Sanitairfabrikant Grohe steeds duurzamer
Grohe heeft haar tweede duurzaamheidsverslag uitgebracht waarin het de economische, ecologische en sociale impact van haar bedrijfsactiviteiten presenteert. De sanitairfabrikant heeft voor 90 procent controle over haar waardeketen en de invloeden daarvan. De resultaten zijn over 2015 en 2016 gemeten en worden elke twee jaar opnieuw getoetst. Voor 2020 stelt Grohe zich ten doel de energie-efficiëntie met nog eens 20 procent te verhogen en de CO2-voetafdruk met 20 procent te verminderen ten opzichte van hun huidige cijfers.
Eén van de ecologische doelstellingen was het verhogen van de energie-efficiëntie met 9 procent. Dat is in twee jaar tijd meer dan 14 procent geworden. Daarnaast is de CO2-uitstoot tijdens het productieproces met bijna een kwart verminderd ten opzichte van de uitstoot in 2013. Dat houdt in dat Grohe per jaar meer dan 17,000 ton aan uitstoot heeft verminderd.
Integrale duurzaamheid
Bij Grohe ligt de focus op bewust en duurzaam omgaan met water, materialen en alle andere natuurlijke bronnen. Ook het aantal milieuvriendelijke producten, technologieën en innovaties neemt toe. Een voorbeeld is de Blue Home keukenkraan voor gefilterd, gekoeld en bruisend water. Gebaseerd op een gemiddelde in de EU bespaart een gezin ruim 600 plastic waterflessen op jaarbasis. Bovendien heeft een studie van de Duitse universiteit van Göttingen aangetoond dat het systeem meer dan 60 procent van de CO2-uitstoot bespaart in vergelijking met flessen mineraalwater. Ook zorgt de in 2017 geïntroduceerde Grohe Sense en Sense Guard waterbeveiligingssysteem ervoor dat microlekkages, risico op bevriezing en gebroken leidingen tijdig worden gedetecteerd. Bij een leidingbreuk wordt de watertoevoer onmiddellijk uitgeschakeld, wat op jaarbasis 10% aan water bespaart.
Zowel milieu als individu
Grohe stelt zichzelf niet alleen verantwoordelijk voor het bewust omgaan met natuurlijke bronnen, maar ook voor de sociale impact die met bedrijfsactiviteiten kunnen worden gerealiseerd. Zo konden 1100 studenten het ‘GROHE Duel Tech Programme’ volgen in Mumbai in India, waarvan 90% van de afgestudeerden een baan in de sanitaire industrie gevonden heeft. Daarnaast is Grohe op weg om tegen 2020 de levenskwaliteit van 100 miljoen mensen ter wereld te verbeteren door hygiënische oplossingen te verzorgen in derde wereldlanden.
Diversiteit
Ook staat het bedrijf voor diversiteit onder medewerkers en het verschaffen van veilige en eerlijke banen. De huidige werknemers komen uit 50 verschillende landen, 36,5% daarvan is vrouwelijk. Grohe kiest daarnaast haar partners uit volgens de voorgeschreven regels die al in 2000 opgesteld zijn in de ‘Grohe SustainAbility Policy’. Tegen 2020 streeft de fabrikant ernaar de duurzame bedrijfscultuur door het gehele bedrijf en overal ter wereld nog sterker merkbaar te maken.
Doelstellingen overtroffen
Nederlandse Directeur Rogier van Dis is tevreden over de stappen die het bedrijf heeft gemaakt: “De resultaten hebben onze doelstellingen overtroffen. Om dit te realiseren hebben wij duidelijke richtlijnen gedefinieerd voor onze productie en voor de duurzame inzet van onze medewerkers en externe partijen. Vanzelfsprekend scherpen we deze richtlijnen verder aan, gezien duurzaamheid een van de pijlers van ons bedrijf vormt.”
Bij het Japanse moederbedrijf Lixil staat duurzaamheid ook hoog in het vandaal. Zo heeft het bedrijf recent aangekondigd om in samenwerking met Unicef het project ‘Make a splash! Toiletten voor iedereen’ te ontwikkelen. Dit project zal kinderen in kwetsbare gebieden helpen toegang te krijgen tot veilige en schone toiletten.
