• mei 23, 2018
  • 117 views
“Vraag naar gas zal juist stijgen door elektrificatie van huizen en transport”

Overstappen op elektrisch verwarmde huizen en elektrisch aangedreven vervoermiddelen zal ons land minder afhankelijk te maken van fossiele energie zoals het Groningse aardgas. Dat zal leiden tot een sterke toename van de vraag naar elektriciteit. In die behoefte zal paradoxaal genoeg juist door gascentrales moeten worden voorzien. Dat concluderen hoogleraren Machiel Mulder en José Luis Moraga González van de Rijksuniversiteit Groningen in een onderzoek in opdracht van het Centre on Regulation in Europe.

Machiel Mulder en José Luis Moraga González: “Onze bevindingen vormen een nieuw geluid in het debat over de energietransitie”, stellen de auteurs. “Alle ambitieuze doelstellingen op het gebied van duurzame energie via zon en wind zullen bij lange na niet voldoende zijn om de groei in de elektriciteitsvraag bij te houden. Omdat Nederland in 2030 kolencentrales gaat sluiten, er geen kerncentrale bijkomt en onze buurlanden met hetzelfde probleem zitten, is het tevens onmogelijk om meer elektriciteit te importeren. De consequentie is dat we veel meer stroom met gascentrales zullen moeten opwekken.”

Afwijkend onderzoek
Mulder en Moraga González gebruikten een onderzoeksmethode die afwijkt van veel andere studies, omdat zij in beeld wilden brengen hoe de feitelijke ambities voor duurzame energie, elektrificatie en het gebruik van gas zich tot elkaar verhouden. “Wij hebben ons gebaseerd op de huidige situatie van het energiesysteem en de feitelijke overheidsambities op het gebied van elektrificatie (het gebruik van fossiele energie vervangen door elektriciteit) en energietransitie (het opwekken van fossiele energie vervangen door duurzame energie). Die ambities hebben we doorgerekend tot 2050. Veel andere studies vertrekken bij de doelstellingen voor emissiereductie en rekenen dan terug om te bepalen wat nodig is.”

Gasbehoefte blijft stijgen
De vraag naar gas zal nog tot 2030 toenemen, becijferen de onderzoekers. En zelfs in 2050 zal de totale Nederlandse gasconsumptie nog altijd ongeveer 30 miljard m3 zijn, waar die op dit moment circa 40 miljard m3 bedraagt. Doordat na 2030 geen gas meer wordt geproduceerd in Groningen en de overige kleine gasvelden tegen die tijd ook langzamerhand uitgeput raken, wordt ons land steeds afhankelijker van de import van gas.

Synthetisch gas maken niet efficiënt
Mulder: “Een veel gehoorde oplossing is dat Nederland zijn eigen gas moet gaan maken via elektrolyse. Daar heb je echter ook elektriciteit voor nodig. Als we elektriciteit gaan gebruiken om gas te maken, hebben we nog meer gascentrales nodig om elektriciteit te maken. Dat is uiteraard niet efficiënt.”

“Een alternatief? Warmtenetten”
Het verminderen van de energiebehoefte in woningen is een belangrijke optie om de vraag naar gas te beteugelen, stellen de onderzoekers. Mulder: “Daarnaast biedt het aanleggen van warmtenetten goede mogelijkheden. We hebben in ons onderzoek ook een scenario doorgerekend waarin we uitgaan van maximale inzet van warmtenetten die gebruik maken van restwarmte van bijvoorbeeld zware industrie en gascentrales. Dan komen we uit op een ongeveer 20% lagere gasvraag, bovendien tegen lagere kosten per ton CO2-reductie. Een andere optie is om nog veel meer duurzame energie op te wekken. De huidige doelstellingen zijn echter al behoorlijk ambitieus, dus dat is makkelijker gezegd dan gedaan.”

