- artikel
- oktober 24, 2024
- 1 views
Update energietransitie
HYBRIDE WARMTEPOMP SLEUTELOPLOSSING NETCONGESTIE
Netcongestie treedt op wanneer het elektriciteitsnetwerk de vraag naar elektriciteit niet kan bijbenen. Er wordt dan meer stroom gevraagd dan het netwerk veilig kan leveren, waardoor er een beperking ontstaat in het transport van elektriciteit. Dit probleem wordt steeds urgenter naarmate meer mensen en bedrijven overstappen op elektrische oplossingen zoals warmtepompen en elektrische auto’s Deze vormen een zware belasting voor het netwerk, vooral tijdens piekuren. Het probleem wordt bovendien groter door de lokale productie van energie door bijvoorbeeld zonnepanelen. Hierdoor kan er een grote hoeveelheid elektriciteit in het net worden geïnjecteerd op momenten dat de vraag juist laag is. Netbeheerders staan voor de enorme uitdaging om de infrastructuur op tijd te upgraden om aan de groeiende vraag te voldoen, maar dat kost tijd en geld.
Soms wordt beweerd dat netcongestie serieuze belemmering is voor de voortgang van de energietransitie. Maar er is een oplossing: de hybride warmtepomp. Het is precies de reden dat vaak wordt geadviseerd om bij verduurzaming van je huis niet voor een volledig elektrische warmtepomp te kiezen, maar voor een hybride variant die deels op gas draait. Natuurlijk zijn er mensen die zich afvragen of het met hybride warmtepompen niet veel langer duurt voordat we ‘van het gas af’ zijn, en of de klimaatdoelen niet in het geding komen. Maar deze vrees is onterecht.
Flexibiliteit en slimme sturing als oplossing
Een hybride warmtepomp maakt vooral gebruik van elektriciteit. Alleen tijdens echt koude dagen helpt de gasgestookte cv-ketel mee om het huis te verwarmen. Omdat de hybride warmtepomp zowel met elektriciteit als aardgas werkt, biedt dit precies de flexibiliteit die nodig is om de overbelasting van het net te voorkomen. Immers een hybride warmtepomp schakelt tussen elektriciteit en gas, waarbij niet alleen wordt gekeken naar de temperatuur, maar ook naar de belasting van het net en de energieprijzen. Wanneer er sprake is van piekbelasting schakelt de warmtepomp automatisch over op gas, waardoor de druk op het elektriciteitsnet vermindert.
Dit noemen we flexibel energiegebruik waarbij de slimme technologieën in de hybride warmtepomp de werking afstemt op onder meer de beschikbaarheid van elektriciteit en de belasting van het netwerk. In plaats van op volle kracht te draaien tijdens piekuren, kan een hybride oplossing zo worden ingesteld om meer energie te gebruiken wanneer er een overschot aan hernieuwbare energie is, zoals op zonnige of winderige dagen. Door deze intelligente manier van sturing helpt een warmtepomp om de belasting van het netwerk te spreiden en pieken af te vlakken.
Hybride warmtepompen helpen dus bij het voorkomen van filevorming op het stroomnet. Prettige bijkomstigheid voor de huiseigenaren is dat ze gemiddeld twee tot drie keer goedkoper zijn dan de volledig elektrische varianten. De hybride warmtepomp werkt samen met de bestaande installatie. Extra aanpassingen (en dus kosten) aan de woning zijn overbodig.
Resultaten uit de praktijk
Vanuit de Vereniging voor Duurzame Warmte is er een grootschalige pilot geweest in samenwerking met de ministeries BZK, EZK, RVO en Techniek Nederland waarbij de afgelopen twee jaar zo’n 200 woningen werden voorzien van een hybride warmtepomp. Doel van dit project was om de toepasbaarheid, prestaties, besparingen en het comfort van de hybride warmtepomp goed in beeld te brengen. Hiertoe is de werking van 200 hybride warmtepompen in woningen minimaal één stookseizoen gevolgd. De belangrijkste uitkomst van deze pilot was dat vrijwel alle typen woningen geschikt waren om verwarmd te worden met een hybride warmtepomp, en dat er een gemiddelde gasbesparing van 75 procent werd gerealiseerd. Belangrijk voor het comfort blijkt dat het huidige afgiftesysteem voldoende capaciteit heeft (en niet is ‘weggewerkt’ achter bijvoorbeeld radiato-rombouwen en gordijnen) en goed wordt nagekeken en waar nodig ingeregeld. Niet onbelangrijk: de jaarlijkse besparing op de energierekening bedroeg hiermee gemiddeld duizend euro.
