- Branche
- november 4, 2022
- 0 views
Techniekbranches lanceren aanvalsplan om 60.000 vacatures te vervullen
Door het tekort aan technici dreigt de uitvoering van onder meer de energietransitie en de bouwopgave vast te lopen. Daarom lanceren vijf technische sectoren in samenwerking met VNO-NCW en MKB-Nederland vandaag het ‘Aanvalsplan Techniek’. In het plan worden suggesties gedaan om de arbeidsmarkt voor technici compleet anders in te richten. Het nieuwe systeem, de Gouden Poort genoemd, moet uitgroeien tot dé centrale plek voor starters, zij-instromers, nieuwkomers en ervaren vakmensen die een switch naar een (andere) technische sector overwegen. In samenwerking met onder meer de vakbonden en overheden moet het Aanvalsplan in de komende tien jaar flinke extra investeringen losmaken en moeten zo’n 60.000 vacatures structureel worden ingevuld.
Ingrid Thijssen, voorzitter VNO-NCW: ‘Het is echt vijf voor twaalf. Zonder onconventionele oplossingen loopt Nederland op tal van fronten letterlijk vast door het gebrek aan technici. Ik ben dan ook trots op deze branches die met concrete acties een trendbreuk willen realiseren. Ze kunnen dit niet alleen en hebben er ook de steun van bijvoorbeeld onderwijsinstellingen, overheden, O&O-fondsen en hun leden bij nodig. Ik nodig al die partijen uit om samen te zorgen dat het lukt, zodat de motor van de economie en de energietransitie kunnen blijven draaien.’
Baanbrekend plan
Doekle Terpstra, voorzitter van Techniek Nederland: ‘Dit is écht een baanbrekend plan. Als technische branches slaan we de handen ineen om de tekorten terug te dringen. Dankzij dit aanvalsplan kunnen we veel mensen een prachtig carrièreperspectief bieden. Bovendien helpen we ons land vooruit om een aantal grote maatschappelijke uitdagingen op te lossen, zoals de energietransitie. Wij roepen het kabinet op om samen met ons snel aan de slag te gaan. De urgentie is nog nooit zo groot geweest.’
Uitgangspunten
Het Aanvalsplan Techniek is gebaseerd op drie belangrijke uitgangspunten:
1. Meer mensen laten kiezen en behouden voor de techniek
Er moeten weer meer mensen kiezen en behouden blijven voor de techniek. Ambitie is de instroom te verdubbelen en de uitstroom tot een minimum te beperken. Hiermee moeten op termijn structureel 25.000 vacatures per jaar worden ingevuld. Hiervoor zetten de branches onder meer de Gouden Poort op. Die moet uitgroeien tot dé centrale plek voor starters, zij-instromers, nieuwkomers en ervaren vakmensen die een overstap naar een (andere) technische sector overwegen of zich verder willen bekwamen. De Gouden Poort verzorgt verder onder meer (zij-)instroomtrajecten, begeleiding en plaatsing op basis van vaardigheden. Van daaruit krijgt iedereen die voor een baan in de betrokken sectoren kiest onder andere een 10-jarige werk- en ontwikkelgarantie aangeboden. Om de bestaande tekorten aan techniekdocenten te verminderen, stelt het bedrijfsleven verder 1.000 extra (hybride) docenten beschikbaar en komen er Techniekcentra voor hybride beroepsopleidingen.
2. Slimmer en sneller: hogere productiviteit in de techniek
Met een productiviteitsoffensief willen de branches zorgen voor meer robotisering en digitalisering van de industrie (smart industry), meer prefab en standaardisering en meer programmatische en seriematige overheidsaanbestedingen. De ambitie is deze transformaties substantieel te versnellen. Hierdoor zijn naar verwachting 25.000 technici per jaar minder nodig.
3. Talent van buiten
De ambitie van de samenwerkende branches is om meer statushouders aan de slag te helpen en meer talent van buiten (tijdelijk) aan te trekken. Een gerichte vakkrachten-regeling moet hierbij helpen. Met het aantrekken van dit talent kunnen naar schatting structureel zo’n 10.000 vacatures per jaar worden ingevuld.
Reacties van de voorzitters van de deelnemende branches
Jacco Vonhoff, voorzitter MKB-Nederland: ‘Ik hoop en verwacht dat meer branches in de techniek bij dit plan zullen aansluiten, want de nood is overal hoog. Belangrijk is en blijft ook goede samenwerking en verbinding met het onderwijs, onder meer om iets te doen aan de mismatch die er vaak is tussen vraag en aanbod.’
Fried Kaanen, voorzitter Koninklijke Metaalunie: ‘Het belang van goede vakmensen is voor ons, als ‘backbone’ van de Nederlandse maakindustrie, zeer groot. Zonder voldoende goed opgeleide vakmensen komt de productie en toelevering op een lager niveau te liggen en dat is slecht voor de Nederlandse economie en alle maatschappelijke uitdagingen die voor ons liggen. Samen staan we sterk.’
Maxime Verhagen, voorzitter Bouwend Nederland; ’ Door de unieke samenwerking met andere technische sectoren kunnen we onze achterban goed ondersteunen bij het oplossen van krapte op de werkvloer. Samen met vakbonden gaan we instroom en zij-instroom nog verder verbeteren en zorgen we dat we vakkrachten behouden voor onze sector. Ook helpen we onze bouw- en infrabedrijven bij investeringen in benodigde technologische innovaties en de inzet van talenten van buiten Nederland. De overheid kan dit faciliteren door meer programmatisch te gaan aanbesteden en experimenten met een vakkrachtenregeling mogelijk te maken. Samen maken we dan de goede ambities op het gebied van woningbouw en de energietransitie waar.’
