Vaillant verdubbelt capaciteit productie warmtepompen

Vaillant Group opent een nieuwe fabriek voor elektrische warmtepompen in Senica (Slowakije). De fabriek heeft een oppervlakte van 100.000 vierkante meter en produceert vanaf mei 2023 uitsluitend warmtepompen. De fabriek is ontworpen voor een jaarlijkse productie van 300.000 warmtepompen. “Met de opening van de nieuwe fabriek zijn we in staat om onze productiecapaciteit te verdubbelen tot ruim een half miljoen warmtepompen per jaar. Hierdoor kunnen we nog beter bijdragen aan het succesvol vormgeven van de verwarmingstransitie in Europa en het bereiken van de EU-doelstelling van tien miljoen nieuw geïnstalleerde warmtepompen tegen 2027,” zegt CEO van Vaillant Group Dr.-Ing. Norbert Schiedeck.

De fabriek in Senica, Slowakije, maakt deel uit van het internationale productienetwerk van de Vaillant Group. Naast de productielijnen beschikt de fabriek ook over een opleidingscentrum voor partners, een bezoekerscentrum en een logistiek centrum. De nieuwe productiefaciliteit is gecertificeerd volgens de hoogste internationale norm BREEAM voor duurzaam, milieuvriendelijk bouwen. De nieuwe fabriek gebruikt elektriciteit uit 100 procent hernieuwbare bronnen en wordt verwarmd met warmtepompen.

Miljardeninvesteringen
Sinds 2016 legt de Vaillant Group de strategische focus op milieuvriendelijke warmtepomptechnologie. Inclusief de lopende projecten bedragen de investeringen in de uitbreiding van de continu groeiende warmtepompinitiatieven bijna een miljard euro. De nadruk werd gelegd op de uitbreiding van de productiecapaciteit bij het hoofdkantoor in Remscheid en de productievestigingen in Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Slowakije. In dezelfde periode heeft het bedrijf ook zijn onderzoeks- en ontwikkelingsmiddelen aanzienlijk verhoogd en zijn productportefeuille in het warmtepompsegment uitgebreid. Afhankelijk van de toekomstige marktgroei zijn voor de komende jaren extra investeringen tot nog eens een miljard euro gepland voor de verdere groei van productie- en ontwikkelingscapaciteiten.

Hybride nieuwe standaard
De urgentie van verduurzaming is groot. Daarom wil het kabinet dat vanaf 2026 de hybride warmtepomp de standaard wordt voor het verwarmen van woningen. Met de opening van deze nieuwe fabriek en verhoogde productiecapaciteit wil Vaillant bijdragen aan de groeiende vraag naar warmtepompen in Nederland

Fout: view 8defeafi3l bestaat mogelijk niet

Veel vraag naar bioketels het afgelopen jaar

De sterke stijging van de prijzen van gas en elektriciteit zorgden in 2022 voor veel vraag naar bioketels, vooral bij particulieren, zo laat de brancheorganisatie voor leveranciers van bioketels (NBKL) weten in haar jaarverslag 2022. Gaandeweg gingen ook de prijzen van biobrandstoffen omhoog. Hierdoor kwamen vooral klanten van bioketels met SDE-subsidie in de problemen, want de subsidie daalde. Het jaarverslag laat verder zien dat terwijl de markt vraagt om meer bioketels, terwijl een deel van de politiek nog blijft hangen in oude denkbeelden.

Bioketels werken ongeveer hetzelfde als cv-ketels, maar dan op snoei- en houtafval in plaats van gas: ze zetten dit om in warmte en soms ook elektriciteit. Daarnaast lopen er nu proeven om voedselafval en bermgras om te zetten naar geschikte brandstof voor bioketels. De nieuwste generatie bioketels kent zeer hoge rendementen, aldus NBKL, die zelfs oplopen tot boven de 100% en ze hebben een hele lage uitstoot van fijnstof. De uitstoot van fijnstof van een bioketels is volgens de brancheorganisatie vergelijkbaar met die van een elektrische auto.

Omdat bioketels dezelfde leidingen en radiatoren als een cv-ketel gebruiken zijn ze eenvoudig aan te sluiten als vervanger van een cv op gas. Grotere bioketels verwarmen zwembaden, bedrijven, sauna’s en – meestal via een miniwarmtenet – hele buurten.

Fout: view 3cdd547lar bestaat mogelijk niet

  • Branche
  • februari 13, 2023
  • 0 views
‘Lucht/water-warmtepomp kent eigenlijk geen nadelen’

Zo’n 7 miljoen woningen moeten voor 2050 verduurzaamd worden om zo CO2– en energieneutraal te zijn. De eenvoudigste oplossing om geheel of gedeeltelijk van het gas af te gaan, is de cv-gasketel te vervangen. Voor de meeste woningbezitters is de lucht/water-warmtepomp het beste, zo concludeert Nico de Boer van ingenieurs- en adviesbureau DGMR.

