Praktische handvatten voor all-electric woning

De verduurzaming van woningen via elektrificatie neemt een vlucht. Daarmee wordt de rol van de elektrotechnisch installateur steeds belangrijker. Het nieuwe ISSO-Rapport Duurzaam elektrificeren woningen biedt concrete handvatten voor installateurs. Zij kunnen huiseigenaren begeleiden bij het maken van slimme keuzes op weg naar een volledig elektrische woning.

Door actuele ontwikkelingen zoals de afbouw van de salderingsregeling, de toename van warmtepompen, laadpalen en thuisbatterijen, verandert de elektrische installatie van een woning ingrijpend. Deze veranderingen vragen om grondige voorbereidingen en een goed advies. Installateurs spelen hierbij een sleutelrol. Dit rapport ondersteunt hen daarbij met technische kennis, praktische tips en overzichtelijke stappenplannen.

Thematische opbouw
Het rapport is thematisch opgebouwd, waardoor het niet noodzakelijk is om het volledig door te lezen. Installateurs kunnen navigeren naar de voor hen relevante onderwerpen zoals het verzwaren van de meterkast, het slim aansturen van apparaten, of het preventief aanleggen van loze leidingen voor toekomstige uitbreidingen. Daarnaast bevat het rapport suggesties voor overleg met huiseigenaren of hoofdaannemers. Zo behandelt het rapport niet alleen de techniek maar versterkt het ook de samenwerking tussen betrokken partijen. Door goed overleg kunnen installateurs en andere professionals samen woningen realiseren die flexibel en klaar zijn voor de toekomst.

Praktische hulpmiddelen
In het rapport komt bepaalde informatie bewust op meerdere plekken voor. Omdat installaties vaak met elkaar samenhangen, helpt deze herhaling om elk hoofdstuk begrijpelijk en compleet te maken. Via de inhoudsopgave of zoekfunctie is snel te vinden wat de vakman nodig heeft. Daarnaast zijn er bijlagen beschikbaar die een praktische hulp vormen in het dagelijks werk. Denk aan een vragenlijst om wensen van de klant te inventariseren en een stappenplan om het elektrificeren van een woning gestructureerd aan te pakken.

Spil in de energietransitie
Het rapport benadrukt dat installateurs niet alleen verantwoordelijk zijn voor de technische uitvoering, maar ook voor het begeleiden van de klant in het maken van toekomstgerichte keuzes. Door vakmensen inzicht te bieden in de samenhang tussen verschillende verduurzamingsmaatregelen, kunnen installerende en adviserende partijen, hun klanten beter adviseren. Zo helpen zij hun klanten om kosten te besparen én de woning klaar te maken voor een duurzame toekomst. Op deze wijze is dit rapport een onmisbaar hulpmiddel voor installateurs die hun rol in de energietransitie serieus nemen. Met de juiste kennis en voorbereiding maken zij het verschil – woning voor woning.

Het ISSO-Rapport Duurzaam elektrificeren woningen is opgesteld in opdracht van RVO.nl op verzoek van TKI Urban Energy. Het rapport is beschikbaar via BouwZo.nl.

Kennis over ontwerpen gasinstallaties geactualiseerd

ISSO-publicatie 117 ‘Ontwerpen van gasinstallaties’ bevat kennis voor het ontwerpen en dimensioneren van gasverbrandingsinstallaties met een maximale belasting van 130 kW. Deze uitgave vervangt het ISSO-Kleintje Gas – Ontwerp uit 2019 en is volledig geactualiseerd volgens de nieuwste wettelijke eisen.

De publicatie sluit aan op het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl), waarin eisen zijn opgenomen voor onder andere opstelplaatsen, ventilatie en rookgasafvoer. Ook zijn de aangewezen normen uit de Regeling Bbl verwerkt, inclusief de meest recente versies. Daarmee biedt ISSO-publicatie 117 een basis voor ontwerpen die voldoen aan de huidige wetgeving.

Stap-voor-stap van programma tot ontwerp
De publicatie begeleidt professionals door het volledige ontwerpproces:
•          In de programmafase worden eisen, wensen en randvoorwaarden geïnventariseerd.
•          In de ontwerpfase komen alle relevante keuzes en technische aspecten aan bod.
•          De uitwerkingsfase biedt praktische handvatten voor het berekenen van leidingdiameters en het bestekklaar maken van het ontwerp.

