• Branche
  • november 19, 2020
  • 0 views
Afsluiten gasleiding kost bewoner voortaan niets

Consumenten hoeven de hoge kosten die gepaard gaan met het afsluiten van de gasleiding niet langer zelf te betalen. Wie van zijn gasaansluiting af wilde moest, daar nog enkele honderden euro’s voor betalen. Vanaf nu worden deze kosten gedragen door de netbeheerder.

GroenLinks heeft aangedrongen op deze regeling. De partij vond het oneerlijk om voorlopers in duurzaamheid een rekening van enkele honderden euro’s te presenteren. GroenLinks Kamerlid Tom van der Lee: “We moeten de komende decennia allemaal van het aardgas af. Het is belangrijk dat we burgers helpen deze stap te zetten en niet met deze onnodige en oneerlijke kosten op te zadelen. Deze stap is alvast geregeld voor iedereen die voorop loopt en gasvrij wil gaan wonen.”

Fout: view da5b9231fi bestaat mogelijk niet

  • Branche
  • november 18, 2020
  • 0 views
BAM verduurzaamt kantoor van Enexis in Den Bosch

BAM Bouw en Techniek is gestart met de verduurzaming en optimalisatie van het kantoor van Enexis Netbeheer in Den Bosch. Het kantoorgebouw met een totaal vloeroppervlak van 2.672 m2 voldoet na de verbouwing aan energielabel A. BAM voorziet het dak van een nieuw isolatiepakket en vervangt onder meer de bestaande klimaatinstallatie en de verlichting.

De installatiewerkzaamheden bestaan op hoofdlijnen uit het vervangen van werktuigbouwkundige en elektrotechnische installaties en het aanbrengen van PV-panelen op een geïsoleerd dakpakket.

Hergebruik
BAM realiseert de verduurzaming in bouwteamverband met installatieadviseur Innax en interieurarchitect DZAP. De sloopwerkzaamheden zijn afgerond. Daarbij heeft BAM al het sloopafval gescheiden en zorgen partners voor recycling. Onder meer de glazen systeemwanden zijn zorgvuldig gedemonteerd voor hergebruik bij een ander bedrijf. BAM is gestart met de bouwkundige en installatietechnische werkzaamheden. In maart 2021 verwacht Enexis Netbeheer het kantoorgebouw weer in gebruik te nemen.

Fout: view 5f57bb4x9m bestaat mogelijk niet

  • Branche
  • november 13, 2020
  • 0 views
BENG: een laatste update

Op 1 januari 2021 gaat het nieuwe ‘stelsel Energieprestatie Gebouwen’ van start, met nieuwe eisen aan gebouwen en nieuwe rekenmethoden. Inmiddels is het duidelijk wat de gevolgen zijn. Die zijn relevant voor zowel installateurs als installatieadviseurs.

Eerst een korte opfrisser: BENG staat voor Bijna Energie-Neutrale Gebouwen en is de opvolger van de EPC, die sinds 1995 gebruikt wordt om stapsgewijs strengere eisen te stellen aan de energieprestatie van nieuwbouw. Er komen nu aparte eisen voor drie belangrijke aspecten van een (bijna) energieneutraal gebouw, berekend met een nieuw opgezette rekenmethode: de NTA 8800.

Indicatoren
De eerste indicator (BENG-1) stelt een maximum aan de energiebehoefte voor verwarming en koeling. Daarmee wordt een goed bouwkundig ontwerp gewaardeerd. BENG-2 stelt een grens aan het vooraf berekende gebruik van fossiele energie, en waardeert daarmee de toepassing van energiezuinige technieken. Die twee eisen worden uitgedrukt in kWh/m2.jaar, onafhankelijk van de energiedrager, dus ook als het niet gaat om een all-electric oplossing. Het gaat daarbij om zogenaamde ‘primaire energie’, die niet een-op-een vergelijkbaar is met kWh op de elektriciteitsmeter. De derde eis stelt toepassing van hernieuwbare energie in elk plan verplicht. Nog niet 100%, daarom is het ‘bijna’ energieneutraal. Voor woningen komt er daarnaast een eis aan het risico op temperatuuroverschrijding in de zomer: de ‘TO-juli’. Uit de eerste ervaringen blijkt dat juist deze een grote invloed zal gaan hebben op het energieconcept en dus op de toe te passen installaties.