De lucht/water-warmtepomp kent eigenlijk geen nadelen. Dit type is goed te combineren met andere installaties en is toepasbaar op vrijwel alle afgiftesystemen. Het rendement voor de woningbezitter is relatief hoog. En deze warmtepomp is (betaalbaarder) dan een bodem-water- of water-waterwarmtepomp. Deze conclusie trekt de huidige technisch specialist bij DGMR, nadat hij voor zijn afstudeeronderzoek vijf opties naast elkaar zette. Hij brengt zijn bevindingen nu samen in de whitepaper ‘Een warmtepomp voor iedereen’.

Koudemiddel
Omdat een warmtepomp gebruik maakt van een koudemiddel vergelijkt Nico ook drie verschillende typen koudemiddelen. Het zogenoemde Global Warming Potential (GWP) bepaalt de hoogte van het broeikaseffect en heeft invloed op de CO2-kosten. De meest duurzame keuze die installateurs en gebruikers kunnen toepassen, is het koudemiddel R-290. Het heeft een hoog rendement en een laag GWP, waardoor de CO2-kosten ook laag uitvallen. Dit middel heeft de minste impact op het milieu.

De whitepaper is te downloaden via de website van DGMR.

  • Branche
  • december 12, 2022
  • 1 views
Vorst zorgt voor topdrukte bij installateurs

De kou zorgt voor topdrukte bij verwarmingsbedrijven. Vooral veel oudere cv-ketels die geen regelmatig onderhoud hebben gehad, laten het afweten. Volgens Doekle Terpstra, voorzitter van Techniek Nederland, zetten installateurs alles op alles om storingen zo snel mogelijk te verhelpen. “Op dagen als deze blijkt weer hoe belangrijk verwarmingsmonteurs zijn.”

De drukte bij verwarmingsbedrijven is deze week ongekend groot. Bij installatiebedrijf Verspeek in Valkenswaard staat de telefoon roodgloeiend. Directeur Martijn Verspeek: “Het is alle hens aan dek. Ik ben vandaag zelf storingen aan het verhelpen, dat is nog nooit voorgekomen.” Ook bij Hove Techniek in Zwaag is het topdrukte. “Vanochtend stroomde mijn voicemail letterlijk vol”, zegt directeur Martijn Veldhuisen. “Tot nu toe kunnen we het nog net bijbenen.” Yvonne Michorius van Michorius Installatiebedrijf uit Haaksbergen ziet een duidelijk patroon in de storingsmeldingen. “Het zijn vooral oudere, slecht onderhouden ketels die in storing gaan of ketels die al lang aan vervanging toe zijn.”

Regelmatig onderhoud
Op winterse dagen moet een cv-toestel op vol vermogen draaien. Als er onderdelen versleten of vervuild zijn, is dit het moment waarop het misgaat. Techniek Nederland wijst erop dat consumenten hun cv-ketel regelmatig laten onderhouden.

Driekwart van Nederland verwarmt nog met gas

Ondanks de opmars van de warmtepomp, is de cv-ketel nog altijd veruit de meest gebruikte verwarmingsbron in Nederlandse huishoudens. Ruim driekwart van de Nederlanders stookt nog op gas. De warmtepomp komt met zeven procent op plek twee, terwijl vijf procent van Nederland aangeeft aangesloten te zijn op stadsverwarming. Dit blijkt uit onderzoek van energiebedrijf Zonneplan, in samenwerking met onafhankelijk veldwerkbureau Panel Inzicht.

Naast de cv-ketel, warmtepomp en stadsverwarming worden ook de elektrische kachel en de houtkachel nog af en toe genoemd. Beide hebben een aandeel van drie procent. Met 12,7 procent is de houtkachel met name in Groningen nog populair. Andere verwarmingsbronnen, zoals de pelletkachel, zonneboiler of infraroodpanelen hebben slechts een marginaal aandeel.

