• Branche
  • september 6, 2023
  • 3 views
Praktische kennis in Kleintje Water volledig geactualiseerd

ISSO Kleintje Water is geactualiseerd. De kennis richt zich op alle werkzaamheden die nodig zijn voor het adviseren, realiseren en onderhouden van sanitaire installaties, toegespitst op verbouwingen en renovaties in de woningbouw. Het naslagwerk is bestemd voor de monteur en installateur die zijn of haar klant gericht wil adviseren en op locatie. Ook kan de professional, voordat hij of zij aan een klus begint, hierin nakijken wat er precies voor kennis en kunde nodig is voor de uitvoering van specifieke handelingen.

Het Kleintje Water behandelt vrijwel alle werkzaamheden die nodig zijn voor het aanpassen en uitbreiden van sanitaire installaties in woningen. Buiten de vereiste kennis voor de sanitaire installaties, besteedt het Kleintje ook aandacht aan werkzaamheden die tegelijkertijd nodig zijn, zoals: bouwkundige aanpassingen, riolering, verwarming en ventilatie. Daarnaast komen vooral elektrotechnische aspecten, zoals voeding, veiligheid, potentiaalvereffening en aarding uitgebreid aan de orde. Zo kan de installateur elke opdrachtgever ontzorgen bij het installeren van bijvoorbeeld nieuw sanitair of een extra badruimte, keukeninrichting en/of een andere warmtapwaterbereider.

Voor verschillende fasen
“Het is echt een naslagwerk voor grote en kleine verbouwingen of renovaties”, zegt Nick Post, projectcoördinator bij ISSO. “Bij een verbouwing in de woning red je het bijna niet door alleen de sanitaire technieken aan te passen. Daarom is in dit Kleintje juist ook de kennis van die andere disciplines erbij betrokken. Natuurlijk wel altijd in relatie tot de sanitaire installaties.” De inhoud van het Kleintje doorloopt de verschillende fasen in een project, werk of klus:
•             Inventarisatie van eisen en wensen van de klant.
•             Advies over het installatieconcept en de warmtapwatervoorziening.
•             Uitwerking voor de offerte.
•             Werkvoorbereiding en uitvoering.
•             Onderhoud.

Meer duurzame technieken
De actualisatie van de inhoud richtte zich op een aantal belangrijke aspecten, zo geeft Nick Post aan. “Zo zijn er sinds de vorige uitgave in 2012 nu veel meer duurzame technieken bijgekomen. Het werken met hybride warmtepompen en afleversets is in deze periode sterk toegenomen, maar bijvoorbeeld ook de douche-wtw werd in de oude uitgave nog niet behandeld. Verder is er ook aandacht voor de bacteriologische aangroeipotentie in relatie tot de materiaalkeuze. Kies je bepaalde soorten kunststof leidingsystemen, weet dan wat de risico’s zijn ten opzichte van bijvoorbeeld koper.”

Eenduidige en toegankelijke teksten
Hoewel de wet- en regelgeving geen cruciale wijzigingen ondergingen, die van invloed zijn op de inhoud, is wel het woordgebruik in het boekje in lijn gebracht met de regelgeving. De begrippen en vaktermen zijn nu volledig in overeenstemming met hoe ze in het Drinkwaterbesluit, de NEN-normen en Waterwerkbladen worden benoemd. “Daarnaast hebben we de inhoud van het Kleintje voorbereid op de Wet kwaliteitsborging, die naar verwachting op 1 januari 2024 in werking treedt. Daarvoor hebben we een opleverprotocol voor het installatiegebonden dossier opgenomen. Om de teksten nog toegankelijker te maken, hebben we ook de schrijfstijl informeler gemaakt. Ook zorgden we ervoor dat we veel tekeningen, tabellen en grafieken gebruiken die de inhoud voor een technicus nog inzichtelijker maken.”

Fout: view d2b5aa1eo7 bestaat mogelijk niet

ISSO-kleintje Riolering vernieuwd

De afgelopen maanden is het ISSO-kleintje Riolering volledig geactualiseerd. Vooral mensen in de praktijk vinden in dit document de meest gebruikte richtlijnen voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van gebouwriolering. Door zijn compacte vorm, maar ook doordat hij online te raadplegen is, is de kennis op de bouwplaats of bij een praktijkproject te raadplegen.

Naast de laatste kennis biedt het handzame boekje ook diverse afbeeldingen, schema's en montagerichtlijnen voor afvoerleidingen van vuilwater en hemelwater. Bovendien is het Kleintje Riolering ook interessant voor andere doelgroepen, zoals architecten en aannemers. Zij kunnen hiermee snel de meest basale en noodzakelijke kennis van riolerings- en hemelwaterafvoersystemen tot zich nemen.

Op basis van ISSO-publicatie 3216

De meest recente ISSO-publicatie 3216 ‘NTR 3216 Riolering van bouwwerken’, die eveneens in februari 2023 verscheen, ligt aan de basis van het vernieuwde Kleintje Riolering. Daarbij richt de inhoud van het Kleintje zich vooral op vuilwater- en hemelwaterafvoer binnen de perceelgrens. Die kennis kan de vakman dus gebruiken voor:
•             Woningen, woongebouwen en kleine utiliteit;
•             Realisatie van nieuwe riolering;
•             Uitbreiding van bestaande riolering;
•             Beheer en onderhoud.

