RIVM wijst op blootstelling aan coronavirus via aerosolenroute

De laatste maanden is er veel te doen geweest over de zogenaamde aerosolenroute. Volgens een aantal deskundigen zou de overdracht van het coronavirus theoretisch gezien via kleine vochtdruppels in de lucht kunnen plaatsvinden. Uit een net openbaar gemaakt onderzoek van het RIVM blijkt inderdaad dat in niet-geventileerde ruimtes mensen aan deze zogenaamde aerosolen kunnen worden blootgesteld.

De RIVM-wetenschappers keken in hun onderzoek onder meer naar hoeveel aerosolen er vrijkomen na bijvoorbeeld een hoest of bij praten. Daaruit blijkt dat na een nies de meeste kleine druppels in de lucht blijven hangen, gevolgd door een hoest, twintig minuten praten en ademen.

Kleine kans

In de meeste gevallen is de kans dat iemand in aanraking komt met het virus via aerosolen volgens de RIVM-onderzoekers minder dan 1 procent. Bij driekwart van de coronapatiënten zitten er een miljoen virusdeeltjes of minder in een milliliter vocht, en daarbij is de kans op overdracht klein.

Uitschieters

Maar er zijn ook uitschieters. Een op de twintig patiënten heeft een hoge virusconcentratie van honderd miljoen virusdeeltjes per milliliter vocht. Als zo iemand in een volle bus hevig niest, is de kans dat minstens één ander persoon wordt blootgesteld aan het virus 100 procent. In hoeverre het virus via aerosolen ook overgedragen wordt, blijft wel onduidelijk, benadrukken de onderzoekers. De besmettelijkheid van de virussen in de aerosolen is niet onderzocht.

Brief aan WHO

Afgelopen week hebben 239 wetenschappers uit 32 landen een open brief geschreven aan de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), waarin ze oproepen de corona-richtlijnen aan te passen. De wetenschappers zeggen genoeg bewijs te hebben dat het virus via aerosolen wordt overgedragen en adviseren daarom zelfs op anderhalve meter afstand een mondkapje te dragen. Ook schrijven ze dat het juist instellen van ventilatiesystemen, toepassing van UVC-verlichting en eventueel luchtreinigers belangrijk zijn om verspreiding te beperken. Deze laatste twee kunnen zinvol zijn, mocht de ventilatiecapaciteit ontoereikend zijn.

 Rol REHVA

De REHVA waarschuwde maanden geleden al voor de aerosolenroute. Vanuit het oogpunt van ‘Better safe than sorry’ heeft de Europese organisatie vervolgens richtlijnen opgesteld om de risico’s in te dammen door goed te ventileren. Francesco Franchimon, Public Health Engineer, was betrokken bij het opstellen van de richtlijnen. Hij is blij met dit onderzoek van het RIVM.

Advies installateur

“Het is hiermee nog niet bewezen dat er voldoende infectieus materiaal zit in de deeltjes om daadwerkelijk een besmetting te veroorzaken, maar we komen zo wel een stap verder. Het RIVM wees al op het belang van goed ventileren, maar daarbij wordt tot dusverre uitgegaan van de richtlijnen in het Bouwbesluit. Je kan je afvragen of alle gebouwen wel voldoen aan het Bouwbesluit en of de ventilatievouden die worden vermeld wel toereikend zijn om infecties te beperken. Dit is de reden om nog steeds uit te gaan van ‘Better safe than sorry’. Vervolgonderzoek zou tot meer helderheid kunnen leiden over het daadwerkelijke risico op besmetting via de aerosolenroute. Bijvoorbeeld het onderzoek dat nu plaatsvindt met Freten in het Erasmus MC. Dit kan een verdere onderbouwing geven over de nieuwe richtlijnen op het gebied van ventilatie. Ik raad de installateur dus aan om de ontwikkelingen goed te blijven volgen.”