Praktijkvoorbeelden en rekenhulpen
De publicatie bevat ook rekenvoorbeelden voor het bepalen van uitmondingen van rookgasafvoeren. Dit maakt ISSO-publicatie 117 naast een naslagwerk, ook een praktisch hulpmiddel in de ontwerppraktijk.

De ISSO-publicatie 117 is nu beschikbaar via BouwZo.nl.

 

Strategieën voor ‘Ontwerpen voor Zomercomfort’

Nu de zomers steeds warmer worden, is het essentieel om daarmee al in het ontwerp van gebouwen rekening te houden. Het ISSO-rapport 110820 Integraal Ontwerpen voor Zomercomfort biedt de bouwwereld een integrale aanpak om oververhitting in gebouwen tegen te gaan. Het rapport benadrukt het belang van inzicht in de warmtebalans van mens, gebouw en omgeving en een integrale aanpak. Op basis van vier hoofdstrategieën vormgegeven als de ‘Lagen van Koeling’ biedt deze kennisbundel de manieren waarop we een ontwerp kunnen inrichten.

Oververhitting heeft niet alleen een negatieve invloed op het comfort, maar kan serieuze gezondheidsproblemen veroorzaken; hittestress, slaapstoornissen en gezondheidsproblemen zoals verhoogde agressie en vermoeidheid komen vaker voor tijdens warme periodes. Kwetsbare groepen, waaronder ouderen en chronisch zieken, lopen hierbij het grootste risico.

Integrale aanpak
Om oververhitting in gebouwen tegen te gaan – een steeds urgenter probleem als gevolg van klimaatverandering – is een integrale aanpak essentieel. Het Rapport 110820 benadrukt daarom de noodzaak van een effectieve en duurzame benadering. Dit doet het rapport met het introduceren van vier hoofdstrategieën die de ‘Lagen van Koeling’ als kernconcept hanteren. Deze vier zijn: het creëren van een koele omgeving, het weren van warmte, passieve koeling en, als laatste, energiezuinige actieve koelsystemen. Deze verschillende lagen bevorderen een comfortabel en duurzaam binnenklimaat. Daarbij ligt de focus op passieve maatregelen, zoals schaduw door vegetatie, zonwering, thermische isolatie maar ook innovatieve technieken zoals Phase Change Materials (PCM) en microklimatisering.

Degelijke onderbouwing
De voorgestelde maatregelen en hun combinaties worden onderbouwd door simulaties en praktijkonderzoek. Oplossingen zoals koeling via ventilatie, buitenzonwering en isolatie bewijzen hun waarde. Maar het rapport wijst ook de (toekomstige) beperkingen van sommige maatregelen aan, zoals zomernachtventilatie. Deze kan minder effectief worden door de stijgende nachttemperaturen als gevolg van klimaatverandering.

Beperkte invloed regelgeving
Hoewel het rapport zich voornamelijk richt op ontwerprichtlijnen, behandelt het ook regelgeving. Op dit moment biedt de TOjuli-eis de enige wettelijke bescherming tegen oververhitting. Deze eis geldt op dit moment alleen voor nieuwbouwwoningen en biedt slechts een basisaanpak. Het rapport pleit voor een uitbreiding en aanscherping van regelgeving om gebouwen hittebestendig te maken. Daarbij gaat de keuze naar een brede aanpak die bouwtechnische, installatietechnische en gedragsmatige aspecten omvat. Dit biedt een solide kader voor ontwerpers, gemeenten, woningcorporaties en gebruikers. Zo geeft het rapport concrete handvatten om oververhitting in de gebouwde omgeving effectief en duurzaam aan te pakken.

