• Branche
  • september 29, 2023
  • 39 views
Kennis over kleine individuele warmtepompen geactualiseerd

 

ISSO heeft het instructieboek voor het toepassen van kleine individuele warmtepompen in woningen geactualiseerd. Het biedt ontwerpers, projectleiders en adviseurs een naslagwerk met alle informatie die ze nodig hebben. De kennis in het boek focust zich op het toepassen van kleine individuele warmtepompen in woningen met een individueel gesloten bronsysteem.

Het instructieboek sluit aan bij de informatie die in ISSO-publicatie 72 te vinden is. Dat wil zeggen dat het instructieboek de gebruiker op een toegankelijke wijze, stap voor stap meeneemt in het ontwerpen, selecteren en inpassen van warmtepompen voor de individuele woningbouw. De inhoud van dit instructieboek kwam vooral tot stand op basis van ervaringen uit gerealiseerde warmtepompprojecten, beschikbare normen en ISSO-publicaties. De uitgave is geschikt voor gebruik bij opleidingen.

Voorwaarden voor succes
Uiteindelijk hangt een succesvolle installatie en werking van een warmtepompsysteem in hoge mate af van het ontwerp dat de uitvoerders krijgen aangeleverd. Of de installatie echt voor een substantiële energiebesparing zorgt, ligt zeker ook aan de inpassing van een warmtepompsysteem in een woning en de aansluiting op het afgiftesysteem. Juist al die cruciale voorwaarden komen in het PDT-instructieboek naar voren. Ook zaken als het benutten van passieve koeling van een warmtepomp met een bodembron en de mogelijkheden en randvoorwaarden om met een warmtepomp warmtapwater op te wekken, komen aan bod.

Fout: view e3f2f4amcy bestaat mogelijk niet

Nieuwe kennis over het berekenen van warmteverlies in woningen

ISSO-publicatie 51 ‘Warmteverliesberekening voor woningen en woongebouwen’ is verschenen. Hiermee kunnen verwarmingsinstallaties in woningen en woongebouwen worden ontworpen. Dit geldt voor het te installeren vermogen per vertrek of voor de gehele woning of het woongebouw. De methode in publicatie 51 volgt hiervoor de norm NEN-EN 12831-1. Alleen voor het onderdeel ‘warmteverlies naar de buren’ wijkt de publicatie af van deze norm, door bij de warmteverliezen niet uit te gaan van lagere temperaturen naar alle buren tegelijk.

De kennis in deze publicatie is te gebruiken in nieuwbouw- en renovatieprojecten. Ze is niet specifiek bedoeld voor tijdelijk bouw. Installateurs en adviseurs vinden in de publicatie berekeningsmethodes waarmee zij het te installeren verwarmingsvermogen per vertrek kunnen bepalen. Ook gaat de informatie nader in op het maximaal vermogen voor een individuele of een collectieve aansluiting. De berekeningsmethode maakt onderscheid tussen woningen en woongebouwen die aan de nieuwbouweisen van het Bouwbesluit 2020 voldoen en woningen en woongebouwen van voor die tijd.

Verschillende berekeningsmethoden
De berekeningsmethoden in de publicatie verschillen voor beide typen woningen of woongebouwen:
•             Er is een verkorte methode voor het bepalen van het maximaal vermogen op basis van het schilverlies.
•             Er is een methode voor het bepalen van het vermogen dat men per vertrek moet opstellen.
•             Er is een methode voor het bepalen van het maximaal benodigde vermogen voor individuele en/of collectieve aansluitingen.

Het vermogen dat men in een vertrek moet opstellen, bestaat uit twee bijdragen:
•             Warmteverliezen die altijd optreden (zoals transmissie door buitenwanden en infiltratie).
•             Warmteverliezen en/of toeslagen die niet altijd of niet altijd gelijktijdig optreden (bijvoorbeeld opwarmtoeslag of verliezen naar de buren).

Aansluiten bij regelgeving
De nieuwe methode houdt rekening met ltv-systemen en woningen met een geringe warmtevraag. Qua terminologie en maatvoering sluiten de diverse teksten zoveel mogelijk aan bij de relevante teksten in het Bouwbesluit 2012. Voor het bepalen van de U-waarde van een constructie sluit de kennis zo naadloos mogelijk aan bij de NTA 8800. Ook de verschillende ventilatiesystemen die we in de woningbouw kennen, komen uitgebreid aan de orde.

De vernieuwde ISSO-publicatie 51 is beschikbaar via ISSO Open.