Natuurlijk vragen mensen zich wel af of we met die 25 procent aardgas die overblijft (voor de koude wintermaanden) wel van het gas af komen? De verwachting is dat de oplossing op termijn ligt in duurzame brandstoffen zoals groen gas en uiteindelijk misschien zelfs waterstof. Daarmee is ook de hybride warmtepomp een klimaatneutrale eindoplossing voor de warmtetransitie.
De rol van beleidsmakers en netbeheerders
De mate waarin warmtepompen bij kunnen dragen aan de oplossing van netcongestie hangt wel sterk af van beleidsmaatregelen en netwerkbeheer. Het blijft cruciaal dat er geïnvesteerd wordt in slimme netten, die vraag en aanbod van elektriciteit beter op elkaar afstemmen.
Bovendien moeten er stimuleringsmaatregelen komen voor de integratie van warmtepompen met andere duurzame technologieën, zoals zonnepanelen en thuisbatterijen. Daarbij is belangrijk dat er gezorgd wordt voor voldoende groen gas én behoud van de bestaande subsidie voor hybride warmtepompen. Deze subsidie heeft al duizenden woningeigenaren geholpen hun woning te verduurzamen en veel geld te besparen.
Conclusie
De hybride warmtepomp is dus een effectieve en gemakkelijk toe te passen oplossing voor het groeiende probleem van netcongestie. Door flexibiliteit te bieden in energiebronnen en de belasting van het elektriciteitsnet te verlichten, speelt de hybride warmtepomp een cruciale rol in het stabiliseren van het netwerk terwijl de energietransitie gewoon door kan gaan.
Het is nu aan beleidsmakers, netbeheerders en installateurs om de hybride warmtepomp te omarmen als onderdeel van een bredere strategie om de energietransitie op een betrouwbare en efficiënte manier te realiseren
Auteur: Jan Henk van der Wijk namens Vereniging voor Duurzame Warmte – ATAG Verwarming
Dit is een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ. De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.nl
Revelant nieuws
- artikel
- juni 23, 2023
- 0 views
De plannen zijn er
HOOFDROL INSTALLATIEBRANCHE BIJ ENERGIETRANSITIE
Klimaatverandering tegengaan staat al langer op de politieke agenda, maar nu liggen er nieuwe plannen. Het klimaatakkoord hadden we al, maar nu zijn ook de maatregelen gepresenteerd die moeten gaan zorgen voor een vermindering van broeikasgasemissies in Nederland met ten minste 55% in 2030 ten opzichte van 1990. Het kabinet hoopt met de plannen zelfs tot een vermindering van 60% te komen. In alle plannen is het helder: de technische installatiebranche heeft een hoofdrol. Zonder de vakmensen uit onze branche is het niet mogelijk. We nemen je in vogelvlucht mee in de plannen.
Verduurzaming
Het kernwoord in de plannen is -niet onlogisch- verduurzaming. Het gaat bijvoorbeeld om de verduurzaming van gebouwen. In 2030 moeten er miljoenen woningen en gebouwen zijn verbeterd, door onder meer duurzame verwarming en betere isolatie. Huizen met slechte energielabels horen daarmee tot het verleden. Zo mogen huizen met een energielabel van E, F of G-label niet meer verhuurd worden vanaf 2029. Het gaat daarnaast ook om de verduurzaming van de industrie. Denk hierbij aan het aanpassen van de CO2-heffing en het stimuleren van de ontwikkeling van nieuwe technologieën, zoals bio-based bouwen. Ook gaat de overheid scherpere eisen stellen aan plastics: vanaf 2027 moeten die voor minimaal 25 tot 30% bestaan uit hergebruikt- of biomateriaal. Dit moet helpen om de broeikasgasemissies van de industrie te verminderen. Verder moet ook het vervoer een impuls krijgen. Er worden verschillende maatregelen aangekondigd om elektrisch vervoer te bevorderen, zoals investeringen in laadinfrastructuur en het stimuleren van elektrisch rijden via fiscale maatregelen, en er wordt meer ingezet op biobrandstoffen. Alles is dus gericht op de versnelde transitie naar een duurzame economie om de klimaatdoelen van Nederland te halen. Voor de installatiebranche betekent dit werk aan de winkel.
