leidt een elektrische warmtepomp tot een grotere elektriciteitsvraag. Daarom moeten we bij de installatie van een warmtepomp het dak ook direct volleggen met pv-panelen. Zo zet je forse stappen, want zowel de gasvraag als de CO2-uitstoot wordt gereduceerd en het aandeel hernieuwbare energie gaat omhoog. Deze eerste, eenvoudige fase in de energietransitie, kan snel worden uitgevoerd. Er hoeft niet aan de woning zelf te worden gesleuteld en de kosten zijn te overzien. Als we deze eerste fase binnen een paar jaar realiseren, boeken we al enorme vooruitgang.”

Lange adem
“Uiteindelijk willen we helemaal af van fossiele brandstoffen. Daarvoor moeten we sowieso de pieken in de warmtevraag tijdens de wintermaanden omlaag krijgen en de woning zelf aanpakken. Bijvoorbeeld door de woning te renoveren, de gevels en daken zwaar te isoleren en een lt-afgiftesysteem te installeren. Maar zelfs al zouden we erin slagen ieder jaar 100.000 woningen onder handen te nemen, dan zouden we nog 70 jaar bezig zijn. Tegen die tijd is een mogelijk gevaarlijke klimaatverandering, we praten dan over een temperatuurstijging van meer dan 3 graden, al onvermijdelijk. Met alle gevolgen van dien. Mocht er toch voor deze aanpak worden gekozen dan is stap 1 geen zinloze exercitie geweest. Op termijn zullen de installaties immers ook aan vervanging toe zijn en alles wat je in de tussentijd hebt bespaard aan energiegebruik is mooi meegenomen.”

Addertje
“Toch zit er een addertje onder het gras. Zowel het ‘verduurzamen’ van de woning als het optuigen van het resterende hernieuwbare energienetwerk vragen om enorm veel materialen, waarvan de productie voorlopig nog met veel CO2-emissies gepaard gaat. Zoveel zelfs, dat, als we alles bij elkaar optellen voor de hele woningvoorraad, het weer meer is dan we ons kunnen permitteren. We moeten dus ook een piekvraag in materialen vermijden.”

Nieuwe aanpak
“En dat brengt me bij de volgende stap: We moeten van het idee af dat we de hele woning moeten verduurzamen. Dat het huis 24 uur per dag op 21 graden gehouden moet worden. Als we de hele woning inpakken, doen we net alsof het 365 dagen per jaar vriest. Vandaar dat ik pleit voor een andere oplossing: het omturnen van bestaande woningen tot, wat ik, ‘zomer-winterwoningen’ noem. In de winter als het echt koud is, trekken we ons terug in de kern van de woning, zeg de eethoek en de keuken, en zorgen we dat we een paar weken alleen dat deel comfortabel houden. Precies de weken waarin de warmtepomp het net niet meer aankan en de gasketel bij zou moeten springen.”

Zonering
“Op deze wijze hoeven we niet hele woningen te isoleren en van een nieuw verwarmingssysteem te voorzien. Je pakt alleen een kleine kern aan, isoleert dat gedeelte en installeert een passend verwarmingssysteem. Vergelijk het met wat oudere huizen, waar nog schuifdeuren en lokale kachels in zaten. Die schuifdeuren doen we dicht. Alles bij elkaar scheelt dat een enorme hoeveelheid werk, materialen en energie. Bovendien brengt deze oplossing een lagere netbelasting met zich mee en volstaat al een lagere capaciteit van centrale systemen, zoals het elektriciteits- of warmtenet. Tot slot wordt het zo ook eenvoudiger om een balans te vinden tussen zomer- en winterbelasting van het net.”

Creativiteit
“Overigens vraagt zo’n kern-oplossing wel om de nodige creativiteit, ook van installateurs en aanpalende disciplines. Zelf ben ik op zoek gegaan naar een moderne schuifdeur, maar merkte al snel dat de keuze beperkt is. Of het wordt een vaste deur, die een barrière vormt voor de rest van het jaar, of het zijn enkelglas schuifdeuren, veelal hangend met spleten. Een mooie oplossing van dubbelglas, die in de zomer uit zicht verdwijnt, is er (nog) niet. Ook in het schakelen met twee temperatuurzones valt nog wat te ontdekken. De rest van het huis moet immers wel vorstvrij blijven, eventueel bijvoorbeeld met een infrarood paneel op de badkamer. Maar, terwijl we die eerste stap uitvoeren, waarbij woningen worden voorzien van hybride warmtepompen en zonnepanelen, ontwikkelen we de zomer-winter woning gewoon verder. Bij beide stappen speelt de installateur een belangrijke rol. Hij zou ze bijvoorbeeld als deel- of totaalpakket kunnen aanbieden.”

