- Bedrijf
- mei 26, 2023
- 0 views
Nieuwe lector Duurzame Gebouwde Omgeving
Per 1 september 2023 start Ingrid Janssen als lector Duurzame Gebouwde Omgeving bij Avans Centre of Expertise Veiligheid & Veerkracht. Zij is op dit moment werkzaam als associate professor Real Estate Management aan TIAS School for Business and Society, en lid van de Raad van Commissarissen bij Wooninc. Jacomine Ravensbergen, lid van College van Bestuur van Avans Hogeschool, ziet de komst van Janssen als een uitstekende versterking: “Met haar halen we iemand binnen die echt impact gaat maken op de grote maatschappelijke uitdagingen voor de gebouwde omgeving in Nederland en Europa. De uitdagingen rondom duurzame, toekomstbestendige gebouwde omgeving vragen om een lector die zowel inhoudelijke kennis van de bouw bezit als het vermogen om, in samenwerking met partners uit het werkveld, nieuwe oplossingen te zoeken.”
Anita van Pol, directeur van Avans Academie voor Duurzame Gebouwde Omgeving (ADGO), over de aanstelling: “ADGO is blij met haar komst. Samen met onze docenten zal zij de studenten ook inspireren de toekomst vorm te geven. Onze studenten nemen het stokje van de huidige generatie over en zij dienen de skills te hebben om te zorgen voor een versnelling van de technische en sociale innovaties.”
Kloof tussen overheid en burger verkleinen
Henk Spies, lector van het programma Mind the Gap, dat zich richt op de kloof tussen overheid en burger, kijkt uit naar de verbinding met Janssen. “Zij wil zich richten op een toekomstbestendige aanpak van wonen en wijken. Haar manier van denken, haar netwerk en haar ervaring geeft een impuls aan onze ambitie van interdisciplinair samenwerken rond complexe wijken en aan verbindingen tussen onderzoek, praktijk en onderwijs.” Nina Kramer, onderzoeker bij het lectoraat Duurzame Gebouwde Omgeving, vult daarop aan: “Ik verheug me op de samenwerking met Janssen vanwege de combinatie van vakkennis, positieve houding en vermogen om over de grenzen van eigen expertise heen te kijken.”
Versnellen van de verduurzamingsopgave
Voor Janssen zelf komt de kans om lector bij Avans te worden op het juiste moment: “Ik verheug me enorm op de samenwerking met andere lectoren en onderzoekers binnen het Center of Expertise Veiligheid & Veerkracht. Het multidisciplinaire karakter van het team lectoren spreekt me erg aan. Ook al heb ik een bouwkundige achtergrond, ik ben me erg ervan bewust dat de vraagstukken in de gebouwde omgeving zoals het woningtekort en de verduurzaming vragen om het slim verknopen van kennis uit verschillende disciplines. Zo kunnen er mooie kruisbestuivingen ontstaan.”
Duurzaam én toekomstbestendig
Janssen: “Zelf zou ik het begrip duurzaamheid iets breder willen zien dan gebouwd met duurzame materialen en energiezuinige installaties. Ik spreek graag over toekomstbestendig. Een gebouwde omgeving met oog voor toekomstige generaties, opgewassen tegen klimaatveranderingen en met een menselijke maat. Daar waar het fijn is elkaar te ontmoeten, leefbaar en veilig is.”
Opgave ligt in bestaand stedelijk gebied
Namens de Provincie Noord-Brabant feliciteert Rick van den Berg, programmamanager Wonen, Werken en Leefomgeving, Avans met de komst van Janssen: “Er ligt een gigantische opgave in de bestaande stad. Hoe kunnen we stedelijke gebieden verder verdichten, het woningaanbod divers houden en het voorzieningenniveau op peil houden? Dit is een complexe ontwerpopgave, omdat we tegelijkertijd ook ruimte willen reserveren voor water en groen. Janssen is een expert in haar vakgebied, ze doorziet de belangen in de gebouwde omgeving goed. Een onmisbare kwaliteit voor praktisch relevant onderzoek in het ruimtelijke domein. Ik nodig haar en het lectoraat uit om hier een bijdrage aan te leveren.”
- Branche
- april 18, 2023
- 4 views
Technische sector nog steeds niet vrouwvriendelijk
De technische sector kampt nog steeds met een ondervertegenwoordiging van vrouwen. Zowel technici (64%) als HR-beslissers (72%) uit de branche onderschrijven dit. Zes op de tien (59%) technici bestempelen de branche momenteel zelfs als onaantrekkelijk voor vrouwen. Om hier verandering in te brengen, zien technici vooral (57%) dat bedrijven een cultuurverandering moeten ondergaan. Dat betekent: meer diversiteit toepassen in leeftijd, geslacht en achtergrond. Dit blijkt uit de achtste editie van de TechBarometer van technisch opleider ROVC onder ruim 1.000 HR-beslissers, 2.700 technici en 1.000 potentiële zij-instromers.
Ondanks dat 66 procent van de HR-beslissers een divers personeelsbestand zegt na te streven, blijft actie grotendeels uit. Zo investeren bijvoorbeeld slechts vier op de tien (39%) HR-beslissers in het actief werven van vrouwen. Het aantal technische bedrijven dat diversiteit heeft opgenomen in de organisatiedoelstellingen voor de komende jaren is nog lager: vier procent.