Voorbeeld
Een concrete aanpassing is bijvoorbeeld het duidelijk onder de aandacht brengen van de noodzaak om hemelwater via het eigen perceel af te voeren, en niet via een naburig perceel. In de praktijk betekent dit dat installateurs de uitvoering van HWA-systemen soms anders moeten uitvoeren dan ze gewend waren. Denk aan doorlopende dakgoten bij rijtjeshuizen, waarin de installateur nu bijvoorbeeld separatieschotten moet zetten, zodat regenwater per perceel kan worden afgevoerd.

Koppeling met ISSO-opleverprotocollen
Een andere wijziging waarvan het Kleintje nu melding maakt, is dat de uitzondering voor het moeten plaatsen van ontlastvoorzieningen bij grondgebonden woningen is komen te vervallen. Ook meldt het geactualiseerde Kleintje dat de afstand tussen ontstoppingsstukken is vergroot. Verder is er in dit Kleintje meteen een koppeling gemaakt naar de ISSO-opleverprotocollen, die belangrijk zijn en worden in de relatie tot de toekomstige Wet Kwaliteitsborging (Wkb). Ook zijn er op diverse plekken nieuwe of aangepaste afbeeldingen toegevoegd, zodat de kennis inzichtelijker wordt en eenvoudiger te interpreteren.

Snel en helder
Het doel van Kleintje Riolering is er volledig op gericht om mensen in de praktijk snel en zo helder mogelijk te ondersteunen bij het vakbekwaam uitvoeren en onderhouden van riolerings- en hemelwatersystemen. Het geactualiseerde ISSO-kleintje Riolering is als gedrukt exemplaar of digitale versie beschikbaar via het kennisplatform ISSO Open.

Fout: view d26fc37v3w bestaat mogelijk niet

Gescheiden boren naar aardwarmte en drinkwater

Klimaatverandering, een groeiende drinkwatervraag en bedreigingen van drinkwaterbronnen zorgen ervoor dat aanvullende grondwatervoorraden aangewezen moeten worden voor de drinkwatervoorziening. Mijnbouwactiviteiten zoals boren naar aardwarmte (geothermie) kunnen een risico vormen voor grondwater voor de drinkwatervoorziening. Uitgangspunt moet daarom zijn dat zij ruimtelijk van elkaar worden gescheiden. De provincies en drinkwaterbedrijven roepen het Rijk daarom op te zorgen voor een goede bescherming van de toekomstige voorraden voor ons drinkwater.

Provincies en drinkwaterbedrijven hebben een verkenning Robuuste drinkwatervoorziening opgesteld. Doel hiervan is de toekomstige drinkwatervoorziening veiligstellen. Hiertoe zijn aanvullende grondwatervoorraden voor de drinkwatervoorziening aangewezen en zorgen we voor voldoende beschikbaarheid van drinkwater. De drinkwatervraag kan tot 2040 met gemiddeld 30% stijgen maar de beschikbaarheid van voldoende kwalitatief goed water voor drinkwater is niet vanzelfsprekend.
Ook de energietransitie heeft ruimte nodig in de ondergrond. Door middel van geothermie wordt warmte van diep in de aarde gebruikt voor de verwarming van huizen, kassen of industrie. Boren voor mijnbouw, waaronder geothermie, kan risico’s opleveren voor het grondwater. Bij deze aanwijzing van grondwatervoorraden voor de drinkwatervoorziening is daar zorgvuldig rekening mee gehouden.

Mijnbouw en drinkwatervoorziening náást elkaar
Functiescheiding tussen mijnbouw en drinkwater is van belang voor de Aanvullende Strategische Voorraden (ASV's). Uitgangspunt moet zijn dat het Rijk dit dient te respecteren bij vergunningverlening voor mijnbouwactiviteiten. Dat is het advies van provincies en drinkwaterbedrijven in de verkenning Robuuste drinkwatervoorziening. Bij de aanwijzing van de ASV’s is rekening gehouden met bestaand gebruik van de gebieden en nieuwe ontwikkelingen als geothermie. Hiermee is zorgvuldig beoordeeld hoeveel en waar extra reserves voor de toekomstige drinkwatervoorziening nodig zijn en welk beschermingsbeleid daarbij gewenst is.
Jelle Hannema, directievoorzitter Vitens en voorzitter stuurgroep Bodem & Infrastructuur Vewin: “Voor een goede bescherming van de ASV’s en het veiligstellen van de drinkwatervoorziening op lange termijn moet functiescheiding ook gelden bij vergunningverlening voor mijnbouwactiviteiten. Daarom vragen we het Rijk uitsluiting van mijnbouw in de toekomstige voorraadgebieden voor de drinkwatervoorziening op te nemen in de Mijnbouwwet. Mijnbouw en drinkwaterproductie kunnen náást elkaar plaatsvinden, sámen gaat niet.”

‘Beschermen om te blijven’
Jeannette Baljeu, gedeputeerde provincie Zuid-Holland en lid van de gezamenlijke provincies in de Stuurgroep water: “Provincies zijn verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen van voldoende drinkwaterbronnen van voldoende kwaliteit. De bevolkingsgroei en toename van drinkwatergebruik vergroten de vraag naar voldoende zoetwaterbronnen. Dit verhoogt het belang tot bescherming van bestaande en gereserveerde drinkwaterbronnen vanuit het principe `beschermen om te blijven’. Provincies erkennen ook het belang van geothermie voor de energietransitie. En staan open voor mogelijkheden van maatwerk die beide belangen ten goede komen. Uitgangspunt voor de provincies blijft daarbij wel de ruimtelijke scheiding van deze functies.”