Integraal ontwerpen
“Waar het op neerkomt, is dat we de woningbouw en utiliteit niet kunnen blijven benaderen zoals we dat altijd gedaan hebben. We moeten in het licht van de energietransitie waarin we ons nu bevinden, de gebouwde omgeving opnieuw uitvinden. We hebben niet alleen voor de bestaande bouw een creatieve, snelle en effectieve aanpak nodig, maar ook in de nieuwbouw. Bouwfysici, installatieadviseurs, installateurs, bouwkundige aannemers en architecten zullen gezamenlijk met elkaar moeten optrekken, om zowel het energiegebruik als de materiaalbelasting drastisch omlaag te brengen, gas uit te faseren, en de CO2-uitstoot op 0 te krijgen. Hier ligt overigens ook een taak voor de vakopleidingen om mensen klaar te stomen.”

CO2-lockdown
“In Oostenrijk heeft men al een aantal gebouwen zodanig weten te ontwerpen, dat ze op basis van de interne warmtelast en zonnewarmte geheel zonder verwarmingsinstallaties kunnen functioneren. Of dat de ultieme oplossing is, zal de tijd moeten leren, maar het geeft aan dat we op een heel diep, fundamenteel niveau anders naar de gebouwde omgeving moeten leren kijken. Te beginnen bij de bestaande bouw: de curve moet snel omlaag. Net zoals we nu de verspreiding van het coronavirus willen elimineren, moeten we dat ook met CO2-emissies doen. Om nog grotere rampen, of zelfs een CO2-lockdown te voorkomen.”

Dit is een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ. De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.nl

Fout: view c0ca7d76jb bestaat mogelijk niet

  • Branche
  • december 22, 2020
  • 0 views
Bedrijven die gebouwen verduurzamen herstellen goed van coronacrisis

Ondernemers die huizen verduurzamen, hebben zich in november goed hersteld van de coronacrisis. Zo is de omzet van twee op drie bedrijven die actief zijn in de duurzame energiesector gelijk of zelfs hoger dan begin dit jaar werd verwacht, constateert de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE) in een inventarisatie van de effecten van de coronacrisis op deze bedrijven. Deze stijging is onder meer het gevolg van een groeiende groep huizenbezitters die bereid is in het eigen huis te investeren. Dit komt ook naar voren in een aanvullende analyse van ABN AMRO. Hieruit blijkt dat huiseigenaren tijdens de tweede golf veel positiever zijn over hun financiële vooruitzichten dan aan het begin van de crisis. Hierdoor is de bereidheid om de woning te verduurzamen gegroeid van 11 naar 18 procent.

De NVDE verrichte het onderzoek in de periode tussen de tweede golf die in november begon en vóór de lockdown die sinds 15 december van kracht is. Uit haar onderzoek blijkt dat vooral bedrijven die zich focussen op verduurzaming van de gebouwde omgeving tot nu toe relatief ongeschonden uit de crisis zijn gekomen. Vlak na het uitbreken van de crisis overheerste echter een negatief sentiment en rekende toen slechts 16 procent op een gelijkblijvende of hogere omzet. Een half jaar later geldt dit voor maar liefst 66 procent. Ook is het aantal bedrijven dat een daling van minstens 20 procent verwachtte sterk gedaald. In maart ging bijna de helft van de bedrijven hiervan uit, terwijl dit in november nog maar voor iets meer dan één op de tien bedrijven gold.

Positiever financiële situatie
Dat de omzetontwikkeling van duurzame energiebedrijven zich positiever ontwikkelt dan verwacht, heeft deels te maken met de financiële situatie van huizenbezitters. Zij schatten hun financiële situatie ten tijde van de tweede golf namelijk veel positiever in dan tijdens de eerste golf, zo blijkt uit enquêtes van ABN AMRO. Terwijl in april slechts 17 procent verwachtte dat hun financiële situatie zou verbeteren, gold dit in november voor ruim één op de vijf huizenbezitters. Hierdoor is de bereidheid om meer uit te geven aan de verduurzaming van de woning gegroeid van 11 naar 18 procent. Bij woningeigenaren van wie de financiële positie tijdens de crisis juist is verbeterd, is zelfs ruim een kwart bereid in de verduurzaming van hun woning te investeren.