Rol van bewoners
Niet op de laatste plaats speelt ook het gedrag en handelingsperspectief van bewoners een essentiële rol bij het ontstaan van oververhitting. Als we ramen niet kunnen openen vanwege zorgen voor onze veiligheid dan vermindert dit de effectiviteit van passieve koeling. Ontwerpers moeten daarom rekening houden met gebruiksgemak, veiligheid en flexibiliteit.
Uiteindelijk is het belangrijk, zo stelt het rapport, dat we inzicht hebben in de warmtebalans van mens, gebouw en omgeving. Zoninstraling, ventilatie en isolatie beïnvloeden hoe warmte wordt opgenomen, verspreid en afgevoerd. Deze inzichten spelen een cruciale rol in het ontwerpen van gebouwen die bestand zijn tegen oververhitting.

 

Dit ISSO-rapport is verkrijgbaar op BouwZo. Heb je nog geen licentie? Vraag dan een proeflicentie aan via klantenservice@bouwzo.nl en ontvang 2 dagen gratis toegang.

 

  • Bedrijf
  • oktober 17, 2024
  • 104 views
‘Starten met BIM’ beschikbaar op BouwZo

Werken met BIM, oftewel bouwinformatiemanagement, is voor veel partijen in de bouw en installatiebranche dagelijkse kost. Toch zijn er nog vele vakgenoten die hiermee willen kennismaken. Voor deze ‘beginners’ en voor studenten heeft ISSO de publicatie 109 ‘Starten met BIM’ volledig geactualiseerd. In 2017 verscheen de eerst uitgave, en na een eerdere update in 2020 waren er nu zoveel voortschrijdende inzichten dat de publicatie toe was aan een volledige herziene versie.

BIM is inmiddels een belangrijk hulpmiddel in de bouwwereld om de kwaliteit en efficiëntie van het bouwproces te verhogen. En niet alleen het eindproduct, maar ook je eigen organisatie en de samenwerking in de bouwketen krijgen met BIM belangrijke positieve impulsen. Niet vreemd dat steeds meer organisaties zoveel mogelijk via de principes van BIM werken. Voor steeds meer opdrachtgevers is het bovendien een vereiste, om een plek te krijgen in het bouwteam. BIM is daardoor ook een ‘must have’ voor niet alleen aannemers of installateurs, maar ook voor opdrachtgevers, architecten, technisch beheerders en andere specialisten in de bouwkolom.

Veel verschillende invalshoeken

De ISSO-publicatie 109 ‘Starten met BIM’ is een handreiking en procesleerlijn voor iedereen die meer wil weten over digitaal bouwen en specifiek over de rol van BIM. De publicatie behandelt zowel technische, organisatorische als veranderkundige aspecten. Starten met BIM staat niet op zichzelf, maar is een strategische keuze van de organisatie die met digitalisering voor bouw, beheer en onderhoud werkt. Zo behandelt de publicatie verschillende invalshoeken die zodanig zijn geschreven dat je elk hoofdstuk ook los kunt lezen. Invalshoeken die in de hoofdstukken aan bod komen, zijn:
•          Het waarom en wat van BIM
•          Toepassingen in relatie tot het proces in bouw, beheer en onderhoud
•          BIM-implementatie en BIM-stappenplan
•          BIM-softwaretoepassingen
•          BIM in relatie tot contracteren
•          Management en veranderkundige aspecten.

Systematische aanpak
Wie eenmaal met BIM start, merkt dat dit verder gaat dan de eigen organisatie. Het is een systematische aanpak van de digitale ketensamenwerking tussen partners in de bouw- of onderhoudsketen. Deze digitale manier van samenwerking vraagt om samengestelde modellen op basis waarvan de betrokken ketenpartners met elkaar afspraken maken over het informatiemanagement in alle fasen van de levenscyclus van een gebouw.

Voor verschillende doelgroepen
Deze ISSO-publicatie richt zich daarom ook op een zeer brede doelgroep. In de eerste plaats is de kennis zeer nuttig voor medewerkers bij aannemers, installateurs en bouwleveranciers. En dan vooral de medewerkers die actief zijn op gebied van digitaal bouwen en beheer en onderhoud. Een andere doelgroep zijn opdrachtgevers die gebruik willen maken van BIM in de hele keten van ontwikkeling tot en met beheer en onderhoud, maar daarmee ook hun adviseurs en vastgoedbeheerders. Tot slot vormen ook externe BIM-adviseurs of BIM-managers een belangrijke doelgroep; mensen die als Digi-coach de verandering in hun eigen organisatie of in de samenwerkingsketen begeleiden en daarbij BIM implementeren.