Mannenwereld
John Huizing, directeur bij ROVC: “De techniek is van oudsher een mannenwereld. Hoewel uit diverse onderzoeken blijkt dat hier langzaam verandering komt, zijn vrouwen nog steeds sterk ondervertegenwoordigd. Daarnaast is sprake van een discrepantie tussen de in- en uitstroom van vrouwen die voor een technische functie kiezen. Dat vind ik, zeker gezien de huidige tijd, erg opmerkelijk. Als branche moeten we de hand in eigen boezem steken: dit moet én kan beter. Gezamenlijk moeten we aan de slag om vrouwen te enthousiasmeren voor de techniek en te zorgen dat ze dat ook blijven. Dit vraagt om aandacht en investeringen. Focus op het aantrekken en behouden van een divers personeelsbestand is enorm belangrijk voor de sector. Het personeelstekort waar de branche mee kampt is een aanhoudend probleem. Dit tekort loopt bovendien de komende jaren alleen maar verder op, onder andere door de energietransitie die om duizenden, zo niet tienduizenden extra vakmensen vraagt.”
Niet aantrekkelijk
Zeven op de tien (71%) HR-beslissers vinden dat de branche even geschikt is voor vrouwen als mannen. Wel ziet een meerderheid (56%) van de HR-beslissers in dat de branche momenteel niet aantrekkelijk is voor vrouwen. En dat beeld klopt, kijkend naar de uitkomst van potentiële vrouwelijke zij-instromers. Van hen zou slechts vijftien procent graag in de techniek werken.
Weg met de voltijdcultuur
De vraag dringt zich op waarom de technische branche onaantrekkelijk wordt gevonden voor en door vrouwen. Het antwoord hierop ligt in het feit dat de branche onvoldoende flexibel lijkt. Veel HR-beslissers vinden bijvoorbeeld dat zowel de gehele branche (44%), als de eigen organisatie (34%) onvoldoende openstaat voor deeltijdwerken. Daarnaast kampt de technische sector nog steeds met een imagoprobleem. Zij-instromers bestempelen het vakgebied vaak onterecht als moeilijk (19%), voor mannen (15%) en iets om vieze handen van te krijgen (10%). Ook technici zelf beamen dat imagoverandering noodzakelijk is voor meer diversiteit: 49 procent vindt het nodig om het imago van de technische sector te veranderen om zo meer vrouwen aan te trekken.
Huizing vervolgt: “Naast het veranderen van het imago van de techniek moet er ook anders gekeken worden naar dienstverband om het vak aantrekkelijk te maken. Goed werkgeverschap draait anno 2023 niet meer om enkel een goed salaris of een vast contract. Zaken als een gezonde werk-privébalans en autonomie worden steeds belangrijker. Ook – en misschien wel juist – in de technische branche, waar over het algemeen nog weinig aandacht is voor deze zaken. De schijnbaar dwingende voltijdcultuur maakt de sector minder aantrekkelijk voor vrouwen en jongeren, twee groepen die enorm belangrijk zijn om de personele uitdagingen in de techniek het hoofd te bieden. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat veel mensen die na een korte technische carrière weer uitstromen, deeltijd gaan werken in een sector waar dit meer gemeengoed is. Als branche laten we hier enorme kansen liggen. Willen we een bredere groep enthousiast maken én houden voor het technische vak, dan moet er meer ruimte komen voor diversiteit en flexibiliteit in dienstverband, werktijden en roosters. Ook moeten werkgevers aandacht schenken én tijd vrijmaken voor het ondersteunen van persoonlijke ambities en ontwikkelmogelijkheden.”
- Branche
- maart 30, 2023
- 4 views
KSB geeft jonge technici kans en uitdaging
Welk bedrijf in de industrie kampt er niet mee? Het bestaande personeelsbestand is aan het vergrijzen maar het aantrekken van (jonge) instroom blijkt problematisch. Landelijk, regionaal en lokaal worden verschillende initiatieven ontplooid om nieuwe, vooral jonge werknemers te vinden én aan het bedrijf te binden. KSB zet daarbij in op nauwe samenwerking met regionale opleidingscentra. Een gesprek met enkele jonge servicemedewerkers bij deze fabrikant van onder andere pompen en afsluiters leert echter dat het om meer gaat dan alleen samenwerken.
Neem Mike Huisman. Hij volgde de mbo-opleiding Werktuigbouwkunde toen hij in 2017 een stageplek zocht. Die vond hij bij KSB. “KSB voelde als een thuis waar ik serieus werk vond, leuke opdrachten kreeg en gemotiveerd werd om door te studeren. Inmiddels zit ik in mijn derde jaar van de hbo-opleiding Werktuigbouwkunde. Wat begon met een stage is inmiddels een prachtjob die mij ook kennis laat maken met het buitenland. Ik heb al tien weken bij KSB in Duitsland op de onderzoeksafdeling mogen werken, waar ik heb geleerd hoe onderzoeksontwikkelingen worden vertaald naar de praktijk. En inmiddels ben ik alweer met KSB aan het vooruitkijken naar de volgende vijf jaar.”