Sterke financiële buffers
“De bereidheid om te investeren in de eigen woning kan niet los worden gezien van het feit dat we sinds de coronacrisis veel meer tijd in en om het eigen huis doorbrengen. De verbetering van de financiële situatie wordt niet zo zeer veroorzaakt door een inkomensstijging, maar door lagere uitgaven aan bijvoorbeeld vervoer, vakantie en de horeca”, zegt Arnold Mulder, Sector Banker Energie van ABN AMRO. “Dat sterke financiële buffers belangrijk zijn voor verduurzaming van de eigen woning blijkt ook uit eerder onderzoek van de bank in september 2019. Toen gaf ruim driekwart van de Nederlandse huizenbezitters aan niet extra te willen lenen voor verduurzaming van de eigen woning, terwijl 80 procent wel bereid is om hiervoor spaargeld te gebruiken.”

Nieuw op te starten projecten
Ondanks deze positieve signalen wijst de NVDE erop dat het stilvallen van nieuw op te starten projecten een bron van zorg blijft, net als het personeelstekort. Veel ondernemers pleiten er daarom voor dat steunmaatregelen óók worden ingezet om de weg vrij te maken naar een meer duurzame economie en de crisis wordt benut om hierbij vooruitgang te boeken. “Het is cruciaal dat de overheidssteun ook en misschien wel juist wordt gericht op de verduurzaming van onze economie. De huizenmarkt is hiervan een belangrijk onderdeel”, benadrukt Olof van der Gaag, directeur van de NVDE. “Het belangrijkste knelpunt op dit moment is het stilvallen van nieuw op te starten projecten. Door de lockdown is naast het Groeifonds daarom óók financiële steun op korte termijn weer actueel. Wij pleiten er voor dat dit zo veel mogelijk wordt benut om de werkgelegenheid en omzet te bevorderen in de duurzame energiesector.”

Fout: view 1e1233ambx bestaat mogelijk niet

Cascade zónder ketelpompen in woonzorgcomplex

Voor bewoners en medewerkers van Woonzorgcentrum De Horst in Eindhoven is betrouwbaar warmtecomfort een belangrijk aspect van de 24-uurs zorg. De 169 appartementen en 14 zorgwoningen van het complex zijn onlangs voorzien van vier ketels van elk 250 kW in een cascade-opstelling. Wat opvalt is dat het systeem werkt zónder ketelpompen, waardoor het energiegebruik tot 25% omlaag kan.

Het cascadesysteem van staande HR-ketels draait zónder ketelpompen en open verdeler. Er is dus geen scheiding tussen de ketels en het transport- en afgiftesysteem. De temperatuur en de flow worden volledig op de vraag afgestemd. Onnodig rondpompen van warmte kan op die manier worden voorkomen. Dit levert forse energiebesparingen op. Bovendien leidt het gebruik van minder pompen tot een minder storingsgevoelige installatie.

Grote variabele flow en temperatuurverschillen
In de zoektocht naar toestellen die in het geschetste systeem probleemloos zouden kunnen draaien, kwam SY-nergie uit Tilburg uit bij de Bosch Condens 7000F; een toestel dat de grote variabele flow en grote temperatuurverschillen van het systeem aan kan. Het toestel is leverbaar in vermogens van 75 tot 300 kW. In combinatie met de bijbehorende MX25-regelingen en het gebouwbeheersysteem is volgens de fabrikant een energiebesparing van 15 tot 25% mogelijk.

Eerste stap naar verduurzaming
De vier hr-ketels van elk 250 kW zijn geïnstalleerd door Van den Hoff Installatiebedrijf. Het tapwater wordt verwarmd door middel van een zonneboilersysteem. De compacte uitvoering van het cascadesysteem zorgt ervoor dat er ruimte over blijft om in de toekomst duurzame componenten, zoals een hybride luchtwarmtepomp, bij te plaatsen. Bovendien zijn de ketels voorbereid op alternatieve gassoorten die zich mogelijk in de toekomst aandienen.