De publicatie is beschikbaar op BouwZo en te raadplegen met een licentie.

Schrijf je in op onze nieuwsbrief

Relevant nieuws

Fout: view c479859xbq bestaat mogelijk niet

  • Branche
  • september 26, 2024
  • 102 views
Nieuwe kennis voor warmteverlies berekeningen in de utiliteit

Er is een nieuwe ISSO-publicatie verschenen met daarin de meest actuele kennis voor warmteverliesberekeningen. Deze ISSO-publicatie 53 is bedoeld voor installatie-ontwerpers en adviseurs die het vermogen van de warmteopwekker als ook per ruimte in utiliteitsgebouwen moeten bepalen. De kennis is noodzakelijk bij zowel nieuwbouw als renovatie of vervanging van de verwarmingsinstallatie.

De ISSO-publicatie bevat een vernieuwde berekeningsmethode voor het bepalen van het per vertrek te installeren verwarmingsvermogen. Ook behandelt de bundel het te leveren verwarmingsvermogen voor een utiliteitsgebouw en de bijdrage aan een collectieve warmteopwekker. In de vernieuwde publicatie zijn de verschillende vormen van warmteverliezen opgedeeld in verliezen die altijd voorkomen en verliezen die niet altijd optreden. In de eerste categorie vallen onder meer de transmissie- en infiltratieverliezen. In de tweede categorie vallen de niet altijd of niet altijd gelijktijdig optredende verliezen zoals bepaalde opwarmtoeslagen, ventilatieverliezen of verliezen naar aangrenzende gebouwen.

Verschillende warmteverliezen
Het vermogen dat je minimaal in een gebouw moet installeren, is opgebouwd uit een aantal warmteverliezen die altijd optreden (Φbasis) en een aantal warmteverliezen die kunnen optreden en niet altijd gelijktijdig hoeven op te treden (Φextra). De basiswarmteverliezen die altijd optreden zijn:
•          warmteverliezen naar de buitenlucht,
•          warmteverliezen naar aangrenzende verwarmde ruimten,
•          warmteverliezen naar aangrenzende onverwarmde ruimten,
•          warmteverliezen naar de grond,
•          infiltratieverliezen,
•          warmtewinsten.
Warmteverliezen die niet altijd of niet altijd gelijktijdig optreden zijn:
•          warmteverliezen door buitenluchttoetreding tgv ventilatie,
•          warmteverlies naar aangrenzende panden,
•          toeslag ten behoeve van bedrijfsbeperking.

Vaker overdimensionering
“Dat de warmteverliesberekening dringend aan een aanpassing toe was, had meerdere oorzaken”, vertelt Jos de Leeuw, projectcoördinator bij ISSO. “Allereerst doordat sinds ongeveer 2015 de voorgeschreven isolatiewaardes fors zijn toegenomen. Maar we kregen ook steeds vaker terugkoppeling vanuit de praktijk dat het wel wat minder kan met de toeslagen die ontwerpers bij de berekeningen moesten hanteren. Zowel ontwerpers als de mensen in de uitvoering merkten dat door al die toeslagen overdimensionering meer en meer op de loer lag of zelfs in de praktijk vaker voorkwam.”

Toepassing LTV en warmtepompen
Volgens De Leeuw komt die extra aandacht voor overdimensionering, en de roep om dat tegen te gaan, vooral voort uit het toepassen van lagetemperatuurverwarming en warmtepompen. Overdimensionering kan bovendien regelproblemen veroorzaken. Mede om deze redenen, zo vertelt hij, maakt de berekeningsmethode onderscheid tussen utiliteitsgebouwen die voldoen aan de nieuwbouweisen in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) en gebouwen die voldoen aan de eisen voor bestaande bouw. Voor beide typen utiliteitsgebouwen zijn de volgende berekeningsmethoden opgenomen:
•          Een verkorte methode voor het bepalen van het aansluitvermogen op basis van het schilverlies;
•          Een methode voor het bepalen van het per vertrek op te stellen vermogen;
•          Een methode voor de bepaling van het benodigde vermogen c.q. de bijdrage aan een collectieve warmteopwekker.