Theo Henrar, voorzitter FME: ‘Dit samenwerkingsverband is een historische doorbraak. We gaan met elkaar fors investeren in het technisch onderwijs en in de arbeidsmarkt. Zo zorgen we ervoor dat werken in de techniek en in de technologie aantrekkelijk is’.
Maarten Otto, voorzitter WENB: ‘Zonder technisch talent geen duurzaam dak boven ons hoofd. De energietransitie en woonopgave dreigen spaak te lopen door het structurele tekort aan technici. Alleen al de energiesector heeft tot 2030 duizenden extra vakmensen nodig voor onder meer de uitbreiding en verzwaring van energie infrastructuur, de bouw van windmolenparken en de installatie van warmtepompen, zonnepanelen en laadpalen. Daarom slaan we de handen ineen om méér technisch talent aan te trekken en te behouden: zo pakken we gezamenlijk het tekort van 60.000 technici in Nederland aan.’
- Branche
- juni 23, 2022
- 2 views
Veel ergernis over onbekwame sollicitanten op technische vacatures
Bijna een derde van de HR-beslissers (31%) ergert zich aan onbekwame sollicitanten die op technische vacatures afkomen. Opvallend, aangezien de meerderheid (63%) van de HR-beslissers vindt dat tijdens sollicitaties meer gelet moet worden op motivatie dan op het voldoen aan alle technische kwalificaties. Dit blijkt uit de TechBarometer 2022 van technisch opleider ROVC, een onderzoek onder ruim 1.000 HR-beslissers in de technische branche, 2.500 technici en 1.000 potentiële zij-instromers.
Driekwart van de HR-beslissers (73%) verwacht de aankomende vijf jaar nog met een groot personeelstekort te maken te hebben. HR-beslissers kampen met meerdere uitdagingen op dit vlak. Op een gedeelde eerste plaats staan het aantrekken en behouden van medewerkers (35%). Gevolgd door het optimaliseren van de motivatie en betrokkenheid van medewerkers (13%).
“Motivatie alleen is niet genoeg”
John Huizing, directeur bij ROVC: “De TechBarometer laat zien dat – ondanks de enorme personeelstekorten – motivatie alleen blijkbaar niet genoeg is voor HR-beslissers om aanstormende technici aan te nemen. Daarmee sluit je een hele groep potentiële zij-instromers uit, die veel passie en interesse meebrengen en juist een grote oplossing voor het technicitekort vormen. In deze tijd van arbeidskrapte kun je niet meer vragen om het schaap met vijf poten. Bovendien is het enorm zonde als de techniek gemotiveerde zij-instromers verliest omdat ze nog niet aan alle kwalificaties voldoen en daardoor niet aangenomen worden. Bij ROVC kijken we daarom liever naar de mogelijkheden die er liggen. Dat is ook wat we werkgevers adviseren, om te focussen op de kennis en vaardigheden die sollicitanten wél al beschikken en om iemand gericht door te laten leren. Door middel van korte, praktijkgerichte scholing is iemand binnen mum van tijd functioneel inzetbaar. Deze manier van ontwikkelen kan de werkdruk binnen organisaties enorm verlichten. Ook is het de moeite waard om te kijken naar kansen om nieuwe groepen te enthousiasmeren voor de techniek.”
“Focus op basisvaardigheden die iemand wél al heeft”
Kees Maas, Adviseur Opleiden & Contractantenbeheer bij Technicum over de ergernissen rondom onbekwame sollicitanten: “Het lijkt haaks op elkaar te staan: enerzijds zij-instromers die een oplossing vormen voor het technicitekort en anderzijds werkgevers die niet willen investeren in deze groep. De frustratie van werkgevers zit met name in de tijd die geïnvesteerd moet worden in de vorm van begeleiding en inwerken. Dit komt doordat het personeelstekort in de techniek de laatste paar jaren alleen maar groter is geworden. Er is steeds meer werk, maar steeds minder personeel. Zeker op kleine teams vraagt het inwerken van zij-instromers dan om een grote investering, die er niet altijd is. Projecten moeten immers ook gewoon doorlopen. Het ligt in de meeste gevallen dus niet aan de wil van werkgevers, maar echt aan de resources. Het is daarom des te belangrijker om te focussen op welke basisvaardigheden iemand wél al heeft en te zorgen dat een zij-instromer voordat hij of zij start met werken in de techniek al technische basisvaardigheden door scholing krijgt zodat deze snel ingezet kunnen worden en bijdragen aan iemands productiviteit. De motivatie van zij-instromers is heel hoog; iemand maakt namelijk bewust de keuze om te gaan werken in de techniek. De vraag is daarom of de noodzaak voldoende gezien wordt voor inwerken op de werkplek. Ziet de manager het belang om een ervaren technici vrij te spelen en in te zetten om een zij-instromer in te werken?”
Van baan wisselen
Naast onbekwame sollicitanten vormt de onderlinge concurrentie op de markt ook een irritatiepunt op personeelsgebied. Eén op de vier HR-beslissers binnen technische organisaties ergert zich hieraan. Een meerderheid van de technici is het afgelopen jaar benaderd door een andere werkgever of recruiter voor een nieuwe baan. Redenen voor technici om van baan te wisselen, hebben allemaal te maken met groei- en ontwikkelmogelijkheden. De meest genoemde reden is persoonlijke ontwikkeling (51%), gevolgd door doorstromen naar een andere of hogere functie (36%) en een gebrek aan uitdaging in de functie (33%). Salaris (30%) staat op een vierde plaats.