Zonnepanelen
De ambitie is groot. Als het gaat om zonnepanelen wordt er bijvoorbeeld ingezet op 3 GigaWatt (GW) aan zonne-energie op zee in 2030. Deze panelen moeten tussen de toekomstige windmolens op zee komen te liggen. Verder wordt er 222 miljoen geïnvesteerd in zonnepanelen op daken van woningen en bedrijfspanden. Ook wordt er gewerkt aan een aantrekkelijker financieringsaanbod voor huishoudens in de huursector die zonnepanelen willen installeren.. Daarnaast is het van belang dat wordt ingezet op innovatie. Er wordt bijvoorbeeld geïnvesteerd in onderzoek naar nieuwe generaties zonnepanelen, zoals panelen die ook energie kunnen opwekken uit zonlicht dat niet rechtstreeks op de panelen valt.
Warmtepompen
En er is natuurlijk ambitie als het gaat om de groei van het aantal warmtepompen in de gebouwde omgeving van ongeveer 250.000 in 2023 naar 1,5 miljoen in 2030. Hoe? Via afspraken met de producenten van warmtepompen gaat de productie- en installatiecapaciteit omhoog, en er komt meer geld beschikbaar voor de aanschaf van warmtepompen, via de Investeringssubsidie Duurzame Energie en Energiebesparing (ISDE). Naast de beschikbare subsidies kunnen huishoudens via het Warmtefonds ook een lening krijgen. Het 0% rentetarief bij het Warmtefonds wordt verbreed naar inkomens tot € 60.000. Met andere woorden: er is geen financiële drempel meer voor de aanschaf van een warmtepomp.
Vanaf 2026 worden de eisen aan de efficiëntie van verwarmingsinstallaties verscherpt. De (hybride) warmtepomp wordt de norm voor het verwarmen van onze woningen, winkels, scholen en kantoren. Daarmee krijgen producenten ook meer duidelijkheid en kunnen zij investeren in bijvoorbeeld meer mogelijkheden om sneller warmtepompen te produceren. Ook wordt er, in samenwerking met de techniekbranche, ingezet op het sneller en meer opleiden van vakmensen.
Waterstof
Waterstof kan een belangrijke rol kan spelen als energieopslag, in de industrie en in de mobiliteitssector. Via verschillende investeringen zet het kabinet in op de ontwikkeling van waterstof. Dat doen ze bijvoorbeeld in Groningen, waar het grootste Europese Waterstofpark op zee moet komen. Verder wordt er € 50 miljoen vrijgemaakt voor de ontwikkeling van een waterstofnetwerk op zee en wordt er gewerkt aan de oprichting van een waterstofbank. Het gebruik van groene waterstof, geproduceerd uit duurzame bronnen zoals wind- en zonne-energie wordt gestimuleerd. Ook hier is dus voldoende ambitie.
Klimaatverandering tegengaan staat al langer op de politieke agenda, maar nu liggen er nieuwe plannen. Het klimaatakkoord hadden we al, maar nu zijn ook de maatregelen gepresenteerd die moeten gaan zorgen voor een vermindering van broeikasgasemissies in Nederland met ten minste 55% in 2030 ten opzichte van 1990. Het kabinet hoopt met de plannen zelfs tot een vermindering van 60% te komen. In alle plannen is het helder: de technische installatiebranche heeft een hoofdrol. Zonder de vakmensen uit onze branche is het niet mogelijk. We nemen je in vogelvlucht mee in de plannen.