Energielabel
Voor bestaande gebouwen komt er een nieuw energielabel. Dat wordt gebaseerd op dezelfde NTA 8800. Dat betekent dat alle technieken die beschikbaar zijn voor nieuwbouw, nu ook gewaardeerd kunnen worden voor bestaande gebouwen. Omdat ook het Energielabel uitgedrukt gaat worden in kWh/m2, net als BENG-2, zal ongeveer de helft van de gebouwen hetzelfde label houden en kan het andere deel net in een andere labelklasse uitkomen. Voor woningen geldt bovendien dat het doe-het-zelf-label voor particulieren, met 10 vragen, komt te vervallen. Als je een nieuw Energielabel nodig hebt, bijvoorbeeld bij verkoop, dan moet er een gediplomeerd adviseur komen inspecteren. Bestaande Energielabels houden overigens hun geldigheid van 10 jaar.

Ingrijpend
Terug naar de nieuwbouw, want daar zijn de gevolgen het meest ingrijpend. In de utiliteitsbouw zien we dat het voldoen aan de tweede en derde BENG-eis de grootste uitdaging zal vormen. De tweede eis betekent dat er bij systeemselectie goed zal moeten worden gelet op het systeemrendement en op de energievraag van pompen, ventilatoren en andere vormen van hulpenergie. De eis aan hernieuwbare energie vraagt nog wel wat toelichting. Dat is meer dan uitsluitend het plaatsen van PV-panelen op het dak. Ook het benutten van omgevingsenergie telt mee, zoals bij de inzet van warmtepompsystemen of vormen van warmte/koude-opslag. Zonthermische systemen zijn interessant bij gebouwen met een hoge tapwatervraag zoals sportaccommodaties of in de zorg.

TO-juli
Bij woningbouw is van de BENG-eisen ook de tweede indicator veelal het meest kritisch. Toch zien we bij inzet van warmtepompen, met een gebruikelijke COP voor verwarming en tapwater, dat het realiseren van de eis goed mogelijk is. De meeste aandacht bij woningen en appartementengebouwen vraagt, zoals eerder gezegd, het voldoen aan de nieuwe eis met betrekking tot het risico op oververhitting. In de BENG-berekening wordt daarvoor automatisch het indicatiegetal TO-juli berekend. Als daaraan voldaan wordt, mag aangenomen worden dat het risico op oververhitting voldoende mate beperkt is. Het is echter geen garantie: in de praktijk blijft men daarvoor afhankelijk van het weer en van het gedrag van de bewoner. Het TO-juli-getal kan worden beïnvloed door de toepassing van passieve maatregelen zoals zonwering en zonwerend glas, die opwarming voorkomen óf extra ventilatievoorzieningen die in de zomernacht de warmte kunnen afvoeren. Nieuw is dat daarbij speciale zomernachtventilatieluiken meetellen in de berekening. In het buitenland zijn die al regelmatig te zien.

Koeling
Naast de bouwkundige maatregelen is het aanbrengen van een koelsysteem in woningen een mogelijkheid. Nu warmtepompen meer en meer de standaard worden, is die stap veel minder groot dan voorheen. Bij bodemsystemen is het feitelijk een noodzaak voor een goed thermisch evenwicht in de bodem. Dat levert bovendien veel comfort op tegen zeer lage energiekosten: alleen de circulatiepomp hoeft te draaien. In de BENG-uitkomsten zie je dat nauwelijks terug. Bij lucht/water-warmtepompen is de mogelijkheid voor koeling er (afhankelijk van het type) ook, maar dan wordt de warmtepomp ingezet en stijgt de BENG-2 uitkomst mee. Soms is dan compensatie in de vorm van PV nodig. Let wel altijd op de geschiktheid van het afgiftesysteem in verband met het condensrisico; het blijven per slot van rekening vormen van hoog temperatuur koeling.

Vrijstelling
Voor vrijstelling van de TO-juli-eis is het bovendien nodig dat een koelinstallatie voldoende capaciteit heeft en alle verblijfsruimten bedient. Een losse split-unit in een werkkamer levert dus wel een hoger energiegebruik in BENG-2, maar geen vrijstelling van de TO-juli-eis op. Ook van systemen die de ventilatielucht in een woning koelen is niet altijd zeker of de capaciteit voldoende toereikend is. Omdat TO-juli niet meer is dan een indicatie, is het altijd mogelijk om het risico op oververhitting nauwkeurig te berekenen. Daarvoor is de methode GTO (gewogen temperatuur overschrijding) aangewezen, waarbij hogere temperaturen zwaarder meetellen. Dat is werk voor een hierin gespecialiseerde adviseur.