Personeel binden
Huizing: “Naast het aantrekken van nieuw personeel, is het natuurlijk ook zaak om huidig personeel te binden. Wie medewerkers wil behouden, moet hun ontwikkeling stimuleren. Zeker met marktontwikkelingen als de energietransitie en industrie 4.0, die weer andere kennis en vaardigheden vereisen. Door te achterhalen welke competenties er in de toekomst nodig zijn, maar ook over welke competenties technici of sollicitanten op dit moment beschikken, kun je iemand zich gericht laten ontwikkelen. Zo kunnen ze ook gemakkelijker doorstromen binnen de organisatie. Houd hierbij rekening met zowel de organisatiedoelstellingen als de wensen en behoeften van technici zelf.”
- Bedrijf
- april 8, 2022
- 0 views
Nieuwe cao’s in de sector Metaal & Techniek
Werkgevers en vakbonden hebben onderhandelingsresultaten bereikt voor de nieuwe cao’s in de sector Metaal & Techniek. De cao’s houden een beter loon in voor alle medewerkers en jongeren krijgen een extra loonsverhoging van minimaal 5%. De nieuwe cao’s hebben looptijden van dertig maanden en lopen af per 1 april 2024. De lonen stijgen per 1 juli met 42,50 euro, per 1 september 2022 met 2,75%, per 1 maart 2023 met 3,25% en per 1 januari 2024 met 0,6%. Per 1 juli 2022 is er een eenmalige uitkering van 382,50 euro.
Ron Follon, hoofdonderhandelaar van de Federatie Werkgeversorganisaties Techniek: ‘De lange looptijd van 30 maanden geeft rust en duidelijkheid. Dat is goed voor werkgevers én werknemers. De nieuwe cao’s zijn extra aantrekkelijk voor jongeren, omdat de sector zit te springen om jong technisch talent.’
Verbetering voor jongeren
Jongeren tot 21 jaar krijgen per 1 januari 2023 een extra loonsverhoging, zodat zij in totaal minimaal 5% loonsverhoging krijgen, onder andere door de loonsverhoging van 42,50 euro. Verder gaat een werkgroep nieuwe jeugdschalen opstellen.
De cao-partijen hebben verder afspraken gemaakt over een zware-beroepenregeling voor oudere medewerkers. Ouderen met een maandloon tot 3.750 euro kunnen hieraan vanaf 1 januari 2023 deelnemen. Zij krijgen de mogelijkheid maximaal 3 jaar vóór de AOW-leeftijd te stoppen met werken en een uitkering te ontvangen van maximaal 1.874 euro bruto per maand. Daarvoor komt een collectief fonds. Financiering daarvan vindt plaats via een heffing van 0,25%. Cao-partijen hebben daarnaast afgesproken om het Generatiepact voor onbepaalde tijd voort te zetten.
Onderhandelingsresultaten
De onderhandelingsresultaten worden van kracht na akkoord van de afzonderlijke werkgevers- en werknemersorganisaties in de Metaal & Techniek. De betrokken werkgeversorganisaties zijn Techniek Nederland, FOCWA, RAI CarrosserieNL, de Nederlandse Vereniging van Ondernemers in het Thermisch Isolatiebedrijf (VIB), de Nederlandse Vereniging Koudetechniek en Luchtbehandeling (NVKL) en Federatie Goud en Zilver.
- Branche
- december 21, 2021
- 0 views
Tekort aan koeltechnici blijft aanhouden
Koeltechnische bedrijven krijgen steeds meer opdrachten binnen om duurzame koel- en klimaatinstallaties te plaatsen en onderhouden. De opkomst van geïntegreerde slimme apparaten en systemen, maar ook de transitie naar duurzamere koudemiddelen vragen bovendien om specialistisch vakmanschap. Vaak kunnen bedrijven niet aan deze groeiende vraag voldoen vanwege personeelstekorten. Bedrijven verwachten voor de komende jaren dat de geringe instroom van technisch geschoolde jongeren deze groei aan werk niet kan bijbenen. Branchevereniging NVKL heeft samen met Wij Techniek een onderzoek uitgevoerd.
Vanaf 2015 is het aantal werknemers in de koudetechniek toegenomen, met een flinke groei in 2018 en 2019. In 2020 is de groei bijna tot stilstand gekomen. Reden hiervoor is met name de krapte op de arbeidsmarkt, maar ook de coronapandemie heeft er aan bijgedragen dat het aantal ingestroomde werknemers in 2020 is afgevlakt. Voor 2021 is berekend dat de branche circa 14.000 instromers zou kunnen gebruiken, rekening houdend met een uitbreidings- en vervangingsvraag. De totale instroombehoefte in de periode 2021 t/m 2030 wordt geschat op ruim 130.000 werknemers.
Direct inzetbaar
Het totaal aantal mbo-studenten met een opleiding in de koudetechniek is na het schooljaar 2015/16 tot en met het schooljaar 2018/19 flink toegenomen. Na het schooljaar 2018/19 is het aantal inschrijvingen wel licht afgenomen tot 345 inschrijvingen in 2020/21. Bij de werving van technisch personeel gaat de voorkeur uit naar vakmensen die direct inzetbaar zijn. De vraag naar ervaren vakkrachten spitst zich met name toe op de servicemonteurs met directe kennis van of ervaring in de koudetechniek, ICT- en digitale vaardigheden en een afgeronde opleiding op mbo-niveau 3.
