Meer animo voor het loodgietersvak

Nederland kampt al jaren met een tekort aan loodgieters. Op Wereld Loodgieters Dag (zaterdag 11 maart) vestigt Techniek Nederland de aandacht op ‘een beroep met enorme carrièrekansen’. “Loodgieter heeft nog altijd een wat ouderwetse klank, maar dat is volledig ten onrechte”, zegt Doekle Terpstra, voorzitter van Techniek Nederland. “De loodgieter van vandaag is een moderne, technisch onderlegde vakman of vakvrouw. Dit vak is springlevend en jongeren zien dat ook. De opleidingen voor sanitair-installateur krijgen méér inschrijvingen.”

Ondanks het aantrekkelijke loopbaanperspectief wordt het tekort aan sanitair-installateurs steeds voelbaarder. Wie een badkamer of wc wil laten plaatsen, krijgt al gauw te maken met wachttijden. Hetzelfde doet zich voor bij problemen met de waterleiding of de riolering. Terpstra: “Een erkende installateur, die lid is van Techniek Nederland, zal er alles aan doen om in noodgevallen snel ter plaatse te zijn. Maar ook installatiebedrijven zitten te springen om goede vakmensen.”

Extreme buien
De loodgieter is het eerste aanspreekpunt als er iets mis is met de waterleiding of de riolering. Maar ook voor de hemelwaterafvoer is de loodgieter de aangewezen vakman. Door klimaatverandering komen extreme buien steeds vaker voor. Het belang van het beroep zal dus de komende jaren alleen maar toenemen. “Wat het vak zo aantrekkelijk maakt, is dat je als loodgieter bijna altijd de redder in de nood bent”, zegt Terpstra. “Of je nu bij strenge vorst de gesprongen waterleiding repareert of je komt een verstopping van de afvoer verhelpen, je wordt met open armen ontvangen.”

De digitale loodgieter
Loodgieters zijn en blijven onmisbaar voor het installeren, onderhouden en repareren van sanitaire voorzieningen, aldus de branchekoepel, maar sanitair-installateurs worden daarnaast betrokken bij het voorkomen en verhelpen van legionellabesmettingen in leidingen en bij het verduurzamen van woningen. Bovendien werkt de loodgieter steeds meer met digitale hulpmiddelen, bijvoorbeeld bij het ontwerpen van badkamers.

Gedegen opleiding
Technische installaties in woningen en grote gebouwen worden steeds complexer. De moderne sanitair-installateur is dan ook een goede opgeleide, veelzijdige vakman of vakvrouw. Het beroep wordt interessanter en dat is ook te merken aan de belangstelling voor technische. Terpstra: “Het tekort aan technische vakmensen is groot, maar er zijn lichtpuntjes. Het aantal jongeren dat kiest voor een technische beroepsopleiding groeit. Ook zien we veel zij-instromers het installatievak binnenkomen. Dat is goed nieuws, maar nog niet voldoende om de uitstroom te compenseren waarmee we te maken hebben als gevolg van de vergrijzing. Er liggen dus héél veel kansen voor jonge mensen om het de komende jaren te gaan maken in dit beroep. En of je jezelf dan loodgieter noemt of sanitair-installateur, mag je zelf weten.”

5 vragen over de loodgieter, beantwoordt door Techniek Nederland:
1 Is loodgieter een uitstervend beroep?
De loodgieter (of eigenlijk: de sanitair-installateur) zorgt ervoor dat het toilet, de badkamer en alle leidingen die daarbij horen, probleemloos werken. Maar de moderne loodgieter ontwerpt ook badkamers, zorgt voor legionellaveilige waterleidingen én is betrokken bij het duurzaam maken van woningen en gebouwen. Steeds vaker doet hij of zij dat met slimme, digitale hulpmiddelen. Er zijn te weinig loodgieters, terwijl er steeds méér werk voor ze is. Kortom: de loodgieter is belangrijker dan ooit. 
2. Zijn er nog wel jongens en meisjes die loodgieter willen worden?
Gelukkig wel. Sterker nog: de belangstelling neemt weer toe. Het aantal studenten dat kiest voor een technische beroepsopleiding groeit. Steeds meer jonge mensen beseffen dat je als sanitair-installateur een interessante en aantrekkelijke carrière tegemoet gaat. Ook het aantal zij-instromers dat kiest voor het loodgietersvak groeit.

3. Loodgieter, verdient dat een beetje?
Er is steeds meer waardering voor het beroep van loodgieter. Ook financieel. De moderne, goed opgeleide loodgieter verdient een uitstekend salaris.