Leidingspecialist neemt deel aan initiatief om woningen energieneutraal te maken
Viega Nederland neemt deel aan de Klimaatmissie Nederland, een initiatief om (bestaande) woningen energieneutraal te maken. Het startschot voor het eerste project in Eemnes werd recent gegeven. Klimaatmissie Nederland fungeert daarbij als samenwerkingsmodel tussen fabrikanten, lokale bedrijven, overheden en woningeigenaren. Viega tekent in dit initiatief voor het installatietechnische leidingwerk.
Om bestaande woningen energieneutraal te maken, voorziet Klimaatmissie Nederland bouwkundige en installatietechnische ingrepen. Bouwkundig richt de aandacht zich op het zo volledig mogelijk isoleren van de gevel en het dak, inclusief kozijnen, deuren, ramen, e.d. en het aanbrengen van zonnepanelen. De installatietechnische aanpassingen kennen een waterzijdig en elektrisch gedeelte. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan nieuwe radiatoren met frisse luchttoevoer, nieuw leidingwerk, warmtepomp, boiler en meterkast, inclusief nieuwe groepenkasten en overschakeling op elektrisch koken.
Viega Nederland tekent hierbij voor het installatietechnische leidingwerk. De leidingen zijn onder meer nodig voor de aansluiting van radiatoren, warmtepomp en boiler. Hierbij zet de systeemfabrikant bewust in op het Viega Smartpress leidingsysteem.
Met het kunststof buisleidingsysteem Viega Smartpress biedt Viega een generatie buisleidingsystemen voor verwarmings-, sanitair- én gasinstallaties. De kunststof leidingen worden gecombineerd met fittingen van roestvast staal en brons met een binnengeometrie die garant staat voor een optimale doorstroming, aldus de leverancier. En omdat het steunlichaam geen O-ring heeft, treedt er nauwelijks vernauwing van de diameter op. Het resultaat is een verbeterde doorstroming met minder stagnatie. Hierdoor kan het buisleidingsysteem ‘slanker’ worden ontworpen dan andere systemen. Dat is niet alleen uit oogpunt van hygiëne optimaal. Door de geringere dimensie van de drinkwaterleiding worden ook de warmwaterwachttijden voor de gebruiker verkort en wordt geprofiteerd van een beter rendement van de installatie.
“De hybride warmtepomp is geen sjoemeldiesel”
Arie en Martin Kroon namen het vorige week in de Volkskrant op tegen de hybride warmtepomp en daarbij zijn ze behoorlijk uit de bocht gevlogen. Door de warmtepomp met een sjoemeldiesel te vergelijken, slaan ze de plank volledig mis. De warmtepomp zal de komende jaren uitgroeien tot een ware versneller van de energietransitie. Eind maart presenteerde installatiekoepel UNETO-VNI samen met diverse partners een manifest dat veel heeft losgemaakt. Helaas hebben de heren Kroon en Kroon niet de moeite genomen dat manifest ook daadwerkelijk te lezen.
In het manifest pleiten we voor een hogere rendementseis voor verwarmingsinstallaties. Dat moet ertoe leiden dat we in Nederland vanaf 2021 geen traditionele, gasgestookte cv-ketels meer plaatsen. In plaats daarvan stappen we over op hybride systemen: een elektrische warmtepomp die alleen op piekmomenten nog gebruik maakt van aardgas.
Volgens de heren Kroon wordt de elektriciteit die nodig is voor de warmtepomp grotendeels opgewekt met fossiele energie. Dat is juist, maar daarbij staren ze zich blind op de situatie van vandaag en gaan ze voorbij aan de technologische ontwikkelingen. Binnen afzienbare tijd maken we kennis met nieuwe toepassingsmogelijkheden van zonne-energie, zoals integratie in daken, gevels en ramen. De elektriciteit van zonnepanelen kunnen we binnenkort opslaan, terwijl ook het landelijk elektriciteitsnetwerk duurzamer wordt dankzij nieuwe zonnevelden en windparken. Een warmtepomp zonder CO2-uitstoot is op termijn wel degelijk bereikbaar.