Tekort aan leraren
Opleiders hebben op hun beurt moeite om voldoende trainers en docenten met expertise van koudetechniek te vinden. Boven op de algemene lerarentekorten in Nederland kampt de branche met personeelstekorten bij bedrijven, waardoor het lastig is om werkenden aan te trekken als docent. De opleidingscapaciteit komt daarmee op den duur in het gedrang als de gewenste aanwas gerealiseerd wordt. De te kleine studentaantallen maakt het in de lucht houden van mbo-opleidingen koudetechniek voor opleiders in sommige gevallen kosteninefficiënt. Een gerichte inzet van keuzedelen koudetechniek in het mbo zou een uitkomst kunnen bieden. Deze keuzedelen worden namelijk gezien als een mogelijkheid voor bijvoorbeeld de studenten elektro- of installatietechniek om zich te verbreden richting de koudetechniek.
Kennisbehoefte binnen bedrijven
Zo’n 40 procent van de bedrijven geeft aan dat zij vaak specifieke technische kennis over koudetechniek missen bij hun werknemers. Dit gaat bijvoorbeeld over de warmtepomp, het koelproces of het verhelpen van storingen. Bij monteurs worden met name kennistekorten ervaren op het gebied van (natuurlijke) koudemiddelen en meet- en regeltechniek. Om de kennis- en vaardigheden bij te spijkeren, richt driekwart van de bedrijven zich op scholingsactiviteiten. Op de tweede plaats wordt vooral ingestoken op ‘learning-on-the-job’, door werknemers in het werk te coachen, hen van elkaar te laten leren en mogelijkheden te bieden om zich tijdens het werk te ontwikkelen.
Koeltechnische branche in actie
De projectgroep Onderwijs en Arbeidsmarkt van de NVKL gaat aan de slag met de uitkomsten van het rapport aan de hand van een actieplan. Hiermee verwacht de branche een positieve bijdrage te kunnen leveren aan de realisatie van de toekomstige personeels- en instroombehoefte zoals aangegeven in het rapport. De NVKL maakt zich al jaren hard voor de instroom van koeltechnici in de sector. Dit doet de branche onder andere door regelmatig scholen te bezoeken om de NVKL lesmethode voor het vmbo onder de aandacht te brengen en vmbo-docenten te trainen om zelf het vak te kunnen geven. Daarnaast bestaan er diverse subsidieregelingen die vanuit O&O fonds Wij Techniek worden aangeboden en stimuleert NVKL haar leden om zelf in actie te komen via de NVKL arbeidsmarkttoolkit. Zo kunnen lidbedrijven gezamenlijke acties met scholen opzetten, het vak op de kaart zetten en op nieuwe manieren zoeken naar personeel.
- Branche
- november 22, 2021
- 2 views
Brede oproep aan politiek: ‘Pak tekort aan technisch personeel aan
Het Koninklijk Instituut van Ingenieurs (KIVI) schaart zich achter de oproep aan een nieuw kabinet van ondernemersorganisatie FME en vakbond FNV om actie te ondernemen tegen het tekort aan technisch personeel. ‘Alleen door een gecoördineerde aanpak kan Nederland de komende decennia voldoende technisch personeel opleiden om bijvoorbeeld de energietransitie te verwezenlijken en aan de klimaatdoelstellingen te voldoen.’
“Het tekort aan technisch opgeleid personeel beslaat de hele technieksector, van installateurs tot ingenieurs, en raakt daarmee alle niveaus van de technische opleidingsketen, van mbo tot wetenschappelijk onderwijs én het bedrijfsleven. Dat vraagt om gecoördineerde actie”, stelt Rob Mudde, lid van het KIVI-hoofdbestuur en Vice Rector Magnificus van de Technische Universiteit Delft.
Aanvalsplan
Eerder deze maand werd er in een motie in de Tweede Kamer al opgeroepen tot een analyse van de effectiviteit van huidige initiatieven om het personeelstekort in de technieksector op te lossen. Dit onderzoek zou moeten dienen als basis voor een aanvalsplan waarmee een nieuw kabinet snel de tekorten in de technische sector structureel kan oplossen. “Het is goed dat de politiek nu ook tot dit inzicht is gekomen, want zonder voldoende technisch personeel kunnen we de dringende maatschappelijke opgaven van deze tijd niet het hoofd bieden. Dat is een probleem van de hele samenleving”, aldus Mudde.
- Branche
- november 15, 2021
- 0 views
Technische bedrijven kampen komende vijf jaar met flink personeelstekort
Ruim acht op de tien technische bedrijven (82%) verwacht de komende vijf jaar een tekort aan technici binnen hun organisatie. Een flinke stijging ten opzichte van 2015, toen 60 procent dit aangaf. De installatiesector is één van de koplopers. Dit blijkt uit een onderzoek uitgevoerd onder ruim 700 respondenten uit de technische branche.
Uit cijfers blijkt dat het tekort aan technici alsmaar oploopt. In de periode 2015-2020 had driekwart van de bedrijven (74%) te maken met een kwalitatief en/of kwantitatief tekort. In 2010-2015 was dit nog 63 procent van de technische bedrijven. Hoewel er vraag is naar technici op alle ervaringsniveaus, is het gebrek aan mediors (2-5 jaar werkervaring) het grootst. Twee derde (65%) van de bedrijven verwacht hier de komende vijf jaar een tekort aan, tegenover 31 procent die een tekort verwacht aan starters (0-2 jaar werkervaring) en 43 procent aan seniors (5+ jaar werkervaring).