4. Waar kun je leren voor loodgieter?
Om loodgieter te worden heb je een technische opleiding nodig op minimaal MBO2-niveau. Meestal is dat de opleiding monteur gas, water of warmte. Er zijn ook specifieke opleidingen. Dat kan een cursus zijn, maar ook deeltijd- of avondonderwijs. Voor zij-instromers zijn er speciale trajecten bij regionale opleidingsbedrijven.

5. Wereld Loodgieters Dag, waar is dat voor nodig?
Als loodgieter doe je belangrijk werk. Voor je klanten én voor de maatschappij. Je werkt aan gezondheid, veiligheid, energiebesparing én comfort. Helaas blijft dat soms een beetje verborgen. Daarom zet Techniek Nederland op Wereld Loodgieters Dag het beroep in de schijnwerpers.

(foto Hans Hordijk)

  • Branche
  • februari 28, 2023
  • 0 views
Er komt een (tijdelijke) oplossing voor CO-keur

Mkb’ers en zzp’ers kunnen zich binnenkort tóch via CO-keur laten certificeren voor de Koolmonoxidewet. Techniek Nederland, InstallQ en CO-keur verwachten snel met een tijdelijke oplossing te komen. Volgens de organisaties voldoet de constructie aan alle wet- en regelgeving. Voor bedrijven die zich al via CO-keur laten certificeren zal er in de praktijk bijna niets veranderen. CO-keur verwacht de deelnemers binnen enkele weken meer informatie te kunnen geven.

Bedrijven die zich via CO-keur laten certificeren zullen blijven werken met de inmiddels vertrouwde CO-keur app. Ook het systeem van credits voor gebruik van de checklists in de app verandert niet. Techniek Nederland, InstallQ en CO-keur werken nu aan een tijdelijke oplossing, maar blijven zich daarnaast inzetten voor een definitieve koepelcertificering voor CO-keur. Zij benadrukken dat CO-keur minimaal dezelfde veiligheid garandeert als rechtstreekse certificering van bedrijven.

Procedures
De Raad voor Accreditatie (RvA) en de Toelatingsorganisatie voor Kwaliteitsborging (TloKB) hebben nog geen goedkeuring verleend voor koepelcertificering volgens CO-keur. Daarom is een tijdelijke oplossing nodig. Omdat de RvA tot nu toe vindt dat koepelcertificatie niet aansluit op de Beoordelingsrichtlijn (BRL) 6000-25, heeft InstallQ hiervoor een aanvullingsblad ingediend. De RvA heeft dit blad nog niet goedgekeurd.

Koolmonoxidewet
Op 1 april treedt de volledige Koolmonoxidewet (ook bekend als de Gasketelwet) in werking. Vanaf die datum mogen alleen bedrijven die beschikken over CO-certificering nog werkzaamheden aan cv-ketels, geisers en gashaarden uitvoeren. Deze bedrijven mogen het beeldmerk CO-Vrij gebruiken. Monteurs die werken bij gecertificeerde bedrijven moeten zich via VakmanschapCO laten bijscholen. Daarmee tonen zij aan over de juiste kennis van veilige gasverbrandingstoestellen te beschikken.

Onderzoeksraad
De Koolmonoxidewet volgt op aanbevelingen in het rapport ‘Koolmonoxide Onderschat en onbegrepen gevaar’ van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (november 2015). De wet geeft bovendien invulling aan het advies van de Gezondheidsraad (juli 2019) over de gevaren van blootstelling aan lage concentraties koolmonoxide.

Stappenplan
Techniek Nederland helpt leden om te voldoen aan de eisen van de Koolmonoxidewet. In een praktisch stappenplan staat exact wat een bedrijf moet doen om vanaf 1 april het logo CO-Vrij te mogen voeren.

  • Bedrijf
  • februari 21, 2023
  • 0 views
Techniek Nederland wint juridisch advies in: CO-Keur wél mogelijk

Techniek Nederland is ontstemd dat de Raad voor Accreditatie en de Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw (TloKB) nog niet akkoord zijn gegaan met de mogelijkheid van koepelcertificering via CO-Keur. Hiermee dreigen honderden zzp’ers en kleine bedrijven zich niet op tijd te kunnen certificeren voor de Koolmonoxidewet die vanaf 1 april volledig in werking treedt. Dat vindt Techniek Nederland onacceptabel. Uit juridisch advies dat de brancheorganisatie heeft ingewonnen blijkt dat koepelcertificering met CO-Keur wel degelijk mogelijk zou zijn. Om de kwestie op te lossen vindt zo snel mogelijk spoedoverleg plaats met alle betrokken partijen.