Net als Arie en Martin Kroon vinden wij dat we het energieverbruik moeten terugdringen door isoleren en optimaal inregelen. Maar terwijl we dat doen, moeten we óók innoveren. Om de klimaatdoelstellingen van Parijs te halen, hebben we alle opties nodig. En zeker de hybride warmtepomp, die óók goed toepasbaar is in oudere, minder goed geïsoleerde huizen.
In het manifest dat wij aan Diederik Samsom hebben overhandigd, staat niet dat wij de cv-ketel in 2021 willen verbieden. Wat we wél voorstellen is een rendementseis voor verwarmingsinstallaties. In de praktijk zal in de meeste gevallen alleen een combinatie van een cv-ketel met een duurzaam alternatief (hybride warmtepomp of zonneboiler) aan die eis kunnen voldoen. Tegelijkertijd pleiten we voor de beschikbaarheid van woning-gebonden financieringsmogelijkheden. Bovendien stellen we nadrukkelijk dat de duurzame systemen beter en compacter moeten worden en minder geluid moeten maken. Alternatieve oplossingen, zoals aansluiting op een warmtenet, sluiten wij natuurlijk niet uit.
Volgens de heren Kroon wijzen fabrikanten en installateurs duurzame koudemiddelen in de warmtepompen af. Dat is onjuist. Conform EU-afspraken uit 2013 stappen fabrikanten steeds vaker over op milieuvriendelijke alternatieven. Een andere bewering: jaarlijks lekt 6 procent koudemiddel weg. Complete onzin. Het circuit is hermetisch gesloten en volledig van metaal. Daar lekt geen druppel uit weg. Daarnaast moeten monteurs voldoen aan strenge eisen. Ze moeten beschikken over een zogenaamd F-gassencertificaat.
Als uitsmijter komen Arie en Martin Kroon aanzetten met ‘de grootste bottleneck’: het tekort aan technische vakmensen. Hadden de heren de media een béétje gevolgd, dan zouden ze weten dat wij geen gelegenheid onbenut laten om publiek en politiek op die uitdaging te wijzen. En we constateren het niet alleen, we dóen er ook iets aan. Met een grootschalig opleidingsprogramma stomen we onze technici klaar voor nieuwe technieken.
Gemopper en gebrek aan durf helpen het klimaat en de Groningers niet verder. Voor een CO2-neutrale gebouwde omgeving is een vooruitstrevend beleid nodig, veel enthousiasme én goede ideeën. Die inzet mogen we van iedereen verwachten; óók van experts zoals Arie en Martin Kroon.
Doekle Terpstra
Voorzitter UNETO-VNI
Technische Unie gaat CO2-uitstoot wagenpark compenseren
Om de gevolgen van de klimaatverandering te beperken gaat Technische Unie per 1 april 2018 in samenwerking met Shell haar CO2-uitstoot compenseren. Op deze manier wil de groothandel bijdragen aan een groenere wereld.
De vrachtwagens van Technische Unie stoten jaarlijks zo’n 3,6 miljoen kilo CO2 uit. Per 1 april 2018 gaat Technische Unie dit compenseren met behulp van een nieuwe dienst van Shell. Deze dienst is gekoppeld aan de Shell Card, de zakelijke tankpas van Shell, en omvat drie stappen. Ten eerste helpt Shell Technische Unie meer inzicht te verkrijgen in haar CO2-emissies. In de tweede stap wordt op basis van de verkregen inzichten gekeken hoe deze uitstoot kan worden teruggebracht, bijvoorbeeld door het rijgedrag aan te passen. Tot slot berekent Shell na elke tankbeurt de bijbehorende CO2-uitstoot en compenseert deze namens Technische Unie met CO2-credits.