Dat het personeelstekort alle ervaringsniveaus binnen de technische branche raakt, is niet nieuw. In de periode 2015-2020 had 61 procent van de bedrijven te maken met een tekort aan mediors, de helft (49%) met een tekort aan seniors en ruim een kwart (28%) had last van een tekort aan starters.
Oorzaken
De oorzaak voor het tekort aan technici is volgens technische bedrijven te wijten aan het feit dat jongeren steeds minder vaak kiezen voor een technische opleiding (43%). Vergrijzing (14%) en slechte aansluiting van het regulier onderwijs op het bedrijfsleven (14%) staan op een gedeelde tweede plaats. Initiatieven vanuit het bedrijfsleven (38%) en initiatieven vanuit het onderwijs (23%) worden dan ook gezien als de meest efficiënte aanjagers voor het terugdringen van dit tekort.
Enthousiasmeren
John Huizing, directeur ROVC, het technisch opleidingsinstituut dat het onderzoek liet uitvoeren: “Het tekort aan technici speelt al jaren, maar lijkt steeds groter te worden. Er is onvoldoende nieuwe aanwas. Daarom moet er geïnvesteerd worden in het onder de aandacht brengen van technische beroepen. Mensen schrijven de branche als geheel vaak in één keer af, terwijl het een heel breed vakgebied is dat diverse mogelijkheden biedt en bovendien continu in ontwikkeling is. Het is daarom van essentieel belang dat starters en zij-instromers worden geïnformeerd over en geënthousiasmeerd voor een baan in de techniek en hier ook het juiste, persoonlijke advies over krijgen. Gelukkig zijn er verschillende initiatieven in de vorm van subsidies om aanwas te stimuleren. Om uitstroom te beperken is het tegelijkertijd belangrijk om als ervaren technici de kans te krijgen om je te blijven ontwikkelen en zo mee te bewegen met de branche.”
- Bedrijf
- oktober 4, 2021
- 0 views
Installateur start landelijke wervingscampagne
Croonwolter&dros is de landelijke wervingscampagne de MonteurMakelaar gestart. Met deze campagne richt de TBI-onderneming zich op de werving van (service)monteurs en servicetechnici. Croonwolter&dros krijgt daarbij de hulp van voormalig profvoetballer en tv-analist Theo Janssen.
Theo Janssen: “Ook mij is het niet ontgaan dat er een tekort aan vakmensen binnen de techniek is. Door als Monteurmakelaar op te treden voor Croonwolter&dros hoop ik dat er weer wat nieuwe vakmensen toetreden tot deze branche."
Boegbeeld
Daisy van den Brand, manager Marketing & Communicatie: “Theo Janssen is het boegbeeld van onze campagne die we samen met marketing bureau PROOF hebben bedacht. In zijn rol als zaakwaarnemer is Theo degene die de beste deal fikst. Want hij kan als geen ander, een goede kandidaat de overstap laten maken naar Croonwolter&dros. Theo is serieus, krijgt de dingen voor elkaar, laat zich niet afwimpelen en weet wat er te koop is in de wereld. Kortom, de perfecte partner voor deze campagne. Je zult Theo zien op billboards langs de weg, op sociale media, zelfs op de radio én op MonteurMakelaar.nl . Hier vertelt Theo voor welke profielen hij kandidaten zoekt en welke deal hij regelt voor een topcontract bij Croonwolter&dros.”
Behoefte is groot
Waarom een campagne specifiek voor (service)monteurs en servicetechnici? Harold Vreeburg, directeur HR Croonwolter&dros : “Al enige tijd is de onderhoudsmarkt een strategisch speerpunt van Croonwolter&dros. Onze aandacht voor deze markt is een succes en levert ons veel nieuwe onderhoudsopdrachten op. Waardoor binnen alle bedrijfsonderdelen de behoefte aan (service)monteurs en servicetechnici groot is. De grote landelijke campagne gaat ons helpen om deze vacatures te vervullen.”
- Columnisten
- juni 11, 2021
- 0 views
Open armen
U bent het niet vergeten. Ik weet het zeker. Girlsday.
Ik zie in gedachten enkelen van u fronsen. Maar ten onrechte! Op 22 april (oftewel Girlsday) lieten we meiden kennis maken met de techniek. Ik hoop uw bedrijf ook! De techniek mag een mannenbastion lijken te zijn, maar is een nieuwe wind aan het waaien. Het aantal meiden dat begint aan een mbo-opleiding installatietechniek is tussen het schooljaar 2013/2014 en 2020/2021 bijna verdrievoudigd.
En dat is mooi nieuws. Voor ons als sector. Voor de bedrijven die staan te springen om nieuw personeel. Voor de klant die meer betrokken vakmensen ziet, die zich willen verdiepen in wat voor hen het beste is. En voor deze vakvrouwen zelf die een baan hebben gevonden in een sector die maatschappelijk het verschil maakt en een goede toekomst biedt.
Is dit voor nu? Of zijn de vrouwen blijvers? Ik hoop dat u nu wel fronst, maar om het feit dat ik überhaupt nog deze vraag stel. Vrouwen horen thuis in onze branche. Om hun kracht, creativiteit, kennis en vaardigheden. Het is goed dat bedrijven een afspiegeling zijn van de maatschappij. Een winnend voetbalteam kan niet alleen bestaand uit aanvallers, verdedigers of middenvelders. De inzet van iedereen maakt scoren mogelijk. Een palet aan mensen die met elkaar echt het verschil kunnen maken.