Techniek Nederland ziet geen enkele reden waarom goedkeuring van CO-Keur nog niet wordt verleend. Koepelcertificering zoals CO-Keur is een vorm van certificering die zich al jaren heeft bewezen, onder meer bij energieadviseurs die energielabels verstrekken. CO-Keur levert daarnaast een minstens zo hoog veiligheidsniveau op als rechtstreekse certificering; de controle op uitgevoerde werkzaamheden is zelfs strenger.

Koepelcertificering uitstekende optie
De installateurskoepel heeft inmiddels juridisch advies ingewonnen. Hieruit blijkt dat koepelcertificering via CO-Keur wel degelijk mogelijk is. Ook het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft steeds op het standpunt gestaan dat koepelcertificering voor zzp’ers en mkb’ers een uitstekende optie is mits een gelijkwaardig veiligheidsniveau wordt gewaarborgd.

Leden niet in de kou laten staan
Voorzitter Doekle Terpstra van Techniek Nederland: “Wij zetten alles op alles om zo snel mogelijk goedkeuring te krijgen voor CO-Keur. Wij gaan er daarbij nog altijd vanuit dat we in constructief overleg met alle betrokken partijen tot een oplossing kunnen komen. In het uiterste geval overwegen wij een juridische procedure. Wij laten onze leden die rekenen op certificering via CO-Keur niet in de kou staan.”

Koolmonoxidewet
De Koolmonoxidewet die op 1 april in werking treedt volgt op aanbevelingen in het rapport ‘Koolmonoxide Onderschat en onbegrepen gevaar’ van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (november 2015). Uit dit rapport blijkt dat een groot deel van de ongevallen met koolmonoxide wordt veroorzaakt door het handelen of nalaten van handelen door installateurs. Ook blijkt uit dit rapport dat bestaande certificaten en erkenningen te weinig garantie bieden voor professionele aanleg en veilig onderhoud van installaties. Het wettelijk stelsel geeft bovendien invulling aan het advies van de Gezondheidsraad (juli 2019) over de gevaren van blootstelling aan lage concentraties koolmonoxide.

Fout: view 5a34635m7k bestaat mogelijk niet

Méér vmbo-leerlingen (en meisjes) kiezen voor techniek

In het vmbo kiezen steeds meer leerlingen voor een technische opleiding. Net als een jaar eerder groeide het aantal vmbo’ers met het profiel Produceren, Installeren, Energie (PIE). Ook meisjes maken steeds vaker de keuze voor een technische vmbo-richting. Doekle Terpstra, voorzitter van Techniek Nederland, ziet in de cijfers van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) een belangrijke kentering: “Dit laat zien dat onze inspanningen effect sorteren. Maar er is meer nodig.”

In het schooljaar 2021-2022 nam het aantal leerlingen met een PIE-profiel al met 2% toe ten opzichte van het jaar daarvoor. Die positieve tendens is dit jaar versterkt; in 2022-2023 is het aantal leerlingen met een technisch profiel PIE met 8% gestegen. Er zijn nu 4.971 leerlingen in het derde studiejaar.

“De slimste studenten zitten op het vmbo”
De vmbo-cijfers zijn hoopgevend, maar de voorzitter van Techniek Nederland wijst erop dat de trend in het vmbo wel een uitzondering is. “Op havo en vwo zien we nog steeds dat de belangstelling voor technische profielen afneemt. En dat terwijl het loopbaanperspectief nergens zo aantrekkelijk is als in de techniekbranche. Blijkbaar zitten de slimste studenten op het vmbo.”

Steeds meer meisjes kiezen voor techniek
De toestroom van meisjes naar de technische vmbo-opleidingen is opvallend. In het schooljaar 2022-2023 hebben in totaal 1.687 meisjes gekozen voor een technisch profiel. Dat is een stijging van 21% ten opzichte van het vorig jaar. Terpstra is over die ontwikkeling niet verbaasd: “Creativiteit, samenwerken en communicatieve vaardigheden worden in onze branche steeds belangrijker. Ik vind het dus heel logisch dat meisjes en vrouwen de techniek ontdekken én er carrière maken.”

Aanvalsplan Techniek
Terpstra ziet het belang van de techniek in onze samenleving de komende jaren snel toenemen: “Technische vakmensen zijn onmisbaar voor de energietransitie, maar ook voor modernisering van onze infrastructuur en het betaalbaar houden van de gezondheidszorg. Het beroep op de technieksector wordt dus alleen maar groter.” Volgens voorzitter Terpstra is het Aanvalsplan Techniek daarbij cruciaal. Techniek Nederland presenteerde het plan samen met een aantal andere brancheorganisaties in november 2022 aan het kabinet.