Kasigau Corridor-project
Shell is wereldwijd betrokken bij diverse CO2-projecten. Deze compensatieprojecten genereren CO2-credits die worden gebruikt om de uitstoot van het wagenpark van Technische Unie te compenseren. Technische Unie kiest voor het Kasigau Corridor-project in Kenia. Dit project beschermt 200.000 hectare bedreigd bosgebied. Tot nu toe zijn met dit project 50.000 nieuwe bomen geplant en 300 nieuwe banen gecreëerd. Daarnaast zijn nieuwe klaslokalen en studiebeurzen voor lokale studenten gefinancierd en is de toegang tot drinkwater voor ruim 10.000 mensen verbeterd. Dit project is gecertificeerd door de VCS en CCB Standard.
Informatieplicht voor bedrijven over te nemen besparingsmaatregelen
Er is een pakket aanvullende maatregelen afgesproken om extra energie te besparen en de productie van duurzame energie te versnellen. Alle doelen van het Energieakkoord zijn daarmee weer binnen bereik. Belangrijkste maatregel is de plicht voor bedrijven om te informeren over te nemen besparingsmaatregelen. Om het tempo van energiebesparing erin te houden zullen alle maatregelen de komende twee jaar intensief worden gemonitord. Voorzitter Ed Nijpels stuurde de Uitvoeringsagenda van de Borgingscommissie van het Energieakkoord met hierin de maatregelen vandaag naar het Kabinet .
Het doel is om in 2020 14 procent van de energie duurzaam op te wekken en in 2023 16 procent. De Nationale Energie Verkenning (NEV) constateerde dat het doel in 2023 met 17,3 procent ruimschoots gehaald wordt. Het tussendoel in 2020 zou op 13 procent blijven steken.
Informatieplicht
Vanwege de korte tijd die resteert, zijn ingrijpende maatregelen nodig om het doel van 100 PJ extra energiebesparing binnen bereik te brengen. Als belangrijkste maatregel komt er een informatieplicht in de Wet Milieubeheer. De Wet schrijft al jaren voor dat bedrijven besparingsmaatregelen moeten nemen die ze in vijf jaar terugverdienen. Dat zijn relatief eenvoudige maatregelen. De uitvoering van de wet liep tot nu toe gebrekkig. Er was te weinig zicht op wat bedrijven deden. Die krijgen nu de plicht te melden welke maatregelen ze hebben getroffen. Met de nieuwe informatieplicht kunnen inspecteurs gericht achterblijvers controleren.
Omgekeerde bewijslast
Het ministerie van EZK maakt met de gemeentes concrete prestatieafspraken over de uitvoering van deze maatregel. VNG en VNO-NCW zorgen voor een eenvoudig digitaal systeem waar bedrijven kunnen melden wat ze hebben gedaan om zich aan de wet te houden. Ed Nijpels, voorzitter van de Borgingscommissie: “Deze informatieplicht, een omgekeerde bewijslast, is een fundamentele doorbraak in de uitvoering van deze wet. Dit is nodig omdat in voorgaande jaren de handhaving van de wet niet effectief was. Daardoor leverden eerdere afspraken over besparing te weinig op. Nu kunnen we echt meters maken.”
Voortgangsoverzicht
In oktober 2017 constateerde de Nationale Energie Verkenning (NEV) dat de teller op 75 PJ zou blijven steken. De aanpassing van de Wet Milieubeer moet dit gat grotendeels dichten. Daarnaast is er nog een aantal kleinere intensiveringen afgesproken.
De voorzitter van de Borgingscommissie krijgt vanaf nu elk kwartaal een overzicht van de voortgang. Dat levert per project een actueel beeld van knelpunten op en welke partij actie moet ondernemen. Dit stelt voorzitter Nijpels in staat, waar nodig, snel in overleg met de minister maatregelen te nemen om te zorgen dat partijen hun afspraken nakomen. Als overleg tot niets leidt, adviseert Nijpels de minister dwingend in te grijpen.
Werkgelegenheid
Met het intensiveringspakket is de verwachting dat ook het aantal banen dat bij de energietransitie betrokken is, toeneemt. De NEV constateerde dat het doel van 15.000 extra voltijdsbanen per jaar op 13.000 zou blijven steken. Het effect van het intensiveringspakket is moeilijk te berekenen. Uneto-VNI en de NVDE werken al aan meer opleidingsplaatsen in het mbo voor energietransitiebanen. De SER werkt momenteel aan een advies over de energietransitie en werkgelegenheid.
