Uneto-VNI vindt wetsvoorstel arbeidsmarkt onacceptabel
De Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) maakt het minder aantrekkelijk voor werkgevers om mensen in vaste dienst te nemen. Dat schrijft installatiekoepel Uneto-VNI in een brief aan minister Koolmees. ‘Blijft het wetsvoorstel van de minister van Sociale zaken en Werkgelegenheid ongewijzigd, dan krijgen ondernemers in de technische installatiebranche te maken met een hogere ww-premie, extra kosten bij ontslag en een hogere transitievergoeding. De wet is bedoeld om werkgevers te stimuleren mensen in vaste dienst te nemen, maar bereikt in de huidige vorm het tegenovergestelde.’ Deze reactie op het wetsvoorstel is gebaseerd op een inventarisatie onder de ondernemers die lid zijn van Uneto-VNI.
In het wetsvoorstel van minister Koolmees vervangt een algemene premie de huidige sectorpremie voor de ww. In de installatiebranche raken relatief weinig werknemers hun baan kwijt en daardoor is de sectorpremie laag. Volgens Doekle Terpstra, voorzitter van Uneto-VNI, wordt zijn sector straks gestraft voor die goede prestaties: “Wij weten te voorkomen dat mensen werkloos worden en als dank krijgen we een hogere, algemene premie. Dat is onacceptabel.”
Met een hogere ontslagvergoeding zijn we terug bij af
De nieuwe wet geeft werkgevers de mogelijkheid verschillende ontslaggronden bij elkaar op te tellen. Door deze ‘cumulatiegrond’ wordt het eenvoudiger om werknemers te ontslaan. Dat verlaagt de drempel om medewerkers sneller in vaste dienst te nemen, maar dat effect wordt geheel teniet gedaan door de veel hogere vergoeding die bij ontslag betaald moet worden. Doekle Terpstra: “We willen dat ondernemers minder terughoudend zijn als het gaat om vaste contracten. Dat lukt niet als je de ontslagvergoeding verhóógt. Met deze maatregel zijn we terug bij af.” De voorzitter van de installateursvereniging vindt het verder onbegrijpelijk dat de minister de ontslagvergoeding ook wil invoeren bij werknemers met tijdelijke contracten.
Méér flexwerkers in de installatiesector
Het wetsvoorstel voor de nieuwe WAB verruimt het begrip flexibele arbeid. UNETO-VNI kan zich niet vinden in de manier waarop dat gebeurt. De voorstellen van minister Koolmees leiden ertoe dat een groot deel van de huidige vaste contracten in de installatiesector straks als flexibel zullen gelden. Terpstra: ‘In de installatiebranche zijn vaste contracten de norm. Maar met dit wetsvoorstel groeit het percentage flexwerkers in de sector juist. De werkgeverslasten nemen daardoor enorm toe; dit wetsvoorstel kan de installatiebranche tientallen miljoenen euro’s kosten. Dat kan niet de bedoeling zijn.”
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zal de reactie van Uneto-VNI meenemen in de uitwerking van het wetsvoorstel. Minister Koolmees wil het definitieve wetsvoorstel nog voor de zomer naar de Raad van State sturen en daarna naar de Tweede Kamer.
“Techniekonderwijs heeft voor Uneto-VNI absolute topprioriteit”
Met Doekle Terpstra als frontman, probeert Uneto-VNI er alles aan te doen om de instroom van technische vakmensen in de branche te verbeteren. Des te opvallender dat uit onderzoek van technisch opleider ROVC blijkt dat slechts één op de tien ondervraagden vindt dat acties vanuit brancheorganisaties efficiënte aanjagers zijn voor het terugdringen van het nijpende tekort. Dat deze acties niet direct met Uneto-VNI worden geassocieerd, vindt Terpstra echter begrijpelijk. “De activiteiten worden namelijk uitgevoerd door bijvoorbeeld Opleidingsfonds OTIB, de regionale opleidingsbedrijven InstallatieWerk of het beroepsonderwijs zelf.”
Terpstra: “Het techniekonderwijs heeft voor Uneto-VNI absolute topprioriteit. Onze leden ondervinden nu al problemen als gevolg van een groeiend tekort aan technische vakmensen. Wij doen er alles aan om de instroom in de techniek te verbeteren. Maar als brancheorganisatie alleen lukt het ons niet om de problemen op te lossen. De sleutel ligt bij samenwerking met andere partijen, zoals het bedrijfsleven, het (beroeps-)onderwijs én de overheid. Alleen op die manier kunnen we resultaten boeken. Uit het onderzoek van ROVC blijkt in ieder geval dat de acties die wij sámen met deze partijen uitvoeren positief worden beoordeeld.”