Fout: view 641c7caplo bestaat mogelijk niet

Maatwerkadvies voor verduurzaming

Met de lancering van twee nieuwe ISSO-publicaties hebben EP-maatwerkadviseurs alle kennis die zij nodig hebben voor het opstellen van maatwerkadviezen. Het maatwerkadvies biedt een heldere richting voor de wijze waarop vastgoedeigenaren een verdere energiebesparing en/of de verduurzaming van hun energievraag kunnen realiseren. ISSO-publicatie 75.2 beschrijft de werkzaamheden voor de utiliteitsbouw en ISSO-publicatie 82.2 doet hetzelfde voor woningen en woongebouwen.

Naast adviezen voor de energiebesparing, biedt de kennis in de publicaties en het daarop gebaseerde maatwerkadvies ook inzicht in de maatregelen die het gebouw of de woning(en) energiezuinig(er) maken. Het behandelen van de kennis gebeurt op een gestructureerde wijze die leidt tot het maatwerkadvies. Door de kennis in ISSO-publicaties 75.2 en 82.2 weet de EP-adviseur wat hij of zij moet doen om alle informatie te verzamelen en het advies te kunnen opstellen. Het uitbrengen van een maatwerkadvies gebeurt door een gecertificeerde EP-maatwerkadviseur. De EP-maatwerkadviseur werkt over het algemeen bij energieadviesbureaus, energiebedrijven, bouwkundig aannemers of installateurs.

Cursus volgen en examen afleggen
Elke EP-maatwerkadviseur moet beschikken over de juiste kennis op energetisch, (bouw- en installatie)technisch, sociaal als ook financieel/economisch gebied. Voordat iemand een maatwerkadvies mag opstellen, moet hij of zij vakbekwaam EP-adviseur zijn. Om vakbekwaam te worden, moeten adviseurs een examen afleggen. In voorbereiding op het examen kunnen ze een cursus volgen, waarbij de beide ISSO-publicaties de belangrijkste hulpmiddelen vormen. Er zijn meerdere scholings- en exameninstituten die de cursussen en examens aanbieden.

Methode voor opstellen
Deze methode voor het opstellen van het Maatwerkadvies sluit aan bij de ambitie van de Europese en landelijke overheid om CO2-emissies te reduceren. Bovendien sluit de methode aan bij het Klimaatakkoord, de Renovatiestandaard voor utiliteitsbouw en de Standaard voor woningisolatie (zie website RVO). Het maatwerkadvies is gebaseerd op de NTA 8800 en is te koppelen aan zowel een indicatief als formeel Energielabel. Het maatwerkadvies wordt geregistreerd op basis van BRL9500-MWA-U voor utiliteitsbouw en BRL 9500-MWA-W voor woningbouw. Daarmee is het advies een geborgd instrument in de bepaling van de energietransitie in Nederland. De publicaties zijn beschikbaar op ISSO Open, waar binnenkort ook de BRL-en te vinden zijn.

 

Fout: view 3bd2d60uzy bestaat mogelijk niet

ISSO-kleintje Riolering vernieuwd

De afgelopen maanden is het ISSO-kleintje Riolering volledig geactualiseerd. Vooral mensen in de praktijk vinden in dit document de meest gebruikte richtlijnen voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van gebouwriolering. Door zijn compacte vorm, maar ook doordat hij online te raadplegen is, is de kennis op de bouwplaats of bij een praktijkproject te raadplegen.

Naast de laatste kennis biedt het handzame boekje ook diverse afbeeldingen, schema's en montagerichtlijnen voor afvoerleidingen van vuilwater en hemelwater. Bovendien is het Kleintje Riolering ook interessant voor andere doelgroepen, zoals architecten en aannemers. Zij kunnen hiermee snel de meest basale en noodzakelijke kennis van riolerings- en hemelwaterafvoersystemen tot zich nemen.

Op basis van ISSO-publicatie 3216

De meest recente ISSO-publicatie 3216 ‘NTR 3216 Riolering van bouwwerken’, die eveneens in februari 2023 verscheen, ligt aan de basis van het vernieuwde Kleintje Riolering. Daarbij richt de inhoud van het Kleintje zich vooral op vuilwater- en hemelwaterafvoer binnen de perceelgrens. Die kennis kan de vakman dus gebruiken voor:
•             Woningen, woongebouwen en kleine utiliteit;
•             Realisatie van nieuwe riolering;
•             Uitbreiding van bestaande riolering;
•             Beheer en onderhoud.

Voorbeeld
Een concrete aanpassing is bijvoorbeeld het duidelijk onder de aandacht brengen van de noodzaak om hemelwater via het eigen perceel af te voeren, en niet via een naburig perceel. In de praktijk betekent dit dat installateurs de uitvoering van HWA-systemen soms anders moeten uitvoeren dan ze gewend waren. Denk aan doorlopende dakgoten bij rijtjeshuizen, waarin de installateur nu bijvoorbeeld separatieschotten moet zetten, zodat regenwater per perceel kan worden afgevoerd.