Fout: view 12247edeja bestaat mogelijk niet

  • Branche
  • december 16, 2020
  • 2 views
Alle Daikin VRV-systemen in Europa nu beschikbaar met gerecycled koudemiddel

Daikin Europe breidt zijn circulaire economie-programma verder uit naar alle VRV-units die in heel Europa worden geproduceerd en verkocht. Dit maakt onderdeel uit van het LooP by Daikin programma, dat ervoor zorgt dat de fabrikant jaarlijks 250.000 kg minder nieuw koudemiddel produceert. Europese klanten krijgen namelijk toegang tot gerecycled koudemiddel. Een onafhankelijke certificering garandeert dat het gerecyclede koudemiddel voldoet aan alle kwaliteitsnormen en correct werd toegewezen aan gecertificeerde LooP by Daikin VRV-units. Als onderdeel van zijn wereldwijde koudemiddelbeleid plant Daikin een verdere uitbreiding naar andere producten en koudemiddelen.

De basisprincipes van het programma zijn als volgt: Daikin recyclet koudemiddelen uit bestaande systemen via zijn netwerk van installateurs, brengt die opnieuw op het kwaliteitsniveau van nieuw koudemiddel en wijst die vervolgens toe aan nieuwe VRV-systemen die in Europa worden geproduceerd en verkocht.

Uitbreiding
LooP by Daikin werd in 2019 gelanceerd voor een beperkt aantal VRV-units. Het bedrijf breidt het programma nu uit tot alle VRV-units die vanaf november 2020 in Europa worden geproduceerd en verkocht. Het LooP by Daikin programma geldt nu voor alle EU-lidstaten, Albanië, Bosnië-Herzegovina, IJsland, Kosovo, Montenegro, Noord-Macedonië, Noorwegen, Servië, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk.

Populair
In totaal bespaart LooP by Daikin jaarlijks 250.000 kg nieuw geproduceerd koudemiddel. Sinds de lancering is het programma erg populair gebleken op de Europese markt. Bedrijven als retailer Action hebben het programma overgenomen. Deze Nederlandse winkelketen met meer dan 1.400 winkels in heel Europa gebruikt koudemiddelen die teruggewonnen zijn uit hun oude winkels en na recycling gebruikt worden in hun nieuwe of gerenoveerde winkels.

Circulaire economie
“LooP by Daikin is een perfect voorbeeld van een circulaire economie”, zegt George Dimou, VRV-productmanager bij Daikin Europe. “We doen ons uiterste best om onze producten zo energiezuinig mogelijk te maken, de kringloop van onze producten te sluiten en al onze partners en klanten te motiveren om samen met ons de CO2-uitstoot te verminderen. Een verantwoordelijk materiaalgebruik is een integraal onderdeel van deze ambitie. LooP by Daikin is daar een illustratie van. Door ervoor te zorgen dat grondstoffen niet uitgeput raken, besparen we tonnen nieuw koudemiddel en verkleinen we onze impact op het milieu.”

Europese Green Deal
Het LooP by Daikin programma past bij de ambities van het Europese Green Deal Actieplan voor een circulaire economie, dat Daikin Europe ondersteunt. De Europese Commissie heeft zich tot doel gesteld om afval, kunststof- en materiaalgebruik in de hele Europese Unie te verminderen. Circulaire projecten zoals LooP by Daikin met een tastbare impact op het gebruik van natuurlijke hulpbronnen zijn één van de bijdragen van de HVAC-R industrie aan de strijd tegen materiaalverspilling. Bovendien betekent investeren in een lokale circulaire economie en in Europese bedrijven ook een duurzame investering in de Europese economie, aldus Daikin. Op die manier overlappen de ambities van de Green Deal die van de 'Next Generation EU', het post-COVID-19 herstelprogramma van de Europese Unie.

Onafhankelijk auditproces
Daarnaast heeft het hergebruik van gerecyclede koudemiddel geen gevolgen voor de quota van de Europese richtlijn voor F-gassen en ondersteunt het de groei van de HVAC-R industrie op een duurzame manier. Een onafhankelijk auditproces garandeert dat het gerecyclede koudemiddel voldoet aan exact dezelfde kwaliteitsnormen als nieuw geproduceerd koudemiddel. Dit proces zorgt er ook voor dat de administratieve toewijzing van het gerecyclede koudemiddel correct verloopt: voor elke gecertificeerde LooP by Daikin unit op de markt is er een equivalent van 100% gerecyclede koudemiddel dat wordt gebruikt in de fabrieken van Daikin.