Vermijd risico’s op onomkeerbare schade
Grondwater is een belangrijke bron voor ons drinkwater. Ongeveer 60% van het drinkwater in Nederland wordt van grondwater gemaakt. Gebruik van de diepe ondergrond door geothermie vormt een risico voor de kwaliteit van deze grondwaterbronnen. De verwachting is dat de komende decennia het aantal geothermieprojecten toeneemt vanwege de energietransitie. Wanneer grondwater eenmaal vervuild raakt, kan het voor altijd onbruikbaar worden voor de drinkwaterproductie. Vanuit het voorzorgsbeginsel – ook de Structuurvisie Ondergrond sluit elk risico zoveel mogelijk uit – is een goede bescherming van de grondwatervoorraden van groot belang.

Drinkwaterbehoefte in de toekomst
Het rapport is een uitwerking van de Structuurvisie Ondergrond (STRONG). Hierin heeft het Rijk aan provincies en drinkwaterbedrijven gevraagd aan te geven waar aanvullende grondwaterreserves voor de toekomstige drinkwatervoorziening noodzakelijk zijn. En wat daarvoor het beschermingsbeleid moet zijn. In het rapport is per provincie uitgewerkt hoe groot de extra drinkwaterbehoefte is richting 2040/2050 en hoe daarin kan worden voorzien. Deels gebeurt dit door Aanvullende Strategische Voorraden aan te wijzen. Ook wordt gekeken hoe de drinkwatervraag te verminderen via waterbesparing en een passender gebruik van drinkwater.
“Er is sprake van een groeiende drinkwatervraag. Klimaatverandering zorgt voor toenemende droogte en we zien dat bronnen voor drinkwater vervuild zijn. We willen Nederland in de toekomst ook van goed en voldoende drinkwater voorzien. Maar dat betekent wel dat we zuinig om moeten gaan met de bronnen die we hebben deze goed moeten beschermen. Onnodig risico’s nemen is daarbij geen optie!” aldus Hannema.

Eindrapportage Verkenning Robuuste Drinkwatervoorziening 2040

 

Fout: view 6769bb6u3f bestaat mogelijk niet

  • artikel
  • september 10, 2021
  • 2 views
Innovatie

De pandemie en klimaatverandering fungeren op veel fronten als een katalysator. Zowel in de sanitaire technieken als in de klimaattechniek worden grote sprongen gemaakt om veiligheid en comfort naar een hoger niveau te tillen. IZ sprak erover met twee experts.

De bouwkolom is al een aantal jaar bezig om zichzelf opnieuw uit te vinden, zegt Jan Verdonck. De gedreven techneut is in het dagelijks leven werkzaam als Specialist New Business bij JAGA/Konvektco Nederland. Daarnaast hanteert hij de voorzittershamer bij branchevereniging de Nederlandse Verwarmingsindustrie D&A en de NEN 35107407 ventilatiecommissie en was hij jarenlang lid van de NTA 8800 projectgroep. Kortom een professional die vanuit een vogelvluchtperspectief goed zicht heeft op alle ontwikkelingen in de klimaattechniek.

Trends
Verdonck signaleert een aantal trends die zowel hun impact hebben op de bouwkolom in zijn totaliteit als specifiek de installatiebranche. “Allereerst neemt de populariteit van prefab toe. Ook in de renovatiesector. Met de industrialisatie neemt de kans op faalkosten af, maar we moeten er ons niet op blind staren. Naast prefab moet er ook meer aandacht komen voor procesoptimalisatie. Kennisgebrek en slechte planning leiden namelijk al snel tot spanningen tussen aannemers en installateurs, installaties die slecht samenwerken en uiteindelijk klachten van de gebruikers.”

BENG
Daarnaast houdt de invoering van de BENG-eisen de gemoederen flink bezig. Verdonck merkt dat veel spelers in de bouwkolom nog zoekende zijn hoe ze die eisen precies moeten invullen. “In de installatiebranche gaat het dan met name om de derde eis oftewel welke duurzame energieopwekker ga ik gebruiken in mijn project. Menig installateur is nog bezig zich de noodzakelijke nieuwe kennis eigen te maken.” Dat geldt ook voor wat op de werkvloer wel de BENG 4 eis wordt genoemd, maar in de vakwereld de TOJuli-eis wordt genoemd. Deze nieuwe regel is ingevoerd om ongewenste opwarming van gebouwen te voorkomen.

Comfort
Het is indicatief voor een bredere ontwikkeling die Verdonck signaleert: meer aandacht voor comfort. “Jarenlang golden de minimale eisen van het Bouwbesluit als richtsnoer. Daar komt nu verandering in. Dat merk je al bij architecten. De populariteit van enorme glazen gevels neemt af. Tegelijkertijd neemt de toepassing van passieve zonwering en actieve koelingsoplossingen juist toe.”

Personeel
Als laatste grote trend noemt Verdonck het gigantische personeelstekort. Dit zet niet alleen een rem op de groei van bedrijven, maar gooit ook de nieuwbouw op slot. Mede vanwege het gebrek aan vakmensen lukt het al jaren niet om de beoogde aantallen nieuwe woningen te bouwen.