Koppeling met ISSO-opleverprotocollen
Een andere wijziging waarvan het Kleintje nu melding maakt, is dat de uitzondering voor het moeten plaatsen van ontlastvoorzieningen bij grondgebonden woningen is komen te vervallen. Ook meldt het geactualiseerde Kleintje dat de afstand tussen ontstoppingsstukken is vergroot. Verder is er in dit Kleintje meteen een koppeling gemaakt naar de ISSO-opleverprotocollen, die belangrijk zijn en worden in de relatie tot de toekomstige Wet Kwaliteitsborging (Wkb). Ook zijn er op diverse plekken nieuwe of aangepaste afbeeldingen toegevoegd, zodat de kennis inzichtelijker wordt en eenvoudiger te interpreteren.

Snel en helder
Het doel van Kleintje Riolering is er volledig op gericht om mensen in de praktijk snel en zo helder mogelijk te ondersteunen bij het vakbekwaam uitvoeren en onderhouden van riolerings- en hemelwatersystemen. Het geactualiseerde ISSO-kleintje Riolering is als gedrukt exemplaar of digitale versie beschikbaar via het kennisplatform ISSO Open.

Fout: view d26fc37v3w bestaat mogelijk niet

Alles over groene en blauwe daken

Het Praktijkboek Multifunctionele Groene Daken en Gevels is in 2022 door ISSO opnieuw uitgebracht. De kennis is nu aangepast aan nieuwe inzichten en regelgeving. Daken en gevels kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan comfort, duurzaamheidsdoelstellingen, gezondheid en veiligheid.

Vanuit de Europese projecten ontstond de vraag naar een update van het praktijkboek dat in 2020 al was verschenen. Aanleiding zijn de vele ontwikkelingen op het gebied van multifunctionele daken die nieuwe kennis en inzichten opleveren en ook noodzakelijk maken. Zo zijn er geactualiseerde richtlijnen en nieuwe regelingen. Ook is er meer belangstelling voor en behoefte aan het toepassen van bijvoorbeeld groene daken en het opwekken van zonne-energie. Met ‘groene’ en ‘blauwe’ daken – daken met begroeiing en daken als waterberging – kunnen we onze woonomgeving steeds beter leefbaar houden.

Boek met modulaire indeling
Het Praktijkboek Multifunctionele Groene Daken en Gevels gebruikt voor de weergave van de kennis een modulaire indeling. Deze aanpak past het best bij de diversiteit aan doelgroepen en onderwerpen die het praktijkboek bedient. Deze modules zijn aan de ene kant gedefinieerd door de verschillende doelgroepen per projectfase: beleidsmaker, initiatiefnemer, ontwerper, uitvoerder, onderhouder en beheerder. Daarnaast maakt het praktijkboek onderscheid in de mogelijke functies van het dak.

Nieuwe kennis en onderwerpen
Naast specifieke onderwerpen bevat het handboek een uitgebreide, algemene begrippenlijst en nieuwe informatie over toepassing van wetten en eisen. Ook krijgen subsidieregelingen de nodige aandacht en gaat de tekst in op de wijze waarop we met multifunctionele daken meer waarde en synergie kunnen toevoegen. Het hoofdstuk Ambities en Functies bevat ook nieuwe ontwikkelingen, zoals het toevoegen van verdichtingsdaken (paarse daken) en mobiliteitsdaken (oranje daken). Verder is de kennis nog beter en duidelijker weergegeven, bijvoorbeeld door tekeningen en tabellen te verduidelijken, maar ook door meer informatie te gebruiken over labels of wijzigingen in NEN-normen.

Meerdere doelen in één boek
Met het geactualiseerde praktijkboek doet ISSO twee acties tegelijk; ze ontsluit de meest actuele kennis in een overzichtelijk vernieuwd basiswerk en ze brengt regels en voorschriften naar de praktijk. Ook licht het praktijkboek de verschillende kaders toe: juridisch, financieel, veiligheid en arbo. Daarbij gebruikt deze vernieuwde bundel verwijzingen naar relevante normen en richtlijnen.

Fout: view 1324ff1736 bestaat mogelijk niet

  • artikel
  • december 16, 2022
  • 155 views
Vakman up-to-date

Een nieuw Handboek Zonne-energie is geen overbodige luxe. In een constant veranderende markt zijn er vele ontwikkelingen die herziening van deze kennis noodzakelijk maakte. Denk aan certificering, nieuwe eindtermen en aanpassingen in NEN 1010 en NEN 7250.

Nog niet zo lang geleden waarschuwden inspecteurs in de media dat de kans op onveilige zonnestroominstallaties toeneemt, door toedoen van onbekwame monteurs en zelfs beunhazen. Buiten het feit dat opdrachtgevers zorgvuldig moeten nagaan of vakmensen de juiste kennis hebben - bijvoorbeeld via een erkenning - moeten vakmensen hun kennis up-to-date houden. Met het nieuwe Handboek Zonne-energie, dat ISSO eind november publiceerde, hebben zij hiervoor een hulpmiddel in handen.