  • mei 7, 2018
  • 98 views
Onderzoek naar boren warmte dieper dan 4 kilometer

Witteveen+Bos gaat in opdracht van Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) onderzoek doen naar de risico’s van Ultra Diepe Geothermie en Enhanced Geothermal Systems in Nederland. Ultra Diepe Geothermie (UDG) heeft een potentie om in de duurzame warmtebehoefte van vooral de industrie te voorzien. UDG is het boren naar warmte dieper dan 4 kilometer. Op deze diepte bevindt zich in Nederland water van meer dan 120 graden, wat op het aardoppervlak omgezet kan worden in stoom. Enhanced Geothermal Systems (EGS) zijn speciale boor- en stimulatietechnieken die nodig zijn om op deze grote diepte heet water te kunnen winnen.

UDG wordt door het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) en Energie Beheer Nederland (EBN) gestimuleerd. In de zomer van 2017 is een ‘green deal’ gesloten tussen EZK, EBN, TNO en zeven consortia met verschillende marktpartijen. Deze consortia werken momenteel plannen uit om op niet al te lange termijn op diverse plekken in Nederland proefboringen te plaatsen voor het winnen van ultradiepe geothermie.

SodM is echter van mening dat de risico’s op het gebied van gezondheid, veiligheid en milieu nog niet voldoende zijn geïnventariseerd. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat op sommige plekken aardbevingen worden geïnduceerd tijdens het boren en winnen. Door de potentiële risico’s goed in kaart te brengen, zal SodM beter in staat zijn toezicht te houden door richtlijnen en wettelijke maatregelen voor te schrijven. Het is in ieders belang dat de toekomstige winning van ultradiepe geothermie zorgvuldig wordt gedaan, zodat de veiligheid voor omwonenden en omgeving blijft gewaarborgd.

Het project is opgesplitst in twee delen: (1) een inventarisatie van alle mogelijke risico’s en (2) het opzetten van een raamwerk met maatregelen om deze risico’s goed te kunnen beheersen. In het team zitten zeer ervaren deskundigen, en Witteveen+Bos streeft naar een sterk multidisciplinaire en wetenschappelijke aanpak. Het wetenschappelijk niveau is mede gewaarborgd door de inzet van de TU Delft en het inschakelen van externe wetenschappelijk toetsing. De onderzoeksresultaten zullen naar verwachting uiterlijk begin 2019 beschikbaar komen.

  • mei 4, 2018
  • 98 views
In twee maanden van het aardgas af? Onzin!

‘Als burger, vakexpert maar ook als installateur moeten we ons afvragen of we wel zo snel van het aardgasnet af willen gaan.’ Dat stelt ing. Ron Bosch Senior, docent ‘Installatie Technologie’ aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en eigenaar van Technisch Ingenieurs Adviesbureau Bosch te Rosmalen. ‘In twee maanden tijd nieuwbouw omschakelen op warmtepompen. Onzin! We laten ons gek maken.’ 

‘Kunt het zich nog herinneren? Medio 2002 was drs Pieter van Geel als minister verantwoordelijk voor het milieubeleid in Nederland. Met loftrompet stak hij overal bovenuit om EPA-adviezen te gaan koppelen aan o.a. woningen en overige bouwwerken. Vele nieuwe opleidingen tot Energie Prestatieadviseur of opnemer hebben we sinds die tijd voorbij zien komen. Adviseurs (inspecteurs) die bij de toenmalige nutsbedrijven vandaan kwamen, begonnen voor zichzelf als EPA-adviseur.

Energieabel via internet
Maar de meeste bedrijven met deze adviseurs bestaan inmiddels niet meer. Ook de stichting [SECN], die zich met 40 gerenommeerde landelijk opererende ingenieursbureaus bezighield in EPA-land, is geheel via turbo-liquidatie opgeheven. De markt zat er niet op te wachten. Er werd immers niet gehandhaafd. Duizenden woningen zijn gelabeld en dito gebouwen. Maar vele ministers later heeft een energielabel geen waarde meer. Tegenwoordig kan de bakker of slager op de hoek een energielabel aanvragen door deze simpelweg aan te vinken via internet.