  • Bedrijf
  • december 16, 2022
  • 0 views
Samenwerking branches om verduurzaming te versnellen

Per 1 januari 2023 sluit Techniek Nederland aan bij de stichting Resultaatgericht Samenwerken (RGS), om samen met de collega-brancheorganisaties Aedes, OnderhoudNL en Bouwend Nederland te werken aan het verder ontwikkelen en implementeren van deze samenwerkingsmethode tussen zowel opdrachtgevers en opdrachtnemers als opdrachtnemers onderling. Dit maakte voorzitter Doekle Terpstra bekend tijdens een webinar van stichting RGS, waarin de nieuwe RGS-publicatie ‘Kwaliteit in balans’ werd gelanceerd.

Doekle Terpstra verheugt zich op de samenwerking binnen de stichting RGS: “Installateurs zijn een belangrijke schakel in de hele renovatie- en verduurzamingsketen. Er ligt een enorme verduurzamingsopgave en wij zien deze in de praktijk bewezen methode van samenwerking ook als middel om de verduurzaming te versnellen. Daarbij hebben we elkaar hard nodig. Onze leden hebben al veel ervaring op mogen doen met opdrachtgevers en partners in de keten die RGS toepassen. Het is dus goed om dit samen verder te ontwikkelen.”

Aedes, OnderhoudNL en Bouwend Nederland zijn blij met de toetreding. Het zorgt voor verdere verbreding van het draagvlak onder RGS en het verder verrijken van RGS met installatiekennis.

Techniekbranches lanceren aanvalsplan om 60.000 vacatures te vervullen

Door het tekort aan technici dreigt de uitvoering van onder meer de energietransitie en de bouwopgave vast te lopen. Daarom lanceren vijf technische sectoren in samenwerking met VNO-NCW en MKB-Nederland vandaag het ‘Aanvalsplan Techniek’. In het plan worden suggesties gedaan om de arbeidsmarkt voor technici compleet anders in te richten. Het nieuwe systeem, de Gouden Poort genoemd, moet uitgroeien tot dé centrale plek voor starters, zij-instromers, nieuwkomers en ervaren vakmensen die een switch naar een (andere) technische sector overwegen. In samenwerking met onder meer de vakbonden en overheden moet het Aanvalsplan in de komende tien jaar flinke extra investeringen losmaken en moeten zo’n 60.000 vacatures structureel worden ingevuld.

Ingrid Thijssen, voorzitter VNO-NCW: ‘Het is echt vijf voor twaalf. Zonder onconventionele oplossingen loopt Nederland op tal van fronten letterlijk vast door het gebrek aan technici. Ik ben dan ook trots op deze branches die met concrete acties een trendbreuk willen realiseren. Ze kunnen dit niet alleen en hebben er ook de steun van bijvoorbeeld onderwijsinstellingen, overheden, O&O-fondsen en hun leden bij nodig. Ik nodig al die partijen uit om samen te zorgen dat het lukt, zodat de motor van de economie en de energietransitie kunnen blijven draaien.’

Baanbrekend plan
Doekle Terpstra, voorzitter van Techniek Nederland: ‘Dit is écht een baanbrekend plan. Als technische branches slaan we de handen ineen om de tekorten terug te dringen. Dankzij dit aanvalsplan kunnen we veel mensen een prachtig carrièreperspectief bieden. Bovendien helpen we ons land vooruit om een aantal grote maatschappelijke uitdagingen op te lossen, zoals de energietransitie. Wij roepen het kabinet op om samen met ons snel aan de slag te gaan. De urgentie is nog nooit zo groot geweest.’

