Minimale kortsluitlucht bij warmtewielen

De overdracht van vuile retourlucht naar verse toevoerlucht, zogenaamde lekverliezen, via het warmtewiel krijgt momenteel veel aandacht. Tot voor kort was dit vaak een onderbelicht ‘probleem’. Door de huidige situatie met het Covid-19 virus heeft dit onderwerp nu alle aandacht. Bij de ontwikkeling van de Gold RX luchtbehandelingskasten met warmtewiel van Swegon, in Nederland vertegenwoordigd door Auerhaan-Klimaattechniek, stond lekverlies centraal.

Het warmtewiel is bij een Swegon Gold unit altijd voorzien van een spoelzone. Deze voorkomt dat in de rotor afvoerlucht naar de toevoerlucht wordt overgebracht. Omdat de spoelzone niet optimaal werkt bij een laag luchtdebiet, bijvoorbeeld bij een vraaggestuurde regeling zoals VAV, CO2, enz., is deze unit voorzien van een zogenaamde Clean-Air-Control regeling. Deze door Swegon zelf ontwikkelde regeling zal bij een laag debiet van de unit het toerental van het wiel verlagen. Daarmee is een goede werking van de spoelzone gegarandeerd, aldus de fabrikant. Het toerental wordt minimaal verlaagd, waardoor het effect op het rendement van de warmteterugwinning marginaal is.

Drukbalans
Elke Gold RX unit wordt geleverd met drukvereffeningsplaten en is voorzien van drukmetingen in alle secties rondom het warmtewiel. Ter voorkoming van lekverliezen is een goede drukbalans in de LBK van groot belang. Tijdens de inbedrijfstelling van de unit kan de drukbalans worden gecorrigeerd met behulp van deze drukvereffeningsplaten.

Laag niveau van verontreinigingen
Door toepassing van de spoelzone, de Clean-Air-Control en een correcte drukbalans in de luchtbehandelingsunit, zal het niveau van verontreinigingen (lekverlies) erg laag zijn. Een test volgens EN 308: 1997 toont aan dat de overdracht van afvoerlucht naar toevoerlucht bij de Swegon Gold RX units minder is dan 0,45%.

Ander relevant nieuws van onze redactie

Fout: view cb1af0c1t3 bestaat mogelijk niet

  • Branche
  • september 18, 2020
  • 1 views
Hoe verhelp ik comfortklachten?

Zelfs als we woningen voortreffelijk isoleren, kunnen er tochtklachten optreden. Vaak heeft dat te maken met de installaties. Ron Bosch, HBO-docent installatietechniek en adviseur legt uit wat de oorzaak is van de problemen en reikt de installateur oplossingen aan.

De luchtbalans in onze kierdichte, goed geïsoleerde nieuwbouwwoningen is niet statisch, maar fluctueert. Dat leidt vaak tot energieverspilling in ruimtes waar geen mensen verblijven en een ondermaatse luchtkwaliteit in zones waar de bewoners zich langer ophouden. Zelfs als een regeling, bijvoorbeeld op basis van CO2, aangeeft dat er extra ventilatie nodig is, blijft het maar de vraag of de beschikbare capaciteit in alle gevallen wel toereikend is voor een grote bezetting. Bovendien kan een verkeerd gekozen installatieconcept bij een kierdichte, goed geïsoleerde nieuwbouwwoning leiden tot tocht- en koudeklachten. Daarnaast zien we ook regelmatig dat het gedrag binnenshuis tot fluctuaties kan leiden in het CO2-niveau en het vochtgehalte van de lucht, met alle gevolgen vandien.

Parameters
Het is daarom goed dat het Bouwbesluit comforteisen bevat en er richtlijnen zijn voor een juiste modelering van installatieconcepten. Hierop kunnen we als sector teruggrijpen. Kijkend naar dit Bouwbesluit en de richtlijnen, adviseer ik het volgende:
- stel richtlijnen op voor de minimaal te behalen prestaties voor de luchtuitwisseling per vertrek. Aanvullend aan deze capaciteitseisen uit het Bouwbesluit kunnen richtlijnen worden geformuleerd voor de luchtuitwisseling die in de praktijk daadwerkelijk gemiddeld per vertrek gerealiseerd moet worden bij normaal/standaard bewonersgedrag;
- het huidige stuurartikel 3.28 uit het Bouwbesluit en het advies van de Gezondheidsraad (waarop de huidige capaciteitseisen zijn gebaseerd) geven samen voldoende aanknopingspunten voor de opstelling van zo’n richtlijn. Er is een minimale luchtuitwisseling van 7 l/s per persoon nodig om de CO2-concentratie beneden de 1200 PPM te houden en daarmee voldoende luchtkwaliteit te realiseren.