Gecompliceerd
En de energietransitie maakt het er niet makkelijker op. “Waar je vroeger als branche nauwelijks hoefde na te denken, want met gas was je lekker simpel snel klaar, heeft de installateur nu een breed pallet aan mogelijkheden. Wordt het een warmtepomp, een hybride oplossing, een infraroodpaneel of toch maar een warmtenet? Daarnaast blijft energieopslag een heikel issue als we massaal overstappen op duurzame systemen. Ik denk dat Smart Grids en accu’s slechts een deel van het probleem kunnen oplossen. We zitten te springen om duurzame opslagmethodes, zoals waterstof of warmtebuffering in water.”

Maatwerk
Maar Verdonck wil niet gaan somberen. De energietransitie biedt ook juist enorme kansen. Kansen bijvoorbeeld om meer maatwerk te leveren aan klanten. Zo lijkt de warmtepomp bijvoorbeeld een prima oplossing voor buitenstedelijke gebieden, terwijl warmtenetten eerder op een plekje kunnen rekenen in binnenstedelijke gebieden. Voor elk wat wils dus.

Afgiftesystemen
Ook op het gebied van afgiftesystemen zijn interessante ontwikkelingen te bespeuren, vertelt Verdonck. “We zien een nieuwe typologie van gebouwen, waarbij mensen terstond warmte willen. Dat zorgt voor een omschakeling. De afzet van LT-radiatoren neemt toe, ten koste van de tragere vloerverwarmingssystemen. Op dit moment is de verhouding ongeveer 65% vloerverwarmingssystemen in de nieuwbouw en 35% LT-radiatoren. Over pak ‘m beet 2,5 jaar is dat denk ik fiftyfifty.”

Hak- en breekwerk
Ook de verduurzaming van de bestaande bouw werkt de stijgende populariteit van LT-radiatoren en convectoren in de hand. “LT-vloerverwarming brengt al snel hak- en breekwerk met zich mee, je verliest opbouwhoogte en bent vaak duurder uit”, legt Verdonck uit.

Omzet
Door naar de ventilatiebranche: de pandemie heeft JAGA/Konvektco en concullega’s geen windeieren gelegd, vertelt de Specialist New Business. “Maar de eindklant moet zich wel realiseren dat het geen wondermiddel is. Daarnaast blijft het noodzaak dat we als branche een goede uitleg geven over de werking van het systeem om verstopte filters, gesloten ventilatieroosters en dergelijke te voorkomen.” Verdonck ziet hoe de branche door innoveert, waardoor de kwaliteit van ventilatiesystemen steeds beter wordt. Onder andere door de komst en toepassing van nieuwe sensoren. Daarnaast nemen woningcorporaties en zakelijke klanten ventilatiesystemen vaker mee in hun meerjarenonderhoudsbegrotingen, wat ook de kwaliteit ten goede komt.

Passieve oplossingen
Enerzijds neemt het installatiequote in gebouwen toe en worden steeds meer processen geautomatiseerd. Anderzijds is er ook een tendens in de bouwkolom om meer natuurlijke elementen te integreren in de gebouwde omgeving. Het zogenaamde ‘Biophilic Design’, waarover meer in een komende editie van IZ. Dat brengt verschillende voordelen met zich mee. Zo kunnen groene daken water bufferen en helpen om de binnentemperatuur te reduceren en zorgt de juiste daglichttoetreding voor warmte en een gezond biologisch ritme van de gebruikers van een gebouw. “We zitten op een kantelpunt”, meent Verdonck. “De vraag is welke kant we nu opgaan. Biophilic Design levert voordelen op, maar valt volgens mij vaak duurder uit. En in een branche waar veel spelers al snel de minimale eisen van het Bouwbesluit als maatstaf nemen, om zo kosten te besparen, levert dat een spanningsveld op.”

Toekomst
De komende jaren zal duurzaamheid doordringen tot in de haarvaten van de bouwkolom. Verdonck: “Opdrachtgevers zullen steeds meer gaan investeren in groene plannen voor hun gebouwen. Daarnaast verwacht ik dat de Milieudatabase een grote impact gaat hebben op de materiaalkeuze bij projecten. En dankzij prestatieafspraken, monitoring en meerjarenonderhoudsbegrotingen zal de effectiviteit en efficiëntie van klimatiseringssystemen naar een hoger niveau worden getild. Overigens blijft betaalbaarheid wel een issue.”

Sanitaire technieken
Ook in de sanitairbranche staat de energietransitie hoog op de agenda. Dat geldt eveneens voor drinkwatertekorten tijdens droge periodes én de afvoer van hemelwater bij heftige buien. De aandacht voor energiebesparing komt op verschillende manieren tot uiting. Zo loopt er nog steeds een discussie of het onder bepaalde omstandigheden mogelijk is om de temperatuur van warm tapwater te verlagen tot 40 graden. Dit is een heikel thema vanwege eventuele legionellarisico’s. “De Tweede Kamer gaat zich buigen over rapporten waarin wordt gepleit voor een herziening van de wetgeving, maar tot die tijd valt er weinig over te zeggen”, vertelt Eric van der Blom, die werkzaam is als Vakspecialist Sanitaire Technieken bij Techniek Nederland.