Op fietsafstand een vmbo-techniekopleiding
“Het onderzoek van ROVC onderstreept nog eens de urgentie van een het tekort aan technici”, vervolgt Terpstra. “Er is al veel gebeurd, maar extra acties in met name het vmbo en mbo zijn dringend noodzakelijk. De aansluiting tussen onderwijs en bedrijfsleven is al stukken beter dan voorheen, maar kan nog beter. Techniekonderwijs moet makkelijk toegankelijk zijn; voor alle jongeren die willen kiezen voor een carrière in de techniek moet er op fietsafstand een vmbo-techniekopleiding zijn. En er moet letterlijk meer ruimte komen voor zogenaamde ‘hybride’ docenten. Dit zijn docenten die deels in de praktijk werken en deels voor de klas staan.”
Een technische mbo-opleiding winnen
ROVC zelf is inmiddels een winactie gestart, waarbij een technische mbo-opleiding ter waarde van €15.000,- wordt weggeven. Dit doet de opleider samen met YoungCapital. De wedstrijd wordt georganiseerd om aandacht te vestigen op de uitdaging waar de branche op dit moment voor staat. Zowel technici als mensen die de techniek in willen, oftewel zij-instromers, maken kans om een technische mbo-opleiding te winnen. Er is keuze uit een opleiding op mbo-3 of 4-niveau. De winnaar bepaalt zelf het technisch vakgebied waarin hij of zij zich wil ontwikkelen. ROVC biedt kandidaten een kennismaking met het technisch opleidings- en werkveld. Daarnaast ontvangen zij studieadvies van professionele adviseurs.
Symbolische stap om tekort te lijf te gaan
John Huizing, directeur bij ROVC: “De technische sector staat onder druk. Er is een hevig tekort aan technici, zowel kwalitatief als kwantitatief. Technische organisaties zijn voortdurend op zoek naar technisch talent. Het is van belang dat organisaties kijken naar enthousiasme en motivatie onder potentiële technici. Zij-instromers zijn in deze branche gewilder dan ooit. Met deze wedstrijd wil ROVC technisch Nederland laten zien dat er veel potentie in de markt te vinden is, als je het maar wilt zien. Daarnaast zetten we hiermee een eerste symbolische stap om het tekort aan technici te lijf te gaan.”
Stevig in de schoenen staan
“YoungCapital ondersteunt dit initiatief, omdat we zien dat de markt vraagt om goed opgeleide technici”, aldus Bart Dekker, accountmanager YoungCapital. “Daarom leiden wij in samenwerking met ROVC gemotiveerde, energieke trainees vakinhoudelijk op. Daarbij begeleiden we ze ook in hun persoonlijke ontwikkeling, waardoor ze stevig in hun schoenen staan.”
‘Verwijder rotte appels in plaats van extra eisen aan installateurs te stellen’
‘Het beroep van installateur is een beroep met verantwoording voor andermans gezondheid en welzijn. Een ongeluk heet niet voor niets een ongeluk maar zo’n tien, meestal onnodige, doden per jaar is te veel. Uiteraard zou daar iets aan gedaan moeten worden maar het al maar meer eisen stellen aan de installateur is hiervoor niet de oplossing. Je moet de rotte appels er tussen uit zien te plukken in plaats van steeds meer eisen te stellen aan de reeds erkende en vakkundige installateurs.’
Dit schrijft Philip van Rijkhuizen als reactie op de nieuwe certificeringsregeling die in de maak is. Van Rijkhuizen is een derde generatie installateur met inmiddels 32 jaar praktijkervaring. Het beroep van installateur is er bij hem van kinds af aan met de paplepel ingegoten. Op zijn 16e begon hij met zijn vakopleiding. ‘Door een ijzeren discipline en een overdosis doorzettingsvermogen’ was hij op zijn 21e in het bezit van al zijn vakdiploma’s (G-M-R-V-W-13711). ‘Samen met 32 jaar praktijkervaring en een gezonde dosis boerenverstand maakten dit mij tot een vakkundig installateur.’
Extra kosten en administratieve rompslomp
‘Extra eisen, de certificering, brengen extra kosten met zich mee en dat is voor vele een last waar ze niet op zitten te wachten. Als ieniemienie ondernemertje ben ik al krap €900,– per jaar kwijt aan mijn Uneto-VNI lidmaatschap en mijn KViNL inschrijving. Dat laatste is voor vele sowieso een doorn in het oog…jaarlijks moeten betalen voor de diploma’s waar we destijds zelf voor hebben moeten knokken. Als je dan ook nog eens moet gaan betalen voor een certificeringsregeling, ga ik waarschijnlijk ruim de duizend euro per jaar voorbij. Naast de extra kosten krijg je dan natuurlijk ook weer te maken met extra administratieve rompslomp. Iets waar je niet op zit te wachten, want als éénpitter heb je standaard al last van chronisch tijdgebrek.
Upgraden naar gecertificeerde installateur lost het probleem niet op
Maar veel belangrijker dan extra onkosten en tijdsverspilling is het feit dat er uiteindelijk verrekte weinig zal veranderen. Erkende installateurs upgraden naar gecertificeerde installateurs zal het probleem sowieso niet gaan oplossen. Voor de doorsnee particulieren opdrachtgever zijn al die termen op bedrijfswagen en briefpapier überhaupt abracadabra. Er zal pas iets significant veranderen als we simpelweg een aantal basisproblemen ontwortelen:
1. Herinvoering van de vestigingswet: geen vakdiploma’s voor het gewenste vakgebied betekent simpelweg geen inschrijving bij de Kamer van Koophandel. Zonder inschrijving bij de Kamer van Koophandel is er dan dus ook geen inschrijving bij Uneto-VNI mogelijk.