Dus de deuren openen op Girlsday is een start. Maar standaard open armen voor vrouwen in de techniek moet het uitgangspunt zijn. Omdat we er beter van worden. Omdat we nog meer kunnen! En omdat we zo het huidig percentage van 3% van de technische vakvrouwen kunnen optrekken naar 20%.
Sven Asijee
Directeur Wij Techniek
Sven Asijee, Directeur Wij Techniek
Op onze nieuwsbrief abonneren
Ander relevant nieuws van onze redactie
- artikel
- april 23, 2021
- 0 views
Blijven ontwikkelen
Voor veel vakmensen in de technische installatiebranche heeft corona gezorgd voor een veelbewogen jaar. De vakmensen in de techniek komen immers vaak bij mensen thuis. Het werk gaat grotendeels door. Maar hoe? Welke obstakels zijn er? En liggen er ook kansen? Drie vrouwelijke installateurs vertellen over hoe de coronacrisis impact heeft op hun werk en privéleven, en hoe ze ondanks de maatregelen tóch bezig blijven met hun ontwikkeling.
Na haar mbo- en hbo-opleidingen in installatietechniek werkte Marlon Metternich (35) als engineer bij verschillende bedrijven. Inmiddels werkt ze 3,5 jaar als consultant duurzame energie bij Kuijpers in Den Bosch. “Ik heb altijd interesse gehad in techniek en werk daarnaast graag met mensen. De technische installatiebranche is dus perfect voor mij!” Esther van Dam (22) werkt al vijf jaar voor het Papendrechtse familiebedrijf Van Dam Verwarming en geniet net als Marlon van haar werk. “Ik houd mij vooral bezig met het onderhoud van cv-ketels en het oplossen van storingen. Een super leuke baan dus!” Beheertechnicus Mariska van Leest (26) begon op haar 19e in de elektrotechniek, na de mbo-opleidingen elektrotechniek en installatietechniek gevolgd te hebben. “Ik heb de kans gehad om bij veel afdelingen van ENGIE rond te kijken en ben nu helemaal op mijn plek als beheertechnicus!”
Een bewogen jaar
Met het uitbreken van de coronacrisis hebben de drie vrouwen er ieder een bewogen jaar opzitten. Toen Marlon begin januari 2020 voor het eerst hoorde over corona, voelde het nog ver weg. “Maar nadat het virus in maart Nederland bereikte, veranderde ook mijn werk bij Kuijpers. Dat ging vrij gemakkelijk; Kuijpers was al grotendeels gewend aan digitaal werken. Overigens bevalt het prima; drie jaar geleden hebben we alles gedigitaliseerd en de kasten meteen afgebroken, zodat we niet meer teruggaan naar de bergen papier.” Het creëren van de thuiswerkplek ging Marlon en haar man ook gemakkelijk af omdat zij over een kantoorruimte aan huis beschikken. “Afhankelijk van de maatregelen gaan we wel of niet bij klanten op bezoek. En we doen veel online; dat plant makkelijk en scheelt veel reistijd!”
Even zoeken
Mariska ondervond meer hinder van de pandemie, omdat zij veel in verzorgingstehuizen kwam op het moment dat de crisis uitbrak. “Het was in het begin echt wel even onduidelijk wat wel en niet mocht. Bij verzorgingstehuizen wilden ze liever niet dat we langskwamen om onderhoud te doen. Daar kwamen we alleen als er een echte storing was.” Ook voor Esther was het aanvankelijk even zoeken. “Wij waren bang dat we niet mochten werken, omdat we veel bij mensen thuis komen. Bovendien zijn we een familiebedrijf; wat als één van ons in quarantaine moet? Wat doet dat met het bedrijf?” Gelukkig zijn de gevolgen beperkt gebleven, zo geeft Esther aan. “Corona heeft gelukkig weinig impact gehad op de werkzaamheden die we kunnen doen. Met inachtneming van de maatregelen is het goed te doen.”
Nieuwe uitdagingen
Wat merken de drie op de lange termijn van de gevolgen van corona? “Ik verwacht dat deze manier van werken in de toekomst wel zal blijven bestaan”, aldus Marlon. “Het wordt nu nóg makkelijker om thuis- en kantoordagen te combineren.” Mariska geeft aan dat ze helemaal gewend is aan de maatregelen. “We weten inmiddels dat we elke dag te maken krijgen met nieuwe uitdagingen. Panden zijn bijvoorbeeld leeg, waardoor lekkages soms lastig te detecteren zijn. En we moeten af en toe wat shifts van elkaar overnemen als collega’s in quarantaine moeten.” Voor Esther valt de hinder op dit moment mee. “Het was aanvankelijk gek dat je klanten geen hand mocht geven. Maar inmiddels tref je alle voorzorgsmaatregelen zonder erbij na te denken.”
Creatieve oplossingen
Zoals bij iedereen is de impact van de pandemie ook op het privéleven groot. Marlon ging op zoek naar creatieve oplossingen toen de kinderdagverblijven sloten. “Mijn zussen en ik hebben het om de beurt opgevangen. Op mijn vrije dag was mijn huis opeens een kinderdagverblijf!” Mariska geeft aan dat thuiswerken er als beheertechnicus niet inzit en ze dus veel op pad is. “Ik woon op mezelf, dus als ik wel thuis ben probeer ik – binnen de maatregelen – nog wat vrienden te zien. En ik probeer veel online te doen. We moeten leuke dingen blijven doen met elkaar, ook al is het op afstand!” De impact op Esthers leven is groot, zo vertelt ze. “Het leven buiten het werk ligt een beetje stil. Ik ben dus heel blij dat ik dankzij mijn werk veel buiten de deur ben. Werk is daardoor een fijne uitlaatklep, zeker ook omdat ik het op mijn werk zo naar mijn zin heb.”