Ed Nijpels: “De arbeidsmarkt is een punt van zorg. We zitten nu in de paradoxale situatie dat er meer banen komen, maar dat we een tekort aan mensen hebben om die banen op te vullen. Dat dreigt voor de energietransitie een probleem te worden.”
Hoe duurzaam is een klimaatsysteem?
Hoe ver ga je met duurzaamheid? Bouwkundigen en architecten zijn al volop bezig te onderzoeken hoe hun disciplines onderdeel kunnen worden van de circulaire economie. Zij hameren niet alleen op duurzame productie van componenten en materialen, maar ook op het hoogwaardig hergebruik ervan. In de installatietechniek is deze ontwikkeling nog maar net begonnen. Circulariteit in onze branche houdt in dat niet uitsluitend wordt gekeken naar de prestaties van de installatie in termen van energiegebruik, maar ook naar de duurzame productie of het duurzame onderhoud van de installatie.
Bij grote klimaatsystemen is het heel gewoon dat complete dakunits worden gereviseerd om vervolgens weer beter te presteren en dan weer vele jaren mee te kunnen. Meer en meer wordt ook gebruik gemaakt van gereviseerde onderdelen in kleinere systemen als cv-ketels. Bij HR Premium Parts merken wij dit door een stevige groei van het aantal verkochte onderdelen, maar afgelopen jaar begon ook Rensa zich te roeren op deze markt en heeft Remeha haar eigen assortiment met revisie onderdelen uitgebreid.
De aandacht voor deze intrinsieke duurzaamheid van de installatie blijft nog wel eens achter bij al het wapengekletter in de vakbladen over weer een nieuwe techniek en het zoveelste nieuwe apparaat. Dat is op zich logisch vanwege de nieuwswaarde, maar tegelijkertijd ook jammer, omdat bestaande installaties toch het overgrote deel uitmaken en dat daar wat duurzaamheid betreft dus de grootste winst is te behalen.
In 2016 hebben we met een mooie coalitie van bedrijven, waaronder Remeha, uit de klimaatbranche nagedacht over hoe klimaatinstallaties circulair (en dus intrinsiek duurzamer) gemaakt kunnen worden. Dit heeft geresulteerd in een kort rapport met daarin een aantal zeer waardevolle handreikingen en een methode hoe dit vorm gegeven kan worden. Lees hier het rapport (14 pagina’s kaft tot kaft).
Wellicht kunt u zelf direct zaken toepassen in uw systemen of die van uw klanten. Geen tijd of zin om het rapport te lezen? Dan kunt u natuurlijk direct gereviseerde onderdelen toepassen en uw bijdrage leveren aan het verduurzamen van bestaande klimaatsystemen.
Informatie over gereviseerde cv-ketel onderdelen vindt u onder de navolgende links. Kijk en vergelijk rustig:
1. HR Premium Parts
2. Remeha Renewed onderdelen
3. Rensa groene onderdelen programma
Auteur: Marcel de Graaf, eigenaar van HR Premium Parts, specialist in gereviseerde cv-ketel onderdelen
Maas Warmtetechniek is ’s lands eerste Duurzame Aanbieder
Maas Warmtetechniek uit Haarlem heeft vandaag als eerste bedrijf in ons land het label Duurzame Aanbieder ontvangen. Frans Zegwaart, directeur van het Haarlemse installatiebedrijf, ontving het label uit handen van de voorzitters van Uneto-VNI en OnderhoudNL en de directeur van Bouwend Nederland. Dat gebeurde in een huis in Santpoort Noord dat Maas Warmtetechniek samen met drie andere bedrijven energieneutraal heeft gemaakt.
Maas Warmtetechniek verandert regelmatig energieverslindende panden in energiezuinige en duurzame woningen. Daarbij werkt het bedrijf nauw samen met andere installateurs en glaszetters. Juist die samenwerking ziet Zegwaart als een groot voordeel: “Met het label Duurzame Aanbieder kunnen ook kleine en middelgrote bedrijven zich onderscheiden op het gebied van duurzaamheid. Achter de schermen werken we met drie bedrijven, maar de klant heeft toch maar één aanspreekpunt.”