Afwisselende werkzaamheden
Steven Ohm werkt met Mike samen in de KSB-werkplaats in Zwanenburg. Ook hij leerde KSB kennen tijdens zijn mbo-stage. “Al snel merkte ik dat KSB afwisselend werk biedt: revisie, onderhoud, lassen – ik krijg eigenlijk met alles te maken. Tegelijkertijd motiveert KSB me wel om door te gaan met mijn studie. Mijn afstudeerproject was een vlaktafel waar ik nu bij KSB dagelijks aan sta te werken. Voorlopig wil ik hier nu eerst ervaring opdoen. En dat lukt uitstekend in een omgeving waarin veel jonge collega’s om je heen lopen die ondersteund worden door enkele ‘oude rotten’ in het vak.” Collega Dennis Loogman is dezelfde mening toegedaan: “Ik was van oorsprong automonteur maar zocht een nieuwe uitdaging; een baan met meer mechanica en minder elektronica. Die vond ik bij KSB, waar ik het overgrote deel van de tijd in de werkplaats actief ben maar af en toe ook meega naar onderhoudsopdrachten bij klanten.”
Hard nodig
Mike Breure is momenteel bezig met revisies. Als HBO-er Werktuigbouwkunde werkt hij inmiddels één jaar bij KSB en heeft in dat jaar naar eigen zeggen veel geleerd. “KSB biedt ook veel gelegenheid om te leren. Het heeft me het eerste jaar wel verbaasd dat er zoveel kon; ik ben zelfs ook al twee keer in Duitsland op cursus geweest. Voor mij is het een mooi bewijs dat KSB investeert in de eigen medewerkers. En dat merk ik ook als ik over mijn eigen ontwikkeling op het werk praat; ik ben aangenomen voor de service-buitendienst maar heb ook al aangegeven dat ik te zijner tijd graag op de engineeringafdeling zou werken. Ik ervaar dat KSB je helpt om naar zo’n positie door te groeien. Dat doet je niet alleen beseffen dat industriële bedrijven als KSB hard nodig zijn, maar ook dat wij als jonge werknemers onmisbaar zijn.”
Volop uitdagingen
Tim de Boer werkt al vier jaar bij KSB als buitendienstmonteur. Wat hem aanspreekt zijn de openheid en de sfeer. “Iedereen kan het goed met elkaar vinden omdat je geaccepteerd wordt zoals je bent. Ik heb de eerste drie maanden in de werkplaats gewerkt en ben daarna als buitendienstmonteur aan de slag gegaan. Het is zeer divers werk bij uiteenlopende klanten waarvoor je veel vrijheid krijgt maar ook goed moet kunnen improviseren. KSB investeert veel tijd in ons en dat geeft een goede binding met het bedrijf; het voelt een beetje als een familie.”
Boven mbo-niveau
Naast Tim werkt Rick Huisman. Met 20 jaar is hij de jongste. Momenteel doet hij de mbo-opleiding Werktuigbouwkunde en het werk bij KSB sluit daar op aan. “De techniek waar ik hier mee te maken krijg, ligt boven het mbo-niveau. Dat maakt het zo interessant en uitdagend om hier te werken. Momenteel loop ik stage waarbij ik als opdracht een Sewatec afvalwaterpomp zelf moet repareren. Samen met collega’s heb ik de pomp mogen uitbouwen. Momenteel haal ik de pomp uit elkaar waarna die gestraald wordt en onderdelen worden vervangen. Tenslotte mag ik de pomp weer volledig gereviseerd inbouwen in een ziekenhuis.”
Jonge collega’s
Desley Kisoor is de laatste KSB-jongeling. Hij kwam als constructiewerker in dienst bij de KSB-werkplaats waar hij pompen reviseert en onderhoudt en laswerkzaamheden verricht. “Ik ben via een kennis met KSB in contact gekomen en had al snel in de gaten dat het een bijzondere werkomgeving biedt met veel jonge collega’s en uitdagend werk. Al tijdens mijn stage kreeg ik het aanbod om aanvullende opleidingen te gaan doen. Dat gaf direct een goed gevoel en dat is eigenlijk altijd zo gebleven. Eén van die opleidingen was in Duitsland, waar je dan ook merkt hoe groot ons bedrijf is.”
- Branche
- maart 29, 2023
- 0 views
Meisjes kiezen steeds vaker voor technische carrière
Meisjes vinden steeds vaker de weg naar een opleiding in de techniek. Die conclusie trekt Techniek Nederland aan de vooravond van Girls’ Day, op donderdag 30 maart. Het aantal meisjes dat dit schooljaar heeft gekozen voor een technische vmbo-opleiding ligt maar liefst 21% hoger dan in 2021- 2022. Voorzitter Doekle Terpstra van Techniek Nederland: “Voor meisjes wordt een keuze voor techniek bijna net zo gewoon als een keuze voor de zorg of het onderwijs. Dat is goed nieuws voor de werkgevers in onze sector, maar ook voor de meiden zelf. Want de technieksector biedt enorme carrièrekansen.”
De toename van de instroom van meisjes op technische opleidingen komt niet als een verrassing. Terpstra: “Van alle sectoren biedt de techniek waarschijnlijk het allerbeste uitzicht op een interessante en succesvolle loopbaan. Het vak wordt breder, innovatiever en digitaler. Zwaar materiaal maakt meer en meer plaats voor slimme techniek. Daar komt bij dat de cultuur in techniekbedrijven volop in beweging is; communicatieve vaardigheden, creativiteit en teamwork zijn belangrijker dan ooit. Werken in de techniek wordt daardoor steeds aantrekkelijker, voor mannen én vrouwen.”