2. Herinvoering van de keuringen van de technische installaties van woningen bij veranderding van eigenaar of huurder van de desbetreffende woning. Ook steekproefsgewijze controles naar uitvoer van werkzaamheden aan deze installaties ( Gas – Water – Elektra – C.V. ).
3. Opschonen van het ledenbestand van Uneto-VNI: leden zonder vakdiploma’s de kans bieden alsnog in het bezit te komen van de vereiste vakdiploma’s en anders gewoon uitschrijven. De klant moet ervan op aan kunnen dat de Uneto-VNI installateur een gediplomeerd installateur is en niet iemand wiens opa in een grijs verleden zijn diploma’s heeft behaald en zodoende ingeschreven staat.
4. Meldpunt voor misstanden van Uneto-VNI installateurs. Niet correct uitgevoerd werk moet kunnen worden aangemeld, vervolgens beoordeeld worden en als blijkt dat de desbetreffende installateur er daadwerkelijk met zijn pet naar heeft gegooid moeten daar consequenties aan vast zitten. Een soort ‘Three strikes out’ systeem, wie niet wil luisteren moet maar voelen…game over!
5. Invoering verplichte A.P.K keuring voor gasverbruiksapparaten. Zolang het onderhoud en de controle van gasverbruiksapparaten op vrijwillige basis doorgaat zullen er doden blijven vallen. Een deel van de mensen ziet de noodzaak er niet van in en zal dus geen actie ondernemen met mogelijk gevaarlijke situaties als gevolg. Deze situaties hoeven helaas niet per se gevaarlijk te zijn voor de eigenwijze eigenaar maar kunnen dat helaas ook zijn voor de niets vermoedende omwonenden. Een ander deel van de mensen ziet wel de voordelen van onderhoud in maar is niet geïnteresseerd in de hoge kosten van de tripel gediplomeerde installateur en schakelt een voordelige allround klusser in voor de controle van zijn installatie…..valse veiligheid voor een prikkie!
6. Aanpassing van de polisvoorwaarden bij verzekeraars. Als er problemen ontstaan die toegerekend kunnen worden aan niet door erkende installateurs aangelegden en onderhouden installaties moet uitkering van de schade simpelweg uitgesloten zijn (feitelijk geldt dit voor alle aspecten in de bouwsector). Minder uitkeringen aan problemen die voorkomen hadden kunnen worden betekent ook minder onkosten voor de verzekeringsmaatschappijen en dat betekent dan weer lagere premies voor iedereen die een desbetreffende verzekering wil afsluiten. In België hebben ze dat goed begrepen en is dit al de normaalste zaak. Tevens levert deze aanpak meer werk op voor de gediplomeerde vakman en helpt het de kluskabouters te weren uit de installatiebranche.
7. Aanpakken van de verkoop van verwarmingstoestellen en warmwaterbereidingstoestellen; deze apparaten zouden simpelweg alleen door de erkende installateur aangeschaft moeten kunnen worden. Dit is tenslotte ook de aangewezen vakman die het apparaat zou moeten aansluiten en in werking zou moeten stellen. Het schoenmaker blijf bij je leest principe; waarom moet iedereen maar alles en overal kunnen aanschaven. Op die manier help je het prutsen in de hand en verlies je de controle al aan het begin van het proces.
8. Strengere spelregels bij de fabrikanten: geen hulpverlening aan doe-het-zelvers en geen garantie als blijkt dat er geen erkende installateur te pas is gekomen aan montage, in werking stellen en/of onderhoud van het desbetreffende apparaat. Bovendien zou een uniforme onderhoudsinterval van 12 maanden in de handleidingen opgenomen moeten worden. Brandweer Nederland adviseert, vanuit helaas ruime ervaring op dit gebied, een onderhoudsinterval van 12 maanden maar de fabrikanten vermelden onderhoudsintervallen tot wel 24 maanden, enkel en alleen om de klant over te halen voor hun product te kiezen.
Het is treurig te bemerken dat de simpele zielen onder ons worden afgewimpeld als ouwe zeuren terwijl de oplossing voor de problemen is te vinden tussen de regels van onze éénvoudige denkwijze.’
Hybride oplossingen: schone schijn?
Veel aandacht gisteren voor het pleidooi van onder andere Uneto-VNI om de ‘solo cv-ketel’ binnen drie jaar uit te bannen. In de landelijke media waren er vooral zorgen over de ‘forse’ kosten die dit voor huiseigenaren mee zou brengen. Ook al omdat in veel gevallen de woning bijvoorbeeld beter geïsoleerd zou moeten worden. Op onze LinkedIn-pagina vielen woorden als ‘rampscenario’, ‘misleidend’, ‘gedachteloos’ en ‘opportunistisch’ op te tekenen. Maar er is ook het besef dat apathie zo langzamerhand plaats begint te maken voor actiegerichtheid.