Op onze nieuwsbrief abonneren

De luchtroute

Het wordt steeds aannemelijker dat het coronavirus zich ook via de lucht verspreidt in binnenruimtes. Nader onderzoek hiernaar is noodzakelijk, maar kost tijd. Toch is het nu al van belang hier rekening mee te houden, stellen Marius Klerk en Elyane Khoury. Zij geven praktische tips aan de installateur.

Lees het artikel op installateursZaken.nl of in IZapp

Op onze nieuwsbrief abonneren

Slim ventileren tegen corona

Het wordt steeds aannemelijker dat het coronavirus zich ook via de lucht verspreidt in binnenruimtes. Nader onderzoek hiernaar is noodzakelijk, maar kost tijd. Toch is het nu al van belang hier rekening mee te houden, stellen Marius Klerk en Elyane Khoury. Zij geven in dit artikel praktische tips aan de installateur.

Door te ventileren voorzien we ruimtes van verse lucht. Helaas is de ventilatie in veel gevallen onder de maat. Dat is te merken aan een muffe lucht, geurtjes en gebruikers die slaperig worden, omdat ze onvoldoende zuurstof binnenkrijgen. Daarnaast wordt er in veel situaties gebruik gemaakt van recirculatielucht om de warmte niet zomaar te laten verdwijnen naar buiten. Indien er in dit soort ruimtes een bron is voor het verspreiden van het coronavirus zal de ruimte langzaam maar zeker worden opgevuld met schadelijke deeltjes. Met als gevolg dat mensen in deze ruimte besmet kunnen raken. Daarom wordt geadviseerd om niet met recirculatielucht te werken indien mogelijk.

Doorspoeling ruimte
De meeste ventilatiesystemen zijn zo uitgelegd dat er wordt gezorgd voor vermenging van de lucht in de ruimtes. Dit geeft een gelijkmatige temperatuur ter plekke. Helaas zorgt het niet voor een optimale doorspoeling, zodat de schadelijke deeltjes uit de ruimte worden verwijderd.

Meer ventileren
Door meer te ventileren met verse lucht tot 60 m3/uur per persoon of indien dit niet haalbaar is door het ventilatiesysteem op de maximale stand te zetten zal de lucht in de ruimte worden verdund. Oftewel: de hoeveelheid verse lucht stijgt, waarmee wordt voorkomen dat het aantal besmette deeltjes in de ruimte toeneemt. Hiermee wordt het risico van overdracht van het virus geminimaliseerd, precies zoals dat ook gebeurt in de buitenlucht.

Spuien
Mocht er onvoldoende ventilatiecapaciteit voorhanden zijn, dan is het raadzaam om ramen tegen elkaar open te zetten. Mocht ook dit niet mogelijk zijn, dan kan ervoor gekozen worden om de lucht te filteren.

Filteren
Er zijn situaties waarbij extra ventileren op ruimteniveau niet mogelijk is. In dergelijke gevallen is het raadzaam om een stand alone filtersysteem te plaatsen, waarmee de lucht in de ruimte gezuiverd kan worden. Hierbij is het van belang dat geïnfecteerde deeltjes afgevangen worden en/of onschadelijk worden gemaakt.
Combinaties
De aangewezen mogelijkheden hiervoor zijn een combinatie van UV-C belichting en HEPA-filtering of een gesloten ionisatiesysteem met opvang collectoren, zoals bij de ASPRA technologie het geval is. Door het toepassen van één van deze twee opties worden de virussen gedeactiveerd (lucht gedesinfecteerd) en de overige aerosolen/deeltjes (dragers van het virus) afgevangen. Deze technieken zijn zowel van toepassing voor de ventilatielucht als voor de lucht in de ruimte zelf. De filtersystemen zijn al beschikbaar op de markt, maar het is wel belangrijk dat men zich goed laat adviseren over de juiste toepassing.

Advies aan installateur
Zorg eerst dat je een goed beeld hebt van de locatie en de ruimte-indeling. Stem vervolgens de ventilatievoud af op 60 m3/uur per persoon of als dat niet mogelijk is, laat dan het systeem meervoudig ventileren per ruimte. Let op: gebruik geen recirculatielucht. Is het niet mogelijk om het gewenste ventilatievoud te halen, kies dan voor filtering. Tot slot: stel geen regeltijden in, maar laat het ventilatiesysteem continu draaien.