Vrouwen zijn onmisbaar
Ondertussen neemt de maatschappelijke betekenis van de technieksector snel toe. De energietransitie is onuitvoerbaar zonder techniek, voor innovaties in de gezondheidszorg geldt hetzelfde. Het is niet realistisch om te denken dat de omvangrijke maatschappelijke opgaven te realiseren zijn met de helft van de beroepsbevolking, aldus Techniek Nederland. Meisjes hebben in de technieksector volop kansen als installatiemonteur, maar bijvoorbeeld ook als adviseur, ontwerper en data-analist.
Vrouwen zijn in aantocht
De instroom in het vmbo bij het technisch profiel Produceren, Installeren en Energie (PIE) groeit licht. Dit schooljaar is 5,8% van de studenten een meisje; in het schooljaar 2021-2022 was dat 5%. Terpstra: “Er moet dus nog veel gebeuren. Daarom is het goed dat veel techniekbedrijven op Girls’ Day in actie komen en activiteiten organiseren. Techniek moet je zien en beleven, in de praktijk.”
Girls’ Day 2023: donderdag 30 maart
Girls’ Day is bedoeld om meisjes tussen de 10 en 15 jaar enthousiast te maken voor technische opleidingen en beroepen. De dag is een initiatief van VHTO, het expertisecentrum genderdiversiteit in bèta, techniek en IT.
- Bedrijf
- maart 24, 2023
- 0 views
Een andere aanpak van het arbeidstekort
Er is al jarenlang een structureel tekort aan vakmensen. Tegelijkertijd brengt de verduurzamingsopgave én vraag naar nieuwe woningen steeds meer werk met zich mee. Toch maar alles aannemen dan? De verleiding is groot, maar hier zitten behoorlijke risico’s aan vast.
Breman Installatiegroep kiest daarom voor een andere aanpak. IZ sprak erover met Erik van Heuveln, lid van de groepsdirectie van het bedrijf.
Onderzoek
Uit een recent onderzoek van bouweninstallatiehub.nl onder bijna 3000 professionals uit de bouw en installatie blijkt dat ruim 75 procent vindt dat de kwaliteit van het werk te lijden heeft onder het personeelstekort. Het percentage is ongeveer gelijk in de sectoren bouw, installatie, leveranciers en ontwerp & advies. Het gaat niet eens zozeer over de hoeveelheid vakmensen, maar over vakmensen met de juiste opleiding. Er is een gebrek aan instroom van jongeren, terwijl de ouderen uitstromen en de techniek snel verandert, aldus het onderzoek.
Tekort
Volgens Doekle Terpstra, voorzitter van Techniek Nederland, komen we ongeveer 20.000 technische medewerkers tekort. Daar komen nog 25.000 banen bij de komende jaren. Om het tekort op te lossen is het belangrijk dat de techniek aantrekkelijker wordt. Maar hoe gaan we dat bereiken?
Open vacatures
Breman Installatiegroep heeft bijna 1700 professionals in dienst. “Daarnaast staan er zeker 200 vacatures open”, vertelt Van Heuveln. “En dan gaat het zowel om professionals die binnen als buiten werkzaam zijn.”
Praktijk
Veel kleine en middelgrote installatiebedrijven hebben hetzelfde probleem. Ook zij kunnen nauwelijks vakmensen vinden. Tegelijkertijd krijgen ze van alle kanten werk aangeboden. De verleiding is groot om alles toch maar aan te nemen. Zeker omdat menig installatiebedrijf tijdens de vorige economische crisis, van 2008 tot 2014, fikse klappen heeft opgelopen en minder vet op de botten heeft dan hun grotere collega’s.
Begrip
“Ik begrijp dat ze zo in de wedstrijd zitten”, zegt Van Heuveln. “Ik wens alleen dat ze wel goed op zichzelf en hun personeel blijven letten. En op de kwaliteit van het geleverde werk. Je wilt uiteraard geen ‘Pennywise, Poundfoolish’.”
Keuze
Breman Installatiegroep kiest voor een radicaal andere aanpak. Het bedrijf besteedt veel aandacht aan de duurzame inzetbaarheid van medewerkers. Dat past ook bij de filosofie van familiebedrijven die vaak continuïteit hoog in het vaandel hebben staan. “We zetten veiligheid op één, daarnaast willen we niet alleen een energiepositieve bijdrage leveren aan de duurzaamheidstransitie, maar ook in het bedrijf willen we dat mensen energie halen uit hun werk, er plezier in hebben én houden.”
Toolboxmeetings
In de praktijk wordt daar onder andere handen en voeten aan gegeven door frequent toolboxmeetings te organiseren en bij iedere vergadering als eerste punt veiligheid te behandelen. Daarnaast biedt het bedrijf een ruim scala aan mogelijkheden voor medewerkers om zich door te ontwikkelen. Onder andere via de eigen Breman Academy.
Grenzen stellen
Maar die andere aanpak houdt ook in dat het bedrijf ‘nee’ durft te zeggen. “We willen niet dat de kwaliteit van het werk onder druk komt te staan door een tekort aan mensen. En we willen onze medewerkers niet uitputten. Het komt voor dat je dan opdrachten beleefd moet weigeren.” Meestal reageren potentiële klanten daar positief en begripvol op, vertelt Van Heuveln. “Natuurlijk is er wel eens sprake van teleurstelling, maar we onderbouwen heel grondig waarom we nee zeggen. En dan merk je over het algemeen wel dat ze het begrijpen. Iedereen weet dat er meer werk is dan er vakmensen voorhanden zijn.”
