- Branche
- mei 13, 2024
- 0 views
‘Klimaatdoelen gebouwde omgeving niet haalbaar’
De doelstelling om in 2050 klimaatneutraal te zijn is voor de gebouwde omgeving in Nederland realistisch niet haalbaar. Met investeringen in de orde van €375 miljard, waarvan €225 miljard als verliesgevend is te beschouwen, zou deze doelstelling financieel nog mogelijk zijn, maar de vereiste arbeidscapaciteit laat zich niet organiseren. Er is eenvoudig geen geloofwaardig pad voor de arbeidscapaciteit te schetsen dat hiertoe leidt. Dit geldt in nog sterkere mate voor doelen die in 2040 al (bijna) tot een klimaatneutrale gebouwde omgeving zouden moeten leiden. Dit concludeert het EIB in de zojuist verschenen studie ‘Klimaatambities in de gebouwde omgeving’.
Om tot een klimaatneutrale gebouwde omgeving te komen zullen 7 miljoen woningen en 480 miljoen vierkante meter aan overige gebouwen van het aardgas moeten worden gehaald. Dit vergt €375 miljard aan investeringen, waarvan €225 miljard naar schatting onrendabel is. Dit is een immense opgave, maar dit is binnen een periode van 27 jaar niet onmogelijk.
Arbeidscapaciteit verduurzaming bouw: van bijna 60.000 naar ruim 150.000
Met de verduurzaming van de gebouwde omgeving zijn op dit moment bijna 60.000 voltijdbanen gemoeid. Om in 2050 klimaatneutraal te zijn zullen in dat jaar ruim 150.000 voltijdbanen ingezet moeten worden. Niet valt in te zien waar deze enorme extra arbeidscapaciteit vandaan moet komen. De instroom in de technische opleidingen neemt eerder af dan toe en een enorme opschaling van buitenlandse arbeidskrachten ligt ook niet in de rede als bedacht wordt dat dezelfde vakkrachten ook voor de energietransitie elders in Europa hard nodig zullen zijn.
Een andere belangrijke kwestie die pleit tegen het extreem opschalen in de tijd, is het voorkomen van het instorten van de werkgelegenheid na het bereiken van het doel. Dan resteert een vervangings- en onderhoudsmarkt met een bijbehorende arbeidscapaciteit van ongeveer 50.000 voltijdbanen, zodat in 2051 dan 100.000 arbeidskrachten op dat moment overbodig zouden worden.
Planbureau voor de Leefomgeving: doelen wel haalbaar?
Recent is een studie uitgekomen van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) waarin gesteld wordt dat het doel van klimaatneutraal voor 2050 haalbaar wordt geacht, al geldt dit niet voor volledig ‘fossielvrij’. Uit nadere bestudering van de rapporten blijkt echter dat PBL bij de haalbaarheid alleen gekeken heeft naar de technologische en geofysische haalbaarheid. Het PBL geeft zelf aan dat niet gekeken is naar de economische, maatschappelijke en institutionele haalbaarheid. Hieronder valt uiteraard ook de vereiste arbeidscapaciteit die in de studie van het EIB is bekeken.
Internationale afspraken en rechterlijke uitspraken
Het nemen van meer tijd om naar CO2-neutraliteit in de gebouwde omgeving te komen zal realisatie van het doel om in 2050 een CO2-neutrale samenleving te hebben moeilijk maken. Weliswaar kunnen negatieve emissies elders in de samenleving in theorie compensatie bieden, maar deze - zoals CO2-opslag - zullen al stevig moeten worden ingezet voor de industrie en landbouw. Wel is er nog ruimte voor flankerend beleid zoals herbebossing, maar dit zal naar verwachting geen volledige compensatie bieden. Men kan betogen dat de urgentie van het aanpakken van klimaatproblemen is toegenomen en dat internationale afspraken en rechterlijke uitspraken zich verzetten tegen een langere transitieperiode, maar het moet fysiek ook kunnen. Met een pad voor de gebouwde omgeving dat bijvoorbeeld richting 2060 naar klimaatneutraliteit leidt zouden Nederland en Europa ook nog altijd tot de koplopers in de wereld behoren. Als het gaat om de opwarming van de aarde dan ligt de sleutel in Azië, waar inmiddels 60% van de wereldwijde emissies plaatsvinden. De EU-27 is maar goed voor ruim 6% van de emissies en dit aandeel zal in ieder scenario verder gaan dalen.