Praktijkcase
Nadat vorige jaar, vlak voor Kerst, een appartementencomplex was opgeleverd in Rosmalen, klaagden de bewoners over de tocht en koude luchtstromen. Men zette en masse de gevelroosters dicht. Het gevolg was dat het ventilatiesysteem overuren maakte, doucheputjes werden leeggetrokken en het vochtigheidsgehalte toenam in de woning omdat er geen verse lucht naar binnen kwam. Het ventilatiesysteem met intelligente regeling bleef ‘optoeren’, omdat het te hoge concentraties CO2 signaleerde in de woningen. Uit metingen bij de referentiewoning bleek dat de combinatie van onverwarmde ventilatielucht, een lt-vloerverwarmingssysteem en een goed geïsoleerd huis de oorzaak waren van de comfortklachten. De verse lucht werd onvoldoende opgewarmd door het lt-vloerverwarmingssysteem.

Koudeval
Koudeval is een natuurlijk verschijnsel. Warme lucht bij grote raampartijen koelt in een hoog tempo af en valt vervolgens naar beneden, waardoor het lijkt of er in de winter een tochtstroom over de vloer loopt. Koude lucht zakt en warme lucht stijgt. Dit komt doordat koudere lucht compacter en zwaarder is dan de lichtere warme lucht, die gewoonweg opzij wordt geduwd.

Leefzone
Als de gevel een hoge winddruk te verduren krijgt, stroomt er ongevraagd veel koude lucht naar binnen. Dit verergert de klachten. In ons land krijgen we te maken met forse windsnelheden van soms meer dan 15-20 m/s (ofwel 50 tot 70 km/h). Dat leidt tot 120 tot 260 Pascal op onze gevels aan winddruk.

Natuurlijke of gebalanceerde ventilatie
In de praktijk leiden balansventilatiesystemen tot aanzienlijk minder overschrijdingsuren dan systemen met natuurlijke toevoer en mechanische afvoer. Tevens is gebleken dat balansventilatiesystemen ook aanzienlijk minder tocht- en koude klachten met zich meebrengen dan systemen met natuurlijke toevoer en mechanische afvoer.

Oplossingen
Wat kunnen we eraan doen om koudeval te voorkomen en een goed installatieconcept te verwezenlijken?

Bij bestaande bouw:
- enkelglas vervangen voor HR++ glas indien nog aanwezig;
- bij convectorputten ondersteuningsventilatoren plaatsen die de convectiestromen op gang brengen;
- geen zitmeubilair plaatsen vlak bij de gevels. Dit is geen comfortzone, je moet minimaal 1 meter van de gevel verwijderd blijven;
- bij vervanging van een vr-ketel door een hr-ketel rekening houden met convectorputten. Deze zijn vaak geschikt voor een hoog gestookt systeem (90-70°C) terwijl een hr-ketel het liefst op lage temperaturen regelt, waardoor je te maken kan krijgen met een vermogenstekort.

Bij nieuwbouw:
- kies voor een installatieconcept, dat past bij de situatie. Houd daarbij ook rekening met de bouwkundige context en bouwfysische omstandigheden;
- denk dus goed na als je dauerlufting (gevelroosters) toepast in jouw ontwerp en als je het doet plaats ze dan op een gevelzijde die niet direct in de stuwing van de wind staat;
- overweeg ook eens of het mogelijk is om aardwarmtebuizen te gebruiken die de ventilatielucht voorverwarmen;
- maak gebruik van elektronische, zelfregelende roosters bij winddrukken van meer dan 100 (Pascal). Het voordeel hiervan is dat ze actief zelf sluiten;
- bedenk dat dauerlufting voorzien van elektrische voorverwarmingsstrip de energievraag verhoogt plus dat er geld gereserveerd moet worden voor de aanleg van elektra aansluitpunt;
- stuur dauerlufting alleen op CO2-gehalte. Is het CO2-niveau te hoog, laat dan automatisch het rooster openzetten;
- zet het meubilair minimaal 1 meter van de gevel af.