Oplossingen
Om het arbeidstekort op te lossen, halen uitzendbureaus onder andere vakmensen uit Oost-Europa. In de bouw- en installatiesector zijn al jarenlang wisselende geluiden te horen over de kwaliteit die zij leveren en de samenwerking met autochtone vakmensen. Van Heuveln heeft een “open houding tegenover deze mogelijkheid. Wij werken bij een project met maximaal 25% onderaannemers. Dat doen we om het beheersbaar te houden. We houden rekening met taalbarrières en vinden een goede begeleiding erg belangrijk.”
Juridische belemmeringen
Vanuit overheidswege en Techniek Nederland is ook gepleit om vakmensen te halen uit andere regio’s. Te denken valt dan onder andere aan Noord-Afrikaanse landen. Ook hier staat Van Heuveln open tegenover. “Wat mij betreft is iedereen met een passie voor het vak welkom.” Tegelijkertijd moeten we ook niet vergeten wat er binnen Nederland nog aan onbenut potentieel is. Van Heuveln: “Denk aan vluchtelingen. Dat is ook een kansrijke groep. Velen zitten zo twee jaar in een opvangcentrum, maar mogen ondertussen niet werken vanwege de wetgeving. Ik zou ervoor willen pleiten om de juridische belemmeringen uit de weg te helpen.”
Aantrekkelijk maken
Daarnaast moeten we de branche meer aantrekkelijk zien te maken voor de eigen bevolking, zegt Van Heuveln. Maar hoe doe je dat? Marketingdeskundigen nemen nogal eens de verkeerde afslag, beaamt Van Heuveln, door te veel te benadrukken dat “we geen vies werk doen”. De ironie is namelijk dat veel vakmensen er helemaal geen moeite mee hebben om vies te worden. Sterker nog, dat een dag hard fysiek werk, waarbij je wat vlekjes op je kleding krijgt, ook juist als heel bevredigend kan worden ervaren. En tastbare resultaten oplevert, waar je trots op kan zijn.
Binden
Daarnaast is het belangrijk om je personeel ook aan je te binden. Door ze doorgroei- en/of ontwikkelmogelijkheden te geven. Door ze te ondersteunen, waar mogelijk. “We realiseren ons niet altijd dat we ook vakkrachten hebben met dyslexie, die kan je bijvoorbeeld beter op een visuele manier instrueren of door tekst voor te lezen.” Datzelfde probleem speelt met laaggeletterdheid. Nederland telt circa 2,5 miljoen laaggeletterden en dat aantal neemt toe.
Structureel
Hoe dan ook, we zullen waarschijnlijk ook de komende jaren nog kampen met een structureel tekort aan vakmensen, denkt Van Heuveln. “Je zit met een gebrek aan aanwas en tegelijkertijd stromen mensen uit. Daarnaast neemt de installatiequote in gebouwen alleen maar toe en worden installaties ingewikkelder.”
Prefab
Als het mankrachtprobleem blijft spelen, moet je op zoek gaan naar andere oplossingen. Fabrikanten, leveranciers, maar ook bouwers en installateurs zetten steeds meer in op prefab. Daarbij worden onder geconditioneerde omstandigheden in een fabrieksachtige omgeving componenten, systemen, bouwdelen of modules gefabriceerd. Dat levert een kwaliteitsvoordeel op. Bovendien hoeft daarnaast een gebouw alleen nog maar te worden gemonteerd op de bouwplaats. En dat, levert ook nog eens een fikse tijdsbesparing op.
Dit is de verkorte versie van een artikel uit de komende uitgave van IZ. Hele artikel lezen? Surf dan komende maand naar www.installateurszaken.nl of nog beter abonneer je gratis op IZ via https://installateurszaken.nl/gratis-abonnee-worden/!
- Branche
- maart 10, 2023
- 0 views
Meer animo voor het loodgietersvak
Nederland kampt al jaren met een tekort aan loodgieters. Op Wereld Loodgieters Dag (zaterdag 11 maart) vestigt Techniek Nederland de aandacht op ‘een beroep met enorme carrièrekansen’. “Loodgieter heeft nog altijd een wat ouderwetse klank, maar dat is volledig ten onrechte”, zegt Doekle Terpstra, voorzitter van Techniek Nederland. “De loodgieter van vandaag is een moderne, technisch onderlegde vakman of vakvrouw. Dit vak is springlevend en jongeren zien dat ook. De opleidingen voor sanitair-installateur krijgen méér inschrijvingen.”
Ondanks het aantrekkelijke loopbaanperspectief wordt het tekort aan sanitair-installateurs steeds voelbaarder. Wie een badkamer of wc wil laten plaatsen, krijgt al gauw te maken met wachttijden. Hetzelfde doet zich voor bij problemen met de waterleiding of de riolering. Terpstra: “Een erkende installateur, die lid is van Techniek Nederland, zal er alles aan doen om in noodgevallen snel ter plaatse te zijn. Maar ook installatiebedrijven zitten te springen om goede vakmensen.”
Extreme buien
De loodgieter is het eerste aanspreekpunt als er iets mis is met de waterleiding of de riolering. Maar ook voor de hemelwaterafvoer is de loodgieter de aangewezen vakman. Door klimaatverandering komen extreme buien steeds vaker voor. Het belang van het beroep zal dus de komende jaren alleen maar toenemen. “Wat het vak zo aantrekkelijk maakt, is dat je als loodgieter bijna altijd de redder in de nood bent”, zegt Terpstra. “Of je nu bij strenge vorst de gesprongen waterleiding repareert of je komt een verstopping van de afvoer verhelpen, je wordt met open armen ontvangen.”