Certificering
Tot slot: bent u zelf betrokken bij het maken van energieprestatieberekeningen of het afmelden van Energielabels? Hou er dan rekening mee dat vanaf 1 januari alle berekeningen die een formele status krijgen, zoals bij een bouwaanvraag, gemaakt moeten worden door een gediplomeerd adviseur die werkt bij daarvoor een gecertificeerd bedrijf. Op dit moment is het daarom aardig druk bij zowel opleiders als exameninstituten.

Meer weten over de nieuwe BENG-regels? Lees dan het hele artikel in de december-editie van IZ. Deze is vanaf 2 december digitaal te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.nl.

Fout: view 11ab4ce25f bestaat mogelijk niet

100 miljoen voor aardgasvrije wijken

Negentien gemeenten hebben geld gekregen om een dorp, wijk of buurt aardgasvrij of ‘aardgasvrij-ready’ te maken. Minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties trok in totaal een bedrag van 100 miljoen euro uit voor de tweede ronde van 'proeftuinen aardgasvrij'. 71 gemeenten hadden een voorstel ingediend om in aanmerking te komen voor een bijdrage van de minister.

Techniek Nederland reageert middels voorzitter Doekle Terpstra verheugd op dit nieuws: “Met expertise van installateurs en technisch dienstverleners kunnen we resultaat boeken. Cruciaal is dat we zorgen voor draagvlak bij bewoners. Dat vergt inzet van alle betrokken partijen.”

Leren door doen
De proeftuinen zijn onderdeel van het Programma aardgasvrije wijken (PAW). Met dit programma doen gemeenten kennis en ervaring op. Daardoor wordt het mogelijk om bestaande wijken haalbaar en betaalbaar te verduurzamen. In oktober 2018 zijn de eerste proeftuinen gestart in 27 gemeenten. Het PAW draagt bij aan de doelstelling uit het Klimaatakkoord om 1,5 miljoen woningen en andere gebouwen te verduurzamen tot en met 2030. Het doel van het programma is om te leren hoe het aardgasvrij maken van wijken kan worden ingericht en opgeschaald. Daarvoor is het noodzakelijk dat er daadwerkelijk aardgasvrije woningen en andere gebouwen via een wijkgerichte aanpak gerealiseerd worden. Met deze tweede ronde komt het aantal proeftuinen in totaal op 46. Die omvatten in totaal circa 35.000 woningen en andere gebouwen. Uiteindelijk moeten binnen het PAW zo’n 50.000 woningen en andere gebouwen duurzaam worden gemaakt.

Klimaatadaptatie en circulair bouwen
De negentien nieuwe proeftuinen zorgen niet alleen voor meer volume, maar ook voor meer variatie. Er zijn verschillende warmtetechnieken, de bewoners doen op verschillende manieren mee en de projecten vinden plaats in verschillende soorten wijken en woningen. De keus is ook op bepaalde proeftuinen gevallen omdat de verbinding wordt gemaakt met bijvoorbeeld klimaatadaptatie en circulair bouwen. Doordat er meer proeftuinen komen, wordt het mogelijk om 'rode draden' beter in kaart te brengen. Waar kan het best worden begonnen? Welke aanpak werkt in welke situatie?

Derde ronde proeftuinen in 2021
In 2021 volgt een derde ronde proeftuinen. De evaluatie van deze ronde zal daarvoor de basis zijn. In de derde ronde zal meer nadruk liggen op stapsgewijze oplossingen die veel CO2 kunnen besparen.

Lees hier de Kamerbrief van minister Ollongren en bekijk het overzicht van de proeftuinen.

Fout: view f471ad0zh8 bestaat mogelijk niet

Consortium wil energietransitie gebouwen versnellen

Een consortium van tien Nederlandse bedrijven en instellingen start een samenwerking die met de toepassing van ‘Internet of Energy’ de energietransitie in Nederland wil versnellen. Het consortium - TROEF genaamd – ontwikkelt hiervoor een nieuw gelaagd energie-ecosysteem waarmee duurzame energie transparant en optimaal kan worden uitgewisseld tussen gebouwen en gebieden, met een zo laag mogelijke CO2-uitstoot als gevolg. De samenwerkingsovereenkomst die betrokken partijen begin oktober hebben gesloten, heeft een looptijd van vier jaar.