Verduurzaming
Het kernwoord in de plannen is -niet onlogisch- verduurzaming. Het gaat bijvoorbeeld om de verduurzaming van gebouwen. In 2030 moeten er miljoenen woningen en gebouwen zijn verbeterd, door onder meer duurzame verwarming en betere isolatie. Huizen met slechte energielabels horen daarmee tot het verleden. Zo mogen huizen met een energielabel van E, F of G-label niet meer verhuurd worden vanaf 2029. Het gaat daarnaast ook om de verduurzaming van de industrie. Denk hierbij aan het aanpassen van de CO2-heffing en het stimuleren van de ontwikkeling van nieuwe technologieën, zoals bio-based bouwen. Ook gaat de overheid scherpere eisen stellen aan plastics: vanaf 2027 moeten die voor minimaal 25 tot 30% bestaan uit hergebruikt- of biomateriaal. Dit moet helpen om de broeikasgasemissies van de industrie te verminderen. Verder moet ook het vervoer een impuls krijgen. Er worden verschillende maatregelen aangekondigd om elektrisch vervoer te bevorderen, zoals investeringen in laadinfrastructuur en het stimuleren van elektrisch rijden via fiscale maatregelen, en er wordt meer ingezet op biobrandstoffen. Alles is dus gericht op de versnelde transitie naar een duurzame economie om de klimaatdoelen van Nederland te halen. Voor de installatiebranche betekent dit werk aan de winkel.
Zonnepanelen
De ambitie is groot. Als het gaat om zonnepanelen wordt er bijvoorbeeld ingezet op 3 GigaWatt (GW) aan zonne-energie op zee in 2030. Deze panelen moeten tussen de toekomstige windmolens op zee komen te liggen. Verder wordt er 222 miljoen geïnvesteerd in zonnepanelen op daken van woningen en bedrijfspanden. Ook wordt er gewerkt aan een aantrekkelijker financieringsaanbod voor huishoudens in de huursector die zonnepanelen willen installeren.. Daarnaast is het van belang dat wordt ingezet op innovatie. Er wordt bijvoorbeeld geïnvesteerd in onderzoek naar nieuwe generaties zonnepanelen, zoals panelen die ook energie kunnen opwekken uit zonlicht dat niet rechtstreeks op de panelen valt.
Warmtepompen
En er is natuurlijk ambitie als het gaat om de groei van het aantal warmtepompen in de gebouwde omgeving van ongeveer 250.000 in 2023 naar 1,5 miljoen in 2030. Hoe? Via afspraken met de producenten van warmtepompen gaat de productie- en installatiecapaciteit omhoog, en er komt meer geld beschikbaar voor de aanschaf van warmtepompen, via de Investeringssubsidie Duurzame Energie en Energiebesparing (ISDE). Naast de beschikbare subsidies kunnen huishoudens via het Warmtefonds ook een lening krijgen. Het 0% rentetarief bij het Warmtefonds wordt verbreed naar inkomens tot € 60.000. Met andere woorden: er is geen financiële drempel meer voor de aanschaf van een warmtepomp.
Vanaf 2026 worden de eisen aan de efficiëntie van verwarmingsinstallaties verscherpt. De (hybride) warmtepomp wordt de norm voor het verwarmen van onze woningen, winkels, scholen en kantoren. Daarmee krijgen producenten ook meer duidelijkheid en kunnen zij investeren in bijvoorbeeld meer mogelijkheden om sneller warmtepompen te produceren. Ook wordt er, in samenwerking met de techniekbranche, ingezet op het sneller en meer opleiden van vakmensen.
Waterstof
Waterstof kan een belangrijke rol kan spelen als energieopslag, in de industrie en in de mobiliteitssector. Via verschillende investeringen zet het kabinet in op de ontwikkeling van waterstof. Dat doen ze bijvoorbeeld in Groningen, waar het grootste Europese Waterstofpark op zee moet komen. Verder wordt er € 50 miljoen vrijgemaakt voor de ontwikkeling van een waterstofnetwerk op zee en wordt er gewerkt aan de oprichting van een waterstofbank. Het gebruik van groene waterstof, geproduceerd uit duurzame bronnen zoals wind- en zonne-energie wordt gestimuleerd. Ook hier is dus voldoende ambitie.