Waanzin
Wat een ongelooflijke waanzin! Sinds 1995 moet alles via de ‘markt’. Maar uiteindelijk kwam er daarna niets tot stand. Een praktisch werkend systeem van laboratoria, ontwikkelende adviseurs die cursussen moesten volgen, daarna weer nieuw te volgen opleidingen en certificatieprocessen n.a.v. kwaliteitsborging, langlopende onderzoeksprojecten…allemaal weggegooid geld. En dit alles voor de heilige ‘markt’. Oh ja, er kwamen nog ‘labels voor gebouwen’; ronduit ambtelijke onzin om tenminste nog iets te ‘doen’. Label A werd opgevolgd door A++ en is nu weer label A.

Soortgelijke cyclus
En nu willen we in twee maanden tijd nieuwbouw omschakelen op warmtepompen, zonder ook maar naar het samenhangend geheel te kijken. Onzin. Projectontwikkelaars kijken alleen naar het laaghangende fruit: voor zo weinig mogelijk geld de hoogste EPC-punten scoren. Installatie-experts zullen geschoold moeten worden; dus storten we ons weer in een soortgelijke cyclus als in 2002, toen we dachten de wereld te verbeteren met EPA-adviezen.

Ga niet zo maar van het gas af
Mijn advies: ga niet zo maar van het gas af. Neem uw keuze bewust, kijk naar het gebouw, de omgeving, de infrastructuur én de behoefte. En laat u vooral niet gek maken door het mediacircus dat nu op gang is gebracht. Hanteer als basis altijd de TRIAS-energetica:
– beperk fossiele brandstoffen en gebruik ze zo efficiënt en schoon mogelijk;
– beperkt de energiebehoefte van ventileren, warmte- en koude-opwekking;
– gebruik duurzame energie.’

  • maart 16, 2018
  • 94 views
‘Gekleurde gevels’ als energiebron

Op de campus van de TU Eindhoven onderzoeken Nederlandse wetenschappers en ondernemers de potentie van decoratieve gevels die zijn uitgerust met dunne filmzonnecellen. “Het doel van de praktijkproef is de daadwerkelijke opbrengst van gekleurde PV-gevels te achterhalen”, stelt Henrico van den Boomen van EigenEnergie.net.

De EnergyWall, zoals de gevel wordt genoemd, is opgebouwd uit dunne filmzonnepanelen, al dan niet in verschillende kleuren en met verschillende structuren. Het gevelsysteem is een gepatenteerd systeem met verticale of horizontale aluminium draagprofielen. De zonnepanelen zijn daarnaast via een gecertificeerde tapeverbinding aan de gevel bevestigd en desgewenst kan een mechanische borging aangebracht worden. Doordat de zonnepanelen geïntegreerd worden in prefab gevelelementen kan de bekabeling weggewerkt worden in de bevestigingsmaterialen.

De complete gevel wordt nagenoeg koudebrugvrij bevestigd, heeft hierdoor een hoge isolatiewaarde en gaat zodoende warmteverlies tegen. Daarnaast wekt de gevel zonnestroom op. De energieopbrengst loopt uiteen van 75 kilowattuur per vierkante meter per jaar voor een op het zuiden georiënteerde PV-gevel met full-colour geprinte zonnepanelen tot 85 kilowattuur per vierkante meter per jaar bij volledig zwarte zonnepanelen.

De EnergyWall is een esthetisch gevelsysteem dat zichzelf terugverdient”, vertelt Van den Boomen. “De gebruikte dunne filmzonnepanelen kunnen in talloze kleuren en structuren worden geleverd. Bovendien kunnen ze van een eigen print of logo van de gebruiker voorzien worden.”