Ruimtes hoger dan 4 meter
Naast ISSO-publicatie 53 voor de warmteverliesberekening in de utiliteit met ruimtes tot 4 meter wordt ook ISSO-publicatie 57 in vernieuwde versie uitgegeven. ISSO-publicatie 57 richt zich op de warmteverliesberekening voor ruimtes hoger dan 4 meter. Denk daarbij aan atria en vides maar ook sporthallen of bouwmarkten, ruimtes die veelal zijn voorzien van verwarmingssystemen als luchtverwarmers, (in)direct gestookte stralingspanelen of vloerverwarming.

De nieuwe ISSO-publicaties 53 en 57 zijn beschikbaar via BouwZo.nl.

Relevant nieuws

Fout: view b8948d85oc bestaat mogelijk niet

Schrijf je in op onze nieuwsbrief

Directeur Rob van Bergen verlaat ISSO

Met ingang van 1 september neemt Rob van Bergen afscheid als directeur van ISSO. Sinds 2010 was hij naar buiten toe het gezicht van de organisatie. In de afgelopen bijna 15 jaar wist hij, samen met Michel Verkerk en het team een omslag te realiseren naar voornamelijk digitale kennisontwikkeling. De lancering van kennisplatform BouwZo, die deze zomer plaatsvindt, is in de ogen van Van Bergen een eerste afronding van dit proces en daarmee een natuurlijk moment om het stokje over te dragen.

Zijn taken worden overgenomen door Michel Verkerk, die de afgelopen periode als operationeel directeur samen met Van Bergen de tweekoppige directie vormde. Verkerk deelt alle taken die nu op zijn bordje komen met een managementteam. Op die manier zal ISSO het vertrek opvangen van een directeur die belangrijke veranderingen in gang heeft gezet. “Bij mijn komst was ISSO nog het kennisinstituut van de installatiesector dat jaarlijks verschillende publicaties uitbracht, vrijwel altijd op papier. Langzaam maar zeer gestadig hebben we koers gezet naar een digitale wereld. Daarbij kozen we een werkwijze die zich richt op digitale kennisontwikkeling en de mogelijkheid om kennis permanent up-to-date te houden”, vertelt Van Bergen.

Mijlpaal
Een belangrijk moment in die nieuwe koers is de lancering van BouwZo, het nieuwe kennisplatform voor de bouw en installatiewereld. “Na een aantal jaren met ISSO Open te hebben gewerkt en geëxperimenteerd, beseften we dat we een nieuw en breed, kennisplatform moesten ontwikkelen. De platformen die marktpartijen aanbieden, voldoen namelijk niet aan onze wensen en vooral niet aan de wensen van onze partners in de bouw- en installatiekolom. De ambitie en het doel van BouwZo is om niet alleen de kennis van ISSO, maar ook van vele andere leveranciers, zoals InstallQ of het Rijksvastgoedbedrijf, beschikbaar te stellen. Door in te zetten op een eigen ontwikkeling is dat gelukt. Dit is een mijlpaal waarop ik erg trots ben, en tegelijk een mooi moment om een nieuwe uitdaging buiten ISSO aan te gaan.” Wat die volgende uitdaging wordt, weet Van Bergen nog niet. De komende maanden neemt hij de tijd om te zien wat er op zijn pad komt.

Verbreding
Naast de omslag naar digitale kennisontwikkeling zorgde Van Bergen ook dat het werkveld van ISSO flink is verbreed. “In 2018 kwam het portfolio van SBRCURnet op ons pad. Wij zagen direct in dat hun portfolio een goede match kon zijn voor ons kennisinstituut. Zeker als je bedenkt, en dat zien we de laatste jaren steeds nadrukkelijker, dat installatietechniek, bouw en bouwfysica meer in elkaar opgaan en integreren. De verduurzaming van ons vastgoed zorgt daarvoor, maar ook zaken als circulariteit, BIM en energieprestatieadvisering. De bouwwereld is momenteel, als het gaat om kennisaanbod, nog erg versnipperd. Ik hoop dat de bouw zich de komende jaren steeds meer aansluit bij BouwZo om al die eilandjes, die het nu nog vaak zijn, via één platform te ontsluiten voor de professionals in onze sector.”