Blijven ontwikkelen
Ondanks alle beperkingen proberen Marlon, Mariska en Esther zich te blijven ontwikkelen in hun vak. Voor de crisis hadden Marlon en haar collega’s vier keer per jaar een kennissessie. “Dat doen we nu minder vaak, want online mis je toch die interactie en mogelijkheid om te sparren.” Wel heeft ze onlangs een online training gehad over elektrotechniek. “Ook in tijden van crisis moet je doorgaan met je ontwikkeling als vakmens.” Mariska onderschrijft dit en geeft aan dat corona ook nieuwe kansen biedt. “Juist omdat het pand nu leeg staat, kunnen we innoveren en testen hoe we ons systeem beter kunnen maken.” Ook Esther blijft bezig met haar ontwikkeling als vakvrouw. “Jazeker! Ik heb onlangs mijn CO-certificaat gehaald. Het was even afwachten of het praktijkexamen kon plaatsvinden, maar gelukkig lukte het!”
Een vak voor mannen én vrouwen
Esther en Marlon zetten zich naast hun werk in voor VHTO, het Expertisecentrum genderdiversiteit in bèta, techniek en IT. Esther: “Voor VHTO kun je gastlessen geven op scholen om hen te inspireren de techniek in te gaan. Deze gastlessen zijn er vooral op gericht een einde te maken aan het beeld dat techniek alleen voor mannen is, en het vakgebied daarmee onder vrouwen te promoten. Inmiddels heb ik zelf ook een gastles gegeven op een school en ik vond het heel leuk om te doen!” Esther is benieuwd naar de verdere mogelijkheden met betrekking tot haar eigen ontwikkeling. “Via VHTO ben ik in aanraking gekomen met Wij Techniek. Ik ken hen nog maar net, maar kijk er uit mij verder te verdiepen in hun aanbod!”
Een geweldig vak
Wat willen Marlon, Mariska en Esther meegeven aan vrouwen die overwegen de stap te zetten naar de techniek? Marlon: “Ik was zelf als kind al erg geïnteresseerd in installatietechniek, en dat is in de loop der jaren alleen maar gegroeid. Naast mijn passie voor de techniek zelf haal ik veel energie uit klantcontact. Servicegericht werken, adviseren, uitleggen welke keuzes de klant heeft. Deze dingen maken het vak boeiend en heel divers!” Hier sluit Mariska zich bij aan: “De techniek is een geweldig vak en ik kan het iedereen aanraden!” Esther kan dit alleen maar beamen. “Ik zou willen meegeven: als je iets leuk vindt, doe het gewoon! Ons vak is prachtig, want je bent lekker met je handen bezig, je hebt veel contact met klanten en iedere dag is anders!
Dit is een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ. De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.nl
Overweeg jij de (over)stap te maken naar de techniek?
Kijk op www.wijtechniek.nl voor de mogelijkheden die er voor jou liggen!
- artikel
- maart 19, 2021
- 0 views
Spierkracht sparen met een exoskelet
Verantwoord en gezond werken is voortdurend in beweging. En de techniek levert hier met de ontwikkeling van nieuwe hulpmiddelen een belangrijke bijdrage aan. Dat geldt zeker voor het exoskelet Skelex 360, een relatief recent ontwikkeld hulpmiddel dat met name gebruikt kan worden bij bovenhandse werkzaamheden. Hoe werkt het? Waar liggen de kansen en wat zijn de beperkingen? En hoe draagt het exoskelet bij aan veilig en gezond werken?
ArboTechniek heeft samen met SPIE Fire Protection & Security gewerkt aan een pilotproject om antwoord te geven op deze vragen. Hierbij is het exoskelet uitvoerig getest tijdens de installatie van sprinklers. Een mooi verhaal over de huidige stand van zaken.
Futuristisch instrument
Wat is een exoskelet? Albert Vullers en Carin van den Bosch kunnen deze vraag ieder vanuit hun perspectief uitgebreid en enthousiast beantwoorden. Albert is procesmanager bij SPIE Nederland en Carin is als ergonoom verbonden aan ArboTechniek. Beiden zijn betrokken bij een innovatief project waarin de Skelex volledig wordt getest. Gekeken wordt hoe het hulpmiddel benut kan worden in de technische installatie- en isolatiebranche. Albert: “Het exoskelet, de Skelex 360, is een op het oog futuristisch instrument dat ik tegenkwam op een techniekbeurs. Ik was meteen geïnteresseerd: hoe kan een installatiebedrijf als SPIE dit praktisch inzetten? In dit soort exoskeletten zorgen veren en bandjes ervoor dat bepaalde spiergroepen worden ontlast. Werkzaamheden hebben dan minder belasting op het lichaam en je kunt het langer onvermoeid volhouden.”