Waterbesparing
Een ander gevoelig onderwerp is de 4 liter spoeling van toiletten. Van der Blom ziet de bouwkolom nog nauwelijks gebruik maken van deze mogelijkheid om water te besparen. “Er kleeft een groot afbreukrisico aan vast. Een verstopping en daardoor een onhygiënische situatie kan snel optreden. Opdrachtgevers zijn niet zonder reden erg voorzichtig. Bovendien moeten toiletten met 4 liter spoeling dicht bij de standleiding staan en meer afschot hebben. Dat beperkt de ontwerpvrijheid van een architect.”

Waterprestatienorm
Een landelijke invoering van de Waterprestatienorm kan een incentive zijn om meer onderzoek te doen naar dit soort waterbesparende oplossingen en ze veelvuldiger te gaan toepassen, maar Van der Blom ziet dat niet gebeuren. “Ik was destijds, in 2001 nauw betrokken bij de ontwikkeling van de waterprestatie coëfficiënt (WPC) van een woning (NEN 6922), maar er wordt nauwelijks gebruik van gemaakt bij projecten. Er is geen dwingende regelgeving, bovendien kan je ook vraagtekens zetten bij de effectiviteit van de Waterprestatienorm. Zowel de EPC als de WPC leiden namelijk aan hetzelfde euvel: het zegt weinig over het daadwerkelijke gebruik van respectievelijk energie en drinkwater in een gebouw. Komt nog bij dat drinkwater een stuk goedkoper is dan energie. Er wordt dus ook geen noodzaak gevoeld. Daarnaast wordt comfort steeds belangrijker. Waar wel water mee wordt bespaard, is het gebruik van hemelwater en hergebruik van grijs water voor specifieke toepassingen.”

Overlast
Hoe anders ligt het voor wateroverlast. De beelden uit Limburg van afgelopen zomer staan nog op ons netvlies. Er is een algemene consensus dat er geïnvesteerd moet worden in waterberging, infiltratie en afvoer van hemelwater. Daarbij kan je denken aan infiltratiekratten, wadi’s en infiltratie via roosters in de tuin. Of aan opvang in de schutting van hemelwater voor hergebruik. “In de nieuwbouw zie ik steeds vaker groene en blauwe daken verschijnen”, vertelt Van der Blom. Deze daken hebben meerdere functies, waaronder tijdelijke berging en isolatie, zodat het binnenklimaat aangenaam blijft. Van der Blom staat positief tegenover deze ontwikkeling, maar benadrukt wel dat onderhoud een aandachtspunt is en er vaak een intelligente besturing nodig is.

Circulariteit
Tot slot: Het afgelopen jaar hebben we al in diverse nummers van IZ de nodige aandacht besteed aan circulariteit en klimatiseringssystemen. Hoe is het eigenlijk gesteld met het hoogwaardig hergebruik van sanitaire oplossingen? “Daar zijn de nodige hobbels”, merkt Van der Blom op. “Allereerst zijn sanitaire systemen vaak niet zo omvangrijk, de vraag wordt dan al snel in hoeverre het financieel aantrekkelijk is om materialen terug te winnen. Toch is er het een en ander mogelijk. Denk aan het recyclen van kunststofleidingen en het terugwinnen van metalen als messing, koper en lood. Het hergebruiken van drinkwaterleidingen of toiletpotten daarentegen wordt al snel problematisch. Bij drinkwaterleidingen krijg je te maken met hygiënische aspecten. En wie wil er nu in zijn peperdure nieuwbouwwoning op een gebruikte toiletpot zitten? Naar mijn mening kan je in dergelijke gevallen beter inzetten op recycling”, aldus Van der Blom 

Dit is een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ. De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.nl

Regelgeving sanitair

Zorgwoningcomplexen worden vanuit de Regeling Legionellapreventie weer opgenomen in de lijst met prioritaire installaties en daarmee weer verplicht een risicoanalyse en beheersplan te hebben en na te leven. Het rapport van Berenschot en KWR over de (wetenschappelijke) inzichten die zijn opgedaan na de invoering van de Legionellawetgeving in 2000 geeft aan dat er op het gebied van de legionellawetgeving verbeteringen mogelijk zijn. Samen met het rapport over de hoe de legionellawetgeving in de praktijk functioneert en de mogelijke verbeteringen die hierin worden gesignaleerd, zal dit de komende tijd de agenda’s vullen. In NEN 3215 zal geëist gaan worden dat ook bij grondgebonden woningen in de aansluiting van een hemelwaterafvoerleiding op de buitenriolering voor uitsluitend de afvoer van hemelwater, een ontlastvoorziening moet worden toegepast.

Fout: view fdbcb06ya2 bestaat mogelijk niet

Intelligente boiler gebruikt minder energie

Itho Daalderop introduceert medio dit jaar de Green Energy Smartboiler. Deze boiler bespaart energie door zich aan te passen aan het tapgedrag van de gebruiker. Hij heeft de mogelijkheid om de onbalans op het energienetwerk op te vangen door incidenteel in te schakelen om zo pieken in duurzame energie op te vangen.

De Green Energy Smartboiler hangt in een groot netwerk van boilers. Wanneer er onbalans ontstaat omdat er meer aanbod van zonne- of windenergie komt dan gevraagd, kan de boiler kortstondig ingeschakeld worden om de duurzame energie te benutten. Dit duurt gemiddeld 60 seconden. Dit tussentijds opwarmen heeft geen effect op de energierekening van de eindgebruiker, aangezien het aantal tussentijdse activeringen gelimiteerd is. Daarnaast gaat de opgewekte energie weer terug in de boiler en kan deze gebruikt worden door de eindgebruiker.