Conclusie
Het maakt dus niet uit of je lt-vloerverwarming, convectoren en elektrische radiatoren hebt voor de warmteafgifte. Het gaat om de mate van isolatie van de woning: des te beter geïsoleerd, des te lager de warmtevraag. Als je iets wil veranderen aan het installatieconcept, houd dan rekening met de eventuele consequenties en praat erover met je klanten.

Hele artikel lezen en nog meer tips ontvangen? Houd dan de nieuwe IZ in de gaten! Onze oktober-editie verschijnt op 6 oktober en is daarna ook digitaal te raadplegen via: www.installateurszaken.nl

Hogere capaciteiten luchtbehandeling

De CKL evo serie van WOLF is uitgebreid met de CKL evo 4700 en 6100, waardoor nu ook units van resp. 4700 en 6100 m3/h leverbaar zijn. Eind 2019 kondigde WOLF al aan de compact units met platenwarmtewisselaar verder te hebben doorontwikkeld en verbeterd met hogere luchtdebieten, uitgebreidere accessoires en innovatieve regelfuncties. De CKL evo serie werd geïntroduceerd met de luchthoeveelheden 1400, 2400, 3300.

De CKL evo kan geleverd worden met een tweede filtertrap in zowel de toevoer- als afvoer, zodat de lucht wordt voor en na gefilterd tot klasse ISO ePM1 80% (F9) voor optimale bescherming tegen fijnstof. Er kan gekozen worden voor verschillende filtertypes. Hiermee voldoet de compacte unit aan de eisen van bijvoorbeeld BREAAM projecten en wordt ook ingespeeld op de groeiende aandacht voor gezonde gebouwen voor de gebruikers (WELL en het PvE Gezonde Kantoren zoals ontwikkeld door het platform gezond binnenklimaat). Standaard is de CKL evo voorzien van drukverschilschakelaars voor de filterbewaking, optioneel kan gekozen worden voor druksensoren met intelligente filterbewaking. Afhankelijk van de actueel ingestelde of geregelde luchthoeveelheid (op CO2, luchtkwaliteit, luchtvochtigheid, constante druk of luchtvolume) en het exacte drukverlies over het filter wordt de vervuiling van het filter berekend en een filterwaarschuwing gegenereerd. Daarnaast voldoet de CKL evo aan de VDI 6022 hygiëne richtlijn.

90% energie teruggewonnen
Dankzij de hoog rendement tegenstroomplatenwisselaar wordt meer dan 90% van de energie teruggewonnen. Door een modulerende bypass-regeling met Ice Protect Technology wordt invriezen van de tegenstroomplatenwisselaar tegengegaan. Hierdoor blijft de weerstand over de WTW laag, wordt een hoge energie-efficiëntie bereikt en is een langere levensduur gegarandeerd, zonder onbalans tussen de toevoer- en retourluchthoeveelheid.
De toegepaste nieuwste generatie EC-ventilatoren zijn geselecteerd op een laag geluidsniveau en zorgen voor een laag energiegebruik. De CKL evo voldoet ruimschoots aan de ErP2018 wetgeving en Eurovent energielabel A of A+, waarmee de unit ook voldoet aan EIA 2020 subsidie eisen.

Aan te sluiten op een gebouwbeheersysteem
De complete regeling van de Plug & Play CKL evo is eenvoudig aan te sluiten op een gebouwbeheersysteem en bevat flexibiliteit voor extra regelfuncties. Daarnaast kan in het tussenseizoen de capaciteit van de warmteterugwinning nauwkeurig worden geregeld, zodat de optimale en gewenste inblaastemperatuur wordt gerealiseerd, hiermee wordt tevens een aanvullende energiebesparing gerealiseerd.
De thermische isolatie van de CKL evo voldoet aan klasse T2. De koudebrugfactor voldoet aan de voor compact units hoge klasse TB2 en met de prestaties op stabiliteit en luchtdichtheid voldoet de CKL evo aan de allerhoogste klasse, respectievelijk D1 en L1.