Drie disciplines
De kennis in het Handboek Zonne-energie omvat drie onderliggende disciplines: zonnestroom (PV), zonnewarmte (zon thermische) en bouwkundige integratie. Dit zijn dezelfde disciplines die in de nieuwe NEN 1010 (Elektrotechnische installaties voor laagspanning) en NEN 7250 (Zonne-energiesystemen, Integratie in daken en gevels – bouwkundige aspecten) zijn verwerkt.

Ontwikkelingen in de markt
Naast de eerdergenoemde ontwikkelingen in de markt maken ook het nieuwe Bouwbesluit, de nieuwe erkenningsregeling Zonnestroom van InstallQ, en diverse nieuwe technieken en toepassingsvormen van zonne-energie een geactualiseerd handboek noodzakelijk. De editie bevat dan ook alle kennis over zonne-installaties, vanaf het ontwerp tot en met de inspectie.

Kennis over zonnestroom en zonnewarmte
Naast het nieuwe Handboek lanceert ISSO tegen het einde van dit jaar en begin volgend jaar ook twee nieuwe ‘Kleintjes’ voor het werken aan zonne-energiesystemen. Het huidige Kleintje Zonne-energie ondergaat een uitgebreide actualisatie en zal ook worden gesplitst in een Kleintje Zonnestroom en een Kleintje Zonnewarmte. “We hebben besloten om het oude Kleintje Zonne-energie op te delen. De vakgebieden zonnestroom en zonnewarmte ontwikkelen zich dusdanig anders, dat het zinvol is om de technieken in aparte handboeken te beschrijven”, vertelt Henry Lootens, specialist Elektrotechniek bij ISSO.

Gericht op de monteurs
“In het nieuwe Kleintje Zonnestroom actualiseren we alle kennis die al in de oude editie stond, maar we voegen ook nieuwe inzichten en informatie toe. Deze zijn specifiek gericht op de monteurs. Denk dan aan nieuwe informatie ten aanzien van stekkers. Voorheen was het ‘not done’ om verschillende stekkers te combineren. Nu zijn er nieuwe inzichten waarbij dit onder bepaalde voorwaarden wel kan en mag. Die informatie zullen we bijvoorbeeld helder weergeven. Ook zullen we tips en trucs meegeven die vooral op de werkvloer belangrijk zijn. Denk aan zaken als aarding en vereffening. In de praktijk blijkt dat dergelijke zaken nogal eens worden vergeten. Of monteurs zijn gewoon niet voldoende opgeleid om hieraan te denken. Vandaar dat wij beschrijven waarom dit belangrijk is en hoe het nu ook alweer zit met aarding en vereffening.”

De kennis over zonne-energie is te vinden in ISSO Open via www.isso.nl 

Fout: view e0f945ex0y bestaat mogelijk niet

  • artikel
  • november 4, 2022
  • 118 views
Warmteverlies

Het komende jaar krijgen ontwerpers en installateurs van werktuigkundige installaties de beschikking over veel nieuwe kennis. Niet alleen via drie nieuwe ISSO-publicaties over warmteverliesberekeningen maar ook via twee geactualiseerde ISSO-publicaties voor de warmtepompspecialisten.

Naast de vernieuwde ISSO-publicaties 51, 53, 57, 72 en 73 zullen ook het geactualiseerde Kleintje Warmteverlies en het Kleintje Infraroodpanelen, elektrische stralingsverwarming, voor veel vakmensen een welkome aanvulling zijn. “Het actualiseren van de publicaties over Warmteverlies werd steeds belangrijker, omdat het risico en de kans op klachten van eindgebruikers met de moderne installaties steeds groter wordt”, vertelt Jos de Leeuw, die samen met Dennis van der Kooij, als de specialisten Klimaattechniek bij ISSO, aan de actualisaties hebben gewerkt. Vanzelfsprekend doen zij dit met steun van Techniek Nederland en Wij Techniek, en een omvangrijke Kontaktgroep specialisten uit het vakgebied. “Iedereen weet dat dit onderwerp vroeger, met gasgestookte ketels, minder nauw luisterde. De statische berekening die in de oude publicaties stond, gaf nooit zoveel problemen, omdat de ketel in de meeste woningen en gebouwen overgedimensioneerd was. Moderne warmtepompen hebben veel minder capaciteit en dan is een zeer exacte warmteverliesberekening een stuk belangrijker.”