- Bedrijf
- april 12, 2024
- 1 views
“Circulair is in de installatiesector een groen marketingsausje”
Het valt Marcel de Graaf, specialist circulariteit in de installatiesector, op dat veel partijen bij hun circulaire ambities niet verder komen dan recycling. “Ze gieten een groen marketingsausje over reguliere metaalrecycling. Dat is wat mij betreft niets meer of minder dan green washing. Lees eens heel kritisch al die uitingen over circulair en een tweede leven geven van producten en vraag bij die partijen na waar je die ‘circulaire’ pomp, cv-ketel, vuilafscheiders, groepenkasten en dergelijke kunt kopen. Het antwoord is vrijwel altijd ontluisterend.”
Nu nog inzetten op recycling is volgens De Graaf een achterhoedegevecht, “want recycling volgt vanzelf als echt hoogwaardig hergebruik door revisie niet meer mogelijk zou zijn. In vrijwel elke klimaatinstallatie zit tenslotte relatief veel materiaalwaarde.”
Toekomst
“We (de revisiepartijen) zijn nu vooral actief in ventilatie- en WTW-systemen en onderdelen voor cv-ketels”, vervolgt De Graaf. “Ik krijg regelmatig de vraag of ik geen angst heb om straks niet meer relevant te met mijn revisieproducten voor cv-ketels. Bij deze vraag wordt over het hoofd gezien dat eigenlijk elke klimaatinstallatie een printplaat en ventilator heeft die gereviseerd kan worden. Straks zullen warmtepompen en airco’s dus de plaats van de cv-ketels gaan innemen. Sinds een paar jaar zijn ook omvormers voor zonnesystemen aan het assortiment toegevoegd en zo zullen ongetwijfeld ook bijvoorbeeld besturingssystemen voor klimaatsystemen in de utiliteit gaan volgen. De vraag is vooral: Wanneer volgen de fabrikanten?”
Het gehele artikel over circulariteit in de installatiesector is te lezen in de apriluitgave van Installateurszaken, die 30 april a.s. zal verschijnen.
- Bedrijf
- maart 7, 2024
- 1 views
Eerste 100% waterstofketel voor de utiliteitsmarkt in bedrijf
De vestiging van Hollander Techniek, technisch dienstverlener binnen de utiliteit, retail en industrie, in Apeldoorn, wordt sinds kort op duurzame wijze verwarmd met de eerste 100% waterstofketel voor de utiliteitsmarkt. Niet eerder werd in Nederland een gebouw verwarmd op groene waterstof. Het hoofdkantoor van Hollander Techniek uit 1991 met een totale oppervlakte van 5.500 m2 biedt ruimte aan 400 werknemers. De verwarming via waterstof is bedoeld als pilotproject voor de toepassing van waterstof in grotere gebouwen en heeft een duur van minimaal 2 jaar.
Hollander Techniek neemt vanwege een uitbreidingsbehoefte, naast het huidige pand, naar verwachting in 2025 een nieuw pand in gebruik van in totaal 3.000 m2 op hetzelfde perceel. Omdat beide gebouwen aardgasloos worden opgeleverd, wordt naast de ketel die draait op 100% groene waterstof, gebruik gemaakt van verwarming via een hybride warmtepomp en een ketel op groen propaangas. Deze laatstgenoemde toepassing wordt alleen als aanvulling toegepast op hele koude dagen.