Fout: view 5a42a3883x bestaat mogelijk niet

  • artikel
  • december 15, 2020
  • 1 views
Opschalen: van BENG naar BELG

Het idee voor ChargeFreeHome ontstond bij grondlegger Henk van Houten toen hij zag wat een BENG-woning inhoudt en dat vergeleek met zijn energieplus-woning. De werktuigbouwkundige pleit voor een energietransitie waarbij verduurzaming naar een hoger niveau wordt getild. ‘Van BENG naar BELG’ noemt hij dat, oftewel van een Bijna Energie Neutraal Gebouw naar een Bewust Energie Leverend Gebouw.

Een BELG-woning kan het hele jaar zelfvoorzienend zijn en elektriciteit leveren. In het geval van een starterwoning gaat het om 13.000 kWh en bij een semibungalow om 27.000 kWh aan overcapaciteit. Dat scheelt op jaarbasis meer dan 15.000 kg aan CO2-uitstoot per woning.

Wijkaanpak
Van Houten pleit voor een wijkgerichte aanpak, waarbij zowel aandacht wordt geschonken aan energiebesparingsmogelijkheden als de productie van groene energie. Alle huizen krijgen een lessenaarsdak met geïntegreerde zonnepanelen. Bovendien worden ze voorzien van PVT-panelen, een dik isolatiepakket, Triple glas, aardwarmtepomp en accu’s. Via WTW-systemen in de ventilatie, douche, keuken en riolering valt een verdere energiebesparing te realiseren. Dat geldt ook voor de PCM-vloer die tot de additionele mogelijkheden behoort.

Buurtopslag
Daarnaast komt er een energieopslag op buurtniveau met de mogelijkheid om elektriciteit door te geven aan nabijgelegen woningen en bidirectionele elektrische (deel)auto’s te laten inpluggen.

Monitoring
Door de energiestromen te monitoren en te sturen krijgt de bewoner zicht op en controle over zijn eigen gebruik. Zowel voor huishoudelijke doeleinden als voor de gebouwgebonden installaties. De markt heeft al de nodige oplossingen om hierin ondersteuning te bieden. Zoals (remote access) monitoringssystemen van Envitron.

Selectief
Volgens Van Houten is het onontkoombaar om een grote hoeveelheid installaties in de woningen op te nemen als je een dergelijk ambitieus project wilt realiseren. Het team achter ChargeFreeHome gaat daarbij wel selectief te werk. Zo zijn ze een uitgesproken voorstander van een All-Electric benadering. Waterstofketels, waar nu veel over te doen is, zien ze niet als een serieuze kandidaat, omdat bij de productie van het gas de omzetverliezen wel 75% kunnen bedragen. Ook biomassa valt buiten de boot vanwege de schadelijke stoffen die vrijkomen bij de uitstoot.

Ecologisch bouwen
ChargeFreeHomes zijn niet alleen energieleverend, maar ook ecologisch verantwoord. Vandaar dat er wordt gekozen voor een schil van natuurlijke materialen als hout, hennep en stro. Hiervoor willen de initiatiefnemers deels leunen op de expertise van BCD Advies, dat onder andere geïnspireerd wordt door ecologisch bouwer Ecococon.

Financiering
Ook aan de financiering is gedacht. De bedoeling is om niet langer te kijken naar de maximale kooplast, zoals gangbaar is, maar naar de maximale woonlast. Verdien je bij wijze van spreken 12 appels per maand, dan mag je er 4 verwonen. Op deze manier wordt een starterswoning ook weer betaalbaar (zie rekenvoorbeeld).

Uitdagingen
Natuurlijk zijn er problemen te overwinnen, maar die zitten niet aan de technische kant. Er wordt gebruik gemaakt van Proven Technology. Als de juiste vakmensen die installeert, krijg je een goed werkend systeem. Ook het gebrek aan arbeidskrachten zal geen belemmering vormen. Die kan worden ingevuld door de uitstroom die zal plaatsvinden in de fossiele sector, zegt Van Houten. De grootste bottleneck heeft te maken met de inrichting van onze maatschappij. De focus ligt nog te veel op het trekken van nieuwe kabels voor een landelijk net, waar een gigantisch bedrag van 40 miljard voor nodig is. Dat is onbegrijpelijk, als je je realiseert dat je ook decentraal elektriciteit kan opwekken en gebruiken.