Twee routes
Volgens Van den Boomen zijn er technisch gezien twee routes om tot gekleurde PV-gevels te komen. “De eerste route is dunne film zonnecellen uitrusten met verschillende soorten gekleurd voorglas. Bij de tweede route wordt het voorglas voorzien van een gekleurde binnenzijde middels het beprinten of zeefdrukken van een afbeelding opgebouwd uit stippen (dots). Bovendien kan het voorglas in verschillende structuren aangebracht worden.”

Inmiddels zijn verschillende structuren en kleuren bij de testlocatie SolarBEAT op de Eindhovense universiteitscampus PV-gevels geïnstalleerd. Deze praktijktest wordt uitgevoerd binnen het PV OpMaat-project dat kadert in het samenwerkingsprogramma Interreg Vlaanderen – Nederland, met financiële ondersteuning vanuit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, de provincies Noord-Brabant, Vlaams Brabant, Vlaams en Nederlands Limburg, het Nederlands ministerie van Economische Zaken, en het ministerie van Noordrijn-Westfalen.

Testopstelling PV-gevel
De testopstelling in Eindhoven bestaat enerzijds uit een standaard dunne filmzonnepaneel en een standaard kristallijn siliciumzonnepaneel om de prestaties van deze twee soorten zonnepanelen in een gevelopstelling te kunnen vergelijken. Daarnaast zijn er als onderdeel van de PV-gevel dunne filmzonnepanelen met verschillende kleuren en structuren geplaatst. “In deze testopstelling moet de veronderstelling geverifieerd worden dat dunne filmzonnepanelen die voorzien zijn van een print beter presteren dan kristallijn siliciumzonnepanelen die voorzien zijn van een print”, stelt Van den Boomen. “De lange parallelcellen zorgen er bij dunne filmzonnepanelen die voorzien zijn van glas met print voor dat zij lineair minder presteren. Bij kristallijn siliciumzonnepanelen leidt diezelfde print ertoe dat van meerdere zonnecellen de opbrengst exponentieel naar beneden gaat. Deze aanname moet dit kalenderjaar in de praktijkproef bevestigd worden. Vooralsnog gaan wij er namelijk van uit dat een op het zuiden georiënteerde gevel jaarlijks 85 kilowattuur per vierkante meter zal opbrengen. Verder verwachten we dat de op de zonnepanelen aangebrachte structuur niet of nauwelijks opbrengstverlies geeft en dat het aanbrengen van kleur bij de zonnepanelen tot een acceptabel opbrengstverlies – te weten van 20 tot 30 procent – zal leiden.”

Van isolatie tot bouw
Naast de testopstelling op de universiteitscampus in Eindhoven is er binnen PV OpMaat ook een ‘on route’-demonstrator gebouwd. Met deze kleine Energywall wil het bedrijvencluster onder meer acte de présence geven op evenementen voor de bouwsector. “Met deze demonstrator laten we de hele (bouw)wereld zien wat de mogelijkheden zijn. We hebben recentelijk al op de Gevelbeurs gestaan en daar viel over belangstelling niet te klagen.”

Samen met het via PV OpMaat ontstane consortium wil Van den Boomen EnergyWall in de komende jaren als merknaam in de markt zetten. “Met dit concept willen we bewijzen dat elke gevel van zonne-energie voorzien kan worden, zonder dat men concessies hoeft te doen aan het gebouwontwerp van de architect. Een zonnegevel is straks in elke kleur, elke maatvoering en elke structuur te bouwen. Ons consortium levert daarbij een complete geveloplossing: van engineering tot isolatie en de uiteindelijke bouw van de gevel. Het is dus veel meer dan enkel een zonnepaneel.”