Eerste producent van Nederland
Remeha introduceert met deze pilot als eerste producent van Nederland een hoger vermogen waterstofketel. Bij Hollander Techniek wordt gebruik gemaakt van een Quinta Ace H2 100%, een 100% waterstofketel met een vermogen tot 40kW. Aangevuld met een Effenca MT40-warmtepomp, twee Quinta Ace 45-ketels - in zogenoemde cascade-opstelling – die worden aangestuurd door een miTera Plus systeem-regelaar. Het totale systeem is energieneutraal.
Pand, klant en personeel voorbereiden op een duurzame toekomst
Bij Hollander Techniek is men al jaren bezig om op natuurlijke vervangingsmomenten te verduurzamen. Erik Hollander, algemeen directeur licht de situatie toe: “Naast een nieuw pand in aanbouw willen we ook de stap maken ons huidige pand nog duurzamer te verwarmen en onze CO2-uitstoot hierbij te verminderen. Dat was nog niet zo eenvoudig. Door de isolatiewaarde van ons bestaande pand, de beperkte beschikbaarheid van elektriciteit op bedrijvenpark Apeldoorn-Noord, gecombineerd met de elektrificatie van ons wagenpark en ook de capaciteitsbehoefte van het pand in aanbouw, bleek verwarmen met all ellectric warmtepompen niet mogelijk. Na overleg met onze Apeldoornse partner Remeha, producent van duurzame binnenklimaatoplossingen, is gekozen voor een nieuwe systeemoplossing. Alle oplossingen samen - waaronder ons bestaande WKO-systeem - helpen bij onze ambitie om onze gebouwen in 2025 CO2-neutraal te laten zijn.”
Hollander vertelt over een tweede belangrijke drijfveer: “Wij willen graag vooroplopen in de energietransitie, daarom is het voor ons van groot belang om veel kennis op te doen over waterstof: wat komt erbij kijken, hoe leiden we onze mensen op en hoe trainen we hen om op een veilige manier met waterstof te werken? Daarom kiezen we er juist voor om ons eigen bedrijfspand te verduurzamen en waterstof toe te passen.”
Veel ervaring in waterstofprojecten
Al in 2017 begon Remeha met de ontwikkeling van de eerste waterstofketel voor woningen. Sinds 2019 heeft Remeha ruime ervaring opgedaan in het verwarmen van woonhuizen en appartementen op waterstof. Zo was Remeha in 2019 betrokken bij de verwarming van een appartementencomplex in Rozenburg op waterstof. Dit was destijds de eerste waterstoftoepassing ter wereld in een woongebouw. Daarna volgden succesvolle waterstofprojecten in bestaande en nieuwe woningen.
Waterstofprojecten voor utiliteitsgebouwen zijn de logische volgende stap. Remeha maakt, voor zowel residentiële bouw als utiliteitsgebouwen, gebruik van bewezen aardgasketelplatformen voor de aansturing van waterstofketels, dat ook in combinatie met warmtepompen of propaan aan de hoogste standaarden voldoet, aldus de fabrikant. Voor de utiliteitsmarkt is het Quinta-platform beschikbaar dat schaalbaar is tot grotere vermogens. Remeha heeft drie 100% waterstofketels met verschillende vermogens ontwikkeld voor pilotprojecten: de Tzerra Ace H2 100% 28C, de Tzerra Ace H2 100% 34C en de Quinta Ace H2 100% 45. Remeha is in afwachting van beschikbaarheid van infrastructuur en wet- en regelgeving om de commerciële waterstofketels op de markt te kunnen introduceren.
Maurice Meulenbrugge, productmanager renewable gas bij Remeha is blij met dit nieuwe project: “Bij Remeha geloven we in meerdere wegen naar duurzaam: gasvormigen, elektriciteit en warmtenetten. De oplossing zien wij in het gecombineerd gebruiken van energiedragers, passend bij de omgeving en aanwezige infrastructuur. Waterstof is daarbij een veelbelovende energiedrager. Juist bij toepassingen in de utiliteit, waar de gevraagde vermogens vaak groot zijn, hebben we de kans met waterstof de CO2-uitstoot sterk te reduceren. Daarom zijn wij verheugd om samen met Hollander Techniek dit pilot-project te kunnen draaien, zeker omdat het gaat om waterstof die is geproduceerd met energie uit hernieuwbare bronnen zoals wind- en zonne-energie.”