De digitale loodgieter
Loodgieters zijn en blijven onmisbaar voor het installeren, onderhouden en repareren van sanitaire voorzieningen, aldus de branchekoepel, maar sanitair-installateurs worden daarnaast betrokken bij het voorkomen en verhelpen van legionellabesmettingen in leidingen en bij het verduurzamen van woningen. Bovendien werkt de loodgieter steeds meer met digitale hulpmiddelen, bijvoorbeeld bij het ontwerpen van badkamers.
Gedegen opleiding
Technische installaties in woningen en grote gebouwen worden steeds complexer. De moderne sanitair-installateur is dan ook een goede opgeleide, veelzijdige vakman of vakvrouw. Het beroep wordt interessanter en dat is ook te merken aan de belangstelling voor technische. Terpstra: “Het tekort aan technische vakmensen is groot, maar er zijn lichtpuntjes. Het aantal jongeren dat kiest voor een technische beroepsopleiding groeit. Ook zien we veel zij-instromers het installatievak binnenkomen. Dat is goed nieuws, maar nog niet voldoende om de uitstroom te compenseren waarmee we te maken hebben als gevolg van de vergrijzing. Er liggen dus héél veel kansen voor jonge mensen om het de komende jaren te gaan maken in dit beroep. En of je jezelf dan loodgieter noemt of sanitair-installateur, mag je zelf weten.”
5 vragen over de loodgieter, beantwoordt door Techniek Nederland:
1 Is loodgieter een uitstervend beroep?
De loodgieter (of eigenlijk: de sanitair-installateur) zorgt ervoor dat het toilet, de badkamer en alle leidingen die daarbij horen, probleemloos werken. Maar de moderne loodgieter ontwerpt ook badkamers, zorgt voor legionellaveilige waterleidingen én is betrokken bij het duurzaam maken van woningen en gebouwen. Steeds vaker doet hij of zij dat met slimme, digitale hulpmiddelen. Er zijn te weinig loodgieters, terwijl er steeds méér werk voor ze is. Kortom: de loodgieter is belangrijker dan ooit.
2. Zijn er nog wel jongens en meisjes die loodgieter willen worden?
Gelukkig wel. Sterker nog: de belangstelling neemt weer toe. Het aantal studenten dat kiest voor een technische beroepsopleiding groeit. Steeds meer jonge mensen beseffen dat je als sanitair-installateur een interessante en aantrekkelijke carrière tegemoet gaat. Ook het aantal zij-instromers dat kiest voor het loodgietersvak groeit.
3. Loodgieter, verdient dat een beetje?
Er is steeds meer waardering voor het beroep van loodgieter. Ook financieel. De moderne, goed opgeleide loodgieter verdient een uitstekend salaris.
4. Waar kun je leren voor loodgieter?
Om loodgieter te worden heb je een technische opleiding nodig op minimaal MBO2-niveau. Meestal is dat de opleiding monteur gas, water of warmte. Er zijn ook specifieke opleidingen. Dat kan een cursus zijn, maar ook deeltijd- of avondonderwijs. Voor zij-instromers zijn er speciale trajecten bij regionale opleidingsbedrijven.
5. Wereld Loodgieters Dag, waar is dat voor nodig?
Als loodgieter doe je belangrijk werk. Voor je klanten én voor de maatschappij. Je werkt aan gezondheid, veiligheid, energiebesparing én comfort. Helaas blijft dat soms een beetje verborgen. Daarom zet Techniek Nederland op Wereld Loodgieters Dag het beroep in de schijnwerpers.
(foto Hans Hordijk)
- Branche , Installatienet
- februari 10, 2023
- 0 views
Werken in energietransitie: 2 op de 3 werkenden overweegt carrièreswitch
Om de energietransitie te doen slagen is personeel nodig. Met name technische vakmensen kunnen de komende decennia het verschil maken, maar er is een tekort. Energiebedrijf Zonneplan vroeg daarom aan een panel van duizend werkende Nederlanders of zij weleens nadenken over een overstap naar werk in een andere sector. Twee op de drie gaven aan dat dit inderdaad het geval is. Meer dan de helft zegt bovendien veel waarde te hechten aan maatschappelijk relevantie in hun werk.
Mannen zeggen in het onderzoek van Zonneplan iets meer bezig te zijn met een carrièreswitch dan vrouwen. 9 procent van de mannen denkt hier zelfs elke dag over na, tegen 6 procent van de vrouwen, terwijl het percentage mannen dat zegt er nooit mee bezig te zijn 35 procent is en onder vrouwen 38 procent. Jongeren (18-34 jaar) zijn vaker bezig met een overstap (76 procent) dan ondervraagden in de leeftijdscategorieën 35-49 jaar (67 procent) en 50-65 jaar (49 procent). Daarnaast valt op dat liefst 86 procent van de ondervraagden werkzaam in de sector ‘Media en communicatie’ weleens nadenkt over een switch. Ook de sector ‘Handel en dienstverlening’ scoort met 74 procent relatief hoog. Werknemers actief in de sector ‘Justitie, veiligheid en openbaar bestuur’ zijn hier met 53 procent juist het minst mee bezig.