TROEF wil aantonen dat samenwerken in een energiegemeenschap loont. Het verbinden van verschillende ‘slimme eilandjes’ middels het ‘Internet of Energy’ vormt in belangrijke mate de route naar het energiesysteem van de toekomst. Door de beschikbare data en kennis van gebouwen slim en effectief te benutten, kunnen gebouweigenaren zelf energie inkopen en energie en CO2-rechten uitwisselen met andere gebouwen.

Beginnen bij de gebruiker
TROEF wil de gebruiker een actieve bijdrage laten leveren aan het energiesysteem en meer laten profiteren van verduurzaming. Centraal in deze doelstelling staan het optimaal benutten van energie in een gezond gebouw, het aantoonbaar maken van de herkomst van energie en het verlagen van de barrières voor gebruikers om te profiteren van het delen van energie.

Stabiliteit energienet
Door gebouwen slimmer te maken is het mogelijk lokaal opgewekte energie te benutten op het moment dat deze beschikbaar is. Dat resulteert niet alleen in energiebesparing, maar leidt ook tot efficiënt gebruik van lokaal opgewekte energie en voorkomt pieken op het net. Dit betekent dat gebruikers kunnen kiezen voor aantoonbaar duurzame energie en voordelige prijzen. Hiermee wordt tevens een bijdrage geleverd aan de stabiliteit en betaalbaarheid van het energienet.

Prototype
TROEF zet in eerste instantie in op de ontwikkeling van een prototype van een gelaagd energie-ecosysteem. Dit prototype wordt gevormd door een 'Layered Energy System' (LES) voor de uitwisseling van energie tussen gebouwen in een lokale energiegemeenschap, interfacing-techniek voor koppelen van gebouwen aan het LES-platform en een Internet-of-Energy-platform voor het verbinden van meerdere lokale energiegemeenschappen. De door TROEF te ontwikkelen energie-ecosystemen zullen op korte termijn in verschillende living labs op meerdere locaties in Nederland worden beproefd.

Subsidie
TROEF heeft bij RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland) een MOOI-subsidie (Gebouwde omgeving Missiegedreven Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie) aangevraagd. Het consortium wordt gevormd door AM, BAM, Entrnce International Holding, KPN, OrangeNXT, Stedin Netbeheer, Stichting Hogeschool Utrecht, NEN, Technische Universiteit Eindhoven en Tymlez.

 

 

 

 

 

Fout: view 7aa2f3c6nk bestaat mogelijk niet

Test om teleurstelling met warmtepomp te voorkomen

De vraag of een woning geschikt is voor verwarmen op lage temperaturen is voor steeds meer huiseigenaren relevant, maar ook moeilijk te beantwoorden. Voorlichtingsorganisatie Milieu Centraal en marktversneller Enpuls bieden daarom de ‘50 graden test’ aan. Tijdens de test zetten bewoners twee weken de aanvoertemperatuur van de cv ketel op 50 graden. Na afloop evalueren zij het comfort in huis met hulp van een online tool. Een woning die goed is geïsoleerd en met 50 graden voldoende comfort geeft, is geschikt voor verwarmen op lage temperatuur. Bijvoorbeeld met een volledige of hybride warmtepomp.

Een huis dat niet comfortabel warm voelt gedurende de testperiode is nog niet geschikt. Mariken Stolk, energie expert van Milieu Centraal: “Bewoners krijgen dan het advies om de isolatie te verbeteren, de capaciteit van de radiatoren te vergroten, of om de ventilatie zuiniger te maken. De bewoners van huizen die al redelijk geïsoleerd zijn maar niet heel goed, krijgen het advies om een hybride warmtepomp te overwegen. Hiermee bespaar je direct op het verbruik van aardgas, en kun je de komende jaren maatregelen te nemen om de isolatie van de woning te verbeteren. Slimme momenten zijn bijvoorbeeld een verbouwing of onderhoud.”

Ervaringen
Enpuls en Milieu Centraal ontwikkelden de test op basis van ervaringen met een pilot van Enpuls. Ontwikkelaar Bregje Vos van Enpuls: “Veel woningeigenaren twijfelen nog of hun huis geschikt is om duurzaam te verwarmen. Met concrete tools en hulpmiddelen zoals de 50-gradentest willen we woningeigenaren stap voor stap vooruithelpen.”