Conclusie
Indien we kantoren, scholen, restaurants en andere werkplekken waar meer mensen samen komen weer willen gaan gebruiken, is gepaste afstand alleen niet voldoende. Het is daarnaast noodzakelijk om ook een gezond binnenklimaat met verse en schone lucht te creëren.

Over de auteurs
Elyane Khoury werkt bij Virus Free Air solution en is expert op het gebied van energie efficiënte luchtfiltratie. Marius Klerk is werkzaam voor Air@Work, leverancier van duurzame klimatiseringssystemen.

Dit is een ingekorte versie van een artikel dat verschijnt in de juni-uitgave van InstallateursZaken. Het gehele artikel is vanaf 23 juni 2020 hier te lezen.

Op onze nieuwsbrief abonneren

RIVM: onvoldoende bewijs voor verspreiding corona via kleine druppeltjes

Vorige week was er in de media opnieuw aandacht voor de rol van ventilatie bij het voorkomen van coronabesmettingen. Onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam (UvA) stelden vast dat kleine druppeltjes (aerosolen) langer in de lucht blijven hangen. Techniek Nederland vroeg het RIVM opnieuw om een reactie. Het instituut laat weten dat het UvA-onderzoek geen reden is om van standpunt te veranderen.

Het RIVM laat weten dat het onderzoek van de UvA inderdaad aantoont dat aerosolen in een slecht geventileerde ruimte langer in de lucht blijven hangen. Maar het UvA-onderzoek gaat niet over de verspreiding van het coronavirus via aerosolen. Het RIVM verandert daarom niet van standpunt; er is onvoldoende bewijs dat het virus via kleine druppeltjes besmettingen kan veroorzaken.

Ventilatie wel belangrijk
Ventileren is in het algemeen belangrijk, stelt ook het RIVM: ‘Goed ventileren is nodig voor het verversen van de lucht en draagt bij aan een prettig en gezond binnenklimaat.’ Over het verband tussen ventilatie en corona verandert het RIVM niet van mening. Het instituut ziet geen reden om aanvullende maatregelen te nemen voor ventilatiesystemen. De geldende richtlijnen en onderhoudsinstructies kunnen worden gevolgd.
RIVM volgt de ontwikkelingen
Het RIVM vindt aanvullend onderzoek belangrijk. Verschillende universiteiten en instituten zijn hiermee bezig. Het RIVM kijkt ook zelf naar de mogelijkheid dat aerosolen tóch een rol spelen bij de verspreiding van het virus. Het instituut houdt de ontwikkelingen rond dit onderwerp in de gaten. Wanneer bewijs wordt gevonden dat coronabesmetting wél via aerosolen kan plaatsvinden, kan dat leiden tot herziening van het RIVM-standpunt.

Lees de uitspraak van het RIVM over verspreiding via de lucht en ventilatiesystemen.

 

Op onze nieuwsbrief abonneren

Techniek Nederland vraagt RIVM opnieuw helderheid te geven over relatie ventilatie en corona

Doekle Terpstra, voorzitter van Techniek Nederland, heeft opnieuw een brief gestuurd naar Jaap van Dissel van het RIVM waarin hij vraagt heldere en eenduidige informatie te geven over het verband tussen ventilatie en corona. Dit omdat er opnieuw verwarrende berichten in de media zijn verschenen over het belang van ventilatie bij het voorkomen van coronabesmettingen. Natuurkundigen en medisch onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam (UvA) stellen vast dat kleine druppeltjes (aerosolen) langer in de lucht blijven hangen. Volgens het UvA-onderzoek vermindert ventileren het aantal aerosolen. Is daarmee dan tóch aangetoond dat goede ventilatie de verspreiding van het virus tegengaat?

Eerder deze maand stelde Doekle Terpstra ook al vragen aan het RIVM over het verband tussen ventilatie en corona. Het RIVM stelde toen dat er geen bewijs is dat beter ventileren leidt tot minder coronabesmettingen. Maar dat was vóórdat het hierboven genoemde UvA-onderzoek naar buiten kwam. Alle reden voor een nieuwe brief van Techniek Nederland aan het RIVM.