Flexibiliteit in ontwerp
Ondanks dat de CKL evo een unit is die gestandaardiseerd is en in grote aantallen geproduceerd wordt, is het bij de selectie mogelijk om de unit aan te passen aan de specifieke wensen van de klant voor het project. Bijvoorbeeld een extra boost-klep voor versnelde opwarming van het gebouw, bijvoorbeeld in de opstartfase. Aansturing van een verwarmings- of koelerbatterij of warmtewisselaar voor een warmtepomp (voor verwarmen en koelen) is uiteraard geen enkel probleem. Uniek is echter het Clima-Split systeem waarmee ondanks de ontdooicyclus van de warmtepomp de inblaastemperatuur perfect bewaakt wordt dankzij de intelligente communicatie tussen de CKL-evo en de externe warmtepomp(en). Hiermee wordt het comfort in ieder situatie bewaakt.

Op onze nieuwsbrief abonneren

Consortium gaat verspreiding van coronavirus in binnenlucht onderzoeken

Hoogleraar Philomena Bluyssen start in een consortium met Christophe Hermans van NLR, Rob Hagmeijer van Universiteit Twente, Atze Boerstra van bba binnenmilieu en Paul Scheepers van Radboudumc, een onderzoek naar de verspreiding van microscopisch kleine druppels, zogenoemde aerosolen, via de lucht in binnenruimtes. Met een opstelling in de Experience room van het SenseLab aan de TU Delft wordt de verspreiding van aerosolen zichtbaar gemaakt onder verschillende ventilatiecondities.

Het onderzoek kan inzicht bieden welke extra maatregelen in gemeenschappelijke binnenruimtes genomen moeten worden om de verspreiding van het coronavirus nog beter tegen te gaan. De resultaten zullen worden gebruikt om het OMT, RIVM en GGDs van nieuwe inzichten te voorzien.

Verspreidingsroutes
Bij de verspreiding van het SARS-CoV-2 worden drie verspreidingsroutes onderscheiden via:
- (grote) druppels en spatten die slechts een korte afstand overbruggen;
- direct contact tussen mensen of met besmette oppervlakken;
- microscopisch kleine druppels (aerosolen) die op een luchtstroom kunnen worden meegevoerd.

In de huidige intelligente lockdown in Nederland wordt vooral rekening gehouden met de eerste twee vormen van verspreiding. 1,5 meter afstand houden en het regelmatig wassen van handen zijn voorbeelden van maatregelen om besmettingsrisico’s via respectievelijk grote druppels en direct contact te beheersen.
Dat er relatief minder aandacht is voor de derde besmettingsroute, via aerosolen, heeft te maken met de onzekerheid die er vooralsnog bestaat of deze kleine druppels genoeg virus kunnen bevatten om personen te besmetten. Het consortium wil de verspreiding van aerosolen in binnenruimtes met verschillende mate van ventilatie gaan bestuderen, zodat bij het treffen van concrete maatregelen alle verspreidingsroutes en daaraan gekoppelde besmettingsrisico’s ingedamd worden.

Bron: TU Delft

Op onze nieuwsbrief abonneren

Units voor luchtbehandeling met geïntegreerde inverter warmtepomp en regeling

Met de Swegon GOLD RX/HC units heeft Auerhaan-Klimaattechniek luchtbehandelingsunits in huis, voorzien van een geïntegreerde inverter warmtepomp en regeling. De units zijn geschikt voor zowel nieuwbouw- als verduurzamingsprojecten.

Bij de units de integratie tussen warmtepomp en luchtbehandelingsunit zowel mechanisch als qua besturing al uitgevoerd. Dit scheelt tijd en dus kosten wat betreft engineering en montage. Bovendien is er minder kans op faalkosten.

De aansturing van de luchtbehandelingsfuncties én warmtepomp zijn ondergebracht in één regeling en één bedieningsunit. Het samenbrengen van deze functies in een regeling zorgt voor een balans tussen een prettig comfort en een laag energiegebruik.

De besturing van de unit is voorzien van een webserver waardoor deze lokaal en via internet te bedienen is. Ook is de unit voorzien van communicatiemogelijkheden (o.a. MODbus, BacNet) voor integratie met een GBS.