Waterstof in hybride systeemoplossing is nieuw
Meulenbrugge vertelt over een tweede nieuwtje in dit project: ‘’De hybride opstelling is een nationale primeur te noemen. Niet eerder werd een hybride warmtepomp, een 100% waterstofketel en twee ondersteunende propaanketels in cascade-opstelling, centraal aangestuurd door een systeemregelaar. Met dit project demonstreert Remeha dat waterstof onderdeel kan zijn van het comfortabel verwarmen van bedrijfspanden en creëert daarmee een rol voor waterstof in de duurzame systeemoplossingen. Op die manier leveren wij een bijdrage aan het creëren van een betere leefomgeving.”
- Branche
- maart 7, 2024
- 0 views
Toch nog een nieuwe cv-ketel of over op een warmtepomp?
Vanwege de hoge aanschafkosten van een warmtepomp, die vanaf 2026 verplicht is, laten veel huishoudens nog snel een nieuwe cv-ketel installeren, zo berichtte RTL Nieuws onlangs. Duurzaamheidsplatform Slimster becijfert echter dat zij daarmee de komende 15 jaar al gauw 3600 euro duurder uit zijn dan wanneer zij hadden gekozen voor een warmtepomp. De kans is bovendien groot dat dit verder oploopt. Slimster komt daarom met drie tips om de investering in een warmtepomp alsnog mogelijk te maken.
Eerst het kostenverschil. Volgens Milieu Centraal kost een doorsnee lucht-waterwarmtepomp 12.000 euro, inclusief installatie. Daar gaat gemiddeld nog 3150 euro aan ISDE-subsidie af, maar goed, dat moet je wel eerst voorfinancieren. Al met al fors meer dan de 2100 euro die je gemiddeld kwijt bent aan een nieuwe HR-ketel. Daar staat - bij de huidige energietarieven - een jaarlijkse kostenbesparing van 692 euro tegenover. Doe je dit keer 15 en trek je daar de extra investeringskosten van een warmtepomp ten opzichte van een cv-ketel af, dan kom je na 15 jaar uit op een besparing van ruim 3600 euro. Daar komt nog bij dat een warmtepomp al gauw 15 tot 20 jaar meegaat, terwijl de verwachte levensduur van een hr-ketel vaak op 12 tot 15 jaar geschat wordt.
Gas wordt duurder, stroom goedkoper
Verder is, zo stelt Slimster, de verwachting dat gas de komende jaren in verhouding (nog) duurder wordt dan stroom. Dit jaar al verhoogde de overheid de energiebelasting op gas met liefst 11 cent per kuub, terwijl de belasting op elektra juist met 2 cent per kWh daalde. Slimster berekende wat het effect zou zijn als de gasbelasting tot en met 2030 jaarlijks met vijf cent zou stijgen, terwijl de stroombelasting met één cent per jaar zou dalen. Dat levert over de verwachte minimale levensduur van een warmtepomp - 15 jaar - een extra besparing van ruim 6200 euro op. Volgens Marvin Grouw van Slimster is de kans bovendien groot dat “de belastingverschillen in de praktijk nog ruimer zullen uitvallen.”
Financieringsmogelijkheden warmtepomp
“Al met al snijd je jezelf dus flink in de vingers door nu te kiezen voor een nieuwe cv-ketel in plaats van een warmtepomp. Desondanks begrijpen we dat lang niet iedereen duizenden euro’s op de spaarrekening heeft om te investeren”, aldus Grouw. Slimster geeft daarom drie tips voor het financieren van een warmtepomp:
1. De Energiebespaarlening van het Warmtefonds:
Huishoudens met een verzamelinkomen tot 60.000 euro kunnen bij het Warmtefonds lenen tegen 0% rente. Daarnaast biedt je gemeente mogelijk een SVn Duurzaamheidslening aan. Je kunt opzoeken wat er in jouw gemeente mogelijk is via de leningzoeker.