Stand van zaken
Inmiddels is het eerste project van start gegaan. Het betreft een CPO in Breda, waar 25 toekomstige bewoners bij betrokken zijn. Ook lopen er al de nodige aanvragen. Om het concept verder uit te rollen, gaat grondlegger Van Houten graag de samenwerking aan met installateurs. Zoals wel blijkt uit dit artikel is er namelijk volop werk voor de branche: van het installeren van systemen voor het opwekken van duurzame energie en klimatisering tot de monitoring van elektriciteitsgebruik.

Auteur: ChargeFreeHome

Dit is een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ. De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.nl

 

Rekenvoorbeeld
Om te voldoen aan de eis van de nul-vraag aan energiegebruik moet er minimaal 5X zoveel opgewekt worden als je zelf nodig hebt. In december wekken zonnepanelen gemiddeld 2% van hun jaarlijkse opbrengst op. Stel dat is 385 kWh, dan is de jaarlijkse opbrengst 19.250 kWh. Tegelijkertijd gebruikt een gemiddeld gezin ongeveer 11% van hun jaarlijkse portie energie in december. Omgerekend komt dat neer op 3500 kWh. Als je dan 5x zoveel wil opwekken als benodigd is, kom je uit op 17.500 kWh. Zeg met een veilige marge ongeveer 19.250 kWh.

Energiebundel
Iedere woning krijgt een nulvraag-garantie-certificaat. Om dit zeker te stellen krijgen bewoners een energiebundel. Een starterswoning zal jaarlijks 16.320 kWh opwekken en 3.100 kWh gebruiken. Er blijft dus per jaar 13.220 kWh over. Een semibungalow zal jaarlijks 30.800 kWh opwekken en daarvan 3.800 kWh gebruiken, waardoor er 27.000 kWh overblijft. Bij een wijk met 50 woningen is dat meer dan 1 miljoen kWh. Een starterswoning heeft 36 zonnepanelen van 400 wp op het dak, daarvoor is 60 m2 aan dakoppervlak nodig. Op de uitbouw komen 6 PVT-panelen van 320 wp te liggen van HRsolar (10 m2 aan dakoppervlak).

Overcapaciteit
Bij thuiskomst wordt de bidirectionele elektrische auto aangesloten op het net, waarna de netbeheerder naar believen de elektriciteit eruit haalt en later op de nacht weer bijvult.
Daardoor zal onderweg laden nauwelijks meer nodig zijn. Een CFH-woning zal op zonnige dagen de thuisaccu/buurtaccu en de aangesloten elektrische (deel)auto’s weer opladen, waarna de netbeheerder de energie in de avond weer kan verdelen. Bij, zeg, een woonwijk met 500 woningen kan men denken aan een laadplein met laadpalen in verschillende vermogens, die niet alleen geschikt zijn voor de elektrische deelauto’s, maar ook voor elektrische fietsen/scooters. Overigens kan de beschikbare elektriciteit ook voor andere doeleinden worden gebruikt, bijvoorbeeld om de lokale stomerij te laten draaien.

 

Fout: view dd8dc9d8g3 bestaat mogelijk niet

  • Bedrijf
  • december 15, 2020
  • 0 views
Geothermie bundelt krachten in nieuwe brancheorganisatie

De brancheorganisatie Geothermie Nederland gaat vanaf 1 januari 2021 van start. De bestaande organisaties Platform Geothermie (2002) en DAGO (2014) gaan op in deze nieuwe organisatie. De nieuwe organisatie verenigt alle ondernemingen en organisaties met een zakelijk belang in de geothermiesector.

Geothermie Nederland beoogt de centrale verbinder te zijn voor belangenbehartiging, kennisopbouw, innovatie, draagvlakcreatie, informatievoorziening én ontmoeting. De brancheorganisatie en haar leden zetten zich in om geothermieprojecten te ontwikkelen en te exploiteren.