‘Vanaf 2021 mogen huiseigenaren hun cv-ketel alléén nog vervangen in combinatie met een hybride warmtepomp, een zonneboiler of een ander duurzaam alternatief’, zo meldt het manifest dat Uneto-VNI en een groot aantal andere organisaties presenteerden. Voorzitter Terpstra van Uneto-VNI wijst erop dat de toepassing van hybride warmtepompen inmiddels relatief eenvoudig is. Pijnpuntje is nog wel de financiering ervan. Om de plaatsing van duurzame cv-systemen voor iedereen financieel haalbaar te maken, pleit het manifest daarom voor de snelle introductie van gebouw-gebonden financiering.
‘Uitspraken zonder uitzicht’
‘Inspraak zonder inzicht leidt tot uitspraken zonder uitzicht’, dacht Chris Zijdeveld van de stichting Passief Bouwen meteen toen hij van dit manifest hoorde. ‘Onmiskenbaar ontvouwt zich het rampscenario van mensen die duizenden euro’s investeren maar er geen betere woning voor terugkrijgen. Als ze pech hebben zullen ze het ’s winters koud hebben en een gigantische elektriciteitsrekening krijgen. Elektriciteit van kolencentrales. Wie een warmtepomp inbouwt zonder eerst de woning drastisch te verbeteren, is bezig als een kip zonder kop. De enige verantwoorde weg om Nederland van het gas af te krijgen is de energievraag fundamenteel verlagen. Bij een goede aanpak geeft dat ook een enorme woningverbetering, een hoger thermisch comfort en een betere kwaliteit binnenlucht. De misleidende term hybride warmtepomp die wordt gebruikt haalt Nederland helemaal niet van het gas af. Het is een gasketel voor de koude dagen met een kleine warmtepomp voor de basislast. Behoud ons voor kretologie, verlaag de energievraag van het casco in plaats van te kiezen voor schijnoplossingen.
Cv-ketels niet gedachteloos vervangen
Marjet Rutten, aanjager, innovator en marketeer voor de bouw-, installatie- en vastgoedsector, benadrukt vooral dat cv-ketels niet gedachteloos vervangen zouden moeten worden. ‘De komende 15 jaar gaan mensen niet investeren in iets anders. Dat betekent dat die woningen voor 2021 + 15 = 2036 niet van het gas los komen. Dat maakt het voor gemeenten ook lastiger. Maar die gemeenten zijn wel als eerste aan zet. Die moeten eerst hun plannen presenteren hoe en wanneer ze verwachten in iedere wijk van het (fossiele) gas los te gaan. Dan kunnen mensen daarop ook anticiperen. Wat verder een nadeel van cv-ketels is, is dat ze vaak snel vervangen moeten worden. Mensen zitten in de kou en nemen helemaal niet de tijd om over een oplossing na te denken. De hybride ketel is volgens mij al helemaal geen oplossing, want dan koop je nog steeds een nieuwe ketel en ga je een luchtwarmtepomp toepassen, terwijl geothermie mogelijk veel geschikter is. En, wat doe je als er geen plek is voor een hybride warmtepomp of zonnecollectoren? Met andere woorden: het bespreekbaar maken juich ik toe, maar dan ben je er nog niet.’
Meer dan alleen warmtepompen
Bas Hasselaar, adviseur Bouwfysica en Duurzaamheid bij DGMR, kijkt ook nog wat verder dan alleen maar warmtepompen. ‘Alle reacties hebben betrekking op het onvermogen van warmtepompen om slecht geïsoleerde huizen te verwarmen. Terecht natuurlijk, maar het manifest rept ook over zonneboilers of andere duurzame alternatieven (nieuw glas, isoleren?). Het voorstel daarom afbranden omdat gedachteloos warmtepompen plaatsen niet de oplossing is, lijkt me wat kort door de bocht. Eerst de uitwerking van het voorstel maar eens afwachten. Ik vind het een positieve ontwikkeling.’
Waarop Chris Zijdeveld reageert: ‘Het gaat om het beeld dat in de samenleving blijft hangen en daarvan hebben we nu genoeg ongelukken gezien. Het misverstand dat een lage EPC tot een woning leidt met een laag energiegebruik; het misverstand dat een woning met zonnepanelen een fantastische oplossing is; het misverstand dat een mooi Breeam-getal leidt tot een milieuvriendelijk gebouw; en dan nu dat het vervangen van een gasketel door een warmtepomp leidt tot een duurzame woning. Ik werkte gisteren met de radio naast me en die laatste boodschap is keihard het beeld dat er in de samenleving achterblijft als er geen tegengas wordt gegeven.’
Bas Hasselaar kan zich hier wel enigszins in vinden. ‘Natuurlijk gaat het pas om een eerste aanzet, maar zo wordt in woningen waar anders helemaal niets zou gebeuren in ieder geval een eerste stap gezet. Verwarming naar lage temperatuur vereist gebouwaanpassingen. Maar als deze niet genomen worden, laat dan in ieder geval het warme tapwater duurzaam opgewekt worden.’
