- Productnieuws
- maart 9, 2023
- 3 views
‘PVT-panelen scoren beter dan een standaard zonnepaneel’
Triple Solar heeft een levenscyclusanalyse (LCA) laten uitvoeren om de milieu-impact van haar PVT-warmtepomppanelen in kaart te brengen. De PVT-panelen blijken zo’n 40% beter te scoren dan een standaard zonnepaneel. In een LCA wordt niet gekeken naar de energie-efficiëntie van een systeem, maar naar alle materiaalstromen van een product. Van grondstofwinning tot afvalverwerking. Het resultaat van een LCA wordt uitgedrukt in een milieuprofiel: de milieukostenindicator (MKI). Deze indicator geeft meer dan alleen de CO2-uitstoot aan. Zo wordt er bijvoorbeeld eveneens gekeken naar verzuring van de bodem, aantasting van de ozonlaag en het uitputten van materialen (bron: Nationale Milieudatabase).
Sinds 28 februari zijn de PVT-warmtepomppanelen van Triple Solar opgenomen in de @Nationale_Milieudatabase (NMD). Ze scoren zo’n 40% beter dan een standaard zonnepaneel. Voor een opname van de milieuscore in de NMD moet een product aan verschillende eisen voldoen. Onder meer dient de LCA te zijn uitgevoerd door een onafhankelijk erkend LCA-bureau en gevalideerd door een erkende NMD-toetser.
Brede duurzaamheid
Via de NMD kunnen betrokkenen bij bouwprojecten onderbouwde materiaal- en installatiekeuzes maken op basis van de milieu-impact ervan. Dankzij deze NMD kan de milieu-impact van gebouwen ook beter gecommuniceerd worden en er eisen aan worden gesteld. Voor de burgerlijke en utiliteitsbouw wordt de totale milieu-impact uitgedrukt in een Milieu Prestatie Gebouwen (MPG)-score. Voor MPG-berekeningen zijn de PVT-panelen vanaf nu in te vullen in de daarvoor bedoelde rekeninstrumenten.
Cees Mager, founder en CEO van Triple Solar: “De opname in het NMD is een officiële erkenning van de brede duurzaamheid van onze PVT-warmtepomppanelen. Maar dat niet alleen. Samen met onze leveranciers gaan we eraan werken om de milieu-impact van onze producten nog verder te verminderen.”
- Bedrijf
- februari 24, 2023
- 0 views
Maar een derde bedrijven maakt budget vrij voor verduurzaming bedrijfspand
Ruim twee derde van de Nederlandse bedrijven maakt te weinig geld vrij voor de benodigde verduurzaming van bedrijfspanden, blijkt uit recent onderzoek van Heijmans onder 420 bedrijven. Bedrijven willen wel: drie kwart van de verantwoordelijken (76%) geeft aan dat er concrete toekomstplannen zijn om hun pand te verduurzamen. Dit staat namelijk binnen nu en drie jaar op de planning. Maar vaak is er onvoldoende kennis over de mogelijkheden én een te krap budget. Zes op de tien van de ondervraagden (61%) geeft aan dat het (deels) onduidelijk is welke mogelijkheden er allemaal zijn om het pand te verduurzamen.
Toch wordt de noodzaak om te verduurzamen steeds groter: vanaf 2024 zijn grote bedrijven verplicht te rapporteren over de impact van hun activiteiten op mens en milieu volgens de Europese richtlijn Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD). Van de ondervraagde organisaties die CSRD-plichtig zijn, is de meerderheid van de gebouwbeheerders en -eigenaren nog niet bezig met de CSRD-richtlijn die volgend jaar van kracht gaat. Bijna drie kwart van hen (73%) is (deels) op de hoogte van de aankomende richtlijn. In slechts 19 procent van de gevallen is de organisatie al bezig met verduurzaming van het pand. De meest genoemde plannen om het bedrijfspand te verduurzamen zijn zonnepanelen (58%), ledverlichting (44%), klimaatbeheersystemen (36%) en dak- en of muurisolatie (36%).
“Tijd om actie te ondernemen”
Bart Breedijk, programmamanager duurzame huisvesting bij Heijmans: “De nieuwe richtlijn maakt heel duidelijk zichtbaar welke bedrijven zich inzetten voor verduurzaming. Het is nu tijd om actie te ondernemen. Steeds vaker is duurzaamheid een voorwaarde om zaken te doen. Deze noodzaak wordt ook gezien door onze klanten. Bij verschillende opdrachtgevers is het daarnaast belangrijk om verduurzaming te koppelen aan andere dossiers, zoals imago, kostenbeheersing en eisen die opdrachtgevers en overheid stellen. Door bedrijfspanden voor te bereiden op de uitdagingen van de toekomst, verhoog je niet alleen de vastgoedwaarde, maar ook de waarde voor de gebruiker. Voor de lange duur. Dat noemen wij toekomstvastwaarde.”
Het onderzoek van Heijmans is uitgevoerd in november 2022 onder 420 respondenten, allen (mede)verantwoordelijk voor beslissingen met betrekking tot beheer, onderhoud en/of verduurzaming van bedrijfspanden in Nederland.