Vier vragen aan het RIVM
De technisch dienstverleners en installateurs die bij Techniek Nederland zijn aangesloten krijgen steeds meer vragen over de effecten van ventilatiesystemen op het coronavirus. De brancheorganisatie vindt het belangrijk haar leden en hun klanten hierover correct en feitelijk te kunnen informeren. Daarom legt Techniek Nederland vier vragen voor aan het RIVM naar aanleiding van het UvA-onderzoek:
- Is het UvA-onderzoek reden om uw mening ten aanzien van de rol van ventilatiesystemen en de kans  op besmetting met het coronavirus te herzien?
- Is het UvA-onderzoek aanleiding om na te gaan of goede ventilatiesystemen de kans op besmetting kunnen verkleinen?
- Is het UvA-onderzoek aanleiding om te onderzoeken of kleine waterdruppeltjes (aerosolen) gevaar opleveren voor overdracht van het coronavirus?
- Is het UvA-onderzoek aanleiding om alsnog aanpassing van ventilatiesystemen te adviseren om besmetting met het coronavirus te voorkomen?

Verspreiding van corona via de lucht niet aangetoond
In een reactie op de eerste brief die Techniek Nederland over dit onderwerp stuurde liet RIVM weten: ‘dat niet is aangetoond dat het coronavirus zich via de lucht verspreidt, dat er geen aanwijzingen zijn dat ventilatiesystemen een rol hebben gespeeld bij de verspreiding van het virus en dat aanpassing van ventilatiesystemen niet nodig is voor de bestrijding van het coronavirus.’

Ventilatie is wél belangrijk
Het RIVM benadrukte in de reactie op de eerste brief dat goede ventilatie belangrijk is en blijft. Niet om daarmee de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, maar wél om een prettig en gezond binnenklimaat te creëren. Installateurs zouden daarom de geldende richtlijnen en onderhoudsinstructies moeten volgen. Zolang het standpunt van het RIVM niet verandert, blijft dat het advies van Techniek Nederland aan de leden.

Op onze nieuwsbrief abonneren

Duurzaam koelen met een ventilatie-unit

Zehnder levert de Climate Switch die wordt toegepast op ventilatiesystemen. Hiermee win je koelte terug in de zomer en warmte in de winter. De switch van warm naar koud wordt automatisch geregeld.

Een Climate Switch ventilatiesysteem koelt gezuiverde buitenlucht voor deze de woning in gaat. Veel koelfunctionaliteiten zijn standaard aanwezig in ventilatie-units met warmteterugwinning. Door hier optimaal gebruik van te maken, en deze eventueel aan te vullen met een actief koelsysteem van Zehnder, zorgt dit voor een flinke energiebesparing: de airco of warmtepomp voor koeling hoeft minder hard te draaien.

Een Climate Switch ventilatiesysteem maakt gebruik van koelte die al in de woning aanwezig is. Daarnaast heeft Zehnder drie oplossingen die actief koelen met ventilatie bevorderen. De luchtvochtigheid kan bijvoorbeeld op peil worden gehouden met een enthalpiewisselaar. Hiermee kan de gevoelstemperatuur omlaag worden gebracht.

Op onze nieuwsbrief abonneren

RIVM: Geen extra maatregelen voor ventilatie

Op 16 maart schreven wij al over het belang van ventilatie om eventuele transmissie van het coronavirus via de lucht tegen te gaan. Dit naar aanleiding van de guidelines die REHVA had opgesteld over dit thema. Het RIVM heeft nu ook een officieel standpunt hierover ingenomen. Volgens het instituut zijn er geen aanvullende maatregelen noodzakelijk. Francesco Franchimon is teleurgesteld. Hij was als Public Health Engineer betrokken bij het opstellen van de guidelines van de REHVA.