‘Misschien moeten we de cv-ketel 1.000 euro duurder maken’
Guido Bartelink, managing partner bij Holland Climate Ventures ziet dat apathie zo langzamerhand plaats begint te maken voor actiegerichtheid. ‘Heel goed. Van Gas los is een thema dat bij ons zeer leeft. Ons ontwikkelcentrum ligt midden in het aardbevingsgebied! Toch moet deze benadering snel en vakkundig genuanceerd worden. Een one-size-fits-all benadering zal snel tot grote problemen en desillusie leiden. Misschien moeten we de cv-ketel gewoon 1.000 euro duurder maken en het geld gebruiken voor subsidie in energetisch betere oplossingen en waar nodig verdere ontwikkeling van alternatieven? Denk dat we snel veel warmtepompen gaan zien, maar ook een hele rij andere oplossingen. De gekozen benadering is een typische installateursbenadering is. We vervangen de ene doos door de andere en het probleem is opgelost. De warmtepomp is niet nieuw maar al 15 jaar een bewezen techniek. Het doet wel heel opportunistisch aan nu te pleiten voor een wettelijke maatregel. Het feit dat we het over verplichten hebben geeft aan dat we een gemankeerde verhouding hebben tot onze klanten. Er is een enorm oor bij mensen om te leren over verduurzaming en een enorme bereidheid maatregelen te nemen. Laten we nu met deze actie geen ING-tje maken en zelf de kar trekken om meer en betere oplossingen aan te bieden.’
Tot slot, op het twitteraccount #INGnlEconomie is ondertussen het volgende plaatje zien:
Van hybride verwarmingssystemen tot groen gas
Feenstra reageerde gisteren direct op het manifest van een brede coalitie om alleen nog cv-ketels in combinatie met een duurzame techniek te installeren. Het installatiebedrijf gaat zich inzetten om geen gasgestookte cv-ketels meer als enige warmtevoorziening in de woning te installeren. Goois Verwarmings- en Installatiebedrijf Robert van der Poel reageerde terughoudender: ‘Zorg eerst dat de techniek dusdanig is dat deze ook voor de gemiddelde Nederlander betaalbaar is’. Ketelfabrikant ATAG liet ons desgevraagd weten maximaal in te gaan zetten op hybride verwarmingssystemen.
“Wij maken ons sterk om zo spoedig mogelijk alleen nog cv-ketels in combinatie met een duurzame aanvulling, zoals een hybride warmtepomp, zonneboiler of andere aardgasbesparende producten, te installeren’, liet Ernie van Dalen, directeur bij Feenstra, gistermorgen weten. “Uiteraard vervangen wij waar mogelijk ook zoveel mogelijk cv-ketels door een duurzaam alternatief. De mogelijke opkomst van groen gas blijft Feenstra echter ook zien als een goed alternatief voor de vervanging van aardgas als brandstof voor de gasgestookte cv-ketel. Cv-installaties die, nu of in de toekomst, op groen gas worden gestookt, blijven wij installeren, ook wanneer dit de enige verwarmingsbron van de woning is. Daarnaast blijven wij uiteraard onze klanten wijzen op andere energiebesparende mogelijkheden, zoals bijvoorbeeld isolatie, waterzijdig inregelen en zonnepanelen.”
Voortouw in de energietransitie
Feenstra wil het voortouw in de energietransitie nemen. Het moet sneller, slimmer en betaalbaarder, aldus één van ’s lands grootse installatiebedrijven. “Wij zijn als eerste bekend met nieuwe initiatieven en mogelijkheden. Het gaat voor ons niet alleen om het verkopen van installaties. Zo kunnen wij woningcorporaties nog actiever adviseren bij het realiseren van CO2-reducerende maatregelen en onderzoeken wij de mogelijkheden voor een passende huurpropositie voor bijvoorbeeld hybride warmtepompen. Het investeren in de opleiding van onze vakmensen op het gebied van duurzame technieken heeft onze volle aandacht. Onze opleidingscentra zijn inmiddels uitgerust met de laatste technieken op het gebied van duurzaamheid”, legt Van Dalen uit.
Verder kijken dan neus lang is
Goois Verwarmings- en Installatiebedrijf Robert van der Poel reageerde op onze Facebook-pagina wat terughoudender. ‘Huiseigenaren zullen niet alleen in de warmtepompen moeten gaan investeren maar ook in isolatie, en hun vloerverwarming – als ze die hebben – moeten aanpassen etc. Het lijkt wel of de opstellers van dit manifest niet verder kijken dan hun neus lang is. De financiën van de meeste mensen zijn niet dusdanig dat ze zich zulke drastische investeringen kunnen veroorloven. De meesten hebben al problemen met de betaling van het jaarlijks onderhoud. Super leuk al die ideeën en milieu-verbeterende dingen in Nederland terwijl de rest van de wereld er een zooitje van maakt. Laten we eens bij het begin beginnen en niet van die onnozele termijnen stellen van drie jaar. Begin met nieuwbouw en zorg dat de techniek dusdanig is dat die ook voor de gemiddelde Nederlander betaalbaar is. Ik ben helemaal voor duurzaam, maar dan wel met goed doorontwikkelde en beproefde technieken en niet met haasje-repje-acties!’