Aan zet
Maar er kan geen transitie komen zonder de installatietechniek. En dat ziet men in Den Haag ook. Bij het versnellen van de energietransitie in de gebouwde omgeving te versnellen ligt er een sleutelrol van de vakman en vakvrouw. En dat in een tijd dat er juist hier krapte is. Dat vraagt om actie. Weet de student wel wat de installatiebranche te bieden heeft? Hoe benutten we zij-instroom? En vooral: hoe nemen we onze vakmensen van nu mee in alle ontwikkelingen. Ook daar heeft Den Haag oog voor. Het is noodzakelijk dat er aandacht besteed wordt aan scholing en opleiding om de verduurzaming van de gebouwde omgeving te realiseren. Het is van belang dat nieuwe scholings- en trainingsprogramma’s voor vakmensen in de bouw- en installatiesector worden opgezet om hen te helpen de benodigde kennis en vaardigheden te verwerven om duurzame technologieën te installeren.
Meer dan plannen?
Wat betekenen die plannen op papier nu echt? Wordt dit ook werkelijkheid? Natuurlijk moet er politieke wil zijn om dit ook echt te gaan invoeren. Maar het begint ook bij de branche zelf. Zo is er bijvoorbeeld ingezet op het opleiden van zoveel mogelijk warmtepompmonteurs. In elke regio zijn er inmiddels opleidingslocaties en er is een mbo-deelcertificaat voor hybride warmtepompen. Daardoor kunnen we verwarmingsmonteurs overal bijscholen en kunnen zij-instromers sneller aan de slag. En dat is nog maar het begin! Opleiden en ontwikkelen is een onderdeel van de energietransitie, dat mag wel duidelijk zijn
Maar er kan geen transitie komen zonder de installatietechniek. En dat ziet men in Den Haag ook. Bij het versnellen van de energietransitie in de gebouwde omgeving te versnellen ligt er een sleutelrol van de vakman en vakvrouw. En dat in een tijd dat er juist hier krapte is. Dat vraagt om actie. Weet de student wel wat de installatiebranche te bieden heeft? Hoe benutten we zij-instroom? En vooral: hoe nemen we onze vakmensen van nu mee in alle ontwikkelingen. Ook daar heeft Den Haag oog voor. Het is noodzakelijk dat er aandacht besteed wordt aan scholing en opleiding om de verduurzaming van de gebouwde omgeving te realiseren. Het is van belang dat nieuwe scholings- en trainingsprogramma’s voor vakmensen in de bouw- en installatiesector worden opgezet om hen te helpen de benodigde kennis en vaardigheden te verwerven om duurzame technologieën te installeren.
Meer dan plannen?
Wat betekenen die plannen op papier nu echt? Wordt dit ook werkelijkheid? Natuurlijk moet er politieke wil zijn om dit ook echt te gaan invoeren. Maar het begint ook bij de branche zelf. Zo is er bijvoorbeeld ingezet op het opleiden van zoveel mogelijk warmtepompmonteurs. In elke regio zijn er inmiddels opleidingslocaties en er is een mbo-deelcertificaat voor hybride warmtepompen. Daardoor kunnen we verwarmingsmonteurs overal bijscholen en kunnen zij-instromers sneller aan de slag. En dat is nog maar het begin! Opleiden en ontwikkelen is een onderdeel van de energietransitie, dat mag wel duidelijk zijn
Dit is een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ. De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.nl
- Branche
- mei 1, 2023
- 0 views
Alleen méér technische vakmensen maken energietransitie mogelijk
“De technieksector ondersteunt de stevige duurzame ambities van het kabinet”, zegt Doekle Terpstra voorzitter van Techniek Nederland. “Wij zijn onmisbaar bij het behalen van de klimaatdoelen voor 2030. Dat geldt voor het verduurzamen van de gebouwde omgeving, het uitbreiden van het aantal laadpalen én het vergroenen van de industrie. Daarvoor heeft onze sector wél tienduizenden vakmensen nodig. Daarom hebben we samen met het kabinet het Aanvalsplan Techniek opgesteld. We gaan jongeren en zij-instromers massaal opleiden, om- en bijscholen voor een carrière in de techniek. Alleen met méér technische vakmensen maken we de energietransitie mogelijk.”