- Branche
- februari 17, 2023
- 3 views
Uitdaging: energieneutrale ijsbanen
Kunstijsbanen en energieprijzen, daar is veel over te doen. Hoe zorg je ervoor dat ijsbanen snel verduurzamen, dat ze klimaatneutraal en energiezuinig worden? De KNSB breekt zich daar het hoofd over. Daikin, hoofdsponsor en specialist in koelen en verwarmen, denkt mee. “In 2040 moeten alle ijsbanen energieneutraal kunnen zijn.”
Op de vraag of het mogelijk is om in 2040 alle ijsbanen in Nederland energieneutraal te maken, antwoorden de Daikin-experts Alphons Stevens en Bauke Hulsebosch volmondig: Ja. “Zeker als er een dak op die ijsbaan zit”, zegt Hulsebosch. Stevens: “Voor bestaande bouw zal het wel lastig zijn, maar voor nieuwbouw moet dit kunnen. Zeker!” Ze geven wel eerlijk toe dat er op weg naar dat ideale plaatje ‘nog wat uitdagingen’ te overwinnen zijn.
Taskforce
Maar daaraan wordt al hard gewerkt. Eind 2021 richtte de KNSB, samen met onder meer NOC*NSF en de Vereniging Kunstijsbanen Nederland, de Taskforce Verduurzaming IJsbanen op. Dat was voordat Poetin Oekraïne binnenviel. Als gevolg van die oorlog stegen de energieprijzen, wat ook de 22 kunstijsbanen in ons land raakt. Een versnelde verduurzaming van deze accommodaties, onmisbaar voor de schaatssport, blijkt ineens hard nodig. Het actieplan van de taskforce kwam geen dag te vroeg…
Hart voor het schaatsen
Bij Daikin volgen ze dit verhaal op de voet. Het van oorsprong Japanse bedrijf, actief op het gebied van airconditioningsystemen, is sinds 2018 hoofdsponsor van de KNSB. “Wij hebben hart voor het schaatsen en de kennis in huis om echt mee te helpen aan het verduurzamen van ijsbanen”, zegt Edwin Hoogerwerf, Managing Director van Daikin Nederland. “We denken graag mee, om ervoor te zorgen dat de schaatssport in Nederland kan blijven bestaan.”
Ervaring
Met name bij de Italiaanse tak van Daikin bestaat al ruime ervaring met ijsbanen. Dochterbedrijf Zanotti was betrokken bij de bouw van meer dan 25 ijs(hockey)stadions. Het leverde onder meer de koelinstallaties voor ijshockey- en curlinghal bij de Winterspelen van Turijn in 2006. Later volgden grote stadions in onder meer Astana (Kazachstan), Minsk (Wit-Rusland) en Moskou (Rusland). Daikin levert ook de vriesinstallaties voor mobiele ijsbanen, bijvoorbeeld van Disney on Ice. Het bedrijf is geen aannemer die stadions bouwt, maar zorgt binnen die gebouwen wel voor de installaties die het ijs maken en de lucht behandelen.
Totaaloplossing
“We praten het liefst over het hele complex”, zegt Bauke Hulsebosch, Manager Consulting Sales bij Daikin. “Het gaat om koelen, verwarmen, ventileren en wat ook belangrijk is: monitoren en regelen. De totaaloplossing moet energetisch zijn: wat voor energie gebruik je en wat doe je ermee? En het moet passen bij de situatie. Daar zit per ijsbaan wel verschil in.” Dat laatste is helemaal waar: alle 22 ijsbanen in Nederland hebben een compleet andere (energie)huishouding. De ene is al best ver met het verduurzamen van zijn installaties, bij de andere staat dit proces nog in de kinderschoenen.
Betrokken
Daikin maakt geen deel uit van de Taskforce, maar is wel betrokken bij diverse werkgroepen. Het bedrijf geeft cursussen aan ijsmeesters en adviseert sommige ijsbanen om het proces van verduurzaming in gang te zetten. “We raken steeds meer bij de ijsbanen betrokken, en dan vooral op de vraag hoe verduurzaamd kan worden”, vertelt Alphons Stevens, Manager SBU Applied bij Daikin (SBU staat voor strategische business unit). “Een grote aannemer kijkt bouwkundig mee, wij doen de energetische kant.”
Simpel verhaal
De energiehuishouding van een ijsbaan is ingewikkeld en voer voor specialisten. Maar als je het terugbrengt tot de kern is het best een simpel verhaal, vertelt Hulsebosch. “Je maakt ijs, dat is bevroren water, en voor die vriesinstallatie heb je energie nodig: gas of elektra. Om het ijspakket in stand te houden, moet je blijven vriezen. Om sporters en publiek een beetje aangenaam in de hal te laten vertoeven, moet je de lucht binnen verwarmen. Als je een slim systeem hebt, benut je daarvoor… de warmte die vrijkomt bij het ijs maken.”