De luchtbehandelingsunits zijn leverbaar met een luchtcapaciteit van ca. 2.500 m3/h tot circa 24.000 m3/h. De units zijn compact gebouwd en flexibel in configuratie. Ze zijn leverbaar voor zowel buitenopstelling als binnenopstelling.

Op onze nieuwsbrief abonneren

Warmtewiel wel of niet stilzetten vanwege coronavirus?

Naar aanleiding van de huidige coronavirus pandemie kwam REHVA, de Europese overkoepelende vereniging voor klimaatinstallaties, medio maart met aanbevelingen voor het beheer van luchtbehandelingsinstallaties. Verschillende brancheorganisaties, zoals de TVVL, ISSO en Eurovent namen hun aanbevelingen bijna klakkeloos over en ook de nodige vakmediab besteden de nodige aandacht aan het verspreiden van het coronavirus via ventilatiesystemen. Als snel kwam er een tegenreactie uit de branche; ‘Moet het warmtewiel nu wel of niet stilgezet worden?’

Eén van de aanbevelingen was dat het warmtewiel uitgezet moest worden en dat we het energieverlies of de extreme kou in het kantoor maar voor lief moesten nemen. Als je het lijvige Engelstalige rapport van REHVA doorleest dan heb je al snel door dat veel van de aanbevelingen niet gestoeld zijn op exacte wetenschap en er veel op aannames gebaseerd is.

 

Vragen vanuit de markt

Al snel kreeg ik als directeur van Ned Air vragen hoe er met de door Ned Air geleverde luchtbehandelingskasten en ventilatie-units omgegaan moest worden. Mijn eerste vraag die ik mezelf stelde was ‘kan een virus in de luchtbehandelingskast komen?’ en als 2e ‘kan er dan via het warmtewiel overdracht van de retour lucht naar de toevoer lucht plaatsvinden?’. Wat betreft het antwoord op de eerste vraag was het mij al snel duidelijk dat er in het geval van het coronavirus nog te weinig van bekend is. Toch acht ik persoonlijk de kans klein dat als de installatie goed ontworpen en geïnstalleerd is dat het virus de luchtbehandelingskast bereikt. Mocht dit toch gebeuren dan moet het virus zich aan de lamellen van het warmtewiel hechten en eenmaal in de toevoerlucht weer loslaten. Deze kans leek mij persoonlijk nog kleiner.

 

Wetenschappelijk onderbouwt

In de aanbeveling van REHVA werd beschreven hoe onbedoelde recirculatie tot stand komt bij toepassing van een warmtewiel waarmee warmte uit retourlucht wordt gehaald om er de koude toevoerlucht mee te verwarmen. Lekkage door het drukverschil tussen toevoer- en retourlucht, en lekkage die veroorzaakt wordt door de draaisnelheid van het warmtewiel, zorgt ervoor dat recirculatie een groot deel het ventilatiedebiet kan omvatten. Daarom luidde de aanbeveling om het warmtewiel, indien aanwezig, tijdelijk uit te schakelen, om zo te voorkomen dat virusdeeltjes vanuit de ‘vuile’ afvoerlucht kunnen lekken naar de toevoerlucht.

Uit wetenschappelijk onderzoek is echter gebleken dat bij luchtlekkage in een warmtewiel met name gassen worden doorgelaten, maar vrijwel geen vaste deeltjes. Hierdoor is het risico dat virusdeeltjes meeliften op gelekte lucht heel beperkt en kunnen warmtewielen, mits goed ontworpen, gewoon in werking blijven. Wel moet uiteraard iedere vorm van recirculatie uitgezet worden. Tenslotte wil je gezonde buitenlucht binnen brengen en de vervuilde binnen lucht afvoeren.

 

Logisch beredeneren

Het mag duidelijk zijn dan je met logisch beredeneren en een dosis gezond verstand je een heel eind kan komen. Zo was het ons al snel duidelijk dat geen standaard filter het coronavirus tegen houdt. Dus het advies om de filters niet te vervangen riep bij ons dan ook geen verdere vragen op.

 

Wel of niet bevochtigen?