Het ministerie van VWS vroeg enige tijd geleden aan het RIVM advies over de rol van ventilatiesystemen bij overdracht van SARS-CoV-2. Op 18 mei kwam het instituut met een antwoord, dat aan duidelijkheid niets te wensen overlaat.

Standpunt RIVM
Het RIVM zegt dat: “Op basis van de huidige inzichten zijn aanpassingen van ventilatiesystemen niet nodig. De geldende richtlijnen en onderhoudsinstructies kunnen worden gevolgd. Het is wel van belang dat er mogelijkheden zijn om te ventileren; goed ventileren is nodig voor het verversen van de lucht en draagt bij aan een prettig en gezond binnenklimaat.”

‘Better safe than sorry’
Francesco Franchimon had op meer gehoopt. “Uiteindelijk gaat het om de vraag welk vertrekpunt je hanteert. Wij zeggen ‘better safe than sorry’, het RIVM wil blijkbaar eerst een volledig wetenschappelijke onderbouwing voordat het maatregelen adviseert.”

Onderzoek nodig
“Er is inderdaad nog geen sluitend antwoord op de vraag of virusdeeltjes die in de lucht zitten nog voldoende levensvatbaar zijn bij het inademen en dan daadwerkelijk infecties kunnen veroorzaken. Wil je dit 100 % helder krijgen, dan moet je aanvullend onderzoek plegen. En het liefst uiteraard zo snel mogelijk.” Daarvoor zijn echter gespecialiseerde laboratoria nodig en professionals met een bepaalde expertise. “En die zijn schaars, ook internationaal, zeker nu men zich volledig richt op het vinden van een vaccin.”

Najaar
Franchimon verwacht niet op korte termijn een koerswijziging van het RIVM. “Wellicht veranderen ze van mening in het najaar als we weer veelvuldig binnen zitten en er zich eventueel gevallen voordoen van besmettingen in gesloten ruimtes.”

Op onze nieuwsbrief abonneren

Richtlijnen ventilatiesystemen aangepast aan huidige wetgeving

Er is een nieuwe versie verschenen van ISSO-kleintje Ventilatie ‘Woningen en woongebouwen’. Deze versie helpt de wetgeving toe te passen waaronder het Bouwbesluit 2012 (versie juli 2019), de Wet Kwaliteitsborging, de eisen voor BENG en de (nog te publiceren) ontwerp NEN 1087.

De aangepaste versie geeft nieuwe inzichten met betrekking tot binnenluchtkwaliteit, comfort en energiezuinigheid. Ook bevat dit naslagwerk aanvullende kwaliteitseisen voor ventilatie in slaapkamers, badkamers en kookafzuiging. Daarnaast zijn er nieuwe technieken toegevoegd en verouderde technieken verwijderd. Deze versie is gepubliceerd in de ISSO-KennisBank.

Het toepassen van de nieuwe BENG-eisen
Voor nieuwbouwwoningen en gerenoveerde woningen moet het energiegebruik zo laag mogelijk zijn en het risico op tochtklachten worden vermeden. Een adequaat ventilatiesysteem zorgt voor de juiste balans tussen energieprestatie en luchtkwaliteit. Door de nieuwe BENG-eisen is het in de praktijk lastig om deze balans te waarborgen. Kleintje Ventilatie geeft richtlijnen voor het toepassen van de eisen in de praktijk.

Voorzorgmaatregel bij tegengaan van coronavirus
Goede ventilatie in gebouwen is ook een belangrijk aandachtspunt in relatie tot het verspreiden van het coronavirus. ISSO volgt de ontwikkelingen op dit gebied en zo nodig past zij de kennis in haar kennisproducten daarop aan.

Op onze nieuwsbrief abonneren

Afzuigventilator met EC-motor voor keukens

Het leveringsprogramma van de AHU-TE EC luchtbehandelingskasten van WOLF is uitgebreid met de toepassing van een EC-keukenafzuigventilator. De direct gedreven ventilatorwaaier van de keukenafzuigventilator is voorzien van 7 achterovergebogen schoepen en is direct verbonden met de EC-motor. De ventilator is geschikt tot circa 11.000m3/h (vrij-uitblazend) met een maximale statische drukverhoging tot 1800Pa.