Besparing tot wel 12%
Met de reguliere Smartboiler van Itho Daalderop kan tot 10% bespaard worden, omdat de boiler zelflerend is. De Green Energy Smartboiler kan door de bewoner zelf in- en uitgeschakeld worden of in vakantiemodus gezet worden. Zo warmt de boiler niet ongevraagd op. Met de Green Energy Smartboiler kan tot 12% bespaard worden op energie in vergelijking met normale elektrische boilers, afhankelijk van het app-gebruik van de Climate Connect App.

Climate Connect App
Middels de Climate Connect App, heeft de gebruiker inzicht in het verbruik en de besparing van de boiler. De gebruiker kan altijd de boiler ‘boosten’, wat betekent dat de boiler op dat moment gaat opwarmen en na enkele minuten klaar is voor gebruik. Ook kan de gebruiker naast het instellen van de vakantiemodus een klokprogramma instellen.

Fout: view cb01694gfj bestaat mogelijk niet

Grohe voorziet eerste 3D-geprinte woning in ons land van sanitair

De badkamer en de toiletruimte van de eerste Nederlandse woning van 3D-geprint beton, onderdeel van het ‘Project Milestone’, is voorzien van Grohe douchesystemen en kranen. In dit architectonische object is gekozen voor de Eurostyle toiletkraan, de Tempesta 100 doucheset, de thermostatische douchecombinatie Grohtherm 1000 en de wastafelkraan Eurosmart Cosmopolitan.

De sanitairfabrikant heeft een reeks waterbesparende technologieën ontwikkeld, zonder dat ingeleverd hoeft te worden op comfort, waaronder een waterbesparende douchekop en wastafelkraan. Ook de overige nog te bouwen woningen in dit project worden voorzien van deze sanitairoplossingen.

Mooi voorbeeld
Het project, dat een gezamenlijk bouw- en innovatieproject is van Eindhoven University of Technology, Van Wijnen, Saint-Gobain Weber Beamix, Vesteda, gemeente Eindhoven en Witteveen+Bos, is een mooi voorbeeld van hoe innovatie bijdraagt aan verduurzaming in de bouw. “We zijn supertrots”, zegt Ruben Verboon, Accountmanager Projecten bij Grohe Nederland. “We vinden het initiatief van dit project heel inspirerend en fantastisch om te volgen. Aangezien het volledig past bij onze duurzaamheidsmissie en -visie zijn we zeer vereerd dat juist dit project is voorzien van onze sanitairoplossingen. Wat we hier zien is de toekomst. En als wereldwijde koploper willen wij daar maar al te graag ons steentje aan bijdragen.”

Fout: view 509ed56di7 bestaat mogelijk niet

Regelgeving legionellapreventie in leidingwater op de schop?

Sinds het Legionelladrama in Bovenkarspel (1999) en de kort daarna in werking getreden regelgeving voor Legionellapreventie in leidingwater is in Nederland, maar ook wereldwijd, veel onderzoek gedaan. Er is nu veel meer kennis over de omstandigheden waaronder Legionella groeit of niet groeit, welke legionellasoorten gevaarlijk zijn voor de mens en hoe Legionella het beste bestreden en voorkómen kan worden. Het huidige Legionellapreventie beleid is gebaseerd op wetenschappelijke aannames uit het begin van deze eeuw. Sindsdien is het wetenschappelijk onderzoek doorgegaan en wijkt het legionellabeleid – op onderdelen – af van de wetenschappelijke inzichten. Gaat de regelgeving voor legionellapreventie in leidingwater nu op de schop?

Op het TVVL Nationaal Congres Sanitaire Technieken 2021 vertelt Paul van der Wielen (microbioloog bij KWR) over de huidige wetenschappelijke kennis ten aanzien van Legionella in leidingwatersystemen. Dan zal blijken in hoeverre de huidige Regeling legionellapreventie in Nederland nog in lijn is met de huidige wetenschappelijke kennis. Het laat zich niet moeilijk raden dat dit niet zo is, want het huidige wetgevend kader borduurt nog altijd voort op inzichten uit 2000. Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft daarom laten onderzoeken welke voorschriften in de wetgeving ten aanzien van Legionella in leidingwater op basis van de huidige wetenschappelijke inzichten zouden moeten worden aangepast, en op welke wijze. De onderwerpen die genoemd worden hebben onder meer betrekking op het thermisch beheer, het effect van spoelen, invloed van materiaalgebruik, legionellasoorten, de 1-liter regel en de risicokwalificatie tabel. Wanneer het merendeel van de adviezen uit het onderzoek wordt overgenomen zal dat een grote impact hebben op de praktijk van legionellapreventie. Dat de regelbaarheid en beheersbaarheid van de warmtapwatertemperatuur in met name collectieve warmtapwaterinstallaties met circulatie erg lastig is wordt in de praktijk nog altijd te vaak ervaren. Michiel van Bruggen vertelt op het congres vanuit zijn expertise over het dynamische gedrag van warmtapwatercirculatiesystemen.