Uitgangspunten
Het Aanvalsplan Techniek is gebaseerd op drie belangrijke uitgangspunten:
1. Meer mensen laten kiezen en behouden voor de techniek
Er moeten weer meer mensen kiezen en behouden blijven voor de techniek. Ambitie is de instroom te verdubbelen en de uitstroom tot een minimum te beperken. Hiermee moeten op termijn structureel 25.000 vacatures per jaar worden ingevuld. Hiervoor zetten de branches onder meer de Gouden Poort op. Die moet uitgroeien tot dé centrale plek voor starters, zij-instromers, nieuwkomers en ervaren vakmensen die een overstap naar een (andere) technische sector overwegen of zich verder willen bekwamen. De Gouden Poort verzorgt verder onder meer (zij-)instroomtrajecten, begeleiding en plaatsing op basis van vaardigheden. Van daaruit krijgt iedereen die voor een baan in de betrokken sectoren kiest onder andere een 10-jarige werk- en ontwikkelgarantie aangeboden. Om de bestaande tekorten aan techniekdocenten te verminderen, stelt het bedrijfsleven verder 1.000 extra (hybride) docenten beschikbaar en komen er Techniekcentra voor hybride beroepsopleidingen.
2. Slimmer en sneller: hogere productiviteit in de techniek
Met een productiviteitsoffensief willen de branches zorgen voor meer robotisering en digitalisering van de industrie (smart industry), meer prefab en standaardisering en meer programmatische en seriematige overheidsaanbestedingen. De ambitie is deze transformaties substantieel te versnellen. Hierdoor zijn naar verwachting 25.000 technici per jaar minder nodig.
3. Talent van buiten
De ambitie van de samenwerkende branches is om meer statushouders aan de slag te helpen en meer talent van buiten (tijdelijk) aan te trekken. Een gerichte vakkrachten-regeling moet hierbij helpen. Met het aantrekken van dit talent kunnen naar schatting structureel zo’n 10.000 vacatures per jaar worden ingevuld.

 

Reacties van de voorzitters van de deelnemende branches

Jacco Vonhoff, voorzitter MKB-Nederland: ‘Ik hoop en verwacht dat meer branches in de techniek bij dit plan zullen aansluiten, want de nood is overal hoog. Belangrijk is en blijft ook goede samenwerking en verbinding met het onderwijs, onder meer om iets te doen aan de mismatch die er vaak is tussen vraag en aanbod.’

Fried Kaanen, voorzitter Koninklijke Metaalunie: ‘Het belang van goede vakmensen is voor ons, als ‘backbone’ van de Nederlandse maakindustrie, zeer groot. Zonder voldoende goed opgeleide vakmensen komt de productie en toelevering op een lager niveau te liggen en dat is slecht voor de Nederlandse economie en alle maatschappelijke uitdagingen die voor ons liggen. Samen staan we sterk.’

Maxime Verhagen, voorzitter Bouwend Nederland; ’ Door de unieke samenwerking met andere technische sectoren kunnen we onze achterban goed ondersteunen bij het oplossen van krapte op de werkvloer. Samen met vakbonden gaan we instroom en zij-instroom nog verder verbeteren en zorgen we dat we vakkrachten behouden voor onze sector. Ook helpen we onze bouw- en infrabedrijven bij investeringen in benodigde technologische innovaties en de inzet van talenten van buiten Nederland. De overheid kan dit faciliteren door meer programmatisch te gaan aanbesteden en experimenten met een vakkrachtenregeling mogelijk te maken. Samen maken we dan de goede ambities op het gebied van woningbouw en de energietransitie waar.’

Theo Henrar, voorzitter FME: ‘Dit samenwerkingsverband is een historische doorbraak. We gaan met elkaar fors investeren in het technisch onderwijs en in de arbeidsmarkt. Zo zorgen we ervoor dat werken in de techniek en in de technologie aantrekkelijk is’.

Maarten Otto, voorzitter WENB: ‘Zonder technisch talent geen duurzaam dak boven ons hoofd. De energietransitie en woonopgave dreigen spaak te lopen door het structurele tekort aan technici. Alleen al de energiesector heeft tot 2030 duizenden extra vakmensen nodig voor onder meer de uitbreiding en verzwaring van energie infrastructuur, de bouw van windmolenparken en de installatie van warmtepompen, zonnepanelen en laadpalen. Daarom slaan we de handen ineen om méér technisch talent aan te trekken en te behouden: zo pakken we gezamenlijk het tekort van 60.000 technici in Nederland aan.’

Fout: view f197c8ccom bestaat mogelijk niet

  • Branche
  • september 20, 2022
  • 0 views
Miljoenennota: “Energietransitie urgenter dan ooit”

Het verduurzamen van woningen en gebouwen in Nederland is volgens ondernemersorganisatie Techniek Nederland belangrijker dan ooit. Voorzitter Doekle Terpstra vindt het een belangrijk signaal dat het kabinet blijft investeren in verduurzaming. “De hoge uitgaven om de koopkrachtdaling te dempen zijn logisch en terecht,” zegt Terpstra, “maar het mag de aandacht niet afleiden van de noodzaak om steeds meer vaart te maken met de energietransitie.”