Benutten van restwarmte
Hulsebosch: “Denk maar aan je koelkast thuis: die is van binnen koud en aan de achterkant warm. Energie gaat nooit verloren. Bij het maken van ijs, ofwel het koelen van water, komt warmte vrij. Daar kun je wat mee.” Dit is natuurlijk geen nieuwe ontdekking. Zo zijn er voorbeelden van ijsbanen die al gekoppeld zijn aan zwembaden. Met de warmte die vrijkomt bij het ijsmaken wordt het zwemwater op een aangename temperatuur gebracht. Toch zijn zulke combinaties meer uitzondering dan regel. Het benutten van de restwarmte kan nog veel verder worden doorgevoerd.
Nul CO2-uitstoot
In Alkmaar zetten ze al grote stappen bij sportcomplex De Meent. Daar wordt groene energie opgewekt, onder meer via een grote massa zonnepanelen, waarop de koelmachines draaien. De ijsbaan levert zijn restwarmte aan de aangrenzende sporthal, wielerbaan en andere gebouwen. Op termijn zorgt dit complex voor nul CO2-uitstoot en levert het dus zelf opgewekte energie aan zijn directe omgeving. Hulsebosch: “Dit is een voorbeeld van zo’n moderne ijsbaan die straks geen energieslurper meer is, maar juist onderdeel van een energieneutraal gebouw, ENG in vakjargon, die zelfs restwarmte aan de omgeving levert.”
Energieneutraal
“Een ijsbaan ENG maken, ofwel energieneutraal krijgen, dat is heel goed mogelijk”, zegt Stevens. “Als je een goede schil neerzet, een slim gebouw, dan kun je het daarbinnen met de koelmachines en luchtbehandelingskasten heel goed energieneutraal maken. Als we nu naar de tekentafel gaan, zou dat bij wijze van spreken volgende week al kunnen.”
Combinatie
Hulsebosch: “Maar dan moet alles er omheen ook kloppen. De apparatuur is er nu al geschikt voor en die ontwikkelt zich nog verder door. Maar stand alone een ijsbaan neerzetten moet je niet meer doen. Je zult altijd een combinatie moeten maken: liefst bouw je een ijsbaan in combinatie met een zwembad, met daarbij ook woningen en/of kantoren. Plaats daar zonnepanelen en een windmolen bij en maak een gesloten circuit, waarin je de restwarmte van de ijsbaan benut voor die woningen/kantoren. Die maken ook dat het totale complex geld oplevert. Dit verhaal klinkt eenvoudig en dat is het eigenlijk ook. Wij zijn klaar voor de toekomst.”
Water door de Maas
De mannen van Daikin beseffen dat er nog wel wat water door de Maas zal stromen, voordat deze ideale ijsbaanwereld is gerealiseerd. Het bouwen ervan, of het omtoveren van bestaande banen tot zulke multifunctionele gebouwen, dat kost (vele) jaren en is afhankelijk van politiek draagvlak en particulier initiatief. In de tussentijd is het, zeker nu de energiemarkt ongewis blijft, noodzaak om in de dagelijkse bedrijfsvoering al besparingen te realiseren. Hulsebosch: “De overheid adviseert om thuis de thermostaat van de cv een graadje lager te zetten. Ook bij ijsbanen kun je kijken hoe je je energiegebruik kunt terugdringen.”
Deken over het ijs
Een ijsbaan die restwarmte van de koelmachine nog gewoon ‘affakkelt’, ofwel de buitenlucht in blaast, is eigenlijk niet meer van deze tijd. Moeten banen nog wel open zijn van begin oktober tot eind maart? Kan het ijs toe met iets minder harde koeling? Zijn er ook technische aanpassingen die energiegebruik kunnen besparen? Stevens: “We bekijken nu samen met een aannemer ook de mogelijkheid om ’s nachts, als er niet geschaatst wordt, een soort deken over het ijs te leggen. Daarmee voorkom je dat kou weglekt naar de lucht in de hal. Je hebt minder energie nodig om je ijspakket dik genoeg te houden en het kost je ook minder energie om de hal te verwarmen.”
Coole ijsbanen
Zo zijn er nog tal van besparingen te bedenken, waarmee niet alleen Daikin bezig is, maar waaraan ook vanuit de Taskforce Verduurzaming IJsbanen hard wordt gewerkt. Op het hoofdkantoor van de KNSB-hoofdsponsor in Capelle aan den IJssel blijven ze nauw betrokken bij die ontwikkelingen.
Hulsebosch: “Wij praten niet alleen over die koelmachine, warmtepomp of luchtbehandelingskast, maar over totaaloplossingen. Wij praten over geconditioneerde lucht: koelen, verwarmen en ventileren. In feite verkopen we lucht: geen gebakken lucht, maar aangename lucht. En dus ook ijs. We zorgen voor frisse scholen, gezonde kantoren en ook coole ijsbanen.”
Managing director Edwin Hoogerwerf: “Maar als er op korte termijn niks gebeurt, weten we zeker dat er ijsbanen afvallen. Dat moeten we met zijn allen zien te voorkomen, daarom is dit proces van verduurzaming zo belangrijk. Het liefst realiseer je er zelfs nog een paar ijsbanen bij.”