Maatschappelijk relevant werk
Een belangrijke reden om verder te kijken op de banenmarkt is voor veel Nederlanders het gemis van maatschappelijke meerwaarde in hun huidige baan. David Venderbos, recruiter bij Zonneplan, merkt dit de laatste jaren veel in de sollicitatiegesprekken die hij voert. “Ik spreek bijvoorbeeld veel zij-instromers die momenteel actief zijn als productiemedewerker en dat stukje toegevoegde waarde missen. Of denk aan automonteurs. Hun werk wordt steeds meer overgenomen door computers. Ook pakketbezorgers en winkelmedewerkers die bij ons solliciteren noemen vaak het missen van een daadwerkelijk doel in hun werk als argument om de overstap naar werken in de energietransitie te maken.”
Van de duizend Nederlanders die Zonneplan ondervroeg gaf 8,5 procent aan dat zij maatschappelijke relevantie het allerbelangrijkst vinden bij het zoeken van een nieuwe baan. Belangrijker nog dan het salaris dus. Bijna de helft - 46,1 procent - zegt dit belangrijk te vinden, mits het salaris ook in orde is. Bijna een derde stelt dat dit sociale aspect mooi meegenomen is, maar dat er meerdere andere factoren van groter belang zijn. Voor 14,2 procent doet maatschappelijke meerwaarde er in het geheel niet toe. Verder stelt ruim een kwart van de ondervraagden dit maatschappelijke aspect in de afgelopen vijf jaar belangrijker te zijn gaan vinden. Zo’n 11 procent zegt juist het tegenovergestelde te voelen, terwijl voor de meerderheid - 62 procent - dit niet veranderd is.
- Bedrijf
- februari 4, 2023
- 0 views
Ondernemers positief over kabinetsplannen voor meer groene banen in de techniek
De vijf technische branches en werkgeverskoepels achter het Aanvalsplan Techniek zijn zeer positief over de begin februari gepresenteerde maatregelen van het kabinet om te zorgen voor meer groene banen in de techniek. Hun in november gepresenteerde plannen zijn een cruciaal onderdeel van de nieuwe aanpak van het kabinet om het tekort aan technici terug te dringen, blijkt uit de vandaag verzonden Kamerbrief.
Met het Actieplan Groene en Digitale banen wil het kabinet onder meer zorgen dat een tekort aan technici er niet toe leidt dat het doel om de uitstoot van broeikasgassen met 55-60% te reduceren in 2030 in gevaar komt. Ook moet het plan meer dan 1 miljoen ICT-geschoolden in 2030 opleveren. De nieuwe aanpak van het kabinet loopt tot 2030 en bevat stevige maatregelen.
Cruciaal
Voorzitter Doekle Terpstra van Techniek Nederland: “Het groene banenplan is cruciaal voor de technieksector én voor de energietransitie. We hebben veel meer technische vakmensen nodig om alle warmtepompen en zonnepanelen te installeren. Innovatieve energietechniek wordt bovendien steeds digitaler. We zitten dus óók te springen om ict’ers die nodig zijn voor een productiviteitsstijging in de branche en een versnelling van de verduurzaming.”
Verdubbeling investering
In november vorig jaar presenteerde Techniek Nederland met vier andere branches en de werkgeverskoepels het Aanvalsplan Techniek aan het kabinet. Terpstra ziet een groot deel van die voorstellen terug in het groene banenplan. “De brancheorganisaties zijn bereid de komende tien jaar 500 miljoen euro te investeren, het kabinet verdubbelt dat bedrag. Daarmee kunnen we het tekort aan technici écht gaan aanpakken en de maatschappelijke uitdagingen voor ons land aangaan.”
Positief
De ministers van Economische Zaken en Klimaat, Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Onderwijs zijn in hun brief positief over het Aanvalsplan Techniek dat de technische branches Techniek Nederland, Bouwend Nederland, Metaalunie, FME en WEENB samen met de werkgeverskoepels in november presenteerden aan het kabinet. Uitvoering van het Aanvalsplan moet onder meer zorgen voor meer arbeidsbesparende (proces)innovaties, een cultuurverandering in de techniek met meer aandacht voor behoud van technici, 1.000 extra hybride docenten en een compleet nieuw arbeidsmarktsysteem om mensen te laten instromen en behouden (de zogeheten Gouden Poort). Een 10-jarig leer-, werk- en inkomensperspectief moet de techniek bovendien nog aantrekkelijker maken.
Gemiste kans
De coalitie vindt het buitengewoon goed nieuws dat het kabinet de investeringen van de brancheorganisaties voor het Aanvalsplan wil verdubbelen. ‘Niemand kan dit probleem alleen oplossen. Dit vraagt nauwe samenwerking tussen ondernemers, overheden, onderwijsinstellingen en vakbonden.” De organisaties vinden het een gemiste kans dat er weinig aandacht is voor introductie van een succesvolle vakkrachtenregeling zoals Duitsland die heeft. Zeker ook omdat het volgens het kabinet steeds lastiger wordt om technici uit andere Europese landen te verleiden om in Nederland te werken. Ook in andere landen is namelijk sprake van schaarste aan technici en vergrijzing.
- Branche
- mei 10, 2022
- 0 views
Beoogde energietransitie onhaalbaar door tekort aan technici
Als er niets gebeurt om het technicitekort op te lossen, is het volgens de meerderheid van de technici (56%) en HR-beslissers (52%) onmogelijk om de energietransitie binnen de gestelde tijd van het Klimaatakkoord te verwezenlijken. Dit blijkt uit een onderzoek van technisch opleider ROVC onder ruim 1.000 HR-beslissers in de technische branche, 2.500 technici en 1.000 potentiële zij-instromers. Zo vindt bijna de helft van de technici (44%) en HR-beslissers (46%) het onhaalbaar dat in 2030 27 procent van de energie uit duurzame bronnen komt. Ditzelfde geldt voor de doelstelling dat energie in 2050 bijna helemaal duurzaam moet zijn.