2. Combineer een warmtepomp met isolatie:
Naast dat isolatie het rendement van een warmtepomp verbetert, is deze combinatie ook gunstig met het oog op subsidies. Door gelijktijdig (of in elk geval binnen 24 maanden) isolatie te laten uitvoeren en een warmtepomp aan te schaffen, verdubbelt de subsidie die je voor de isolatiewerkzaamheden kunt aanvragen.
3. Kies niet voor een leaseconstructie:
Er komen steeds meer aanbieders van lease- of huurwarmtepompen. Voor een volledig elektrische warmtepomp gaan de maandelijkse kosten al gauw richting de 100 euro. Dat betekent dus 18000 euro over een periode van 15 jaar, waarmee de besparing ten opzichte van verwarmen op gas dus teniet wordt gedaan.
- Branche
- december 15, 2023
- 0 views
“CO2-plafond bouwsector meteen invoeren”
Naar aanleiding van het artikel ‘Een CO2-eis voor de bouw? Toch maar even niet’ in Trouw pleit David Thelen ervoor om meteen een CO2-plafond in de bouwsector toe te passen. Thelen is sectormanager gebouwde omgeving van MVO Nederland. Hij vindt het zorgelijk dat er geen CO2-eis voor de bouw is gekomen. “De maximale CO2 die de sector nog mag uitstoten om binnen de 1,5 graden opwarming te blijven, is vóór 2030 namelijk al bereikt. Daarna moeten we dus eigenlijk CO2-neutraal bouwen – doen we dat niet, dan komt de sector pas écht stil te liggen.”
Thelen: “Dus waarom zouden we dan niet nu al duidelijkheid geven aan de bouwsector en meteen een CO2-plafond toepassen? De bouw vraagt toch om langetermijnperspectief? Een plafond, mits goed uitgewerkt, en zonder al te veel poespas, kan juist die helderheid bieden. Dat stimuleert ook het denken over hoe we gebouwen construeren, verbouwen en renoveren met een duurzame mix aan bouwgrondstoffen: zowel biobased, als duurzaam beton en staal.
Natuurinclusief
Bijkomende kans: als we de nodige biobased bouwmaterialen op een natuurinclusieve manier telen, besparen we niet alleen op CO2-uitstoot, maar leggen we juist CO2 vast. Zo werken we nog sneller toe naar CO2-neutrale bouw en blijft het doel om de opwarming van de aarde te beperken tot maximaal 1,5 graad nog in zicht.
- Branche
- december 14, 2023
- 1 views
“Akkoord klimaattop biedt installatiebranche extra kansen”
Voorzitter Doekle Terpstra van Techniek Nederland is hoopvol naar aanleiding van het akkoord op de klimaattop in Dubai. “Het besluit tot een transitie weg van fossiele brandstoffen is historisch. Een extra motivatie om in te zetten op een versnelde verduurzaming van ons land. Dat heeft grote voordelen. Door woningen goed te isoleren en te voorzien van zonnepanelen en warmtepompen brengen we de energierekening omlaag. Daarmee gaan we energiearmoede tegen en versterken we de bestaanszekerheid. Zo worden we minder afhankelijk van de levering van energie vanuit het buitenland.”
“Een snelle omschakeling naar een duurzame economie versterkt bovendien het verdienvermogen van ons land”, vervolgt Terpstra. “Er zijn enorme exportkansen voor een groene maakindustrie.” De voorzitter van Techniek Nederland benadrukt verder dat het meer dan ooit belangrijk is om méér mensen op te leiden voor de energietransitie. “Het tekort aan technische vakmensen mag een duurzame toekomst van ons land niet in de weg staan. Er is een geweldig carrièreperspectief voor jongeren én zij-instromers om in de duurzame energietechniek aan de slag te gaan.”