- Branche
- december 20, 2022
- 0 views
Geothermie voor regio Eemland
Larderel Energy gaat geothermie inzetten om de regio Eemland (Amersfoort, Eemnes, Baarn, Soest, Leusden, Bunschoten en Nijkerk) te voorzien van duurzame verwarming en elektriciteit. Hierbij leveren zeven centrales warmte aan een groot warmtenetwerk, waarmee het warme water van de centrales naar de gebruikers wordt getransporteerd. Met deze warmte kunnen onder andere woningen, kantoren, zwembaden en bedrijven van duurzame warmte voorzien worden. De duurzame stroom wordt aan het bestaande elektriciteitsnet geleverd.
Een groot voordeel van geothermie is dat de het een betrouwbare energiebron is, onafhankelijk van weersomstandigheden. Zo wordt ook duurzame energie geproduceerd als de zon niet schijnt en het niet waait. Geothermie is onafhankelijk van buitenlandse invloeden. Dit resulteert in een betrouwbare energierekening. Warmte uit geothermie is goedkoper dan verwarming met aardgas, en is tevens beter voor het klimaat. Daarnaast levert geothermie dezelfde temperatuur als nu de cv-ketel levert. Dit betekent dat een bewoner de bestaande verwarmingsinstallatie kan blijven gebruiken, en dus geen grote aanpassingen aan de woning nodig zijn. Zo kan de aardwarmte direct worden toegepast in de woning.
Geothermie wordt in Nederland al toegepast voor verwarming van kassen. Er zijn al 22 geothermielocaties gerealiseerd (zie https://geothermie.nl/geothermie/locaties-in-nederland/).
- Bedrijf
- december 13, 2022
- 0 views
Scale-up haalt 125 miljoen euro op om de energietransitie te versnellen
Econic heeft 125 miljoen euro opgehaald bij een consortium van investeerders, die de snelgroeiende scale-up in staat moet stellen om bij te dragen aan het versnellen van de energietransitie in zowel Nederland als Duitsland. Met haar digitale platform en partnerships ontzorgt econic het verduurzamingstraject voor zowel consumenten en woningcorporaties, als projectontwikkelaars en bouwers. Daarbij neemt econic de regie over de installatie van apparaten zoals warmtepompen, zonnepanelen, batterijen en laadpalen.
Econic biedt keuze tussen koop of lease. In de lease-propositie wordt voor een vast bedrag per maand alle apparatuur geïnstalleerd en onderhouden. Het bedrijf is door een strategie van organische groei en enkele acquisities de afgelopen twee jaar explosief gegroeid. Op dit moment werken er meer dan 150 mensen bij het bedrijf.
Verandering in management
Vanwege deze nieuwe fase is besloten om de statutaire directie per direct aan te passen. De directie bestaat nu uit Joris Jonker (CEO), Jaap Smid (CFO) en Age Reijenga (COO). De rollen van voormalig directieleden en medeoprichters Jan-Willem van Wensem en Frits Verhoef wijzigen. Jan-Willem van Wensem neemt afscheid van econic en neemt zitting in de raad van advies. Frits Verhoef neemt de rol van Head of Impact op zich.
Immense opgave
Joris Jonker, CEO econic: “Om de doelen voor CO2-reductie in de gebouwde omgeving te halen, moeten er in Nederland per dag minstens duizend woningen worden verduurzaamd. Dit is een immense opgave, maar dankzij deze nieuwe investeringsronde zijn we in staat om hier een substantiële bijdrage aan te leveren. Ik beschouw het als een groot compliment dat een investeerder als Rabo Investments en financiers als Triodos, ASR en Rabobank ons de afgelopen jaren hebben gevolgd, inzagen dat wij een belangrijke rol spelen in het versnellen van de energietransitie en daar onderdeel van willen uitmaken. Daarnaast voelen wij ons zeer gesteund door Rinkelberg Capital en Meewind die met hun herhaalde commitment groot vertrouwen blijven uitspreken in onze aanpak en visie.”
Samen de vergroening van de huizenmarkt versnellen
Arjan van der Hout, Investment Director Rabo Investments: “Met het verduurzamen van zowel nieuwe als bestaande woningen geeft econic de hoogstnoodzakelijke energietransitie handen en voeten. Dit sluit naadloos aan bij onze ambitie om met Rabo Investments duurzame bedrijven te ondersteunen bij hun groeiplannen. Als actief betrokken aandeelhouder kijken wij ernaar uit om samen de vergroening van de huizenmarkt te versnellen.”
Jan Moulijn, Head Private Equity Rinkelberg: “Als betrokken investeerder staan wij innovatieve en duurzame start- en scale-ups (financieel) bij. Vanaf de eerste dag zijn we nauw betrokken bij econic en hebben we met eigen ogen gezien dat de visie en het concept aanslaan, waarmee ze een stevige bijdrage leveren aan het versnellen van de energietransitie. Gezien de groeiambities en de ervaring van het management zijn we verheugd om samen met hen en de nieuwe investeerders en projectfinanciers een stevig fundament onder de onderneming te leggen.”