Taken beter verdeeld
Maar het meest trots is Van Bergen op de eigen ontwikkeling van BouwZo, waarmee het mogelijk wordt om veel meer kennis te ontsluiten. “Met de lancering zijn ook de taken beter verdeeld: ISSO blijft kennis ontwikkelen, BouwZo geeft de kennis uit en zorgt voor een gebruiksvriendelijk platform.” Volgens Van Bergen is het huidige team daar goed op toegerust. Michel Verkerk geeft als directeur leiding aan ISSO. Hij wordt daarin ondersteund door het team van ISSO, met daarin Marco Hofman, verantwoordelijk voor de bestaande en normatieve kennis, Berend Koudstaal, verantwoordelijk voor de projectacquisitie van nieuwe kennis en Anneli Pijpers, verantwoordelijk voor BouwZo en de marketing en communicatie.

Relevant nieuws

Fout: view 1b4ed50gxw bestaat mogelijk niet

Schrijf je in op onze nieuwsbrief

Kennisplatform voor bouw- en installatiekennis gaat binnenkort van start

Vanaf 1 juli a.s. is BouwZo.nl beschikbaar. Op dit door ISSO ontwikkelde kennisplatform is naast kennis van ISSO ook die van andere leveranciers te vinden, zoals InstallQ en het Rijksvastgoedbedrijf. BouwZo hanteert wel een kwaliteitsstandaard voor het opnemen van kennis. Alle kennis moet gevalideerd zijn, zodat er sprake is van betrouwbare kennis.

“BouwZo ontwikkelt zelf geen kennis, maar biedt juist de vele partijen in de sector de mogelijkheid om hun kennis te delen met ruim 18.000 professionals, studenten en docenten. Daarom is het platform open voor kennis van meerdere kennisleveranciers”, zegt Michel Verkerk, operationeel directeur van ISSO. “Zo kunnen we de professional veel meer kennis bieden. We borgen de kwaliteit door te stellen dat we alleen gevalideerde kennis tonen. Dat gaat via een voorgeschreven route conform ISO 19650. ISO 19650 is de norm voor het beheer van informatie over de gehele levenscyclus van een gebouw.”

Eenvoudiger voor softwareleveranciers
Via BouwZo is het ook voor softwareleveranciers eenvoudiger om de kennisproducten te gebruiken. Verkerk: “Via de API kunnen zij onze kennis ophalen om slimme oplossingen te creëren waarmee professionals hun voordeel kunnen doen. Zoals inspectiesoftware op basis van onze protocollen. Professionals hoeven op die manier op een bouwplaats niet te zoeken in de kennis, maar hebben de tools direct bij de hand op een telefoon of tablet. Daarbij beschikken ze dan wel gegarandeerd over de actuele en gevalideerde kennis uit BouwZo.”

BouwZo.nl is vanaf 1 juli 2024 beschikbaar. Meer informatie is te vinden op https://over.bouwzo.nl.

 

Relevant nieuws

Fout: view d0952b77e8 bestaat mogelijk niet

Schrijf je in op onze nieuwsbrief

Actuele kennis beschikbaar voor lucht/water-warmtepompen

Er is een geactualiseerde ISSO-publicatie 98 ‘Lucht/water-warmtepompen in woningen’ verschenen. Deze publicatie biedt professionals handvatten bij het ontwerp, de uitvoering, de oplevering en het beheer van individuele lucht/water-warmtepompsystemen, met buitenlucht en/of ventilatielucht als bron. Het document beperkt zich in de basis tot één soort systeem: de warmtepomp voor opwekking van warm water voor ruimteverwarming en tapwater. Eventueel kan dit toestel functioneren in combinatie met een cv-ketel en/of (optionele) koeling.

In de publicatie komen drie varianten aan bod:
•          Toepassing van een combi-warmtepomp voor verwarming, de bereiding van warm tapwater en koeling voor een individueel systeem. De warmtapwateropwekking kan zowel geïntegreerd als separaat bij de warmtepomp zijn geplaatst.
•          Toepassing van een warmtepompboiler.
•          Toepassing van een hybride warmtepomp.