De vertraging van de noodzakelijke verduurzaming in Nederland (39%) is volgens de respondenten een belangrijk maatschappelijk gevolg van het technicitekort. Ook komen er economische gevolgen naar voren uit de TechBarometer. Zo zegt driekwart (73%) van de HR-beslissers dat het de concurrentiepositie van Nederland negatief beïnvloedt. Daarnaast remt het technicitekort innovatie (45%) en maakt het Nederland minder aantrekkelijk als vestigingsplaats voor productiebedrijven (38%).
Energietransitie biedt ook kansen
Toch biedt de energietransitie ook mogelijkheden. Zo vinden zes op de tien (58%) HR-beslissers dat het stoppen met fossiele projecten, waardoor personeel uit steenkool-, olie en gasprojecten beschikbaar komt, kansen biedt voor omscholing naar de techniek. Ook heeft de energietransitie een positief effect op potentiële zij-instromers. De helft vindt dat de energietransitie de techniek een aantrekkelijk vak maakt. Bovendien maakt het groeiende belang van duurzaamheid de technieksector voor twee derde van de potentiële zij-instromers aantrekkelijker.
Inspelen op trend
John Huizing, directeur bij ROVC: “De energietransitie biedt zowel kansen als uitdagingen voor de technische sector en het terugdringen van het personeelstekort. Het heeft positieve effecten op het personeelstekort in termen van omscholingskansen en aantrekkelijkheid van de sector. Tegelijkertijd vraagt het om andere kennis en vaardigheden van technici. Wat echter als een paal boven water staat, is dat technische organisaties moeten inspelen op deze trend. Zorg dat je de juiste kennis en vaardigheden in huis hebt en communiceer met personeel en potentiële zij-instromers over wat de energietransitie betekent voor de branche en hun eigen ontwikkeling. Alleen met voldoende én gekwalificeerd personeel kan de energietransitie plaatsvinden. Dat vraagt niet alleen om ontwikkeling van huidige technici, maar ook om het zo snel mogelijk functioneel inzetbaar maken van zij-instromers.”
- Branche
- mei 4, 2022
- 0 views
“Méér instroom in het techniekonderwijs nu echt nodig”
De instroom in technische mbo- en hbo-opleidingen daalt in absolute aantallen. Dat blijkt uit cijfers die Techniekpact deze week naar buiten bracht. Ook op havo en vwo kiezen steeds minder leerlingen voor een technisch profiel. In het schooljaar 2016-2017 kozen 53.743 leerlingen voor een natuurprofiel, dit jaar waren dat er nog maar 47.342. Voorzitter Doekle Terpstra van Techniek Nederland benadrukt naar aanleiding van de nieuwe cijfers dat het nu écht tijd is voor daden. “We hebben geen behoefte meer aan beleidsnotities, maar aan investeringen in het techniekonderwijs. Als deze dalende trend doorzet lopen de technieksector én de maatschappij vast.”
Terpstra wil met het kabinet concrete afspraken maken over méér instroom in het techniekonderwijs. Techniek Nederland heeft vorig jaar al een 10-puntenplan gepresenteerd met voorstellen die de instroom de komende jaren moeten stimuleren. Het plan voorziet in overheidsmaatregelen, maar ook in initiatieven vanuit de technieksector en het onderwijs. Terpstra ziet de tien punten als een basis voor de besprekingen.
10-puntenplan van Techniek Nederland voor het technisch beroepsonderwijs
1. Onderwijsinstellingen die opleiden voor beroepen waar tekorten op de arbeidsmarkt zijn, moeten kunnen rekenen op extra middelen. En de studenten ook.
2. Mbo’ers in de techniek krijgen een bonus na het behalen van hun diploma.
3. De overheid geeft werkgevers die investeren in zij-instromers extra financiële ondersteuning.
4. Er komen flexibele, intensieve en toegankelijke opleidingen voor zij-instromers.
5. Breng leren en innoveren bij elkaar. Daarmee sluiten opleidingen beter aan op de behoeften van het bedrijfsleven en wordt het onderwijs aantrekkelijker. Een nauwe samenwerking tussen bedrijfsleven en onderwijs in publiek-private samenwerking maakt dit mogelijk.
6. De overheid creëert een stimuleringsfonds voor het technisch beroepsonderwijs (vmbo, mbo, hbo).
7. Techniekstudenten aan het hoger onderwijs betalen geen collegegeld meer. Bij het aflossen van hun studiefinanciering betalen ze een lagere rente.
8. Alle leerlingen op de basisschool maken kennis met techniek. Werkgevers in de techniek zoeken het onderwijs in de regio op en werken ermee samen. Werknemers in de techniek krijgen de mogelijkheid om hybride docent te worden, mee te doen aan projecten en leerlingen te begeleiden.
9. De technische sector gaat zich méér richten op het werven van meisjes en vrouwen en van jongens én meisjes met een niet-westerse achtergrond.
10. Hybride opleidingen krijgen in het voortgezet onderwijs meer ruimte. Denk aan de vak-havo, waar de leerlingen 80% theorievakken krijgen en 20% technische, beroepsgerichte vakken.