Techniek Nederland vindt het verstandig dat het kabinet slecht geïsoleerde woningen met voorrang aanpakt. Terpstra: “Dat levert de grootste winst op voor het klimaat én voor burgers met een krappe portemonnee.” Ook het plan om méér zonnepanelen op huurwoningen te plaatsen valt goed bij de branchekoepel. “Duurzaam opgewekte energie heeft de toekomst, maar dat vraagt wel om extra investeringen in de innovatie van batterijopslag. We moeten elektriciteit langere tijd kunnen opslaan. Ook een groter, zwaarder en slimmer elektriciteitsnetwerk is hard nodig.”
Harde keuzes
Voor een duurzame industrie is grootschalige beschikbaarheid van groene waterstof nodig, aldus Terpstra: “Goed dat het kabinet daarop inzet. Er is veel installatiecapaciteit nodig: bijvoorbeeld voor grote zon- en windparken en voor de uitbreiding van de oplaadinfrastructuur voor elektrisch rijden. Dat betekent ook: harde keuzes maken. Want zonder voldoende technici gaat het niet lukken.’
- Bedrijf
- oktober 8, 2021
- 1 views
NTA 8800 en haar rol binnen de energietransitie
Op 13 oktober organiseert de Federatie van energieconsultants (FedEC) een lezingenprogramma op de Nationale dag van de Energieadviseur. Het programma maakt deel uit van de Vakbeurs Energie, die onder de vlag van de Nationale Energie Week van 12 tot en met 14 oktober plaatsvindt in de Brabanthallen in Den Bosch. Deze beurs focust zich op alle facetten van het gebruik van energie in de gebouwde omgeving.
De sprekers zullen zich in de verschillende programmaonderdelen zowel op de gebouwde omgeving als ook op de industrie richten. Dit betekent dat de NTA 8800 aan de orde komt, maar ook de wijze waarop energieadviseurs industriële klanten kunnen helpen in de energietransitie.
Gebouwde omgeving
In de ochtend is er op het hoofdpodium van de beurs een paneldiscussie over de NTA 8800 en haar rol binnen de energietransitie. Gespreksleider Harmen Weijers bespreekt aan de hand van stellingen en vragen uit het publiek met de panelleden het effect van de NTA 8800 en hoe de markt daarop reageert. Tijdens deze discussie, van 11.30 tot 12.30 uur, komen de belangrijkste veranderingen van de NTA 8800 aan bod. Maar het gaat ook over de veranderingen die nog aanstaande zijn. Aan de discussie werken panelleden mee van onder meer FedEC, ISSO en Kego.
De NTA 8800 stand van zaken en evaluatie
In de middag, om 14.00 uur, start in de Boschzaal een congres met als titel ‘NTA 8800: stand van zaken en evaluatie!’. Onder leiding van dagvoorzitter Isabelle Sternheim bespreken verschillende deskundigen wat er goed gaat, welke verbeterpunten er nog zijn en hoe de stand van zaken is omtrent de examens en opleidingen. Verder is er ruimte voor vragen uit het publiek en discussies over de NTA 8800. Meer informatie over het volledige programma en alle sprekers is te vinden op de website van FedEC
- artikel
- oktober 8, 2021
- 0 views
Tastbare energietransitie
De energietransitie stelt het vakgebied voor interessante uitdagingen, zowel technisch als operationeel. Aalberts hydronic flow control participeert in DreamHûs op The Green Village. Hoe presteren haar innovaties in een bestaande woonomgeving?
“Mijn grootvader heeft de meeste ondergrondse aardgasleidingen in Nederland gelegd en nu help ik ons land van het aardgas af”, zegt Jan Cnossen met een knipoog. Energietransitie zit de innovation manager van Aalberts hydronic flow control in het bloed. Hij bedenkt graag baanbrekende concepten en is nauw betrokken bij het testen van diverse technologieën in The Green Village. Technologieën die Nederlandse woningen aardgasloos helpen maken maar het hoofdgasleidingennet in tact laten.