Het is bekend dat bij een lage relatieve vochtigheid van 50% de levensvatbaarheid van veel RNA-virussen (bijvoorbeeld influenza) beperkt is, maar dit blijkt niet te gelden voor het coronavirus. Het coronavirus is levensvatbaar tot een veel hogere relatieve vochtigheid van 70-80%. Geconcludeerd mag worden dat om al deze redenen het effect van bevochtigen nihil is. Het advies van REHVA is dan ook om bevochtigingsinstallaties uit te zetten! Ook dit advies kan je in twijfel trekken. We weten allemaal dat mensen met astma of krupp gebaat zijn bij een hoge luchtvochtigheid. Waarom zou je dan de bevochtigingsinstallatie uitzetten als het toch geen invloed heeft op het virus, maar wel direct invloed heeft op de behagelijkheid in de ruimte en de gezondheid van de aanwezige mensen.

 

Wel of geen onderhoud

Ook krijg ik dagelijks de vraag hoe je op dit moment met onderhoud moet omgaan. Mijn eerste reactie is dat, aangezien er nog zoveel onduidelijkheden zijn, luchtbehandelingskasten die goed functioneren lekker hun werk laten doen en het onderhoud tijdelijk uitstellen tot er meer bekend is. Daarentegen zijn veel scholen en horeca gelegenheden leeg, dus juist een ideaal moment om onderhoud te plegen. Toevallig weet ik dat het Rijsvastgoedbedrijf bezig is met het opstellen van een onderhoudsprotocol voor de luchtbehandelingskasten op de ziekenhuizen. Uiteraard moeten deze LBK’s  in de huidige periode altijd goed blijven functioneren.

 

Rectificatie

Inmiddels heeft REHVA zijn eigen document gerectificeerd, helaas zijn er maar weinig partijen in Nederland die dit voorbeeld hebben gevolgd met als gevolg veel onduidelijkheid bij diverse marktpartijen.

 

Deze blog heb ik naar beste kunnen, eer en geweten opgesteld. Ik wens jullie veel sterkte en gezondheid toe in deze bizarre periode. Mochten jullie vragen en/of opmerkingen hebben schroom niet om ze te stellen.

 

Wouter Wijma
Algemeen directeur Ned Air BV

Op onze nieuwsbrief abonneren

Online compacte lbk’s ontwerpen

Om tijd te besparen bij het ontwerpen van compacte units heeft Wolf de ‘5-minuten Compact-configurator’ ontwikkeld. Vanaf de bouwplaats of kantoor kan men met een paar muisklikken online compacte units ontwerpen. Voor advies en ondersteuning zijn de medewerkers van Wolf beschikbaar.

Het programma configureert de geschikte oplossing aan de hand van de specificaties voor de opstelling, het type warmteterugwinning, de luchthoeveelheid, de luchtrichting en de gewenste mogelijkheden en opties. Op basis van de actuele energienormen- en richtlijnen worden de units ontworpen. De output van de bijbehorende berekeningen en documenten wordt in de vorm van tekeningen in vele formaten, datasheets, aanbestedingsteksten en BIM-gegevens aan de gebruiker gepresenteerd.

Direct naar het gewenste apparaat
Steeds meer projecten worden als BIM project uitgevoerd, wat het noodzakelijk maakt om de luchtbehandelingskasten in een vroeg stadium op te nemen. In deze situaties is het van belang dat de gegevens zo snel mogelijk beschikbaar zijn. Als er efficiënte planningsmethodes zoals BIM worden gebruikt, kan de 5-minuten Compact-configurator worden gebruikt om in een mum van tijd een eerste ontwerp voor de luchtbehandeling te maken. Daarnaast maakt de Wolf BIM-browser het mogelijk om de gegevens uit te voeren en om te zetten naar een Revit-bestand (Autodesk).

Op onze nieuwsbrief abonneren

Corona en bevochtiging: wat te doen?

Heeft de bevochtiging van gebouwen ook impact op de levensduur van het coronavirus? En zo ja; wat kan ik dan adviseren aan klanten die hun gebouwen moeten openhouden? Denk bijvoorbeeld aan de politie, brandweer of supermarkten. In de vakwereld is hier inmiddels een stevige discussie over ontstaan door een artikel dat Installatienet gisteren publiceerde.