Johan Swager, Directeur Fondsbeheer Meewind: “Meewind investeert bij voorkeur in succesvolle bedrijven die een stevig fundament voor een duurzame toekomst leggen en meer bijdragen dan een incidenteel project. econic heeft bewezen zo’n duurzame koploper te zijn. De resultaten tot nu toe, de groeiambities en de ervaring van de directie passen dan ook goed bij onze eigen ambitie. Meewind groeit graag mee met de bedrijven waarin het investeert en blijft die vervolgens steunen op hun groeipad.”
- Branche
- december 7, 2022
- 2 views
‘In utiliteit twee keer zoveel energiebesparing door WTW’
Een van de thema's van de internationale vakbeurs voor HVAC en water, ISH 2023, is energie-efficiëntie en duurzaamheid in gebouwen. In de verwarmingssector moeten alle bestaande mogelijkheden worden benut om de vereiste vermindering van CO2-uitstoot in gebouwen te realiseren. Belangrijk daarbij is het efficiënte gebruik van verwarmingsenergie via warmteterugwinning
De huidige energiesituatie heeft geleid tot een sterke toename van energiebesparende maatregelen. Naast de verschuiving naar hernieuwbare energiebronnen is een efficiënter gebruik van energie een doorslaggevende factor om onder andere een betrouwbare en betaalbare warmtevoorziening voor gebouwen te waarborgen. Vraaggestuurde ventilatiesystemen met warmteterugwinning kunnen een substantiële bijdrage leveren aan een efficiënt gebruik van verwarmingsenergie. Ze houden ventilatiewarmteverliezen laag door een groot deel van de warmte van de afgezogen lucht naar de aanzuigzijde over te brengen.
Utiliteitsgebouwen
Een studie van de Milieucampus Birkenfeld van de Trier University of Applied Sciences heeft het potentieel van deze technologie aangetoond. Uit de analyse van de impact van warmteterugwinning op de energiebesparing van centrale ventilatiesystemen in utiliteitsgebouwen bleek dat de aldus teruggewonnen warmte in 2021 een primaire energiebesparing opleverde van ruim 30 terawattuur per jaar (TWh/j). , een verdubbeling ten opzichte van 2011. Het is aannemelijk dat deze ontwikkeling zich de komende jaren zal voortzetten doordat oude installaties worden vervangen door nieuwe, efficiëntere systemen. Naast een grotere energie-efficiëntie verbetert de continue luchtcirculatie die wordt gecreëerd door ventilatiesystemen niet alleen de binnenluchtkwaliteit door het CO2-gehalte te beperken, maar zorgt het er ook voor dat verontreinigende stoffen en ziektekiemen worden verwijderd met de 'gebruikte' lucht. Bovendien profiteren mensen met een allergie van luchtfiltratie, terwijl de montage van bevochtigingssystemen op de ventilatiesystemen ervoor zorgt dat de aanbevolen minimale luchtvochtigheid in de kamer (40 procent) zelfs in de winter kan worden bereikt.
Woningen
Ook in woningen kan ventilatie met warmteterugwinning een aanzienlijke energiebesparing opleveren, zeker als het om energiezuinige woningen gaat. In dit geval is het warmteverlies door de gebouwschil zeer laag, zodat ventilatiewarmteverliezen een belangrijkere rol spelen. Zo kan vraaggestuurd ventileren met warmteterugwinning een besparing opleveren van 25 tot 50 procent verwarmingsenergie en een vergelijkbare verlaging van het CO2-gehalte. Tegelijkertijd zijn ventilatiesystemen met warmteterugwinning een voorwaarde voor gezonde lucht in energiezuinige gebouwen.
Op de beurs in Frankfurt am Main, van 13 tot 17 maart 2023, presenteren fabrikanten een breed scala aan centrale en decentrale ventilatiesystemen voor allerlei soorten ruimten in woon- en utiliteitsbouw.
- Branche
- december 2, 2022
- 2 views
Primeur: woningen met waterstof via bestaand gasnet
In Lochem worden in de wijk Berkeloord voor het eerst twaalf bewoonde woningen verwarmd met waterstof via het bestaande aardgasnet. Bij deze pilot onderzoekt Alliander op verzoek van de bewoners van deze monumentale panden of waterstof een goed alternatief is voor aardgas voor het verwarmen van woningen. Alliander werkt daarbij samen met onder andere LochemEnergie, Remeha en Westfalen Gassen Nederland BV.
In het Klimaatakkoord is afgesproken dat in 2050 7 miljoen woningen en 1 miljoen gebouwen van het aardgas af zijn. Daardoor verandert het energiesysteem en Alliander bereidt zich hierop voor. Waterstof is één van de alternatieven voor aardgas om woningen en gebouwen mee te verwarmen. Zo kan het een goed alternatief zijn voor met name woningen die moeilijk te isoleren zijn en waarvoor elektrische warmtepompen geen oplossing bieden, of in wijken waar geen warmtenet kan worden aangelegd. Een bijkomend voordeel is dat voor het transport van waterstof naar de woningen gebruik kan worden gemaakt van de gasleidingen die al in de grond liggen.