De nieuwe motorbehuizing zorgt voor bescherming en koeling van de EC-motor. Op de behuizing zijn twee luchtaansluitingen naar buiten gebracht en wordt niet ‘gekoeld’ met de afvoerlucht. De motor is zo bestand tegen temperaturen tot 80°C. Bovendien is de motor beschermd tegen vervuiling, zoals vet. Tevens kan de ventilator gecombineerd worden met een vetvangfilter en kruisstroomplatenwisselaar voor warmteterugwinning, voor toepassing in professionele grootkeukens.

De AHU-TE EC is seriematig aan de buitenzijde voorzien van een hoogwaardige poedercoating, naar keuze in de kleur RAL 9006 (een grijstint) of RAL 9016 (verkeerswit). Overige RAL kleuren, inwendige coating of een C5M offshore coating zijn optioneel leverbaar. De buitenluchtaanzuig- en filtersectie zijn standaard inwendig voorzien van RVS binnenbeplating. De AHU TE EC kan geleverd worden in hygiëne-uitvoering volgens VDI 6022 of de DIN 1946-T4 (standaard met TÜV-certificaat). Daarnaast kan o.a. gekozen worden voor de volgende uitvoeringen: zwembad, adiabatische koeling, geïntegreerde koudetechniek, keukenafvoerunit en als dakcentrale: compleet met verwarmingstechniek, zonne-energiesystemen en/of warmtepompen. Indien gekozen wordt voor de stekkerklare WRS-K regeling, kan deze worden voorzien van een ModBus-, BacNet-, LON- of een Ethernet (webserver) communicatie-interface. De AHU TE EC serie is Eurovent gecertificeerd, en voldoet standaard aan klassen T2, TB2, D2 en de hoogste luchtdichtheid L1.

“1,5 meter niet per se veilig in ruimte met slechte ventilatie”

Op 16 maart schreven wij al over het belang van ventilatie om eventuele transmissie van het coronavirus via de lucht tegen te gaan. Dit naar aanleiding van de guidelines die REHVA had opgesteld over dit thema. Tot dusverre heeft het RIVM nog geen officieel standpunt ingenomen hierover. En dat terwijl volgende week bijvoorbeeld al de scholen open gaan.

De REHVA was er al snel bij. In een aantal interviews met Installatienet legde vice-president dr.ir. Atze Boerstra afgelopen maanden uit waarom ventilatie zo belangrijk is. “We weten we dat de hoofdmoot van de besmettingen met het coronavirus via direct contact of via de ‘korte luchtroute’ plaatsvindt. Bij direct contact moet je dan bijvoorbeeld denken aan hand-op-hand contact of het aanraken van oppervlaktes die kort tevoren zijn aangeraakt door een besmet persoon. Bij luchtoverdracht zit het grootste risico in het verspreiden van druppeltjes (grootte: circa 10 micrometer) waar virussen in zitten, na niezen en hoesten. Die druppeltjes verdwijnen binnen een paar milliseconden na uitademing en/of slaan snel neer, vandaar dat standaard gesteld wordt dat een afstand tot een besmet persoon van 1 tot 2 meter als de gevarenzone geldt.”

‘Tweede luchtroute’
“Los van de standaard besmettingsroutes: er zijn aanwijzingen in de literatuur dat er in sommige situaties ook sprake kan zijn van een ‘tweede luchtroute’ waarbij Corona virussen in aerosolvorm (als ultrakleine deeltjes of druppeltjes) langere tijd in de lucht aanwezig blijven en (binnen) grotere afstanden af kunnen leggen, waarna ze (bij de juiste dosis) tot besmettingen kunnen leiden, met name in slecht geventileerde binnenruimten moet men de aerosolroute niet onderschatten. Vandaar het advies van REHVA om (ALARA-aanpak, voorzorgsprincipe) tijdens de huidige pandemie een aantal ventilatiemaatregelen te nemen die vaak relatief eenvoudig zijn.”