Wegwijzer in bos van aanbieders
Nu het nieuwe kabinet écht werk gaat maken van de verduurzaming van woningen wordt het voor huiseigenaren nóg interessanter om hun huis energiezuinig te maken, zo betoogt voorzitter Doekle Terpstra van Uneto-VNI: “Veel consumenten willen dolgraag een energiezuinig huis, maar weten niet hoe ze dat moeten aanpakken. Bij wie kunnen ze terecht en wat zijn de meest effectieve maatregelen? De Duurzame Aanbieder ontzorgt de consument volledig. Van advies over de meest effectieve maatregelen en subsidies tot en met de uitvoering van de werkzaamheden en het onderhoud. Ik weet zeker dat dit initiatief dat we samen met Bouwend Nederland en OnderhoudNL én met steun van de overheid hebben genomen, bijdraagt aan een versnelde verduurzaming van de bestaande woningvoorraad. Op dit one-stop shop aanbod zaten we écht te wachten!”
Onafhankelijke toetsing van criteria
Om in aanmerking te komen voor het label Duurzame Aanbieder moet een ondernemer aan een aantal criteria voldoen. Hij moet onder meer een gedegen verduurzamingsadvies kunnen verstrekken en als centraal aanspreekpunt fungeren bij de uitvoering van alle werkzaamheden. Bij het volledig energieneutraal maken van de woning biedt de Duurzame Aanbieder een energieprestatiegarantie. Onafhankelijk instituut SKG-IKOB controleert of aanbieders voldoen aan de criteria en in aanmerking komen voor het label.
Campagne Energie besparen doe je nu
In januari gaat de overheidscampagne ‘Energie besparen doe je nu’ weer van start. Duurzame Aanbieders zijn vanaf dat moment niet alleen op de website www.duurzameaanbieder.nl te vinden, maar ook op de website van de campagne: www.energiebesparendoejenu.nl. Ook via de energieloketten worden huiseigenaren doorverwezen naar Duurzame Aanbieders. Bedrijven die willen weten of zij ook voor het profiel Duurzame Aanbieder in aanmerking komen, kunnen terecht op de website www.duurzameaanbieder.nl voor meer informatie.
V.l.n.r. op de foto : Doekle Terpstra (voorzitter UNETO-VNI), Fries Heinis (directeur Bouwend Nederland), Ruud Maas (voorzitter OnderhoudNL) en Frans Zegwaart (directeur Maas Warmtetechniek).
Energieleverancier neemt isolatie-expert over
Essent heeft isolatie-expert Isoprofs overgenomen. Isoprofs is een isolatiebedrijf met ruime ervaring in zowel de zakelijke als particuliere markt. De energieleverancier voegt hiermee een nieuw bedrijf toe aan het landelijk dekkend netwerk van Essent Servicepartners, die actief zijn in onder andere installatie en service van energiebesparende maatregelen in en rond het huis. De overname past in de ambitie van Essent om koploper te worden op het gebied van betaalbare en slimme producten en diensten die bijdragen aan verduurzaming en energiebesparing. De naam Isoprofs blijft gehandhaafd en alle medewerkers van de vier Isoprofs vestigingen in Nederland en België behouden hun baan.
Zoektocht naar partners
Essent verwacht dat de vraag naar totaaloplossingen voor energiebesparende maatregelen in woningen en gebouwen in de komende jaren verder zal toenemen. Met de overname van Isoprofs neemt Essent een isolatiebedrijf over met ruime ervaring in zowel de particuliere als zakelijke markt.