Nieuwe kennis
De kennis in de publicatie is nu volledig afgestemd op de meest recente inzichten en installatiepraktijk. Daarnaast zijn de verschillende typen lucht/water-warmtepompen, over hybride warmtepompen en over afgiftesystemen toegevoegd. Ook zijn er bijlagen over de selectie en dimensionering van deze afgiftesystemen en de ontwikkelingen rond koudemiddelen.

Verwijzingen naar ISSO-publicatie 51
In 2023 verscheen al een nieuwe versie van ISSO-publicatie 51. Deze bevat de meest actuele kennis over het maken van een warmteverliesberekening voor woningen en woongebouwen. Die kennis is van belang om de capaciteit van een warmtepomp zo goed mogelijk te bepalen. Daarom verwijst ISSO-publicatie 98 enkele keren naar de actuele informatie in publicatie 51.

De geactualiseerde versie van ISSO-publicatie 98 ‘Lucht/water-warmtepompen in woningen’ is beschikbaar op www.open.isso.nl.

Relevant nieuws

Fout: view 86d8e49mtv bestaat mogelijk niet

Schrijf je in op onze nieuwsbrief

  • artikel
  • november 17, 2023
  • 93 views
Nieuwe ISSO 51

HERZIENE WARMTEVERLIESBEREKENINGEN WONINGBOUW

In juni werd de nieuwe editie van ISSO 51 gepubliceerd, deze zal de huidige versie nog dit jaar vervangen. De herziene uitgave, die fungeert als de standaardberekeningsmethode voor het bepalen van warmteverliezen in woningen, heeft ingrijpende veranderingen ondergaan. Jan Verdonck, voorzitter sectie Distributie en Afgifte van de
NVI-GO, zet de belangrijkste veranderingen op een rij.

De bouwsector heeft de afgelopen jaren een enorme transformatie ondergaan. Nieuwe bouwmaterialen, verbeterde isolatie en strengere luchtdichtheidseisen hebben geleid tot een kritischer binnenklimaat in woningen. Tegelijkertijd hebben veranderingen in installatietechnologieën, zoals de opkomst van lage temperatuursystemen, warmtepompen en geavanceerdere regelsystemen, de behoefte aan heroverweging van warmteverliesberekeningen aangewakkerd.
De volgende belangrijkste factoren zijn nog steeds actueel:
- Transmissieverlies: het transmissieverlies is het warmteverlies dat optreedt door een temperatuurverschil dat heerst aan beide zijden van een constructie (zoals een buitenwand of een woningscheidende wand).
- Infiltratieverlies: het infiltratieverlies wordt veroorzaakt door ongecontroleerde luchtstromen die door kleine openingen in de constructie naar binnendringen.
- Ventilatieverlies: het ventilatieverlies wordt veroorzaakt door gecontroleerde luchtstromen die nodig zijn om een gebouw aan de minimale ventilatie-eisen te laten voldoen.
- Opwarmtoeslag: de opwarmtoeslag is een extra hoeveelheid vermogen die toegepast wordt indien er gebruik wordt gemaakt van bijvoorbeeld nachtverlaging. Hoe groter de nachtverlaging hoe groter de opwarmtoeslag.

Veranderingen
Wat is er veranderd in de 2023-editie van ISSO 51:
- Aangepaste referentie voor infiltratie: de berekeningen worden gebaseerd op het vloeroppervlak in plaats van het geveloppervlak als referentiepunt.
- Gelijktijdigheid van warmte­verliezen: er wordt in de nieuwe versie rekening gehouden met aangrenzende panden, opwarmtoeslagen en ventilatie.
- Herziene referentie voor warmteverlies: in sommige gevallen kan het warmteverlies naar aangrenzende gebouwen groter zijn dan naar de buitenlucht, hier wordt rekening mee gehouden in de nieuwe ISSO 51.
- Afschaffing zekerheidsfactor: de klassen A, B, C of D zijn niet langer relevant.
- Opwarmtoeslag: deze toeslag wordt in de nieuwe versie als optioneel beschouwd, vooral in situaties met lage temperatuursystemen waar de binnentemperatuur relatief constant is.
- Minder ventilatieverlies bij vraag­gestuurde ventilatie: dankzij vraagsturing wordt het ventilatieverlies verminderd in berekeningen.