- Branche
- december 8, 2023
- 0 views
Installatiesector wil tempo maken met circulariteit
Technische installaties in de gebouwde omgeving kunnen sneller circulair worden. Dat stelt de technieksector in de Actieagenda Circulaire Installaties. Door circulair aan te besteden, beschikbaarheid van data, passende financiering en kennisdeling kunnen grote stappen worden gezet. Brancheorganisatie Techniek Nederland, Dutch Green Building Council (DGBC) en kennisplatform TVVL overhandigden de Actieagenda tijdens de conferentie Circulair Bouwen aan Morgen. Vincent Gruis, voorzitter van het Transitieteam Circulaire Bouweconomie, nam het document in ontvangst.
Zonnepanelen, warmtepompen en andere installaties zijn onmisbaar in de energietransitie. Tegelijkertijd bevatten ze schaarse grondstoffen. Installatietechniek heeft een groot aandeel in de milieu-impact van gebouwen. Vermindering daarvan wordt steeds relevanter door de aanscherping van de MilieuPrestatie Gebouwen (MPG). Vanuit verschillende invalshoeken wordt gewerkt aan de transitie naar een circulaire installatiebranche. Hierdoor ontstaat overlap, worden onderwerpen meerdere malen onderzocht en wordt essentiële kennis gemist. Brancheorganisatie Techniek Nederland, kennisplatform TVVL en Dutch Green Building Council (DGBC) sloegen daarom de handen ineen en organiseerden in het najaar van 2023 vier expertsessies om de installatiesector sneller circulair te maken. De uitkomsten presenteren zij in de Actieagenda.
Transitieversnellers
In de Actieagenda staan acht transitieversnellers met concrete actiepunten:
1. Aanbesteden op basis van circulaire principes en contractvormen
2. Beschikbaar stellen van milieudata van producten (levenscyclusanalyse/milieuproductverklaring)
3. Aansluiten bij EU-standaarden voor milieudata van producten
4. Vergroten van kennisdeling over circulaire installaties
5. (Door)ontwikkelen van een beoordelings- en afwegingskader voor circulaire installaties
6. Creëren van de juiste randvoorwaarden voor levensduurverlenging van producten en onderdelen (reuse, repair, refurbish, remanufacture en repurpose)
7. Circulair uitvoeren van beheer en onderhoud
8. (Door)ontwikkelen van een marktconforme/gestandaardiseerde methode voor bepaling financiële restwaarde
Circulaire installaties hebben prioriteit
Vincent Gruis, voorzitter van het Transitieteam Circulaire Bouweconomie, is blij met de Actieagenda Circulaire Installaties: “Installaties zijn onontbeerlijk voor comfort, gezondheid en energiezuinigheid van onze gebouwen. Circulariteit is nodig om de installaties zelf óók duurzaam te produceren en hergebruiken. Circulaire installaties zijn daarom ook één van de prioritaire productgroepen in het Nationaal Programma Circulaire Economie en de Transitieteams Circulaire Bouweconomie en Circulaire Maakindustrie.”
Van lineair naar circulair
Programmamanager circulariteit Laurens de Vrijer van Techniek Nederland: “De omslag naar een circulaire economie is urgent. We kunnen de aarde niet blijven uitputten, we lopen nu al tegen de grenzen aan. Met de Actieagenda geven we het pad aan naar een circulaire installatiesector.’ Volgens De Vrijer is de sector zich steeds meer bewust van het belang van circulariteit. ‘Ik zie op tal van plekken mooie initiatieven, maar die zijn te versnipperd. We hebben een systeemverandering nodig. Hergebruik van componenten en volledige systemen wordt de standaard. We gaan versneld van lineair naar circulair.”
Beschikbaarheid data is cruciale voorwaarde
“De beschikbaarheid van data is een cruciale voorwaarde voor de beoordeling van circulaire installaties, en daar ligt ook een van de grootste uitdagingen”, zegt Ruben Zonnevijlle, programmamanager circulariteit bij DGBC. “Deze uitdaging is er in Nederland, maar ook internationaal, en moet je daarom op Europees niveau aanpakken. De meeste installatieproducenten leveren namelijk aan heel Europa en niet alleen aan Nederland. Harmonisatie van milieudata van producten met Europese standaarden is een grote stap vooruit om te versnellen. Vanwege het internationale karakter van installatieproducenten is de noodzaak groter dan bij andere bouwproducten en materialen.”