Kennisbundeling
Radboud Vorage, voorzitter Geothermie Nederland: “Als één organisatie bundelen we nu alle kennis over geothermie in Nederland, dat is voor onze leden en voor de energietransitie van groot belang.” In principe blijven de leden van DAGO en de deelnemers van Platform Geothermie lid van de vereniging. Ook andere partijen die deel uitmaken van de geothermiesector kunnen lid worden van Geothermie Nederland. De vereniging gaat met circa 75 leden van start. Overheidsorganisaties worden aangemoedigd ‘kennispartner’ te worden. Zo kunnen ze uit de eerste hand kennis en praktijkervaring opdoen en meepraten over de uitdagingen waar de sector voor staat. Hiermee wil Geothermie Nederland een actieve bijdrage leveren aan de warmtetransitie en de beschikbaarheid van duurzame en betaalbare warmte voor burgers en bedrijven.

Uitdagingen
Frank Schoof, vicevoorzitter Geothermie Nederland: “Met deze stap bundelt de aardwarmtesector haar krachten en wordt ze de woordvoerder voor de totale geothermiesector. De komende jaren zijn cruciale jaren voor de ontwikkeling van geothermie in Nederland. De verwachtingen ten aanzien van geothermie zijn groter dan ooit tevoren. Daarnaast worden er hoge eisen aan veiligheid gesteld en aan de communicatie met de omgeving en is het draagvlak voor geothermieprojecten niet altijd vanzelfsprekend. Wij willen, samen met onze leden, gericht aan deze uitdagingen werken.”

Fout: view ad88ea00rx bestaat mogelijk niet

  • Branche
  • december 11, 2020
  • 0 views
Stedin start proef met verwarmen van woningen op waterstof

In Uithoorn stroomt vanaf vandaag waterstof door het bestaande aardgasnet. Veertien sloopwoningen zijn gereed gemaakt voor tijdelijke verwarming met waterstof. De techniek wordt voor het eerst in Nederland door Stedin toegepast. Stedin werkt hierbij samen met woningcorporatie Eigen Haard, de gemeente Uithoorn en energieconsultant DNV GL. Feenstra voert werkzaamheden aan de binneninstallatie uit en Nefit Bosch en Remeha leveren de waterstof cv-ketels.

Het verwarmen van woningen met waterstof kan in de toekomst een alternatief zijn naast volledig elektrisch en warmtenetten. In Uithoorn wordt dit nu in de praktijk onderzocht. De ombouw van aardgas naar waterstof bestaat uit een aantal stappen. Het onderzoeken van bestaande gasleidingen en verbindingen zowel in de straat als in de woningen en het verwarmen van woningen met speciale waterstof cv-ketels. Stedin werkt hierbij op basis van strenge veiligheidseisen en in nauwe samenwerking met de lokale brandweer en onder toezicht van de Veiligheidsregio.

Mijlpaal
“In Uithoorn onderzoeken we in de praktijk hoe wij ons bestaande aardgasnet geschikt kunnen maken voor waterstof. Gedurende een aantal weken stroomt er waterstof door de gasleidingen en verwarmen we de huizen met waterstof. Zo leren we over wat een ombouw van aardgas naar waterstof precies betekent voor ons als netbeheerder en voor de partijen waarmee wij samenwerken”, vertelt Marc van der Linden, CEO van Stedin. “Dat dit nu in de praktijk gebeurt is een mijlpaal voor Stedin. Het toont aan dat we de gebouwde omgeving, met de juiste stappen en een aantal aanpassingen in ons netwerk, technisch geschikt kunnen maken voor het gebruik van duurzame gassen en waterstof in de toekomst.”

Rol waterstof in de gebouwde omgeving
Vóór 2030 verwacht Stedin niet dat waterstof een grote rol gaat spelen in de gebouwde omgeving, maar wel een belangrijke. Naast groen gas kunnen andere duurzame gassen op termijn wel een grote rol vervullen in de gebouwde omgeving. Waterstof kan daar zeker onderdeel van zijn. Om na 2030 waterstof als volwaardig alternatief in te kunnen zetten is het daarom belangrijk om nu kennis en ervaring op te doen en te ontdekken welke rol waterstof kan krijgen, denkt Stedin. Van der Linden: “Innoveren en experimenteren helpt ons om ervoor te zorgen dat wij gereed zijn voor de periode na 2030. Het bestaande aardgasnet is hierbij van grote waarde en krijgt een tweede leven. Uit dit project komt een aantal vragen die we moeten beantwoorden voordat we waterstof als volwaardige optie in de gebouwde omgeving kunnen inzetten. Daarbij is ook wet- en regelgeving vanuit de Rijksoverheid een belangrijk aspect.”