Vorm- en kleurvrijheid
“Voor architecten is dit een belangrijke mijlpaal op weg naar energieneutrale gebouwen”, vult Harold van de Ven aan, mede-eigenaar van het architectenbureau NBArchitecten. Het bedrijf ontwerpt woningen, bedrijfsgebouwen en gemeentelijke gebouwen. “Sinds begin 2016 is elk ontwerp dat wij uitvoeren nul-op-de-meter (NOM) of zelfs beter. Hiertoe isoleren, elektrificeren en solarficeren wij het volledige gebouw. Dat begint bij zeer goed isoleren; niet alleen het isolatiemateriaal, maar ook drielaagsglas. Bovendien zijn er bij de ramen en deuren zeer goede kierdichten en is er een balansventilatie met warmteterugwinning (WTW). Verder gebeurt de verwarming niet met gas, maar volledig elektrisch. Ten slotte wordt het volledige elektrische verbruik van de woning in het gebouw opgewekt middels zonnepanelen. Omdat niet ieder gebouw voldoende dakoppervlakte heeft voor zonnepanelen, zien we de gevel als een interessant alternatief.”

Harry Tromp, algemeen directeur van TGM onderschrijft de visie van Van de Ven. “In de gevelmarkt komt er meer en meer aandacht voor de gevel als mogelijke energiebron. In de nabije toekomst hoeft de functie van de gevel dus niet langer beperkt te blijven tot een lucht- en waterdichte schil. Er is tot op heden echter geen betaalbare mogelijkheid om zonnepanelen met enige vorm- en kleurvrijheid te integreren in gevels. We hopen dat de binnen PV OpMaat ontwikkelde technologie zal leiden tot zonnepanelen die in elke maat en elke kleur te verwerken zijn. Als aan de voorwaarden van kleur en maat wordt voldaan, is het straks mogelijk om tijdens de initiële montage van de gevel tegen zeer geringe meerkosten een gevel te plaatsen die esthetisch identiek is, maar daarnaast ook stroom opwekt.”

Van Nokia naar Apple
“De behoefte aan mooie en gave PV-producten die we als architecten kunnen toepassen op alle mogelijke gebouwvormen is gigantisch”, vervolgt Van de Ven. “PV-leveranciers concurreren momenteel vrijwel altijd op prijs. Dat is niet nodig en men moet hiermee stoppen. Mensen zijn best bereid om meer te betalen, mits het ontwerp goed is.”

En Van de Ven spreekt uit ervaring. De binnen PV OpMaat ontwikkelde PV-gevel heeft namelijk al zijn eerste toepassing gevonden. In opdracht van woonstichting ‘thuis is BAM Wonen naar ontwerp van NBArchitecten in Best drukdoende met de bouw van 48 sociale nul-op-de-meter (NOM)-huurappartementen die voorzien zijn van PV-gevels. “Je ziet dat dit PV-product dus zelfs bij een corporatiewoning toegepast kan worden. Zonnepanelen zijn niet langer verkrijgbaar in de varianten lelijk, lelijker en lelijkst, maar ook met een gaaf ontwerp verkrijgbaar. Vergelijk het maar met de mobiele telefoon. Eerst had je een Nokia waar je prima mee kon bellen en nu heb je een iPhone van Apple die de consument verleidt om een nieuwe telefoon te kopen. Datzelfde wordt nu dankzij de EnergyWall mogelijk met zonnepanelen.”

Foto: Bram Saeys

  • februari 23, 2018
  • 101 views
Elektrische auto als energieopslag voor een kantoorgebouw

Voor het eerst is een laadpaal voor een elektrisch auto gekoppeld aan een kantoorpand. Dat gebeurde bij energieleverancier Engie in Zaandam. Het betreft een laadpaal die een elektrisch auto ook kan ontladen. Bovendien kunnen zonnepanelen en externe opslag rechtstreeks op de lader worden aangesloten, waardoor efficiënter elektriciteit geleverd kan worden aan een gebouw.