Actieagenda voor echte verandering en ketensamenwerking
Olaf Oosting, bestuurslid van TVVL en directeur bij Valstar Simonis: “In de installatiesector gebruiken we veel materialen. De productie daarvan zorgt voor een significante CO2-voetafdruk. Daarnaast werken we met systemen waarin veel schaarse metalen zijn verwerkt.” Oosting denkt dat de Actieagenda de aanzet geeft voor echte veranderingen. “Een volledig circulaire installatiesector is haalbaar. Als alle partijen in de keten samenwerken en financiële instellingen, overheid, kennisinstellingen en NGO’s zich daarbij aansluiten, kan het snel gaan.”
Overhandiging Actieagenda Circulaire Installaties aan Vincent Gruis, voorzitter Transitieteam Circulaire Bouweconomie
- Branche
- november 1, 2023
- 0 views
Investeren in een thuisbatterij loont nog niet
Een thuisbatterij voor het opslaan van zonne-energie verdient de investering ervan nog niet terug. Volgens energie-expert Koen Kuijper heeft de thuisbatterij duidelijke voordelen, maar overtreffen de huidige kosten vaak de besparingen op de energierekening. Zeker in het licht van de salderingsregeling die naar verwachting tot minstens 2025 van kracht blijft, zoals blijkt uit een analyse op energievergelijk.nl.
Een thuisbatterij, te vergelijken met een grote oplaadbare accu, slaat overtollige zonne-energie op om later te gebruiken, zoals wanneer de zon niet schijnt. Dit vermindert de afname van stroom uit het elektriciteitsnet. Milieucentraal stelt dat een huishouden gemiddeld 30 procent van de zonnestroom zelf gebruikt, terwijl 70 procent wordt teruggeleverd aan het net. Met een thuisbatterij kan dit zelfverbruik verdubbelen. Thuisbatterijen kunnen verder bijdragen aan vermindering van piekbelasting op het elektriciteitsnet en kunnen dienen als back-up bij stroomuitval.
Terugverdientijd zo'n 20 jaar
De financiële realiteit is echter complexer. Een thuisbatterij heeft momenteel een prijs tussen de 800 en 1.000 euro per kWh aan capaciteit. Een batterij van 10 kWh kost bijvoorbeeld tussen de 8.000 en 10.000 euro, inclusief installatie. Uit een rekenvoorbeeld van energievergelijk.nl blijkt dat bij een investering van 7.000 euro in een thuisbatterij de terugverdientijd zo'n 20 jaar bedraagt. Dat is aanzienlijk langer dan de gemiddelde levensduur van de accu van 15 jaar. “Het is echter wel belangrijk om te realiseren dat de uiteindelijke terugverdientijd kan variëren, afhankelijk van verschillende factoren, zoals stroomverbruik, investering per kilowattuur opslag, en de actuele elektriciteitsprijs”, stelt Kuijper.
Beter andere duurzaamheidsmaatregelen
Voorlopig mogen huishoudens de stroom die zij terug leveren aan het elektriciteitsnet nog volledig aftrekken van hun verbruik. De politiek moet zich nog buigen over de mogelijke aanpassing of beëindiging van deze regeling. Een interessant rendement van de thuisbatterij lijkt voorlopig dus niet behaald te kunnen worden. “Naarmate de kosten van thuisaccu’s dalen en beleidsmaatregelen veranderen, gaat de terugverdientijd omlaag, maar tot die tijd zijn er andere duurzaamheidsmaatregelen, zoals isolatie of warmtepomp, die in de meeste gevallen een betere investering zijn”, aldus Kuijper.
- Branche
- oktober 25, 2023
- 2 views
Warmteconvenant voor verduurzamen centrumgebied Den Haag
Eneco heeft een warmteconvenant ondertekend met zes grote vastgoedpartijen in het centrumgebied van Den Haag. In het convenant maken de partijen afspraken om de energievoorziening van 35 gebouwen in de stad te verduurzamen. Zo testen ze of de aanvoertemperatuur van de geleverde warmte verlaagd kan worden en wordt onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van lokale warmte/koudeopslagsystemen en gebruik van smart grids.