Pseudomonas aeruginosa
Naast ziekteverwekkende legionellasoorten zijn in het Nederlandse drinkwater ook andere ziekteverwekkende micro-organismen aangetroffen, zoals Pseudomonas aeruginosa, die zich in het drinkwatersysteem vermeerderen en waar geen regelgeving in drinkwater voor geldt. De ziekte veroorzaakt door deze andere ziekteverwekkers zijn niet meldingsplichtig, maar schattingen laten zien dat het aantal ziektegevallen waarschijnlijk hoger zijn dan het aantal ziektegevallen veroorzaakt door ziekteverwekkende Legionella non-pneumophila-soorten. Onderzoek heeft laten zien dat beheersmaatregelen die voor Legionella gelden, niet allemaal werken tegen Pseudomonas aeruginosa. Dit micro-organisme is in staat zich te vermeerderen in drinkwaterbiofilms met een temperatuur beneden de 20°C. De Duitse microbioloog Peter Arens verzorgt op het congres een presentatie over oorzaken en sanering van een ziekenhuis met Pseudomonas aeruginosa in het drinkwater. Stefan van ‘t Hof van het Rijksvastgoedbedrijf bespreekt op het congres andere aspecten op het gebied van Waterveiligheid in gebouwen en de wet- en regelgeving die daarop van toepassing is.

Keukenafvalvermalers in hoogbouw
Julian Muñoz Sierra (KWR) presenteert samen met Mirjam Blokker (KWR) het TKI onderzoeksproject naar keukenafvalvermalers in hoogbouw. Specifiek is gekeken naar de technische haalbaarheid van het aansluiten van een keukenafvalvermaler op de gebouwriolering en naar de duurzaamheid (LCA) van keukenafval via riolering ten opzichte van keukenafval via het restafval. De resultaten van het zogenoemde OSKAR-project (Organisch keukenafval via het riool) worden gepresenteerd, met een nadruk op de tests die in een laboratoriumopstelling van de gebouwriolering zijn gedaan.

Dagvoorzitter van het TVVL Nationaal Congres Sanitaire Technieken is Mirjam Blokker, voorzitter van de TVVL Expertgroep Sanitaire Technieken. Voor verdere informatie over het online congres op 7 juni zie: www.tvvl.nl (bijeenkomsten, Landelijk)

Fout: view 4eac35ftjc bestaat mogelijk niet

Ontwerpen en realiseren van legionellaveilige gebouwen

ISSO heeft nieuwe kennis toegevoegd aan de productenreeks Legionellapreventie. Het gaat om de CUR-aanbeveling 120 ‘Legionellaveilige gebouwen: Bouwkundig ontwerp en realisatie’ (2017), die is omgedoopt naar ISSO-publicatie 116 ‘Legionellaveilige gebouwen: Bouwkundig ontwerp en realisatie’. De publicatie is specifiek ontwikkeld voor ontwerpers, bouwkundigen en bouwers. Eind 2017 heeft ISSO de kennis overgenomen van SBRCURnet voor het vakgebied Bouw in handen, voor beheer en verdere ontwikkeling. Onderdeel daarvan was de CUR-aanbeveling 120.

In maart 2021 heeft Toshihiro Takada, kennisontwikkelaar Sanitaire techniek bij ISSO, de kennis geactualiseerd. Op deze kleine actualisatie na bleef de publicatie ongewijzigd. De ISSO-publicatie is volledig afgestemd op ISSO-Publicatie 30 ‘Leidingwaterinstallaties in woningen’, de ISSO Checklist ‘hotspots’ in waterleidingen en NEN 1006 Algemene voorschriften voor leidingwaterinstallaties.

 Aansluiting met de bouw
“ISSO gaf al een uitgebreide reeks aan legionella-kennisproducten uit, maar met ISSO-publicatie 116 als nieuwste onderdeel van het legionellaportfolio hebben we nu ook aansluiting naar de bouwkundige kant”, vertelt Ingrid van Toorn, portfoliomanager bij ISSO. “Deze kennis is in 2017 als CUR-aanbeveling echt ontwikkeld voor architecten, bouwers en bouwkundig adviseurs. Het helpt hen de bouwkundige randvoorwaarden in een gebouw zo te maken, dat de installateur hierin een legionellaveilige waterinstallatie kan installeren. We hopen dat CUR-aanbeveling 120 als ISSO-publicatie ook zijn weg zal vinden in de bouwsector.”

Ontwerpuitgangspunten
In de praktijk blijkt nog te vaak dat in het bouwkundig ontwerp onvoldoende is nagedacht over de benodigde randvoorwaarden voor legionellaveilige leidingwaterinstallaties. ISSO-publicatie 116 sluit aan op de gangbare ontwerpmethodiek voor gebouwen. Voor het ruimtelijk ontwerp geeft de publicatie aan welke ontwerpuitgangspunten vastgelegd moeten worden. Middels checklists voor het technisch ontwerp, het geschreven bestek en voor het bouwkundig tekenwerk, beschrijft de publicatie de essentiële, duidelijk vast te leggen punten die nodig zijn voor een legionellaveilige leidingwaterinstallatie. De kennis is gericht op woningbouw, maar ook goed toepasbaar op het ontwerp voor veel voorkomende utiliteitsgebouwen, zoals kantoor-, logies-, en bijeenkomstgebouwen.