Deze Vehicle-to-Building (V2B) technologie maakt het bereiken van energieneutraliteit mogelijk. De De laadpaal (Smart Grid Charger) is gekoppeld aan de energievoorziening van het gebouw en de zonnepanelen. Wanneer het pand meer zonne-energie opwekt dan dat het nodig heeft, wordt de overvloedige energie opgeslagen in de accu van de auto’s. Deze opgewekte energie kan dan gebruikt worden wanneer het pand een tekort heeft.

De auto-accu kan bovendien gebruikt worden als noodstroomvoorziening en voor ‘peak shaving’ op tijden dat het bedrijf te maken heeft met een piekbelasting. Door zonnepanelen en opslag direct aan te sluiten aan de Smart Grid Charger wordt het systeem nog efficiënter. Een MKB-bedrijf kan bijvoorbeeld met een aantal laders de verlichting, ventilatie en airco laten draaien op auto-accu’s. Eén lader kan zo’n 2000 reguliere led-lampen voeden.

Energie uit de batterijen van elektrische voertuigen gaat volgens Engie een steeds grotere rol spelen in de verduurzaming van bedrijven. Hierdoor ontstaan steeds intelligentere en meer efficiënte microgrids die kunnen samenwerken met de energiebeheersystemen van gebouwen (BEMS). Jacco van der Burg, General Manager Smart mobility & E-mobility bij Engie: “Uit deze demonstratie blijkt dat de technologie uitstekend werkt. Wij willen dit systeem nu graag aanbieden aan alle bedrijven die de volgende stap naar energieneutraliteit willen maken.”

  • februari 21, 2018
  • 89 views
Netwerkbedrijf ziet aandeel duurzame energie fors stijgen

Netwerkbedrijf Enexis ziet dat het aandeel duurzame energie blijft stijgen. In 2017 zijn ruim 53.000 klanten zelf elektriciteit gaan produceren. Ook Enexis zelf zich steeds meer op het versnellen van de energietransitie. De verduurzaming van de warmtevraag is hiervan een voorbeeld, schrijft het bedrijf in zijn jaarverslag. In bestaande wijken wordt het gasnetwerk niet uitgefaseerd als er op korte termijn geen andere warmteoplossing beschikbaar is. In plaats daarvan adviseert Enexis klanten, gemeenten en projectontwikkelaars om de slag te maken naar hybride warmtepompen om de warmtevraag te verduurzamen.

Enexis laat weten het nationaal klimaat- en energieakkoord te ondersteunen dat bijdraagt aan een CO2-arm energiesysteem en zoveel mogelijk te willen anticiperen op het terugdringen van (fossiel)aardgas. Peter Vermaat, CEO Enexis Groep: “In de energietransitie heeft elk gebied zijn eigen kansen en uitdagingen als het gaat om energie. Wij helpen provincies, gemeenten en woningbouwcorporaties om een mix te maken van alle energievormen die lokaal beschikbaar zijn, zoals warmte, biogas en elektriciteit. Samen maken we een (wijkgerichte) aanpak voor de toekomstige infrastructuur voor de komende tien jaar.”

  • februari 10, 2018
  • 87 views
Eindhoven gaat stapsgewijs op zoek naar alternatieven voor aardgas

Eindhoven neemt concrete stappen richting een aardgasvrije stad. Het college B&W van de lichtstad heeft het plan ‘Naar aardgasvrij verwarmen en koken’ goedgekeurd. In het plan is vastgelegd dat nieuwbouw niet meer wordt aangesloten op aardgas en bestaande woningen in stappen, verspreid over de komende 30 jaar, worden aangepakt om uiteindelijk afgekoppeld te worden van het aardgas. Eindhoven heeft ruim 100.000 woningen. Gemiddeld zal dus ieder jaar voor ruim 3.100 woningen op zoek moeten worden gegaan naar alternatieven voor aardgas.