Dimensionering en inregeling
“Behalve dat we voortaan, zeker in de nieuwbouw, bijna alleen nog warmtepompen plaatsen, wordt ook de isolatie steeds dikker en speelt warmteopslag in de warmteverliesberekening een belangrijkere rol. De regelgeving speelt hier ook meer op in en eist een adequate dimensionering en inregeling”, zegt Dennis van der Kooij. “Een warmteverliesberekening geeft de benodigde vermogens per vertrek (dimensionering) en is daarmee de basis voor het inregelen. Het gevolg is dat we voor de warmteverliesberekening eigenlijk niet meer altijd kunnen volstaan met een statische berekening, maar dat een dynamische berekening meer en meer noodzakelijk wordt. Tot op zekere hoogte komt dat nu ook in de geactualiseerde publicaties aan de orde.”

Kritisch naar toeslagen kijken
ISSO-publicatie 51 en ISSO-kleintje warmteverliesberekeningen gaan over de warmteverliesberekening in woningbouw terwijl de andere twee publicaties, 53 en 57, zich op de utiliteitsbouw richten. Daarbij is ISSO-publicatie 53 bestemd voor U-bouw tot 4 meter hoog en ISSO-publicatie 57 voor gebouwen hoger dan 4 meter. “Publicaties 51 en 53 verschijnen begin 2023, maar ISSO-publicatie 57 en het ISSO-kleintje warmteverliesberekeningen komen daarna beschikbaar. Voor de vernieuwde publicaties was het vooral belangrijk dat we weer eens kritisch keken naar toeslagen en de infiltratie, zodat de ontwerper niet overdimensioneert, maar ook dat hij of zij op realistische wijze rekening kan houden met omgevingsfactoren, zoals het wel of niet aanwezig zijn van buren of de aanwezigheid van specifieke ruimtes, zoals zolders met veel ramen of juist slaapkamers met kleine ramen”, zegt Van der Kooij.

Verschil woningbouw en utiliteit
“Verder besteden we in de ISSO-publicaties 53 en 57 extra aandacht aan het functioneren van de installatie op vollast en deellast. Voor utiliteit is dit redelijk eenvoudig te berekenen, eenvoudiger dan voor woningbouw. Je mag in de utiliteit wat vaker en gemakkelijker uitgaan van gelijktijdige belasting. Ook is de buitenschil in veel gevallen kleiner in relatie tot het oppervlak, zeker als je dat vergelijkt met woningbouw”, zegt De Leeuw. Van der Kooij voegt daaraan toe dat, juist voor het gebruik in de wat kleinere woningbouwprojecten, dus waar installateurs vaker zelf een installatie ontwerpen, binnenkort ook het nieuwe Kleintje Warmteverliesberekening Woningbouw verschijnt. “Hierin geven we meer vuistregels, waardoor de informatie eenvoudiger en ook praktischer wordt. Ook bij renovaties of kleine woningbouwprojecten is het essentieel dat de installateur naar het warmteverlies kijkt. Veel installateurs vragen en ontvangen deze cijfers nu vaak van hun leveranciers, maar wij vinden het belangrijk dat ook de man of vrouw op de werkvloer die cijfers begrijpt. En dat je ermee kunt werken. Met het Kleintje Warmteverliesberekening heb je in elk geval alle basale kennis die daarvoor nodig is.”

Werken aan warmtepompen
Naast de publicaties over warmteverlies waren ook ISSO-publicaties 72 en 73 over warmtepompen en bodemwisselaars aan een herziening toe. “Ze kregen in 2017 wel een beperkte update, maar veel van de kennis stamt nog uit de eerste edities die in 2005 zijn gepubliceerd. De herziene ISSO-publicatie 72, die dit jaar nog verschijnt, sluit aan bij de wettelijk voorschriften in de BRL 6021. Daarnaast bevat de publicatie nog andere kennis die soms noodzakelijk, en eigenlijk altijd heel bruikbaar is om de warmtepomp op een juiste wijze te installeren”, vertelt De Leeuw. “Belangrijk is ook dat ISSO-publicatie 72 nauw aansluit bij de kennis en informatie in ISSO-publicatie 73. Want de ontwerper en installateur van het warmtepompsysteem in de woning moet zijn input op een juiste wijze kunnen aanleveren bij het boorbedrijf van het bronsysteem.”

Nieuwe kennis toevoegen
“Vandaar dat ook Publicatie 73 begin volgend jaar in een nieuwe uitgave verschijnt. Deze bevat dan de praktische invulling van regels en richtlijnen uit de BRL 11000 en het bijbehorende protocol plus veel aanvullende kennis. In beide publicaties zijn nieuwe technieken en inzichten verwerkt, zoals het afdichten van de bodemlagen met grout, iets wat bij het verschijnen van de oudere publicaties nog niet werd gedaan of niet werd voorgeschreven. De nieuwe publicatie 73 behandelt hiervoor een methode. En bij ISSO-publicatie 72 over het warmtepompsysteem kijken we ook naar de boilerberekening en energiegetallen. Hierbij gebruiken we de BENG voorbeeldconcepten woningbouw van RvO. Om te zorgen dat beide publicaties zo goed mogelijk op elkaar aansluiten, hebben we enkele van dezelfde professionals in beide Kontaktgroepen zitten. Overigens zitten enkele van deze mensen ook in de Kontaktgroep voor ISSO-publicatie 51 over warmteverlies.” 