Effect
Voor de meest voorkomende warmte­afgiftesystemen (radiatoren/convec­toren en vloerverwarming) is de impact
van deze nieuwe methodologie onder­zocht. De resultaten zijn in de tabel weergegeven als percentages. Zij tonen het effect van de nieuwe berekeningsmethode, bij identieke gebouwen en energieopwekkingsmethoden ten opzichte van de oude publicatie.
Uit de resultaten blijkt onder andere dat bij nieuwbouw het warmteverlies naar aangrenzende gebouwen groter kan zijn dan naar de buitenlucht. Opvallend zijn de verschillen bij appartementen. Deze zijn grotendeels te verklaren door het hogere systeemverlies van vloerverwarming in vergelijking met radiatoren of convectoren. Bovendien blijkt dat het benodigde vermogen voor piekmomenten is afgenomen in vergelijking met de vorige editie. Deze vermindering is in grote mate toe te schrijven aan het lagere ventilatieverlies, met name in situaties waar vraaggestuurde ventilatie wordt toegepast.

Wat betekent dit?
Met deze nieuwe methode kunnen in veel gevallen kleinere installaties worden geplaatst, maar er moet nauwkeurige berekeningssoftware worden gebruikt om de juiste keuzes te maken. Installaties moeten goed worden ingeregeld en er moet speciale aandacht worden besteed aan lage temperatuurafgiftesystemen, ontgassing van installaties en het handhaven van goede waterkwaliteit. Het draait niet meer alleen om de keuze voor een warmtepomp of warmtenet; we moeten nu meer denken in termen van systemen in plaats van producten. De energetische kwaliteit van een warmtepomp is namelijk afhankelijk van de kwaliteit van het totale systeem. Bovendien wordt het gebruik van de opwarmtoeslag een keuze, vooral bij systemen met lage temperatuurverwarming waar de binnentemperatuur stabiel blijft.

Nieuwe fase
De nieuwe rekensoftware zal naar verwachting medio oktober 2023 beschikbaar zijn en we verwachten dat deze deuren opent naar efficiëntere, duurzamere en kosteneffectievere oplossingen in de moderne bouwsector. De start van een nieuwe fase in de wereld van warmteverliesberekeningen en installatietechniek! 

Auteur: Jan Verdonck, voorzitter sectie Distributie en Afgifte van de NVI-GO

Dit is een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ. De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.nl

Fout: view e3d299fj0o bestaat mogelijk niet

  • Branche
  • september 29, 2023
  • 30 views
Kennis over kleine individuele warmtepompen geactualiseerd

 

ISSO heeft het instructieboek voor het toepassen van kleine individuele warmtepompen in woningen geactualiseerd. Het biedt ontwerpers, projectleiders en adviseurs een naslagwerk met alle informatie die ze nodig hebben. De kennis in het boek focust zich op het toepassen van kleine individuele warmtepompen in woningen met een individueel gesloten bronsysteem.

Het instructieboek sluit aan bij de informatie die in ISSO-publicatie 72 te vinden is. Dat wil zeggen dat het instructieboek de gebruiker op een toegankelijke wijze, stap voor stap meeneemt in het ontwerpen, selecteren en inpassen van warmtepompen voor de individuele woningbouw. De inhoud van dit instructieboek kwam vooral tot stand op basis van ervaringen uit gerealiseerde warmtepompprojecten, beschikbare normen en ISSO-publicaties. De uitgave is geschikt voor gebruik bij opleidingen.

Voorwaarden voor succes
Uiteindelijk hangt een succesvolle installatie en werking van een warmtepompsysteem in hoge mate af van het ontwerp dat de uitvoerders krijgen aangeleverd. Of de installatie echt voor een substantiële energiebesparing zorgt, ligt zeker ook aan de inpassing van een warmtepompsysteem in een woning en de aansluiting op het afgiftesysteem. Juist al die cruciale voorwaarden komen in het PDT-instructieboek naar voren. Ook zaken als het benutten van passieve koeling van een warmtepomp met een bodembron en de mogelijkheden en randvoorwaarden om met een warmtepomp warmtapwater op te wekken, komen aan bod.

Fout: view e3f2f4amcy bestaat mogelijk niet