Gemeenten, woningcorporaties en inkoopcollectieven zijn op zoek naar partijen die grootschalig oplossingen kunnen bieden voor energiebesparing en verduurzaming. Essent Servicepartners zijn bijvoorbeeld al betrokken bij projecten in Parkstad Limburg, waar 100.000 zonnepanelen worden geplaatst en in Maastricht en omgeving waar 60.000 woningen worden verduurzaamd. Leenders:
Groei in Nederland en België
Isoprofs, dat per direct volledig is overgenomen, werkte al enkele jaren samen met Essent en haar Servicepartners. Alle medewerkers in de vestigingen Meijel, Almere, Hasselt en Lokeren in Nederland en België behouden hun baan. Elo Dhaene, de huidige directeur van Isoprofs, blijft actief in zijn functie. Dhaene: “Isolatie is vaak de eerste stap in het proces van verduurzaming en energiebesparing. Door de overname kunnen we nog intensiever profiteren van elkaars netwerk. Hierdoor zien wij verdere groeimogelijkheden in Nederland en België.”
Alle ins and outs over de energiewereld
De energiewereld verandert in razendsnel tempo: energieopslag, verduurzaming van woningen en energie, voorschriften rondom vlamboogdetectie, woonhuisintelligentie, conceptueel bouwen en ga zo maar door. Eaton wil installateurs en fabrikanten op het gebied van energieverdeling en energieopslag up-to-date houden over de laatste trends én de toekomst. Daarom rijdt Eaton de hele maand september met een demotruck naar 16 Van der Valk locaties in het hele land.
Inhoud programma
In een korte presentatie brengt Eaton de bezoekers op de hoogte van actuele thema’s. Daarna is er een rondleiding in de truck met productnoviteiten en concepten voor de woningbouw. Het totale programma neemt ongeveer 1,5 uur in beslag, maar uiteraard kun je ook korter langskomen voor een kop koffie. Op iedere dag is er een keuze uit 3 tijdstippen: 10:00 – 11:30 – 13:00 uur. Voor planning en meer informatie: www.eaton.nl/demotour
Feyenoord gaat restwarmte gebruiken
Giovanni van Bronckhorst heeft gisteren de officiële eerste paal geslagen voor het nieuwe trainingscomplex van Feyenoord. Bijzonder aan het nieuwe trainingscomplex is het gebruik van restwarmte van het stadsverwarmingsnet voor de ruimte- en veldverwarming, de warmtapwaterbereiding en de wasdrogers. Gasaansluitingen zijn daardoor niet nodig. Ledverlichting zorgt voor reductie van het elektraverbruik.
Het Rotterdamse ingenieursbureau Techniplan Adviseurs is verantwoordelijk voor het ontwerp van alle technische gebouwinstallaties. “Wij zijn er trots op dat wij bij dit prestigieuze, typisch Rotterdamse project zijn betrokken,” vertelt Allard Jansen, projectleider bij het bureau. “Belangrijk in dit project is de balans tussen duurzaamheid en comfort. Daarin gaan we voor het hoogst haalbare resultaat, op beide vlakken. Wat dat betreft is dit met recht een topsportproject.”
De nieuwe trainingsaccommodatie komt op het voormalige terrein van amateurclub VV Hillesluis. Het hoofdgebouw heeft een totale omvang van circa 2.600 m2 bruto-vloeroppervlakte (BVO). Inspiratie voor het nieuwe complex deed Feyenoord op door werkbezoeken bij onder meer Manchester City en Bayern München. De oplevering van het complex wordt in het voorjaar van 2018 verwacht.
Het complex krijgt onder andere de beschikking over twee velden met veldverwarming, een warming-upstrook van kunstgras en een apart keepersveld. Het hoofdgebouw biedt zicht op de velden doordat één zijde volledig van glas is. Ook komen er ontspanningsruimtes, kleedfaciliteiten met diverse wellness-voorzieningen en een restaurant waar topsportmaaltijden kunnen worden bereid. Op de begane grond komen de kleedruimtes voor spelers en staf, behandel-, fitness- en beweegruimtes en het kantoor van de medische staf. De tweede verdieping wordt ingericht met het restaurant, een spelerslounge en met verschillende kantoren voor onder meer de technisch directeur, de hoofdtrainer en de technische staf. Tevens komt op deze verdieping een nieuwe perszaal waar de hoofdtrainer persconferenties kan geven.
Techniplan Adviseurs werkt in het project samen met Kooiman Infraprojectadvies, Moederscheim Moonen Architecten, IMd raadgevende ingenieurs en LBP Sight. Bouwbedrijf Berghege is de aannemer van het project.