Kleintje Infraroodpanelen, elektrische stralingsverwarming

In de moderne woningbouw is all-electric het uitgangspunt. Dat wil zeggen dat de klimaatinstallatie elektrisch gevoed wordt. Om die reden kijkt men steeds kritischer naar het klimaatsysteem en overweegt de ontwerper om weinig gebruikte ruimtes niet meer op een centrale verwarming aan te sluiten. In zo’n geval kiest men dan voor lokale verwarming en niet zelden zijn dit elektrische infraroodpanelen. “In de basis een slimme keuze”, zegt Dennis van der Kooij, “maar er zijn wel veel randvoorwaarden die bij de keuze en installatie komen kijken. Kortom, er is behoefte, zo blijkt ook uit onderzoek, aan goede richtlijnen voor toepassing, het benodigde vermogen en hoe dit vermogen over de ruimte(n) te verdelen. Met het ISSO-Kleintje Infraroodpanelen helpen we de markt bij het maken van al dergelijke keuzes en geven we handvatten voor het kiezen van de juiste plek en het installeren van de IR-panelen.”

Het Kleintje is binnenkort beschikbaar via open.isso.nl

Dit is een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ. De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.nl

Fout: view 3e98d5dgls bestaat mogelijk niet

Wat is aangenaam?

We praten er allemaal over, maar wat is ‘comfort’ precies en in hoeverre valt het te realiseren? Noortje Alders is expert op dit gebied. In het dagelijks leven werkt zij als Technisch Expert bij ISSO. Zij gaat nader op de materie in.

Dat een verkeerd idee van comfort kan leiden tot misstanden, weet Alders als geen ander. “Zo doen er allerlei wilde verhalen de ronde over stralingspanelen en het hoge comfortniveau dat ze zouden bieden. In de praktijk blijkt het echter afhankelijk te zijn van talloze factoren, zoals de plek waar de panelen worden opgehangen en het deel van het lichaam dat wordt aangestraald.”

Om met de deur in huis te vallen: wat is comfort eigenlijk?
“Dat de temperatuur zo aangenaam is, dat je geen verandering wenst. Daarbij is wel een zekere marge aanwezig van 3 tot 4 graden. Des te meer mensen het idee hebben dat ze zelf de temperatuur kunnen regelen, des te hoger trouwens die marge uitvalt.”

Waarom is het zo moeilijk om iedereen in een ruimte zich comfortabel te laten voelen?
“Vanwege de onderlinge verschillen. Denk aan leeftijd, lichaamsomvang, etniciteit, cultuur en sekse. Maar denk ook aan de ruimtes zelf. De kleur heeft bijvoorbeeld invloed op de comfortbeleving, evenals de luchtbeweging en –kwaliteit. Die factoren kan je maar deels controleren. Tot slot werken we met een gemiddelde, de zogenaamde PMV-standaard bij het ontwerp van klimaatinstallaties. Uit onderzoek blijkt dat dan zeker al 5% van de gebruikers ontevreden is over het thermisch comfort.”

Wat zijn de voor- en nadelen van een centraal geregeld systeem als je thermisch comfort wilt bereiken?
“De voordelen: ze zijn relatief goedkoop en eenvoudig aan te leggen. De nadelen: je hebt distributieverlies door het leidingenwerk, bij een centraal geregelde vloerverwarming heb je te maken met een traag werkend systeem en je zult vanwege alle onderlinge verschillen tussen mensen, eerder geconfronteerd worden met ontevreden gebruikers.”

Het hele artikel is te lezen in het vakblad Installateurszaken van november. Deze uitgave verschijnt 2 november a.s. De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.nl

Fout: view 9a54cc95de bestaat mogelijk niet

  • artikel
  • september 3, 2021
  • 124 views
Eisen aan cv-systemen

Warmtepompsystemen, lagetemperatuurverwarming, zoneregelingen, testen van de luchtdoorlatendheid. Stuk voor stuk nieuwe onderwerpen die de afgelopen 15 jaar belangrijker zijn geworden. En met de verduurzaming van vastgoed ontstaan er ook nieuwe eisen aan de cv-systemen.