Zowel in de Miljoenennota als in de samenleving is volop aandacht voor verduurzaming van woningen en gebouwen. Techniek Nederland waarschuwt dat het tekort aan technische vakmensen met ‘green skills’ een groot risico is voor de energietransitie. Terpstra: “We hebben een veel grotere instroom van ambitieuze technici nodig. De branche biedt starters op de arbeidsmarkt én ervaren werknemers enorme kansen. Op de langere termijn is er nergens zóveel werkgelegenheidsperspectief als in de techniek. We zijn daarom blij met het Actieplan Groene en Digitale banen van het kabinet. Ook het stimuleren van bbl-opleidingen voor zij-instromers in de techniek is een goed streven.”

Verhoging minimumloon slecht idee
De voorzitter van Techniek Nederland vindt de verhoging van het minimumloon met 10%, een slecht idee. Terpstra: “Er zijn veel ondernemers voor wie zo’n verhoging heel slecht uitpakt. Met name onze elektronica-retailers zijn nog aan het herstellen van de coronacrisis. Voor hen kan deze verhoging van het minimumloon de genadeklap betekenen.” Techniek Nederland is teleurgesteld over het uitblijven van compenserende maatregelen, die het kabinet in het vooruitzicht stelde.

Hogere vennootschapsbelasting zet bedrijven onder druk
In het algemeen is Techniek Nederland niet te spreken over de lastenverzwaring voor werkgevers, in de vorm van hogere premies en een verhoging van de vennootschapsbelasting. In een tijd waarin alle kosten sterk toenemen, zetten hogere belastingtarieven de winstgevendheid van bedrijven nog verder onder druk.

Ook ondernemers krijgen een hoge energierekening
De torenhoge energierekeningen vallen niet alleen bij huishoudens op de mat. Ook veel ondernemers dreigen in financiële problemen te komen door de stijgende prijzen van gas, elektriciteit en brandstof. Volgens Terpstra betalen veel bedrijven nu onevenredig veel voor hun energie. Hij vindt het dan ook belangrijk dat het kabinet extra geld uittrekt voor financiering en ondersteuning van de verduurzaming en bedrijven tegemoetkomt in de energiekosten.

Publieke investeringen op peil houden
De Nederlandse infrastructuur is dringend aan modernisering toe. Techniek Nederland dringt er daarom bij het kabinet op aan om de opdrachtenstroom vanuit de overheid op peil te houden.

 

Fout: view f3e0726htu bestaat mogelijk niet

Nieuwe naam voor innovatie-aanjager bouw en techniek

Het Bouw en Techniek Innovatiecentrum (BTIC) is omgedoopt tot TKI Bouw en Techniek. Binnen het Thema Energie & Duurzaamheid is hiermee een serieuze plek verkregen in het nationale missiegedreven topsectoren- en innovatiebeleid. Als Topconsortium voor Kennis en Innovatie (TKI) heeft de organisatie meer slagkracht voor het aanjagen van innovatie in de ontwerp-, bouw- en technieksector. TKI Bouw en Techniek richt zich daarbij specifiek op circulair bouwen, levensduurverlenging, klimaatadaptief, natuurinclusief en omgevingsbewust bouwen. TKI Bouw en Techniek wil samen met TKI Urban Energy een snelle transitie naar een CO2-vrije en toekomstbestendige gebouwde omgeving mogelijk maken.

Tijdens de live streaming talkshow BTIC Talks is de nieuwe naam gelanceerd. Doekle Terpstra, voorzitter van het dagelijks bestuur van TKI Bouw en Techniek: “Ik ben er trots op dat innovatie en opschaling in de gebouwde omgeving structureel geborgd wordt. Het innovatie-ecosysteem dat het BTIC heeft opgezet voor de ontwerp-, bouw- en technieksector kunnen we nog beter vormgeven omdat we als TKI over een eigen gereedschapskist beschikken.” TKI Bouw en Techniek heeft door de verankering in het topsectoren- en innovatiebeleid een directe koppeling met het beleid van de ministeries van Infrastructuur en Waterstaat, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Economische Zaken.