 

Fout: view ec3382c56f bestaat mogelijk niet

Warmteterugwinning in badkamer in gestapelde bouw

Warmteterugwinning (wtw) in de badkamer bestaat al geruime tijd. In de gestapelde bouw is het realiseren van deze energiebesparende maatregel een stuk lastiger. Daarom innoveerde Hamwells deze wtw-techniek en lanceerde een generatie actieve douchewater-wtw-systemen die zich juist op dat segment richt. De systemen passen in enkellaagse woningen en appartementen. Metingen laten zien dat deze wtw-systemen tot 73% van de energie uit het afvalwater van de douche te halen.

Het systeem bestaat uit de bekende douchepijp-wtw met hoog rendement, in combinatie met een industriële sensor en membraanpomp. Deze pomp zorgt ervoor dat het gebruikte douchewater vanuit het douchesifon door de wtw-unit wordt gepompt. Omdat dit wtw-systeem op dezelfde verdieping als de douche wordt geïnstalleerd, is dit een geschikte oplossing voor de gestapelde en enkellaagse bouw.

Meerdere uitvoeringen
De Blue, zoals deze douchewater-wtw heet, is verkrijgbaar in meerdere uitvoeringen. De Blue-HE is de uitvoering met de langste wtw-pijpen en behaalt daarmee ook het hoogste rendement van 73%. Daarnaast bestaat het portfolio van actieve douchewater-wtw-systemen nog uit een drietal kleinere varianten waarvan de rendementen variëren van 52 tot 62,5%.

BENG-impact
Het rendement van de Blue-HE ontstaat door een dubbel uitgevoerde, koperen wtw-buis. De kleinere Blue-versies bestaan uit een enkele buis in verschillende lengtes (120, 160 en 210 cm), waardoor deze systemen prijstechnisch gunstiger zijn. Omdat al deze actieve douchewater-wtw-systemen een bij Bureau CRG geregistreerde gelijkwaardigheidsverklaring hebben, zullen zij in de BENG-berekening een impact hebben.

40% energiegebruik
Het energiegebruik in de badkamer bedraagt ongeveer 40% van het totale energieverbruik van een gemiddeld huishouden. Met moderne douchewater-wtw-systemen is dit energiegebruik te halveren. De traditionele douche-wtw’s zijn al vele jaren op de markt maar kenmerken zich door een lange douchepijp-wtw die de installateur een verdieping lager, onder de verdieping van de badkamer, moest plaatsen. Later ontstond een alternatief, de zogeheten douche-drain-wtw, waarbij het wtw-systeem in de vloer van de douche of douchebak is ingebouwd. Deze systemen hebben echter een beperkt rendement en zijn soms erg onderhoudsgevoelig.

Sensor
Met de Blue douchewater-wtw-systemen zijn de beperkingen van de eerder genoemde types niet meer van toepassing. De Blue vangt het warme water op in de afvoer. Hier zit een sensor die, zodra hij water detecteert, de pomp aanstuurt. De membraanpomp brengt het warme water naar de bovenkant van de wtw-buizen. In deze robuuste pomp blijven geen haar en zeepresten achter. Het warme afvoerwater stroomt via de speciaal ontwikkelde werveling (vortex) op de meest efficiënte wijze door de wtw-buizen, waarin de warmteoverdracht plaatsvindt. Als het koude tapwater bij de thermostatische mengkraan aankomt, is deze soms wel tot 28°C opgewarmd. Hamwells heeft de verschillende uitvoeringen van de Blue juist voor enkellaagse woningen en appartementen ontwikkeld. Het systeem is bovendien geschikt om in de prefab woningproductie en in sociale nieuwbouw toe te passen.

Fout: view eadebf3bhq bestaat mogelijk niet

Sanitaire oplossingen oudere bewoners

Techniek Nederland heeft een brochure gemaakt, die installateurs helpt om levensloopbestendige keuzes te maken bij natuurlijke renovatiemomenten, zoals bij een badkamer verbouwing. In de brochure staan sanitaire oplossingen voor oudere bewoners die langer zelfstandig thuis willen blijven wonen.

Eén van de meest voorkomende woningaanpassingen voor ouderen die langer zelfstandig thuis blijven wonen is een verbouwing van de badkamer en toilet. Logisch als je het bekijkt vanuit de verbetering van de veiligheid in huis, want valpartijen in de badkamer komen helaas veel voor en leiden tot ernstig letsel. Installateurs spelen een belangrijke rol in het veiliger en comfortabeler maken van woningen. Er zijn talloze mogelijkheden voor veilige sanitaire oplossingen. Techniek Nederland heeft deze overzichtelijk op een rij gezet in de nieuwe brochure ‘Langer Zelfstandig Thuis Wonen met het juiste, aangepaste sanitair’.

Oplossingsgerichte informatie voor een goed advies
Naast productinformatie geeft de brochure aan voor welk (gezondheids)probleem een gekozen product een oplossing kan bieden, zodat installateurs deze informatie in hun comfortadvies aan klanten kunnen verwerken. De behoeften van eventuele andere gezinsleden en/of zorgverleners zijn daarin meegenomen, evenals de technische voorschriften en de bouwkundige randvoorwaarden. Heeft een klant moeite met de financiering van de verbouwing of wil de klant verduurzaming meenemen in het project, dan biedt de brochure uitkomst met extra informatie over deze onderwerpen.
De brochure is hier te downloaden.

Fout: view 5c846b5wev bestaat mogelijk niet