Nuttige ervaring
Thomas, bewoner van een jaren 90-woning, deed mee aan deze pilot. ”Over twee jaar is mijn cv aan vervanging toe, ik ben benieuwd of de hybride warmtepomp voor mij dan een optie is. Deze test was een nuttige ervaring, het comfort bleef in huis gelijk. Ik ben ook aan het denken gezet over het verbeteren van de isolatie en het optimaal instellen van mijn verwarmingsinstellingen

Fout: view da0b2a3tau bestaat mogelijk niet

Veiliger verduurzamen van appartementen

Steeds meer appartementseigenaren en VvE’s overwegen om zonnepanelen met een eigen opslagbatterij te plaatsen. Er is echter nog geen passende wet- en regelgeving op dit gebied, waardoor het niet duidelijk is aan welke minimale veiligheidseisen een installatie moet voldoen en welke maatregelen VvE’s moeten nemen. Om ernstige ongevallen, zoals brand, te voorkomen, is nu een handreiking verschenen die alle maatregelen en adviezen op bouwkundig, installatietechnisch en organisatorisch gebied omschrijft.

Volgens het CBS werd vorig jaar 40% meer stroom door zonnepanelen opgewekt in Nederland. Het grootste deel van deze toename (70%) is toe te schrijven aan grotere installaties op daken van gebouwen en op de grond. Er was echter ook sprake van een aantal grote branden, die vaak het gevolg bleken van constructie- en installatiefouten. De handreiking zorgt ervoor dat alle betrokken partijen, zoals de VvE, installateurs en de brandweer, vanaf het begin weten waar zij op moeten letten en wat zij kunnen doen om veiligheidsrisico’s te minimaliseren.

Relatief nieuwe ontwikkeling
De plaatsing van zonnepanelen, steeds vaker in combinatie met een opslagsysteem, is een relatief nieuwe ontwikkeling. In de eerste plaats is het belangrijk dat men op de hoogte is van de minimale kwaliteits- en veiligheidseisen waar het zonnepaneelsysteem moet voldoen. Vervolgens zijn er de te nemen maatregelen voor de installatie. Het dak wordt bijvoorbeeld opeens met veel extra gewicht belast en moet dit op de lange termijn kunnen dragen. Bovendien moeten de zonnepanelen ook goed bereikbaar zijn voor zowel onderhoudswerkzaamheden als hulpverlening. Tevens is het van belang dat de Veiligheidsregio en de brandweer tijdig op de hoogte worden gesteld van de installatie, ook als de betreffende VvE of woningcorporatie geen vergunningaanvraag voor de installatie hoeft te doen.

Van regionaal naar digitaal
De handreiking is een initiatief van het Instituut voor Fysieke Veiligheid, Voor de VVE en de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond. Het document zal op 13 oktober gepresenteerd worden in een live webinar. Hierbij zijn, naast de betrokken partijen, ook het Nationaal Warmtefonds en de BNG Bank aanwezig om maatregelen toe te lichten en vragen te beantwoorden. Het oorspronkelijke plan was om op regionaal niveau bijeenkomsten te organiseren, echter vanwege de COVID-19 situatie is gekozen voor een live webinar van 60 minuten.

Foto: In Maassluis is op 29 september het eerste verduurzamingsproject opgeleverd waarbij aan alle maatregelen uit  de handreiking is voldaan.

Fout: view 4973f638h2 bestaat mogelijk niet

‘Lening voor verduurzamen huis is hard nodig’

Het kabinet liet onlangs weten een plan uit het Klimaatakkoord te schrappen, dat een speciale lening mogelijk moet maken voor het verduurzamen van huizen. De ‘gebouwgebonden financiering’ – waarbij de lening is gekoppeld aan het huis en niet aan de bewoner – blijkt te ingewikkeld en te duur. Toch zijn de mogelijkheden voor langlopende leningen met een lage rente hiermee niet uitgeput, benadrukt brancheorganisatie Techniek Nederland.

‘Uit intensief overleg met kredietverstrekkers is naar voren gekomen dat commerciële kredietverstrekkers naar verwachting niet in staat zullen zijn een product aan te bieden dat voldoende aantrekkelijk is ten opzichte van bestaande financieringsopties voor verduurzaming’, schrijft ‘minister Ollongren aan de Tweede Kamer. Ook staan Europese en nationale regels in de weg om een lening in te voeren die niet direct aan een persoon is gekoppeld.