Deze stapsgewijze aanpak die nu is goedgekeurd, wordt ondersteund met de volgende maatregelen:
-Beperken van de energievraag door nog meer in te zetten op isolatie van woningen. Dat wordt gestimuleerd door de energiebesparingslening. Met deze lening kan een woningeigenaar van een bestaande woning geld lenen tegen 2% rente.
-Het stimuleren van zoveel mogelijk lokale opwekking van duurzame energie door 040-energie. Een vereniging zonder winstoogmerk waarbij vrijwilligers hun straat-, buurt- en stadsgenoten helpen om energie te besparen en zelf lokaal duurzame energie op te wekken op een betaalbare manier.
-Het organiseren van een buurtenchallenge in vier buurten waarbij drie bedrijven en 040-energie worden uitgedaagd om elk in een buurt een methodiek toe te passen en zoveel mogelijk CO2 reductie bereiken. De challenge is een pilotproject voor opschaling naar heel Eindhoven.
-Een regionaal zonnepanelenproject voor alle woningeigenaren in het voorjaar 2018.
-Bewoners in de buurt van Welschap krijgen de mogelijkheid zonne-energie af te nemen bij het zonnepark.

Eindhoven daarnaast voor een buurtaanpak. In drie buurten worden de mogelijkheden verkend van alternatieven voor aardgas. Omdat ieder (woon)gebouw anders is, is er geen standaardoplossing. Door in gesprek te gaan met bewoners en gebruikers wordt eerst verkend wat eventuele oplossingen kunnen zijn. Zo krijgt iedereen de mogelijkheid om op tijd rekening te houden met de aardgasvrije toekomst.

Voor andere gebouwen dan woningen, bijvoorbeeld gemeentelijke gebouwen, maatschappelijk vastgoed en bedrijventerreinen geldt dat de aardgasvrije toekomst wordt gestimuleerd. Op dit moment worden daar nog concrete plannen voor ontwikkeld.

  • februari 6, 2018
  • 93 views
Grote bedrijven nog niet echt actief met optimaliseren energie en duurzaamheid

De meeste grote bedrijven voelen zich voorbereid op een gedecentraliseerde, schone en digitale toekomst maar nemen nog niet de stappen die daadwerkelijk nodig zijn om energie- en duurzaamheidsprogramma’s te optimaliseren en integreren. Dit komt omdat ze nog steeds vrij conventioneel tegen energiebeheer en klimaatmanagement aan kijken. Daarnaast werken afdelingen nog niet goed met elkaar samen en wordt data inefficiënt verzameld.

Dit blijkt uit onderzoek van Schneider Electric onder 236 organisaties van over de hele wereld. 85% van de bijna 240 grote bedrijven (met meer dan $100 miljoen aan omzet) zegt dat hun bedrijf de komende drie jaar actie onderneemt om CO2-uitstoot te verlagen en concurrerend te blijven in de markt. Toch blijkt dat lopende projecten meer gericht zijn op energie-, water- en afvalbesparing. Buiten het toepassen van hernieuwbare energiebronnen zijn er maar weinig organisaties die geavanceerde strategieën en technologieën toepassen om energie en emissies te beheren.

De belangrijkste bevindingen uit het onderzoek:
-81% van de respondenten zet zich in voor een betere energie-efficiëntie of is van plan om dit binnen de komende twee jaar te doen. 75% werkt aan het verminderen van waterverbruik en afval;
-51% maakt gebruik van hernieuwbare energie of is van plan dit te doen;
-Slechts 30% heeft oplossingen voor energieopslag, microgrids of warmtekrachtkoppeling toegepast of is van plan dit te doen;
-Slechts 23% heeft demand response-strategieën of is van plan om dit op korte termijn te doen.