Unieke pilot
Arthur van Schayk, algemeen directeur Remeha: “De energietransitie moet versnellen en dat kunnen we alleen door als ketenpartners nauw samen te werken. Waterstof gaat, naast elektrificatie en warmtenetten, een belangrijke rol spelen in de verduurzaming van de bebouwde omgeving. Na de projecten in Rozenburg en Uithoorn hebben we nu in Lochem de primeur dat bewoonde woningen via het bestaande netwerk door middel van waterstof worden verwarmd. Met dit project willen we als fabrikant aantonen dat de Remeha cv-ketel voor waterstoftechnologie klaar is voor toepassing in de praktijk.”
Naast het feit dat in Lochem voor het leveren van waterstof het bestaande aardgasnet wordt gebruikt, is het ook een kans voor de bewoners om hun veelal monumentale woningen te verduurzamen met behoud van de waarde van hun erfgoed. Zowel bewoners als betrokken partijen hebben dan ook geïnvesteerd om deze pilot mogelijk te maken.
Veel voorbereidingen
Aan de overstap naar waterstof ging veel voorbereiding vooraf. Zo is onder meer aan de Stijgoord in Lochem door Westfalen een locatie gebouwd waar het waterstof in het bestaande gasnet wordt gevoed. In deze zogeheten invoed-installatie wordt de druk van het waterstof geregeld en wordt die voorzien van een geurstof omdat waterstof van nature geurloos is. De woningen zelf zijn eerst goed geïsoleerd. Vervolgens zijn de bestaande cv-ketels vervangen door de wereldwijd eerste gecertificeerde 100% waterstofketels van Remeha. In de straat zijn extra gasleidingen aangelegd om de woningen die niet meedoen aan de pilot te kunnen blijven voorzien van aardgas.
Werken aan het waterstofnet
Het onderhoud aan het waterstofnet gebeurt door netbeheerder Liander. Deze pilot is ook voor de netbeheerder een nieuwe stap. De werkzaamheden lijken in eerste instantie veel op het werk dat gasmonteurs dagelijks uitvoeren. Wel vraagt het om een aantal extra handelingen. Daarom heeft een groep monteurs eerder dit jaar een opleiding gevolgd, specifiek gericht op waterstof, in een speciaal voor dit doel gebouwd waterstofhuis in Apeldoorn. Begin september slaagde deze groep voor hun examen.
Drie jaar onderzoek
De pilot in Lochem duurt drie jaar. Zo kan voldoende ervaring worden opgedaan tijdens koude winters. De ervaringen worden vervolgens gedeeld met andere netbeheerders die plannen hebben voor vervolgprojecten met meer bewoners. Op die manier ontstaat steeds meer inzicht in hoe waterstof een aanvulling kan zijn bij de verduurzaming van bestaande woningen.
De pilot in Lochem is een samenwerking van burger-energiecoöperatie LochemEnergie, Remeha, Westfalen Gassen Nederland BV, Kimenai Installatiebeheer BV, Belangenvereniging Beschermd Stadsgezicht Berkeloord (BBSB) en Alliander. Mogelijk gemaakt door de gemeente Lochem en provincie Gelderland.
- Branche
- november 30, 2022
- 0 views
Biogas voor verwarming en warmtapwater
Remeha zet in op de hybridisering van klimaat- en warmtapwaterinstallaties om het gasgebruik te minimaliseren. Via een samenwerking met scale-up Circ biedt de fabrikant haar klanten een nieuwe optie om installaties met biogas in plaats van aardgas te voeden.
Remeha en Circ produceren en leveren producten die elkaar aanvullen, waar het gaat om het reduceren of vervangen van het aardgasgebruik. Circ is een ontwikkelaar en producent van mini-vergisters – BioTransformers, zoals zij de apparaten noemen – die GFE-reststromen omzetten in biogas en biowater. Het biogas kan, zo nodig met een kleine nabewerking, aardgas vervangen en zo de verwarmings- of warmtapwaterinstallatie van een CO2-neutrale energiebron voorzien.
Groente- fruit- en etensresten
“Onze klanten voeden de BioTransformers hoofdzakelijk met groente- fruit- en etensresten”, vertelt Robert Kooloos, chief commercial officer bij Circ. “Daarmee produceren zij twee producten; biogas en biowater. Als het biogas vervolgens wordt gebruikt in de cv-toestellen, komt daarbij uitsluitend kortcyclische CO2 vrij. Deze CO2 uit voedselresten was anders bij verbranden of storten ook vrijgekomen. Het tweede product, biowater, is zeer rijk aan nutriënten en kan in veel gevallen als plantenvoeding worden gebruikt in bijvoorbeeld de land- en tuinbouw.” De BioTransformers van Circ zijn al te vinden in de hotelwereld en horeca, de zorgsector, de voedingsindustrie en andere sectoren met veel GFE-stromen.