Over TKI Bouw en Techniek
TKI Bouw en Techniek heeft als doel om in 2050 te komen tot een toekomstbestendige gebouwde omgeving. Opgavegericht innoveren staat centraal met aandacht voor de praktijk, scholing en een cultuuromslag. TKI Bouw en Techniek richt zich op drie Meerjarig Missiegedreven Innovatieprogramma’s:

  1. Circulaire bouw en infrastructuur
    Dit programma zet in op innovatie in nieuwe ontwerpstrategieën en -processen voor circulair onderhoud, reparatie, volhoudbaarheid, modulariteit, aanpasbaarheid en demonteerbaarheid op verschillende schaalniveaus; van product-, component-, en gebouwniveau tot stedenbouw. Speciale aandacht gaat uit naar de kansen die digitalisering en industrialisatie bieden.
  2. Levensduurverlenging Gebouwde Omgeving
    Door de ontwikkeling van geautomatiseerde data- en inspectietechnieken, datagedreven reststerkte- en voorspellingsmodellen, digital twins en de toepassing van nieuwe, circulaire materialen en reparatietechnieken wordt bijgedragen aan het optimaal instandhouden, aanpassen en benutten van bestaande gebouwen en civiele droge infrastructuur.
  3. Klimaatadaptief, natuurinclusief en omgevingsbewust bouwen
    Innovaties binnen dit programma richten zich onder andere op gebiedsgerichte, klimaatrobuuste en natuurinclusieve ontwerpmethodieken, (lokale) oplossingen tegen wateroverlast en hittestress, emissiereducerende bouw- en onderhoudsmethodes en nieuwe vormen van ketensamenwerking om dit mogelijk te maken. Deze programma’s worden opgezet en uitgevoerd vanuit de samenwerking tussen het bedrijfsleven, kennisinstellingen, overheden en gebruikers. Alle opgedane kennis wordt gedeeld. TKI Bouw en Techniek werkt daarbij samen met TKI Urban Energy, dat zich vooral richt op verduurzaming van bestaande bouw en zonne-energie, en met andere TKI’s op het gebied van cross-over thema’s zoals digitalisering, industrialisering en human capital.

Over het BTIC
In 2019 is het Bouw en Techniek Innovatiecentrum vanuit De Bouwagenda ontstaan als publiek-private samenwerking tussen drie overheden, drie brancheverenigingen en drie kennisinstellingen. Het doel was om innovatie in de sector te versnellen. Met de markt, kennisinstellingen en de overheid gezamenlijk wordt programmatisch gewerkt aan de benodigde innovaties waarmee de grote maatschappelijke uitdagingen worden aangepakt. Dat wordt nu voortgezet in de TKI Bouw en Techniek.

Fout: view f28aded524 bestaat mogelijk niet

‘Eerlijke verdeling risico’s prijsstijgingen’

Ondernemers in de techniek hebben veel last van prijsstijgingen en leveringsproblemen. Per marktsegment gaan verschillende partijen waaronder Techniek Nederland nu het gesprek aan. Daarvoor worden de risico’s in kaart gebracht. Met die inventarisatie wil Techniek Nederland informatie verzamelen die kan bijdragen aan oplossingen voor de voortgang van projecten en aan een eerlijke verdeling van de risico’s. De intentieverklaring ‘Samen doorbouwen in onzekere tijden’ was vorige maand al een eerste, belangrijke stap op die weg.

De leveringsproblemen en prijsstijgingen hebben verschillende oorzaken. Zo zijn wereldwijd de naweeën van de coronacrisis nog voelbaar. Sinds het dieptepunt van de crisis is de vraag sterk gestegen en vervolgens kregen we te maken met de oorlog in Oekraïne. Zowel in de woningbouw en utiliteitsbouw als in infra en industrie hebben de leden van Techniek Nederland veel last van haperende leveringen en hogere prijzen. Omdat de problemen niet in ieder marktsegment hetzelfde zijn, wordt voor elk marktsegment een afzonderlijke risico-inventarisatie gemaakt.

Knelpunten
Techniek Nederland verzamelt zoveel mogelijk informatie over de knelpunten die de leden ervaren en de mogelijke oplossingsrichtingen. Op basis van de informatie die de brancheorganisatie verzamelt, ontwikkelt ze ideeën om projecten soepel te kunnen blijven uitvoeren. Dit wordt de komende periode weer besproken met opdrachtgevers.

Onzekerheid over continuïteit van projecten
De prijsstijgingen en leveringsproblemen zijn niet het enige probleem waarmee de sector kampt. De technieksector heeft ook te maken met een tekort aan technische vakmensen. Bovendien zorgt de stikstofproblematiek ervoor dat infra- en woningbouwprojecten niet van start gaan. De leden van Techniek Nederland maken zich dan ook zorgen over de continuïteit. In onze gesprekken met overheid en opdrachtgevers pleit de brancheorganisatie dan ook voor prioritering en spreiding van projecten.