Lidewij van Trigt, projectmanager van The Green Village, is ‘heel blij’ met de deelname van Aalberts hydronic flow control. “Voor het energiesysteem van de toekomst is een mix van oplossingen nodig. Die kun je wel verzinnen, maar moet je ook testen.” Aalberts hydronic flow control is in dat opzicht een veelzijdig partner. “Het is een innovatief bedrijf met veel interessante dingen om te testen. Wij vormen een erg mooie match.”
The Green Village en DreamHûs
The Green Village is een fieldlab voor duurzame innovatie op Technische Universiteit Delft Campus. Hier onderzoeken en testen kennis- en onderwijsinstellingen, bedrijven, overheden, netwerkbeheerders en andere belangstellenden duurzame innovaties voor de gebouwde omgeving op wijk-, straat- en gebouwniveau. De proeftuin omvat diverse bewoonde woningen om technologieën te testen. Eén daarvan is DreamHûs, een experimenteel woonblok van drie replica woningen uit de jaren zeventig, gerealiseerd door WoonFriesland, Bouwgroep Dijkstra Draisma, The Green Village en de Bewonersraad Friesland. The Green Village bracht Aalberts hydronic flow control met hen in contact met als resultaat dat zij in de middelste woning de toepassing van thermische energieopslag en waterstof kan testen. Van Trigt bewondert die deelname van Aalberts hydronic flow control: “Ze maken het zichzelf best moeilijk door in een bewoond huis te testen en daar systemen te integreren. Maar dat is ook leerzaam.”
Warm(tap)water
Vorig jaar introduceerde Flamco een duurzame boiler die geen water maar anorganisch zout als opslagmedium gebruikt: de FlexTherm Eco. Dit ultracompact, thermisch laadstation zet elektriciteit efficiënt om in warmte en slaat die op voor warm water. De thermische batterij wordt al op meerdere locaties in Nederland toegepast voor warm tapwatervoorziening. Aalberts hydronic flow control voorziet echter meer mogelijkheden voor de toepassing van anorganisch zout als fase-overgangsmateriaal (PCM). Daarom staan er drie in serie geschakelde FlexTherm Eco’s met elk twee warmtewisselaars in de middelste DreamHûs-woning. Twee zorgen er voor warm tapwater en alle drie voor verwarming. De resultaten in de matig geïsoleerde woning (energieklasse B) zijn goed, vertelt director innovation Ben Mureau van Aalberts hydronic flow control: “Het lukt om de woning met weinig voorzieningen op een comfortabele manier van voldoende tapwater te voorzien én te verwarmen.”
Grid ontlasten
De volgende uitdaging is om de thermische accu’s voor verwarming in te zetten zonder het elektriciteitsnet extra te belasten. Dat grid wordt al genoeg belast en er zullen meer fluctuaties ontstaan als er meer groene energie wordt gebruikt. “Met PCM kun je daarop anticiperen door bij een piekvraag de PCM-batterijen aan te zetten en bij een tekort uit te zetten. Beide geven een boost aan het elektriciteitsnet en op deze manier kunnen elektriciteitsbedrijven sturen op het grid en de elektriciteitsvoorziening stabiliseren”, voorziet Cnossen. “En onze FlexTherm Eco’s zijn zo rendabel en onderhoudsarm dat dit goedkoper is dan bijvoorbeeld met elektrische batterijen.” Komende zomer worden de resultaten van de vervolgtesten verwacht. Volgens Mureau zullen vooral corporaties en netbeheerders interesse hebben in de bevindingen.
Nieuwe inzichten
The Green Village is meer dan een technisch fieldlab, benadrukt Van Trigt. Voor het installeren van de PCM-batterijen moesten allerlei vragen beantwoord worden: kan de batterij via de vlizotrap naar boven, moet de bouwconstructie versterkt worden, moeten de bewoners erbij kunnen, enzovoorts. Dat leverde wat aanloopproblemen op, maar vooral waardevolle inzichten: “Die kunnen leiden tot productverbetering en economische afwegingen, zoals de kosten van implementatie. Op basis van die twee kun je vervolgens bepalen welk product voor welke woning geschikt is.”