“Biogas en groen gas kunnen belangrijke rol spelen”
“Remeha ziet in Circ een mooie partner waarmee onze adviseurs een extra oplossing voor handen hebben zodra zij klanten aan een efficiënte en CO2-neutrale verwarmings- of tapwaterinstallatie willen helpen” zegt Rick Bruins, business development manager bij Remeha. “In Nederland gebruiken we ongeveer 15 miljard kubieke meter aardgas in de gebouwde omgeving. Circa de helft daarvan gebruiken we in de utiliteit. Wij denken dat het realistisch is om via hybridisering het gasverbruik in de utiliteit uiteindelijk naar 2 miljard kubieke meter te reduceren. Die 2 miljard kuub zullen we door CO2-neutrale gassen moeten vervangen. Dat kan met waterstof, maar dat gas zal niet het volledige aandeel voor zijn rekening kunnen nemen. Daarom denken wij dat ook biogas en groen gas een belangrijke rol kunnen en zullen spelen.”
Zo’n 50 miljoen m3 aardgas vervangen
De BioTransformers die Circ ontwikkelt en produceert hebben verschillende capaciteiten. De kleinste verwerken 30 kilo per dag en de grootste 600 kilo GFE per dag. Het bedrijf produceert zowel de hardware als de software en zorgt dat de apparaten via een installateur bij de klant worden geïnstalleerd. “Onze klanten kopen de machine omdat zij hiermee meerdere doelen behalen. Ze vergroenen hun energievoorziening. Ze minimaliseren hun kosten voor het afvoeren van GFE-stromen. En sommige klanten kunnen het andere restproduct, biowater, goed gebruiken als voeding voor planten of leveren dit aan nabijgelegen locaties. In elk geval zorgen onze BioTransformers voor een duurzame businesscase die meestal in 2 tot 5 jaar is terugverdiend. Onze prognose is dat de toestellen die we in de jaren tot 2030 zullen verkopen in totaal zo’n 50 miljoen m3 aardgas kunnen vervangen”, zegt Kooloos.
Versnelling
Remeha en Circ willen via hun samenwerking een versnelling teweegbrengen; enerzijds in de hybridisering van cv- en warmtapwaterinstallaties, en anderzijds bij de inzet van biogas als vervanger van aardgas. “In veel horecabedrijven of voedingsindustrieën komen we als adviseur over de vloer omdat deze bedrijven willen verduurzamen”, zegt Bruins. “Maar lang niet overal is een all-electric oplossing mogelijk. Soms kun je bijvoorbeeld wel voor verwarming een warmtepomp gebruiken maar niet voor tapwater”. “En zelfs als een all-electric oplossing past, gaat Kooloos verder, “kan het alsnog interessant zijn om de BioTransformer te gebruiken. Puur omdat die bedrijven hun organische reststromen in dat geval effectief en rendabel voor verwarming en warmtapwater kunnen inzetten, en dus niet hoeven af te voeren.”
Praktijkvoorbeelden
Kortgeleden leverde Circ al een BioTransformers die feilloos samenwerkt met een cv-systeem van Remeha. Zorgcentrum de Koperhorst in Amersfoort kocht een BioTransformer50 – voor 50 kilo GFE-reststroom per dag – en gebruikt het geproduceerde biogas als energiebron voor de Remeha Quinta Ace cv-toestellen die het gebouw verwarmen. En in december wordt bij het Van der Valk Hotel in Gorinchem een BioTransformer200 - voor 200 kilo per dag – geïnstalleerd. Het biogas van dat apparaat wordt gebruikt voor een Remeha cv-ketel, die straks met voorrang zal worden gestookt. Pas als er niet genoeg biogas is, zullen de in hybride geschakelde warmtepompen in werking treden. Volgend jaar zullen er nog enkele combinaties van een BioTransformer met Remeha cv-ketels worden geïnstalleerd, zoals bij Van der Valk Hotel Nuland en De Penitentiaire Inrichting (PI) Nieuwersluis.
- Branche
- november 11, 2022
- 0 views
Binnen een dag plannen voor een duurzame wijk
Amersfoort kreeg deze week tijdens Techathon 2022 verschillende innovatieve plannen voorgeschoteld. Zeven teams kregen één dag de tijd om plannen uit te werken voor een duurzame toekomst van de wijk Hoefkwartier. Ieder team bestond uit mbo-studenten, hbo-studenten en veelbelovende talenten van technische bedrijven. Uiteindelijk koos de jury voor het plan Next gen digitale wijk van team Croonwolter&dros/Haagse Hogeschool/mboRijnland.
De Techathon is een jaarlijks terugkerend spektakel. Studenten en professionele talenten krijgen de opdracht om in één dag tijd een concreet plan te maken voor een bestaande uitdaging in de openbare ruimte. Dit jaar ging het om de herontwikkeling van de wijk Hoefkwartier. De teams gingen in de ochtend in alle vroegte aan het werk in Playground 33 in Amersfoort. De deelnemers moesten woekeren met de beschikbare ruimte, maar ook rekening houden met regels en randvoorwaarden op het gebied van klimaatadaptatie, circulariteit, energie, natuur en veiligheid.