Maximaal inzetten op hybride verwarmingssystemen
In een reactie op het manifest dat gisteren is aangeboden laat ketelfabrikant ATAG weten maximaal te zullen inzetten op het realiseren van duurzame, comfortabele hybride verwarmingssystemen. Hybride warmtepompen gaan volgens deze fabrikant een belangrijke rol spelen in de energietransitie. ‘Nederland volledig ‘omzetten’ naar All-Electric is – lettend op de huidige omstandigheden – nu nog niet mogelijk. Dit levert problemen op in de energievoorziening, aangezien het bestaande elektriciteitsnetwerk op dit moment nog niet beschikt over de juiste capaciteit.’ ATAG wil geen vooringenomen keuze maken voor een energiedrager en techniek. Het belangrijkste van de ‘van gas los discussie’ is volgens de fabrikant dat een keuze wordt gemaakt op basis van een maximale reductie van de CO2-uitstoot tegen minimale kosten. Van bron tot gebruiker. En hierbij wordt geen enkele samenwerking tussen energievormen uitgesloten. Alleen op deze manier is het volgens de fabrikant mogelijk om ‘vol gas naar CO2 neutraal’ te gaan.
Overigens benadrukt ATAG dat de cv-ketel blijft bestaan, alleen gaat deze samenwerken met een hybride warmtepomp. ‘Cv-ketels zijn zeker niet taboe.’
Elektriciteitsopwekking vergroenen
Remeha antwoordt desgevraagd het manifest een goed initiatief te vinden en zal hierin participeren. Hierbij hanteert de verwarmingsfabrikant als uitgangspunt: zo snel en zoveel mogelijk CO2-reductie tegen de best mogelijke maatschappelijke investeringen, gericht op uitbanning van fossiele grondstoffen. Een belangrijk aandachtspunt hierbij is voor Remeha dat de elektriciteitsopwekking wordt vergroend. ‘Warmtepompen zijn (op dit moment) niet schoner dan cv-ketels, dus ook daar zal aan de opwekkingskant het nodige moeten gebeuren. Opwekking van elektriciteit door steenkoolcentrales is de meest vervuilende CO2-vorm van energieopwekking. Remeha is dan ook voorstander van het bijplaatsen van wind- en zonne-energie om de elektriciteitsopwekking te vergroenen.’
De cv technologie zal zich aanpassen aan de beschikbare duurzame energievormen die er zijn. Remeha vindt dat er geen ’technology lock’ in mag zijn. Alle mogelijkheden moeten uitgenut worden om Nederland slim, snel en betaalbaar te verduurzamen. ‘Als producent van energie-apparaten hebben wij dan ook vele oplossingen in huis: groene cv-ketel met hoger rendement of werkzaam op groen gas of een combinatie met ander calorisch gas of in de toekomst waterstof. Hybride oplossingen (een combinatie van cv- en warmtepomp technologie), warmtepompen en combinaties met PV/zonlichttechnologie of WKK. Elke situatie is anders.’
Online toetsingssysteem als eerste stap naar aantonen vakbekwaamheid
Alleen wanneer je kunt aantonen dat je over de juiste kennis beschikt, mag je straks nog cv-installaties ontwerpen, installeren, inbedrijfstellen en onderhouden. Dit kun je doen door succesvol een theorie- en een praktijkexamen af te leggen. Uneto-VNI heeft hiervoor samen met KvINL, OTIB, opleiders en bedrijfsscholen een traject ontwikkeld. Dit begint met een nulmeting, zodat direct het huidige kennisniveau bekend is. Daarvoor komt vanaf de zomer een gratis online toetsingssysteem beschikbaar.
Blijkt uit deze online test dat er voldoende kennis en kunde in huis is, dan kan meteen het theorie-examen worden afgelegd, ook online. Daarna volgt het praktijkexamen.
Zowel de nulmeting-tool als het theorie- en het praktijkexamen zijn vanuit een gezamenlijke aanpak ontwikkeld en getest. Een aantal van leden van de branchevereniging heeft de afgelopen maanden de tool getest. De examens zijn met de input van bedrijven en opleiders opgesteld. Ze sluiten naadloos aan bij de eisen die in de concept-wet staan en staan heel dicht bij de praktijk, aldus de branchevereniging. Een aantal bedrijfsscholen neemt nu deel aan de pilot; hun monteurs volgen de online-toetsen en beoordelen die.
Landelijke dekking praktijktoetsen
Voor monteurs die een online-toets niet prettig vinden, zijn er ook andere opties. In het hele land stellen opleiders en bedrijfsscholen straks hun locaties beschikbaar voor het afleggen van het praktijkexamen. De aanbieders van een praktijkexamen zullen hiervoor geaccrediteerd zijn.