“We zitten midden in een enorme verandering van de manier waarop energie wordt gebruikt en geproduceerd”, zegt Jean-Pascal Tricoire, voorzitter en CEO van Schneider Electric. “De bijna universele focus op conservering is positief. Maar een slimme consument zijn, is slechts een deel van wat nodig is om te overleven en groeien. Bedrijven moeten zich voorbereiden om een actieve rol te spelen op het gebied van energiebeheer, -productie en -efficiëntie. Hierbij moeten ze samenwerken met het grid, utilities, peers en andere nieuwkomers. Degenen die nu niet handelen zullen achterblijven.”

  • januari 25, 2018
  • 101 views
Coalitiepartijen willen per 2019 gasloze nieuwbouw

De coalitiepartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie dienen vanmiddag gezamenlijk een voorstel in om nieuwbouwhuizen niet langer standaard op gas aan te sluiten. De bedoeling is dat nieuw te bouwen huizen niet langer automatisch worden aangesloten op het gasnet, zoals dat nu nog bij wet is geregeld. De vier partijen willen dat de wet vanaf 2019 in werking treedt. Alleen onder strikte voorwaarden, waaronder financiële redenen, zou een gasaansluiting nog mogelijk blijven. GroenLinks Kamerlid Liesbeth van Tongeren dient later vandaag nog een eigen voorstel in om financiële redenen niet te laten meewegen om huizen alsnog op gas aan te sluiten.

  • januari 19, 2018
  • 100 views
Inkeerregeling voor aardgas bij nieuwbouwprojecten

Stedin komt met een inkeerregeling voor aardgas bij nieuwbouwprojecten. Daarnaast gaat het een ontbindende voorwaarde opnemen in contracten en green deals met gemeenten sluiten om zo min mogelijk nieuwe bouwprojecten met aardgas te beginnen. Stedin anticipeert hiermee op de aansluitplicht die naar alle verwachting uit de wet geschrapt gaat worden.

Stedins Chief Transition Officer David Peters: “We moeten nu al stoppen met het aanleggen van nieuwe gasinfrastructuur, als we in 2050 niet meer afhankelijk willen zijn van fossiele brandstoffen. Daar kunnen we beter vandaag mee beginnen dan morgen”. Stedin wil naar een samenleving toe die voor warmte niet afhankelijk is van aardgas. Daarom komt het bedrijf met drie maatregelen, die in lijn liggen met de op handen zijnde schrapping van de aansluitplicht op het aardgasnetwerk.

Inkeerregeling
Zo komt de netbeheerder met een inkeerregeling. Ontwikkelaars krijgen de mogelijkheid om al aangegane contracten open te breken waar aardgas is voorzien maar een elektriciteitsnet ook een mogelijkheid zou zijn. Peters: “Veel ontwikkelaars beseffen dat als ze nú nog huizen bouwen met aardgas, de waarde hiervan op langere termijn zal dalen. Voor die ontwikkelaars die tot inkeer komen, staan wij open en gaan we graag mee om de tafel zitten om te kijken welk alternatief voor aardgas we kunnen kiezen”.

Daarnaast wil het bedrijf, wanneer is ingestemd met de wetswijziging, ontbindende voorwaarden opnemen in de contracten die vanaf dan getekend worden. “De verwachting is dat de wet pas vanaf juli van kracht zal zijn. Maar met dat vooruitzicht willen wij al vanaf nu liever geen contracten meer aangaan met aardgas. Daarom gaan we een ontbindende voorwaarde toevoegen aan alle nieuwe contracten die het mogelijk maakt deze te ontbinden als ze in strijd zijn met de op handen zijnde wetswijziging of zodra gemeenten een wijk aanwijzen als aardgasloos”. Stedin hoopt hiermee per direct ontwikkelaars duidelijk te maken dat bouwplannen mét aardgas geen toekomst hebben.

Tenslotte gaat Stedin in samenwerking met andere gemeenten overeenkomsten sluiten (green deals) waarin het gezamenlijke voornemen wordt uitgesproken om reeds goedgekeurde projecten mét aardgasaansluitingen alsnog te bewegen aardgasloos te realiseren.