“15 jaar geleden waren de gasgestookte cv-ketel en de aansluiting op de stadsverwarming de bepalende elementen voor de achterliggende cv-installatie”, vertelt Jos de Leeuw, projectcoördinator bij ISSO. “Inmiddels zien we de dominantie van deze opwekkers langzaam maar zeker veranderen. De warmtepomp is al geruime tijd aan een opmars bezig, ook in hybride verwarmingsinstallaties, waarmee tegelijk de eisen aan het afgiftesysteem veranderen. Maar ook bouwkundige verbeteringen aan woningen, zoals meer isolatie en kierdichting, maken dat het cv-systeem anders gaat functioneren. Dit zijn stuk voor stuk veranderingen die ingrijpende gevolgen kunnen hebben, ook voor andere onderdelen in een cv-systeem.”

Kennis op de werkvloer
Over die veranderingen kunnen professionals, na een update van de kennis in ISSO-kleintje CV, weer alles terugvinden. ISSO-kleintje CV, voor het eerst in 2006 gepubliceerd, bood de installateur en monteur op de werkvloer altijd veel hulp en houvast bij het installeren van cv-installaties, maar ook bij onderhoud en service. De laatste jaren werd dat wat lastiger omdat er in 2006 nog weinig aandacht was voor warmtepompen, lage afgiftetemperaturen of meerdere klimaatzones in de woning. Vandaar dat het tijd werd om deze kennis, en nog enkele actuele thema’s, in het nieuwe Kleintje CV op te nemen.

Achter de opwekker
Het zwaartepunt van dit vernieuwde Kleintje Individuele centrale verwarmingsinstallaties in woningen, zoals de publicatie van ISSO officieel heet, ligt vooral bij de installaties achter de opwekker. Jos de Leeuw: “Met de Kleintjes Gas en de twee Kleintjes voor warmtepompinstallaties hebben we al enkele actuele publicaties die de techniek rondom de opwekkers behandelen. Dit nieuwe Kleintje CV focust daarom vooral op de techniek daarachter, waarbij natuurlijk het opwekconcept ook belangrijk is en net zo goed aandacht krijgt.” De Leeuw geeft aan dat de gebruikers kunnen lezen hoe ze het benodigde vermogen moeten bepalen, en vervolgens ook uitgebreid tot welke opzet en dimensionering dit leidt voor het afgiftesysteem. “Er zijn echt verschillende onderdelen die daarin van belang zijn. Zaken als drukverlies, waterzijdig inregelen, beveiligen maar ook corrosie en waterkwaliteit komen aan de orde. Dit doen we op een zo praktisch mogelijke wijze. Vandaar dat we teksten zo kort als mogelijk houden en waar mogelijk de informatie beeldend met illustraties en schema’s weergeven.”

Gericht op praktijkmensen
ISSO heeft inmiddels een uitgebreide reeks ‘Kleintjes’, die op een compacte wijze technische kennis voor de werkvloer beschikbaar maken. Afhankelijk van het onderwerp, zijn deze uitgaven opgebouwd via een structuur die de verschillende fases behandelen: van programmafase naar ontwerpfase om vervolgens van de uitwerkingsfase naar de realisatiefase en de beheerfase te gaan. Kennisontwikkelaars kijken bij de ontwikkeling van de uitgaven nauwgezet welke informatie past bij de lezer en welke kennis in welke fase voor hen echt van belang is. “De bron voor de kennis in Kleintje CV zijn de oude Kleintjes over cv-ketel en warmtenet, de ISSO-publicatie 50 Warmwaterverwarmingsinstallaties en de ISSO-publicaties 72 en 98 die de kennis voor warmtepompsystemen in woningen uitgebreid behandelen. Met het samenstellen van het Kleintje CV halen we uit al die uitvoerige documenten de praktisch relevante informatie die we vervolgens logisch bundelen.”

Opnieuw inregelen
“Zodra je tijdens verduurzaming en nieuwbouw van een woning of bij de vervanging van een cv-toestel de achterliggende installatie wilt updaten, ontkom je niet aan het opnieuw inregelen van het afgiftesysteem. Het is tegenwoordig via het Bouwbesluit ook wettelijk vastgelegd dat je waterzijdig inregelt als je een ketel of opwekker vervangt of wanneer je een nieuwe cv-installatie aanlegt. Het is sowieso belangrijk om goed in te regelen”, vindt De Leeuw, “ook als je na-isoleert, kieren dicht of je ramen vervangt.” De komende jaren zal de stap naar een hybride cv-installatie, zo is de verwachting, door steeds meer woningbezitters worden gemaakt. Dat betekent dat ook het temperatuurtraject in het afgiftesysteem in veel woningen wat lager zal liggen. Van een aanvoer en retour met 80/60oC kun je in veel situaties best terug naar 60/40oC en soms zelfs naar 50/30oC als je vloerverwarming of convectoren plaatst of aanpast. “Wil je dit doen, moet een installateur of monteur ook weten aan welke randvoorwaarden hij of zij moet voldoen. Vandaar dat we aandacht besteden aan het testen van de luchtdoorlatendheid en aan infraroodmetingen. Dit zijn methoden die een goed inzicht geven in het warmteverlies, op basis waarvan je kunt beslissen of je probleemloos met een lagere aanvoertemperatuur kunt werken. Gaat er nog veel warmte verloren, dan komt het comfort in geding bij een lagere aanvoertemperatuur.”