Kennis bijspijkeren
Uneto-VNI verwacht dat het eerste jaar al enkele duizenden monteurs de examens zullen afleggen. Blijkt uit de nulmeting dat het kennisniveau nog niet voldoende is, dan zal een monteur die kennis kunnen bijspijkeren. Bijvoorbeeld door een dagtraining of een volledige cursus te volgen bij een opleider. Of kennisdagen die door bedrijven zelf worden georganiseerd. Het opleidingenaanbod is ook online te vinden.
“Goedkope Poolse loodgieter speelt in onze branche geen grote rol”
Gisteren zijn op Europees niveau afspraken gemaakt over een herziening van de detacheringsrichtlijn. Daardoor zal het salaris van de Poolse loodgieter veel dichter bij dat van zijn Nederlandse collega’s komen te liggen, meldde AD in haar economiekatern. Goedkope leenarbeid wordt door veel West-Europeanen gezien als oneerlijk concurrentie. We vroegen Esther Dijk, woordvoerster bij Uneto-VNI, om een reactie.
Gedetacheerde werknemers in onder andere de bouw zullen nu direct het cao-loon in hun gastland gaan verdienen, inclusief toeslagen zoals een dertiende maand, compensatie voor winterweer en eventuele andere premies. Ook moeten reis- en verblijfskosten apart worden vergoed. Zij mogen niet meer worden afgetrokken van het loon.
Dijk: “We kunnen op dit moment nog helemaal niets zeggen over de gevolgen voor onze leden van deze Europese afspraken. Het is ons namelijk niet bekend hoeveel Uneto-VNI bedrijven via detachering er gebruik maken van de diensten van buitenlandse krachten. Dat zullen overigens eerder onze grotere leden zijn. Maar welke mensen halen ze uit het buitenland: loodgieters, installateurs of bijvoorbeeld hoger opgeleiden in infra of industrie?”
Uneto-VNI zegt ook niet te weten om welke aantallen goedkope krachten het gaat die in de branche via detachering aan de slag zijn. Dijk: “Wij denken niet dat het in ons vakgebied heel erg speelt, eerder in de landbouw of bouw. Als het voornamelijk ZZP’ers betreft, die vallen, net zoals zwartwerkers overigens, niet onder deze regeling. Maar die willen dat ook niet. Deze regeling is bedoeld om werknemers te beschermen tegen uitbuiting. Uiteraard zijn we wel blij met het ‘level playing field’ dat nu ontstaat wat betreft de verloning binnen de detacheringswereld.”
“Robotisering kan voor de installatiebranche een zegen zijn”
Volgens een rapport van twee onderzoeksbureaus kan een vijfde van de half miljoen MBO-scholieren meteen een werkloosheidsuitkering aanvragen na de diploma-uitreiking. Een nog grotere groep kan misschien tien tot vijftien jaar werken, maar zal daarna plaats moeten maken voor een robot. De Intelligence Group en Arbeidsmarktkansen.nl namen alle 455 middelbare beroepsopleidingen en de kansen op de arbeidsmarkt onder de loep. De vraag is: hoe zit het met de installatiesector? De banen liggen nu wel voor het oprapen, maar hoe ontwikkelt de arbeidsmarkt zich op de langere termijn? Installatienet sprak met Doekle Terpstra, voorman van Uneto-VNI over zijn visie op de toekomst.
Gevarenzone
Opleidingen en beroepen die in de gevarenzone verkeren zijn bijvoorbeeld human resource management, bedrijfsadministratie, acteur en zelfs ict-beheerder en gamedeveloper. Wat die laatste twee beroepen betreft is er vooral vraag naar HBO+ specialisten, aldus beide onderzoeksbureaus.
Banen verdwijnen
Door de jaren heen hebben we verschillende geluiden gehoord over de werkgelegenheid in de branche. Sommige deskundigen zien een tijdelijke hausse aan werk, maar op de lange termijn zal het aantal banen slinken. Zo liet ABN-Amro vorig jaar bij de toelichting op haar trendrapportage voor de bouw en installatiebranche op Building Holland nog weten dat er naar haar inschatting binnen 5 tot 10 jaar banen gaan verdwijnen door digitalisering.
Gigantische opgave
Volgens Doekle Terpstra “wijst er niets op die richting. Dit is de sector van de toekomst. We staan voor een gigantische maatschappelijke opgave om de gebouwvoorraad te verduurzamen. Jongeren die nu voor een technische dienstverlening kiezen, hebben per definitie een baangarantie.”