De afgelopen weken is wel duidelijk geworden dat ook wij als installatiebranche een rol spelen bij het voorkomen van de verdere verspreiding van het coronavirus. Denk bijvoorbeeld aan het REHVA-advies om toiletdeksels voor het doortrekken te sluiten en de toiletafzuiging 24/7 in de hoogste stand aan te zetten, omdat het coronavirus ook via fecesdeeltjes die in de lucht terechtkomen, kan worden verspreid.

Ventilatie
Gisteren sprak Installatienet uitgebreid met Atze Boerstra, vice-president van de REHVA. De Europese overkoepelende vakvereniging heeft vandaag een document gepubliceerd, waarin ze een aantal adviezen verstrekt om welk mogelijk risico dan ook op een mogelijke verspreiding van het virus via ventilatiesystemen in te dammen (zie: https://www.rehva.eu/activities/covid-19-guidance).

Bevochtiging
De REHVA zegt bij monde van Boerstra dat: “Wat betreft de instellingen voor de bevochtiging via luchtbehandelingskasten; hieraan niets hoeft te worden veranderd. De luchtvochtigheid moet echt extreem hoog zijn, meer dan 80%, om de levensvatbaarheid van het virus significant te verkorten. Extra bevochtigen om dat soort niveaus binnen te halen is meestal onmogelijk en om andere redenen (schimmelgroei, thermisch discomfort) zelfs ongewenst.”

Meer focus op installaties en gezondheid
Francesco Franchimon, was als Public Health Engineer betrokken bij het opstellen van dit document. “Het is belangrijk om te beseffen dat de autoriteiten de transmissie van het virus via de lucht niet erkennen als transmissieroute, maar zich vooral richten op de transmissie via druppels en contact. Vanuit de uitbraken van SARS (SARS-CoV-1) en MERS (MERS-CoV) was er wel een transmissie via de lucht ontdekt. Vanuit het voorzichtigheidsprincipe stellen wij in dit document een aantal voorzorgsmaatregelen vast die als proportioneel gezien kunnen worden met de huidige omstandigheden.”

Relatieve vochtigheid
Hij vervolgt: “Terugkomend op de invloed van de relatieve vochtigheid op het coronavirus; dit virus kan tegen een hoge relatieve vochtigheid. Pas bij een RV van 70-80% begint de levensvatbaarheid van het coronavirus significant af te nemen.” De Public Health Engineer, met een achtergrond in de installatietechniek, dringt aan op een verbreding van de aanwezige kennis bij installateurs. “We zijn de afgelopen jaren als branche volop bezig geweest met duurzaamheid. Het wordt tijd dat we ons meer gaan focussen op het belang van installaties voor de gezondheid van eindgebruikers. Vanuit historisch perspectief zijn bijna alle uitvindingen die betrekking hebben op installaties ooit bedoeld voor het behalen van gezondheidswinst. Dat zal op termijn ook leiden tot meer werk voor installateurs waar veel kennis van de volksgezondheid voor nodig is. Gebouwen dienen een preventieve werking te hebben op de ontwikkeling van bijvoorbeeld infectie- en chronische ziekten, zij moeten niet een extra ziektelast veroorzaken.”

Warmte en het coronavirus
Volgens hem zou de coronacrisis wel eens langer kunnen duren dan een aantal experts ons wil laten geloven als het seizoenseffect als belangrijkste mechanisme wordt gezien. “Er wordt wel gezegd dat het virus niet goed kan gedijen bij warmer lenteweer, maar dat is nog maar de vraag. Uit onderzoeken blijkt namelijk dat het virus niet direct verzwakt door de temperaturen die gangbaar zijn in het binnenmilieu en zoals ik al eerder aangaf blijft het virus ook bij een relatief hoge relatieve vochtigheid levensvatbaar. Dus het virus kan dan hardnekkig aanwezig blijven met de relatieve vochtigheden die wij in de lente en zomer in het binnenmilieu kennen.”

Initiatief
Franchimon is mede daarom een van de initiatiefnemers van het platform samenstoppenwijcorona.nl. De focus van dit initiatief ligt bij de situatie op de werkplek en de preventie van corona.