Vijftig jaar vooruit
Voorzitter Doekle Terpstra van Techniek Nederland en burgemeester Lucas Bolsius van de gemeente Amersfoort gaven het startschot. Terpstra maakte duidelijk dat de Techathon geen spelletje is: ‘We verbinden de praktijk van technische bedrijven met de ideeën van studenten op het mbo en het hbo. Dat is een serieuze zaak. Samenwerking en communicatieve vaardigheden worden steeds belangrijker in de techniek. Tijdens de Techathon moet je van die vaardigheden volop gebruikmaken.’ De burgemeester keek reikhalzend uit naar de plannen. Bolsius: ‘Hoefkwartier wordt een heel nieuw, spannend stuk stad, duurzaam en dynamisch. Met de herontwikkeling van de wijk moeten we weer vijftig jaar vooruit kunnen. Er zijn veel knappe koppen voor nodig om dat zover te krijgen. Deze talenten hebben we daarbij heel hard nodig.’
Digital-twin
De jury was verrast door de kwaliteit van de gepresenteerde plannen. De teams slaagden erin om de problemen op een originele manier en vanuit verschillende perspectieven te benaderen. Toch waren de juryleden het erover eens dat het plan van team Croonwolter&dros/Haagse Hogeschool/mboRijnland eruit sprong. Met name over het idee van de Digital-twin, een digitale wijk waarin het echte Hoefkwartier kan worden gesimuleerd en geregeld, was de jury enthousiast.
5.000 euro voor de winnaars
Na het verlossende woord van de juryvoorzitter kon algemeen directeur Erik van Engelen van Techniek Nederland de captain van team Croonwolter&dros/Haagse Hogeschool/mboRijnland de beker overhandigen. Een mooie trofee, maar captain Noëlle Choong was uiteraard óók blij met de cheque van 5.000 euro die haar team in ontvangst mocht nemen. Het winnende team krijgt verder een aantal vaktechnische boeken, een energietransitiespel én een circulair bierpakket. Al in december krijgen de winnaars de gelegenheid om de inhoud van hun plan voor de herontwikkeling van Hoefkwartier voor te leggen aan de gemeenteraad van Amersfoort.
Organisatie
Techniek Nederland organiseerde de Techathon in samenwerking met de gemeente Amersfoort en de kennisorganisaties Wij Techniek, ISSO en TVVL. Techathon 2022 komt voort uit de toekomstverkenningen voor de techniekbranche: CONNECT2025, SCENARIO2040 en CONNECT2030.
- Branche
- oktober 21, 2022
- 0 views
100 jaar oude kazerne stapt over op gasloze stadsverwarming
Fort Isabella, met haar geschiedenis als verdedigingswerk van ’s-Hertogenbosch en als kazerne, gaat over op een volledig gasloos verwarmings- en koelsysteem. Op vrijdag 21 oktober wordt het systeem geactiveerd. Twee Vughtenaren realiseren op het 10 hectare grote terrein momenteel een nieuwe samenleving waar wonen, werken, educatie en recreatie worden samengebracht.
Samen met OVVIA en Van Hout Installateurs en adviseurs heeft de Isabella Groep enkele jaren geleden een 2-staps strategie bedacht om het gasloze verwarmings- en koelingssysteem te realiseren. Ten eerste zijn alle bestaande (deels monumentale, meer dan honderd jaar oude) gebouwen geïsoleerd naar energielabel A of hoger. Daarnaast is op het terrein een netwerk van warmte en koude leidingen aangelegd die alle gebouwen verbindt met de (elektrisch aangedreven) energiecentrale. Hierdoor werkt het terrein als een warmtebatterij; in de zomer wordt overtollige warmte van de gebouwen opgeslagen in de grond en in de winter wordt dit opnieuw gebruikt. In de tussenseizoenen kan overtollige energie op de ene plek direct worden hergebruikt op een andere locatie. Door het ontwerp van het systeem kan dit zeer efficiënt gebeuren. De benodigde elektriciteit voor het systeem en het terrein wordt grotendeels geleverd door meer dan 1800 PV-panelen.
Samenwerking
Het terrein gaat hiermee van meer dan 1.800.000 m3 gas verbruik per jaar in het verleden (2004) naar een volledig elektrisch systeem dat grotendeels gevoed wordt door eigen PV-panelen. Voor zover bekend is Fort Isabella het eerste gecombineerde renovatie- en nieuwbouwproject dat overgaat op een volledig gasvrij systeem.
“De keuze om hier extra in te investeren was voor ons de enige juiste. Om een dergelijke herontwikkeling en verduurzaming te kunnen realiseren heb je de hulp en samenwerking met andere partijen nodig”, aldus Olivier Koning. Samen met Tjeerd Saatrube is hij initiatiefnemer van het project en eigenaar van het terrein. “Gelukkig zagen de gemeente Vught en de provincie Noord-Brabant direct de toegevoegde waarde van het plan voor de nieuwe samenleving voor de locatie zelf en de omgeving”, vervolgt Saatrube. Vanuit de gemeente Vught kwam de goedkeuring om het terrein van het COA te kopen en de medewerking aan de benodigde wijziging van het bestemmingsplan. Voor de Erfgoedfabriek was Fort Isabella een van de belangrijke militaire erfgoederen in de provincie. De door hen verstrekte subsidie heeft haalbaarheidsonderzoeken naar de verduurzaming mogelijk gemaakt.