Binnen- en buitenkant gebouw
Ja, geeft Terpstra toe, in de nieuwbouw zou het plaatje er weleens minder gunstig uit kunnen zien over een aantal jaar. Althans voor de bouwkundige disciplines en in mindere mate voor de installatietechniek. “ Prefabricage en robotisering zullen hun impact gaan hebben maar dit leidt niet tot verlies aan werkgelegenheid. Er komt namelijk alleen maar werk bij. Het aandeel installaties in gebouwen neemt toe, al die systemen moeten worden beheerd en onderhouden en daarvoor zijn vakmensen nodig. Ook komen er nieuwe werkzaamheden en disciplines bij, denk aan de installatie en het onderhoud van laadpalen voor elektrische auto’s, energiemanagement en -monitoring en data-analyse. De rol van de installateur wordt alleen maar belangrijker; al vanaf de ontwerpfase. Bovendien zijn we nu met een aantal partijen, waaronder het Ministerie van Economische Zaken, bezig een Green Deal af te sluiten, die een impuls voor energiebesparing in de gebouwde omgeving oplevert. Meer werk aan de winkel dus.” Terpstra verwacht dat de deal binnen enkele maanden rond zal zijn.
“Robotisering een zegen”
De installatiesector blijft dus buiten schot, meent de voorman van Uneto-VNI. Nu en op de lange termijn. “Het is niet zoals in de financiële sector dat banen worden weg geautomatiseerd. Sterker nog, met ons enorme gebrek aan vakmensen denk ik juist dat robotisering een zegen kan zijn.” Het betekent dat we meer ruimte krijgen voor hoogwaardige dienstverlening, bijvoorbeeld als regisseur van de energietransitie. Dankzij digitalisering kunnen we waarde toevoegen met bijvoorbeeld het analyseren van data en dienstverlening rond energiemanagement. Het zal een uitdaging zijn om in te spelen op de veranderende verhoudingen die daaruit voortkomen. Het werk zal verschuiven, er ontstaan nieuwe functies, zoals die van BIM-modelleur.”
Af van “diploma-maatschappij”
Uneto-VNI hamert daarom op het belang van opleiden. “De wereld verandert, om het tempo te kunnen bijbenen, moeten we allemaal een leven lang blijven leren. We hebben een diploma-maatschappij en dat doet geen recht aan alle kennis die op andere manieren wordt opgedaan. Bijvoorbeeld op werkplekken of via informele contacten. Naar mijn idee zouden vakmensen zich via deelcertificaten verder moeten kunnen ontwikkelen. In overleg met het onderwijsveld, en met name het mbo geven we dit de komende tijd verder vorm.”
Certificeringsregeling cv-installateurs in hoofdlijnen op website Uneto-VNI
Het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft een wetsvoorstel gepubliceerd dat ervoor moet zorgen dat vanaf medio 2019 alleen gecertificeerde cv-installateurs gasverbrandingsinstallaties mogen plaatsen en onderhouden. Aanleiding hiervoor is het koolmonoxide-rapport van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid van november 2015. Hieruit bleek dat de huidige erkenningsregelingen burgers niet de veiligheid geven die ze mogen verwachten. Uneto-VNI heeft de hoofdlijnen van het wetsvoorstel nu op een rij gezet op haar website.
Uneto-VNI is in grote lijnen positief over het voorstel voor een wettelijke certificeringsregeling voor werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties. De regeling zorgt voor een hoger kwaliteitsniveau, zegt de branchevereniging, waardoor het aantal koolmonoxideongevallen kan worden teruggedrongen. ‘Het is goed dat álle bedrijven en werknemers die gasverbrandingsinstallaties plaatsen en onderhouden straks aan dezelfde eisen moeten voldoen. Wél is er behoefte aan meer duidelijkheid wat betreft de praktische consequenties voor de installateur’, aldus Uneto-VNI.
Lees hier de hoofdlijnen van het wetsvoorstel en de reactie van Uneto-VNI hierop
Voorstel certificering cv-installateurs gepubliceerd
Op 31 januari heeft het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een voorstel voor wijziging van de Woningwet gepubliceerd. Deze wijziging heeft betrekking op de certificering van cv-installateurs vanaf medio 2019. Hiermee wil het kabinet de kwaliteit van de werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties verbeteren en het aantal koolmonoxideongevallen terugdringen.
Aanleiding voor de invoering van de certificeringsregeling is het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid naar de gevaren van koolmonoxide bij cv-ketels uit november 2016. Uit dit rapport komt naar voren dat de huidige kwaliteitslabels te weinig garantie bieden voor professionele aanleg van cv-installaties en veilig onderhoud.
Een haalbare regeling
Met de introductie van een certificeringsregeling komt het ministerie van Binnenlandse zaken tegemoet aan de belangrijkste aanbeveling uit het rapport van de Onderzoeksraad. Uneto-VNI heeft de totstandkoming van een wettelijke regeling – die dus geldt voor álle installateurs in ons land die werkzaamheden aan cv-installaties verrichten – ondersteund. Het uitgangspunt van de koepelorganisatie daarbij is een regeling die haalbaar is voor zzp-ers, grote en middelgrote bedrijven en grote onderhoudsbedrijven.
Via de internetconsultatie kunnen betrokkenen reageren op de wetswijziging en hun ideeën hierover kenbaar maken. Het kabinet maakt gebruik van reacties en het commentaar om de kwaliteit van de uiteindelijke wetswijziging te verbeteren. Uneto-VNI zal op korte termijn een reactie geven op de wetswijziging en de leden hiervan op de hoogte stellen.