Verschillende klimaatzones
Naast het waterzijdig inregelen en het variëren in aanvoertemperatuur behandelt het nieuwe Kleintje ook het regelen van het klimaat per ruimte. “Met moderne thermostaatknoppen en zoneregelaars kunnen we het comfort voor veel bewoners flink vergroten als we ruimtes apart regelbaar maken. Je merkt ook dat die vraag groter wordt. De coronaperiode heeft daar aan bijgedragen. Wanneer mensen vaker thuis werken - en dat lijkt toch een blijvende trend - zullen installateurs merken dat de vraag naar een beter regelbaar comfort in studeer-, zolder- en slaapkamers gaat toenemen.” De Leeuw vertelt dat dit een van de geluiden is die ook vanuit de Kontaktgroep komt. In de Kontaktgroep zitten diverse installateurs die mede bepalen welke huidige thema’s belangrijk zijn, en voor een actuele inhoud van het Kleintje onmisbaar.

Wetgeving en kwaliteitseisen
Het vernieuwde Kleintje CV, dat in september via ISSO Open beschikbaar is, heeft na de grondige update een inhoud die voor ongeveer de helft uit nieuwe informatie bestaat en voor de andere helft uit bestaande informatie. Tegelijk is hij ook compacter geworden, vertelt De Leeuw, “omdat we informatie hebben weggelaten die nu in andere Kleintjes uitgebreid te vinden is. Bijvoorbeeld het berekenen van de dimensie van gasleidingen of de verouderde EPC-concepten. Een andere reden voor het updaten waren nieuwe of aangepaste, wetgeving en kwaliteitseisen. Zoals aanpassingen in het Bouwbesluit, maar ook de eisen die we tegenwoordig stellen aan de kwaliteit in het kader van erkennings- of certificeringsregelingen. In eindtermen voor vakbekwaamheidseisen wordt bijvoorbeeld ook verwezen naar het Kleintje CV. Ook een opleverchecklist, die ISSO heeft opgesteld, hebben we in dit Kleintje opgenomen.” 

Dit is een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ. De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.nl

Fout: view febc3c7854 bestaat mogelijk niet

  • Bedrijf
  • februari 2, 2021
  • 34 views
Kennis over volumestromen geactualiseerd

De kennis uit ISSO-kleintje Inregelen is recent geactualiseerd. Het Kleintje is een compacte handleiding voor het inregelen van de ontwerpvolumestromen van individuele verwarmingsinstallaties in woningen. Deze kennis is geschikt voor installatieontwerpers en onderhoudsmonteurs maar wordt ook gebruikt in het installatietechnische onderwijs.

Kleintje Inregelen geeft uitleg over ontwerpvolumestromen, waar in een cv-installatie inregelafsluiters horen te zitten en wat voor typen inregelafsluiters gewenst zijn. Deze recent herziene editie maakt dat inzichtelijk voor twee inregelmethoden: de dynamische en statische. De vorige versie van Kleintje Inregelen kende alleen statisch inregelen. De kennis in deze geactualiseerde versie is gebaseerd op ISSO-publicatie 56 Inregelen van ontwerpvolumestromen in individuele verwarmingsinstallaties in woningen.

Comfort en energiegebruik
Kleintje inregelen vermeldt hoe de inregelafsluiters in de juiste standen zijn te zetten. Inregelen van de volumestromen op de ontwerpwaarden is noodzakelijk om het gewenste comfort te realiseren en het energiegebruik van de installatie aan te laten sluiten bij het ontwerp. Klachten bij bestaande installaties zijn vaak een gevolg van het niet ingeregeld zijn van de installatie. De kennis in deze uitgave stipt deze situaties aan en geeft oplossingen.

Stap voor stap inregelen
Het belangrijkste verschil tussen deze nieuwe uitgave en de oude versie is daarnaast dat hij weer up-to-date is qua technieken en inregelapparatuur. De kennis is sterk gericht op degene die het inregelen uitvoert. Stap voor stap kan hij of zij de aanpak volgen van verschillende methoden van inregelen, voor zowel nieuwbouw als bestaande bouw.
Deze nieuwe editie van ISSO-kleintje Inregelen is te raadplegen via ISSO Open

Fout: view e9dd6766dn bestaat mogelijk niet