Met dit convenant zet Eneco samen met het Rijksvastgoedbedrijf, provincie Zuid-Holland, BAM, Unie van Waterschappen, Nationale Politie en Haaglanden Medisch Centrum een stap om gezamenlijk de belangrijkste (semi)-overheidsgebouwen in 2040 klimaatneutraal te maken. Eneco en de ondergetekende partijen onderschrijven met dit convenant dat samenwerking, kennisdeling en concrete maatregelen essentieel zijn om binnen de huidige infrastructuur een efficiënt en duurzaam warmtesysteem op elkaar af te stemmen. Het convenant sluit aan bij Eneco’s One Planet Plan, dat tot doel heeft om in 2035 klimaatneutraal te zijn, inclusief het energiegebruik van klanten. Het verduurzamen van de warmtelevering is hiervan een belangrijk onderdeel.
Test temperatuurverlaging
In het convenant is een aantal gezamenlijke stappen geïdentificeerd die bijdragen aan het transitiepad van de gebouwen:
• Test om temperatuur te verlagen van de geleverde warmte
• Onderzoek naar samenhang van gebouwtransitiepaden en verduurzaming warmtebronnen
• Onderzoek naar mogelijke verduurzaming van piekcapaciteit
• Onderzoek naar toekomstbestendige warmteleveringsvoorwaarden
• Opzetten van een informatieplatform
Er is al een test door Eneco en ERDH uitgevoerd in het Stadhuis van Den Haag, waarin de aanvoertemperatuur van de geleverde warmte met succes werd verlaagd. De eerste onderzoeksresultaten geven aan dat ook met een lagere temperatuur van het stadsverwarmingsnet de gebruikers een comfortabele werkplek blijven hebben, met minder energiegebruik en minder CO2-uitstoot. De afspraken hierover leggen de partners vast in het convenant.
De betrokken vastgoedpartijen van (semi)-overheidsgebouwen hebben zich verenigd in het samenwerkingsverband EnergieRijk Den Haag (ERDH). Het convenant heeft een looptijd van drie jaar.
- Productnieuws
- oktober 13, 2023
- 3 views
Hulp bij circulair onderhoud van gebouw installaties
Het circulair maken van de gebouwde omgeving is een enorme uitdaging. Omdat de totale gebouwenvoorraad grotendeels bestaat uit bestaande bouw, speelt circulair onderhoud juist een belangrijke rol. ISSO brengt daarvoor het rapport Circulair onderhoud gebouwinstallaties uit, dat helpt om de juiste aanbieders en aanbiedingen hierbij te selecteren.
ISSO-rapport Circulair onderhoud gebouwinstallaties biedt professionals kennis om circulaire aanbieders te selecteren voor onderhoud en beheer van assets, en om hun aanbiedingen te kunnen beoordelen op mate van circulariteit. Het onderzoek is uitgevoerd aan de hand van twee onderzoeksvragen:
1. Op basis van welke inkoopstrategie en parameters bepaal je of een aanbieder zich kwalificeert om een circulaire aanbieding te mogen doen?
2. Op basis van welke strategie en parameters kun je de aanbiedingen vergelijken en beoordelen?
Objectieve en subjectieve criteria
In het beantwoorden van de onderzoeksvragen is een onderscheid gemaakt tussen objectieve en subjectieve criteria voor het selecteren van de aanbieders en aanbiedingen. Tot de subjectieve criteria behoren de visie, roadmap naar circulariteit en de waardering van referenties en afspraken met Ketenpartners. De genoemde objectieve criteria zijn de CO2-prestatieladder en een gewogen waardering van het plan van aanpak op basis van de R-ladder.
Het rapport 110930 is beschikbaar op ISSO Open. Het rapport is gratis te raadplegen met een ISSO-profiel.