Juist hier onderscheidt The Green Village zich van elke willekeurige testlocatie. “Wij gaan ook in op een onderwerp als de business case. PCM bijvoorbeeld kan het net ontlasten, maar daarvan profiteert alleen de netbeheerder, niet de corporatie of particuliere woningeigenaar. Daar kun je afspraken over maken. Wij kijken ook of er partijen in het netwerk zitten om met elkaar in contact te brengen om dit soort zaken inzichtelijk te maken.” Mureau onderschrijft dat: “Wij zoeken naar mogelijkheden om corporaties hiervan te laten profiteren door betere prijsafspraken met de netbeheerders te maken of hen aan de investeringskosten te laten bijdragen. Als beide partijen profiteren, kunnen we sneller van het gas af.”
Waterstof
Die netwerkfunctie bewijst zich ook bij het waterstofproject van Aalberts hydronic flow control. Om de middenwoning geschikt te maken voor waterstoftechnologie werken twee The Green Village-participanten, gAvilar en Aalberts hydronic flow control, samen. “Het is een meerwaarde van The Green Village dat zij ons hebben samengebracht; wij sluiten perfect op elkaar aan”, aldus Mureau. gAvilar levert de drukregeling en waterstofmeter terwijl bedrijfsonderdelen van Aalberts hydronic flow control alle waterstofgeschikte leidingen, koppelingen en gasvoerende beugels vanaf het hoofdnet naar de meterkast en de waterstofverwarmingsketel leveren. Cnossen: “In de woning komen drie parallelle leidingen die waterstofgeschikt zijn en waarvan wij er telkens één testen.” De woning wordt aangesloten op het lokale waterstofnet dat Alliander, Enexis Groep en Stedin al op het terrein hebben aangelegd.
Spannend en leerzaam
Cnossen is erg blij met het regelluwe fieldlab, waar het mogelijk is om de toepassing van waterstoftechnologie gecontroleerd te onderzoeken en te testen: “Het is vergunningstechnisch nergens mogelijk om waterstoftechnologie in een bewoonde omgeving te testen, behalve hier. Bovendien is dit beter dan een simulatie.” Dat er nu vertraging is ontstaan in de vergunningsverlening betreuren Cnossen en Mureau ondertussen wel, al beseffen ze dat onbekend hier nog onbemind maakt.
Van Trigt relativeert de vertraging ook: “Dat hoort bij het innovatieproces. Je moet nu eenmaal voor dingen een vergunning krijgen om aantoonbaar veilig te werken en dat kost tijd. Je kunt alles technisch regelen, maar het moet ook maatschappelijk geaccepteerd worden. Je wilt weten waaraan je moet toetsen en welke regels er worden gesteld. Dat is juist spannend en ongelooflijk leerzaam.”
Warmtenetten
Dit voorjaar beslist de stuurgroep van DreamHûs over het aansluiten van een van de woningen op een lage temperatuur open warmtenet. Cnossen voorziet hier nieuwe testmogelijkheden. “Met de warmteafleversets van Flamco kunnen we woningen verwarmen. Maar omdat we daarvoor het liefst restwarmte benutten, moeten we onze interface-units afstemmen op lagere temperaturen. Dat betekent dat we deze units, net als bij de FlexTherm Eco, moeten modificeren. Wie wil innoveren om de energietransitie te faciliteren, moet zichzelf continu uitdagen en opnieuw uitvinden
- Partnernieuws
- april 12, 2019
- 0 views
Klaarstomen voor de energietransitie
Het Wasco Energie Centrum is al vanaf 2000 dé plek waar je als installateur op de hoogte blijft van de modernste duurzame energiesystemen en energiebesparende technologieën.
Hier worden themadagen, workshops en trainingen georganiseerd. Veel klanten hebben ons Wasco Energie Centrum bezocht en de teller blijft oplopen.
Onlangs ontvingen wij onze 50.000ste bezoeker in het Wasco Energie Centrum. Sinds dit jaar is het Wasco Energie Centrum ook de opleidingslocatie voor het WasCollege, dus Wasco is nu ook geaccrediteerd opleider.
Wij stomen je zo klaar voor de energietransitie.
Kijk voor meer informatie op: www.wasco.nl/wascollege