Een uitlegvideo van dit project is te vinden op: www.stedin.net/waterstof.

Uitgelicht: H2 Ready ketel van Nefit Bosch

De H2 Ready ketel van Nefit Bosch kan door een installateur binnen een uur worden omgebouwd naar een 100% waterstoftoestel. Het geheim zit hem onder andere in de speciale brander, het gasblok, de ventilator en de elektronica. Jan Rijnen, commercieel directeur van Nefit Bosch: “Wij verwachten dat deze toestellen hun meerwaarde gaan bewijzen in de energietransitie. In Engeland is er zelfs sprake van dat nieuwe gasketels vanaf 2025 voorbereid moeten zijn op waterstof.” Naast het project in Uithoorn worden de toestellen van Bosch ook in projecten in Engeland ingezet.

Een-op-een vervanging
Omdat het toestel ook op aardgas functioneert, is deze oplossing geschikt voor een-op-een vervanging in elke bestaande woning. De H2 Ready ketel van Nefit Bosch kan zonder aanpassingen worden geïnstalleerd. De afmetingen van dit waterstoftoestel zijn vergelijkbaar met die van huidige cv-ketels. Een ander voordeel is dat gebruikers hetzelfde verwarmingscomfort ervaren als dat wat ze gewend waren met de aardgasketel. De waterstofketel levert dezelfde prestaties als een conventionele cv-ketel op gas. Het verschil is dat bij verbranding van waterstof geen kooldioxide (CO2) of koolmonoxide (CO) vrijkomt. De NOx-uitstoot is bij het Nefit Bosch-toestel extreem laag.

Groene waterstof
In Europa, en vooral in Nederland en Engeland, zijn de verwachtingen ten aanzien van waterstof hoog gespannen. De EU heeft plannen voor het bouwen van elektrolysers – waterstoffabrieken - die in 2030 miljoenen tonnen groene waterstof moeten opwekken. Deze ontwikkeling zal mede bepalen in hoeverre waterstof een van de pijlers van de energietransitie gaat worden. Bosch denkt dat waterstof vanaf 2030 een rol kan gaan spelen in de bebouwde omgeving. Het is van belang om nu te kijken naar de implicaties, zoals dat gebeurt in Uithoorn.

Alternatief voor bestaande gebouwen
Voor de gebouwde omgeving zijn er meer verduurzamingsopties dan waterstof. Volgens Nefit Bosch is waterstof vooral interessant wanneer andere opties, zoals warmtenetten en elektrificatie, niet haalbaar zijn. “Wij denken dan onder andere aan de combinatie met een hybride warmtepomp, zodat je met dezelfde hoeveelheid waterstof meer woningen kunt verwarmen”, zegt Rijnen. Als energiedrager kan waterstof voor onbepaalde tijd worden opgeslagen. Onderzoeken hebben aangetoond dat bestaande aardgasleidingen relatief eenvoudig geschikt zijn te maken voor het transport van waterstof. Net als in de jaren zestig, toen Nederland van stadsgas naar aardgas overging, zullen de huidige gastoestellen moeten worden vervangen. De ‘H2 Ready’-ketel biedt die mogelijkheid: eerst op gas en wanneer het zover is binnen een uur om te zetten naar 100% waterstof.

Waterstof bij Bosch
Naast waterstofketels voor woningen ontwikkelt Bosch op tal van andere gebieden emissieloze en op waterstof gebaseerde technologieën. Zo levert Bosch al industriële warmwater- en processtoomketels die werken op waterstof. Ook maakt het bedrijf brandstofcellen die energie opwekken voor industrie, computercentra, woonwijken en laadstations voor elektrische voertuigen. Daarnaast is Bosch ook ver met de ontwikkeling van aandrijfsystemen voor vrachtwagens die gebruikmaken van waterstoftechnologie. “In onze visie gaat waterstof op termijn een rol spelen bij het verwarmen van onze huizen, maar eerste instantie gaat het vooral om industrie en mobiliteit. Waar we kansen zien, zet Bosch in op waterstof”, zegt Jan Rijnen.

 

Fout: view 3fe3df132r bestaat mogelijk niet