‘Ga in gesprek met de opdrachtgever’
Door tekorten aan materialen en een sterke stijging van prijzen, kunnen grote problemen ontstaan bij de uitvoering van projecten. Zeker aangezien met zulke ontwikkelingen geen rekening kan worden gehouden bij het afsluiten van een contract. Techniek Nederland adviseert de leden om in zo’n situatie altijd in gesprek te gaan met de opdrachtgever. In veel gevallen is het mogelijk om samen tot een passende oplossing en risicoverdeling te komen.

Nieuwe contracten
Bij het afsluiten van nieuwe contracten is het verstandig om afspraken te maken over hoe om te gaan met onzekere omstandigheden. Het advies van Techniek Nederland is om duidelijke afspraken te maken over het verdelen van de risico’s, indexering van de kosten en onvoorziene of kostenverhogende omstandigheden.

Fout: view 2e6899a3x7 bestaat mogelijk niet

Techniek Nederland wil dat minister werk maakt van Gasketelwet

In 2015 bracht de Onderzoeksraad voor Veiligheid een alarmerend rapport uit over koolmonoxide-risico’s bij cv-ketels. Bijna zeven jaar later zijn consumenten en bedrijven nog altijd niet verplicht om een gecertificeerd bedrijf in te schakelen voor werk aan de cv-ketel en andere gasverbrandingstoestellen. Techniek Nederland vindt dat woonminister De Jonge nu de regie moet nemen over de volledige invoering van de Gasketelwet. Voorzitter Doekle Terpstra: “Ondeugdelijke gastoestellen zijn levensgevaarlijk. Er zijn nog ieder jaar slachtoffers te betreuren door CO-vergiftiging. Het kan zo niet langer.”

In een brief vraagt Terpstra de minister om daadkracht te tonen: ‘Op 1 januari 2023 moet de volledige invoering van de Gasketelwet een feit zijn, inclusief handhaving en publieksvoorlichting.’

Duidelijkheid voor installateurs
Techniek Nederland maakt zich al jarenlang sterk voor de invoering van de zogenoemde Gasketelwet. De ‘harde’ invoering van de wet had al jaren geleden moeten plaatsvinden, maar in plaats daarvan geldt nog altijd een overgangsperiode zonder verplichtingen. Ook is er nog altijd geen duidelijkheid over de certificeringsregeling en de certificerende instellingen. Installateurs weten daardoor niet waar ze aan toe zijn. De volledige invoering van de wet is de afgelopen jaren keer op keer uitgesteld en Techniek Nederland vindt het nu hoog tijd dat aan de onzekerheid voor ondernemers een eind komt. De brancheorganisatie maakt zich daarnaast zorgen over de randvoorwaarden voor een succesvolle invoering van de wettelijke certificering.

Publiekscampagne CO-Vrij
Vanaf het begin was het plan dat de invoering van de Gasketelwet zou samenvallen met een meerjarige publiekscampagne over het keurmerk CO-Vrij. Het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft inmiddels laten weten dat zo’n campagne er niet komt. Terpstra: “Een overheidscampagne is geen vrijblijvend extraatje. Goede publieksvoorlichting is nodig om mensen bewust te maken van de risico’s én van de nieuwe regels.”

Handhaving ontbreekt
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) ziet handhaving van de verplichtingen in de Gasketelwet niet als een taak die voor de gemeenten prioriteit heeft. Terpstra: “Zonder adequate handhaving heeft wettelijke certificering niet het gewenste effect op de veiligheid. De verschillende overheden moeten daar helder over zijn en er goede afspraken over maken.”

Vrije verkoop cv-ketels
Als het aan Techniek Nederland ligt, legt het ministerie de vrije verkoop van cv-ketels aan banden. Alleen deskundige, wettelijk gecertificeerde bedrijven zouden de mogelijkheid moeten hebben om cv-ketels te kopen. Terpstra: “Als ondeskundige bedrijven of particulieren met cv-ketels aan de slag gaan, brengt dat grote risico’s met zich mee. Een beperking op de verkoop is een extra slot op de deur.”

Rapport Onderzoeksraad voor Veiligheid
Het rapport dat de Onderzoeksraad voor Veiligheid in november 2015 presenteerde, liet een verontrustend beeld zien van het aantal ongelukken met koolmonoxide. Een aanzienlijk deel van die ongelukken is het gevolg van ondeugdelijk geïnstalleerde cv-ketels. De Onderzoeksraad adviseerde invoering van een verplichte, uniforme erkenningsregeling. Het toenmalige kabinet koos uiteindelijk voor een complex wettelijk certificeringsstelsel.

Fout: view 6543e8d1mi bestaat mogelijk niet