Lagere RV wel wenselijk?
Overigens klinkt er ook al een tegengeluid op Social Media. Wilfred Heesakkers, Sales Manager bij bevochtigingsexpert Condair reageerde gisterenavond op LinkedIn als volgt op het interview met Atze Boerstra en het standpunt van REHVA en dus ook Franchimon over relatieve vochtigheid. Hij verwees daarbij naar verschillende studies, onder andere naar het dit onderzoek, “waaruit het enorme belang en de bijdrage van RV 40%-60% blijkt om ook de verspreiding in het binnenklimaat van het Coronavirus te verminderen”, aldus Heesakkers.

Laatste reactie
De heer Franchimon om een reactie hierop gevraagd, zegt: “Wij kennen dit onderzoek. Het betreft een onderzoek waar gebruik is gemaakt van twee surrogaten van het coronavirus om het effect van verschillende relatieve vochtigheden en luchttemperaturen op de inactiviteit van deze surrogaten op oppervlakten te bestuderen. De uitkomsten daarvan wijken af van de studies waar onderzoekers wel gewerkt hebben met het echte coronavirus. Om die reden hebben wij vooral studies ingesloten in het Rehva document op basis van studies met echte het coronavirus.”

Overige onderzoeken
In de discussie op LiN worden ook nog andere onderzoeken aangehaald. Het voert echter te ver voor de scope van dit artikel om ze allemaal te gaan belichten.

Op onze nieuwsbrief abonneren

Luchtbehandeling voor comfort applicaties

Onlangs heeft Stulz Tecnivel een nieuwe productiefaciliteit van 50.000 m2 geopend in Madrid voor het fabriceren van luchtbehandelingskasten. Hiermee is het startsein gegeven om de ClimaPac range in de markt te introduceren.

Deze range luchtbehandelingskasten bestaat uit een modulaire kastopbouw met 50 standaard afmetingen en voldoet aan de Eurovent certificering en ERP normen. De luchtbehandelingskasten zijn voor zowel binnenopstelling als buitenopstelling verkrijgbaar en er kan voor worden gekozen om de kasten te voorzien van een uitgebreide regeling met diverse opties voor communicatie met het gebouwbeheerssysteem, zoals BACnet, Lonmark, Modbus of web-based. Daarnaast kunnen de luchtbehandelingskasten worden uitgevoerd met verschillende soorten coating om aan alle specifieke eisen te voldoen. Bij de toepassingen voor de ClimaPac range luchtbehandelingskasten kan worden gedacht aan ziekenhuizen, kantoren, winkelcentra, scholen, hotels banken en industrie.

Op onze nieuwsbrief abonneren

Houd de longen van een gebouw schoon

Een zuiver binnenklimaat in kantoren en gebouwen wordt steeds vaker gezien als een belangrijke voorwaarde voor welzijn. De ‘longen van een gebouw’, de luchtbehandelingskasten, kunnen door bacteriegroei verspreiders worden van vuile lucht. Ook toename van fijnstof als gevolg van vervuilde filters is schadelijk voor de gezondheid van kantoorpersoneel. Zeker als je bedenkt dat mensen 90% van hun tijd binnen doorbrengen.

Om het binnenklimaat zuiver te houden, inspecteert en onderhoudt Vlint (voorheen Nedfilter) de longen van een gebouw. Het hele luchtbehandelingstraject, van luchtbehandelingskast tot luchtkanaal, kan door Vlint worden hersteld, gereinigd, ontsmet en gecoat. Voorzien van hoogwaardige fijnstoffilters draagt een goed onderhouden LBK bij aan een gezond binnenklimaat.

Vlint ontzorgt installateurs en gebouwbeheerders volledig met zijn 360°-aanpak van het luchttraject. In het Gelre ziekenhuis te Zutphen verving Vlint bijvoorbeeld niet alleen de lagers en de poelies in de luchtbehandelingskasten, maar deoxideerde, reinigde en coatte ook de beplating. Op Schiphol verving Vlint zowel filters als kastonderdelen zodat alles weer optimaal functioneerde.

De complete aanpak van Vlint met oog voor het complete luchtbehandelingstraject leidt tot goede hygiëne, verlaging van energiekosten, optimale fijnstoffiltratie en voldoende toevoer van frisse lucht. Zo ontzorgt Vlint installateurs en komt het welzijn van eindgebruikers op nummer 1.

Voor meer informatie bezoek de website van Vlint: http://www.vlint.nl