Perspectief
Techniek Nederland blijft benadrukken dat het verduurzamen van eigen woningen en corporatiewoningen aantrekkelijker moet worden. ‘Daarvoor zijn aanvullende maatregelen zoals langlopende leningen met een lage rente of andere, vergelijkbare maatregelen hard nodig.’ Er is ook nog perspectief, ziet de brancheorganisatie. ‘Minister Ollongren heeft namelijk al aangekondigd om de mogelijkheden verder te onderzoeken in het publieke domein. Zij heeft het Nationaal Warmtefonds gevraagd te onderzoeken onder welke voorwaarden zij een gebouwgebonden financiering kunnen ontwikkelen en aanbieden.’

Ander relevant nieuws van onze redactie

Fout: view 560eabadt4 bestaat mogelijk niet

  • Branche
  • september 29, 2020
  • 0 views
Hoofdkantoor Flamco/Comap bij top duurzame gebouwen in Nederland

Het nieuwe hoofdkantoor van Aalberts hydronic flow control heeft het Breeam ‘Outstanding’ ontwerpcertificaat gekregen voor het nieuwe kantoorgebouw in Almere. Daarmee staat het in de Nederlandse top tien van Breeam-gecertificeerde kantoorgebouwen. Onderdelen van Aalberts zijn Flamco en Comap, die verantwoordelijk zijn voor de productie, verkoop en distributie van alle Hydronic Flow Control producten voor verwarming-, koeling-, water- en solarsystemen

“Als fabrikant van energie-efficiënte oplossingen hebben wij duurzame ambities. Daarom grijpen we deze kans aan om ook ons eigen, nieuwe kantoorgebouw zo duurzaam mogelijk te bouwen”, aldus Henk Robers, Chief Operational Officer van Flamco.

Nederlandse top tien
Breeam maakt duurzaam bouwen integraal meetbaar en is de meest gebruikte certificeringsmethode in Europa. Tom Linneman: “Flamco scoort 90%. Slechts tien tot vijftien procent van de kantoorgebouwen bereikt het predicaat ‘outstanding’. Hiermee behoort Flamco als Breeam-gecertificeerd kantoor tot de top 10 van Nederland.”

Gezondheid en energie
De score op het gebied van gezondheid & comfort bedraagt 86% en op energiegebied 96%, mede dankzij isolatie, zonnepanelen, LED-verlichting en energiezuinige installaties. Verder voorkomt het ontbreken van een gasaansluiting de verbranding van fossiele brandstoffen, wat een 83% score oplevert in de categorie ‘vervuiling’.

Het gebouw zal begin 2021 worden opgeleverd.

  • Branche
  • september 28, 2020
  • 0 views
Medisch Centrum Leeuwarden schakelt over op aardwarmte

Het Medisch Centrum Leeuwarden (MCL) kiest als eerste ziekenhuis in Nederland voor duurzame aardwarmte (geothermie). Het ziekenhuis heeft de ambitie om binnen tien jaar geen aardgas meer te gebruiken voor de primaire energievoorziening, met een CO2-reductie van ruim 50 procent.

Begin 2021 wordt een warmtewinput in Leeuwarden geboord en getest. Bij een geslaagde test kan vervolgens de aanleg en aansluiting op het warmtenet plaatsvinden. Het MCL kan dan in 2022 gefaseerd overschakelen van aardgas op aardwarmte. Het MCL zal uiteindelijk bijna 800.000 m3 aardgas per jaar minder verbruiken.

Bedrijfszekerheid en minder CO2 uitstoot
Andy van der Geest, projectleider bij het MCL: “Het afgelopen jaar is er veel onderzoek gedaan naar een aansluiting op het toekomstige warmtenet. Bedrijfszekerheid van de warmtelevering is voor het MCL een noodzakelijke voorwaarde. De aansluiting op het warmtenet Leeuwarden is van toegevoegde waarde binnen de toekomstige duurzame energievoorziening van het MCL. Warmte vanuit geothermie speelt een belangrijke rol bij de energietransitie en het terugdringen van onze CO2 uitstoot.”

Het geothermie-project in Leeuwarden is een samenwerking tussen Ennatuurlijk, Bouwgroep Dijkstra Draisma, EBN en Shell.