Gezamenlijke pilot
Carin zag ook al snel de waarde ervan in. “Het exoskelet wordt al veel gebruikt in de automotive industrie. Ook daar wordt ingezien dat je er onder andere je nekspieren, armspieren en schouderspieren mee ontlast. Voor mij was de vraag: hoe kan de installatie- en isolatiebranche hier in de breedte van profiteren? Het gaat hier immers om andere werkzaamheden. Deze pilot kan ons de antwoorden geven.” Hoe ziet de pilot eruit? Carin: “We hebben de pilot gezamenlijk opgezet. We weten dankzij onderzoek van TNO al hoeveel spierkracht je ongeveer bespaart met de Skelex, dus richt ons onderzoek zich op de praktijk. We zijn begonnen met een vragenlijst voor de monteurs die de Skelex testen. Hoe comfortabel zit het? Hoe is je bewegingsvrijheid? Welke werkzaamheden worden makkelijker? Welke lastiger? Deze vragen hebben we vergeleken met hun ervaringen zónder het exoskelet.”
Zorgvuldig
Zijn er al eerste resultaten van de pilot? Carin: “Ja, we zijn al flink wat wijzer geworden. Een gemengde groep van 9 monteurs heeft de Skelex getest; sommigen hebben het ook meerdere keren aangehad. Mensen die snel klachten krijgen merkten een heel sterk verschil. Anderen merkten weinig verschil, en weer anderen vonden het een lichte beperking bij sommige werkzaamheden. Naast de vragenlijst heb ik ook opnames gemaakt van monteurs die de Skelex gebruikten. Ik ga hun houding analyseren: hoeveel procent van de tijd werken ze boven schouderhoogte of met hun hoofd achterover gebogen? Je hebt het meeste profijt van de Skelex als je boven je hoofd werkt. Het heeft dus te maken met de werkzaamheden die je verricht. En met de bewegingsvrijheid. Als je bijvoorbeeld veel tussen stellingen moet werken, kan de Skelex juist een beperkende factor zijn. Je moet er daarom zorgvuldig mee omgaan.”
Sociale acceptatie
Volgens Albert kan een exoskelet ervoor zorgen dat het ziekteverzuim omlaag gaat. “We zien dat de Skelex bij mensen met bestaande lichamelijke klachten meteen curatief goed werkt. Daarnaast is het bij gezonde mensen een preventief hulpmiddel. Jonge, fitte mensen die aan het einde van een werkdag geen last hebben zullen op latere leeftijd minder klachten ervaren. De sociale acceptatie van het exoskelet is van belang, maar daarin is al een eerste stap gezet. Een jonge monteur die heeft mee-getest verwoordde het mooi: ‘Het maakt mij niet uit hoe het exoskelet eruitziet, als ik hiermee tien jaar langer met mijn zoontje kan voetballen is dat mij alles waard!’”
Een exoskelet in iedere bus
Carin beaamt dit. “Monteurs beginnen op relatief jonge leeftijd met werken. Je ziet dat ze rond hun 50ste, sommigen al eerder, last krijgen van fysieke klachten. Ze worden daar niet gelukkig van en op termijn kan het ook leiden tot psychische problemen.” Carin geeft aan dat het haar uitdaging is om uit te zoeken bij welke werkzaamheden het exoskelet gaat helpen, en dat vakmensen in de installatie- en isolatiebranche weten dat dit soort hulpmiddelen bestaan. En dat bedrijven voor zichzelf nagaan of zij het kunnen inzetten voor hun werkzaamheden.” Albert vult aan: “Het zou prachtig zijn als ieder techniekbedrijf in de toekomst een exoskelet in de bus heeft liggen om te gebruiken bij klussen waar dit het werk makkelijker, veiliger en gezonder maakt.”
Verdere implementatie
Hoe gaat Albert verder? “Ik zie graag voor me dat er verschillende pilots ontstaan om per werkzaamheid te ondervinden waar en hoe het exoskelet wel en beter niet ingezet kan worden. Dit kan in samenwerking met de fabrikant van de Skelex. Die heeft al veel ervaring met andere bedrijven en in verschillende branches. Hoe implementeer je de Skelex grootschalig en zorg je ervoor dat het goed gebruikt blijft worden? De eerste stap is nu gezet, proefondervindelijk zullen we verder onderzoeken. Het is een kostbaar hulpmiddel, maar als je het hebt over het terugdringen van ziekteverzuim dan is het in een mum van tijd terugverdiend.”
Unieke samenwerking
Carin is benieuwd of deze pilot kan leiden tot een breder gebruik van de Skelex. “Dit type is er al een paar jaar en wordt steeds beter. Veel bedrijven hebben er al een aangeschaft en aan de hand van de feedback wordt het product steeds verder verbeterd. Monteurs in de installatie- en isolatiebranche werken bijvoorbeeld vaak op hoogte. Daarom onderzoekt de fabrikant van de Skelex in hoeverre deze te integreren is met alle soorten van valbeveiliging.” De pilot met het exoskelet is een unieke samenwerking tussen installatiebedrijven, ontwikkelaars, brancheorganisaties, arbodeskundigen en zelfs verzekeraars. Albert: “Zorgverzekeraars zijn in het kader van gezond werken geïnteresseerd in het exoskelet. Onze verzekeraar heeft de aanschaf van ons eerste exoskelet alvast vergoed. Daar spreekt veel vertrouwen uit!”
Dit is een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ. De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.n
Wat is een exoskelet?
Een exoskelet is een draagbaar skelet dat je zelf kunt aansturen. Exoskeletten worden toegepast in werksituaties waar fysieke belasting hoog is. De belangrijkste functie van een exoskelet is het ondersteunen van een of meerdere lichaamsdelen waardoor het lichaam minder wordt belast.
Gezond en veilig werken
Meer weten over veilig en gezond werken in de technische installatie- en isolatiebranche? Kijk dan op de site van ArboTechniek. Daar vind je onder andere de Arbocatalogus en het Toolboxplatform.