Advies
Met een mogelijke transmissie van het virus over langere afstanden, is het volgens Boerstra dus verstandig (specifiek in gebouwen die vol in gebruik blijven tijdens de pandemie) om het risico op verspreiding van het virus via ventilatiesystemen te beperken. Met name de ventilatie en het voorkomen van hoge bezettingsgraden zijn daarbij belangrijk.

Voortdurend ventileren
Boerstra benadrukt daarbij nog eens extra het belang van voldoende ventileren op kamerniveau. “Idealiter moet je dan denken aan 60 kuub verse lucht per persoon (= klasse A niveau van het PvE Gezonde Kantoren) als ondergrens; bij voorkeur op een zo efficiënt mogelijke manier toegevoerd. Dus niet zodanig dat de uitgeademde lucht van de ene persoon bijvoorbeeld langs de ademzone van een andere persoon in de ruimte wordt gevoerd alvorens deze lucht afgezogen wordt.”

1,5 meter grens
“Tot dusverre legt de RIVM de nadruk op het aanhouden van 1,5 meter afstand. Dat gaat prima op in buitensituaties en gebouwen die goed geventileerd worden. Maar in een slecht geventileerde ruimte waarin men langere tijd met meerdere personen verblijft, zou het aanhouden van deze regel wel eens alleen schijnveiligheid kunnen opleveren”, zegt Boerstra. Hij denkt dan bijvoorbeeld aan vergaderruimtes, bussen, klaslokalen of oefenruimtes voor koren.

Scholen
Volgende week gaan de scholen weer gedeeltelijk open. “De bezetting van de klassen is gehalveerd, maar het zou maar kunnen dat het vanaf juni weer business as usual is. Er zijn gelukkig in het kader van ‘Frisse Scholen’ programma’s flink wat scholen onder handen genomen, waardoor de ventilatie verbeterd is. Maar voor tientallen procenten van de schoolgebouwen is dat nog niet het geval en is de verse luchttoevoer nog steeds onder de maat.”

Zorgen
Boerstra maakt zich hier oprecht zorgen over. “We moeten in ieder geval bij de leraren tussen de oren krijgen dat ze de komende maanden de ramen vaak (bij voorkeur continue) openzetten, tijdens de lessen en/of tussen de lessen door. Ook is het belangrijk dat een eventueel aanwezig mechanische ventilatiesysteem in de lokalen aanstaan.”

RIVM
Uiteraard zou het helpen als het RIVM de REHVA guidelines overneemt. “De afgelopen maanden stond het RIVM in een andere modus, ze moesten eerst de uitbraak beteugelen. Ik snap dat heel goed. Nu zitten we echt wat mij betreft in een nieuwe fase en met de openstelling van scholen en over een paar weken misschien ook de horecagelegenheden is het thema ventilatie en corona plotseling super actueel. De druk op het RIVM om hierover een standpunt in te nemen wordt nu wel van verschillende kanten opgevoerd.”

EenVandaag
Zo deed de bekende viroloog Ab Osterhaus afgelopen week nog de nodige uitspraken over het onderwerp. Op de website van EenVandaag valt bijvoorbeeld nog het volgende te lezen: ‘Feit is dat de besmettingskansen groter zijn in afgesloten ruimtes waar veel mensen bij elkaar zijn dan buiten. Ventilatie speelt hierbij een belangrijke rol. Er is buiten veel meer sprake van luchtbeweging. Bovendien is het buiten lastiger om iemand anders te besmetten, doordat er veelal beter afstand kan worden gehouden dan binnen.’

Techniek Nederland
De REHVA heeft het thema ‘corona en ventilatie’ al begin maart op de kaart gezet. In de afgelopen maanden is hierover ook contact geweest met branchevereniging Techniek Nederland. Op 6 mei heeft de branchevereniging bij monde van voorzitter Doekle Terpstra een brief verstuurd aan het RIVM met de vraag of het aanpassen van ventilatiesystemen de verspreiding van het coronavirus kan voorkomen. Op het moment van schrijven had het RIVM nog geen officiële reactie gegeven.