Warmtepomp populairst in Flevoland en Friesland
In vrijwel alle Nederlandse provincies ligt het aandeel van de cv-ketels als voornaamste verwarmingsbron grofweg tussen de 70 en 80 procent. Flevoland vormt daarop echter de grote uitzondering. In ‘s lands jongste provincie maakt nog een kleine 55 procent gebruik van een cv-ketel. Zo’n een op de zeven Flevolandse woningen wordt inmiddels verwarmd met behulp van een warmtepomp. Daarnaast is een op de vijf huizen aangesloten op stadsverwarming, waarbij (grotendeels) gebruikgemaakt wordt van restwarmte uit industrieën.
Ook in Friesland is de warmtepomp bovengemiddeld populair. 13,6 procent van de Friese huishoudens heeft er een. Desondanks maakt bijna driekwart van de gezinnen in Friesland nog gebruik van een cv-ketel. In Zeeland ligt dit percentage met ruim 83 procent nog hoger. Hier valt dan ook nog een grote slag te slaan. Slechts 3,3 procent van de Zeeuwen maakt gebruik van een warmtepomp. In Overijssel is dit overigens nog net iets minder.

Warmtepomp populairst onder twintigers
Kijkend naar de diverse leeftijdscategorieën valt uit het onderzoek van Zonneplan op te maken dat vooral de jongere groep Nederlanders zich bezighoudt met duurzamer verwarmen. Van de tweeduizend ondervraagden met een eigen huur- of koopwoning tussen de 18 en 29 jaar geeft namelijk 14 procent aan een warmtepomp te hebben, terwijl de cv-ketel een aandeel heeft van ‘slechts’ 65 procent. In alle andere leeftijdscategorieën ligt dit laatste getal boven de 80 procent. Opvallend is dat de ‘ouderwetse’ en zeer vervuilende houtkachel daarentegen alleen onder twintigers en dertigers (respectievelijk 6,1 en 4,7 procent) nog enige populariteit geniet.

Terugverdientijd warmtepomp
Bij de keuze voor een warmtepomp speelt de terugverdientijd vaak een rol. Uit het onderzoek blijkt dat 26 procent van de ondervraagden die een warmtepomp overwegen willen dat de terugverdientijd hooguit vijf jaar bedraagt. Nog eens 25 procent neemt ook genoegen met een terugverdientijd van zes tot tien jaar. De grootste groep, ruim 40 procent, geeft echter aan nog niet te weten bij welke terugverdientijd zij een warmtepomp interessant acht. Bij de huidige energietarieven is een warmtepomp in veel gevallen binnen vier tot zes jaar terug te verdienen.

Fout: view 66040e0t0x bestaat mogelijk niet

IR verwarming

Er zitten diverse tools in de gereedschapskist om gebouwen aardgasvrij te verwarmen. De meest bekende zijn warmtepompen en stadswarmte. Er is echter ook een andere mogelijkheid die aandacht verdient: infrarood verwarming. In dit artikel vertelt Branchevereniging IG-Infrarood over de werking, normering en belangrijke ontwikkelingen in deze sector.

Met infrarood verwarming wordt in de bouw directe elektrische stralingsverwarming bedoeld. Dat betekent dat het niet water-gevoerd is en verwarming met infrarood straling geschiedt.

Stralingsverwarming
Warmteafgiftesystemen zoals radiatoren, convectoren en vloerverwarming beïnvloeden vooral de luchttemperatuur in een ruimte. Stralingsverwarming daarentegen heeft vooral invloed op de stralingstemperatuur. De (warmte)comfortbeleving van de mens wordt bepaald door een samenspel van de gemiddelde luchttemperatuur en de gemiddelde stralingstemperatuur. Voor behoud van comfort is een lagere luchttemperatuur te compenseren met een hogere stralingstemperatuur (en omgekeerd). Dit kan omdat met convectie de luchtdeeltjes verwarmd worden, terwijl met infrarood straling objecten verwarmd worden. Daarmee kunnen infrarood panelen een goed comfort bieden bij lagere kamertemperaturen. De energetische voordelen van infrarood verwarming berusten onder andere op dit principe.

NEN-norm
Infrarood panelen zijn de meest voorkomende toepassing van infrarood verwarming. Mag elk elektrisch verwarmingssysteem met een stekker zich infrarood verwarming/paneel noemen? Nee, zeker niet. In februari 2021 is de lang verwachte norm NEN-EN-IEC 60675-3 gepubliceerd, die antwoord geeft op twee belangrijke vragen: 1. Wat is een infrarood paneel en 2. Hoe meet je het stralingsrendement van een infrarood paneel. Het stralingsrendement is het aandeel energie dat aan de voorzijde van een paneel als infrarood straling wordt afgegeven. Alleen een paneel met een stralingsrendement hoger dan of gelijk aan 40% mag een infrarood paneel genoemd worden.

Volledige oplossing
Infrarood verwarming kent verschillende toepassingen. De toepassing als lokale verwarming lijkt bekend te zijn. Over het volgende punt heerst echter grote onduidelijkheid, die we direct maar wegnemen: een woning mag volledig met infrarood panelen verwarmd worden, mits per ruimte aangestuurd. De toelichting van RVO op de ‘Systeemeisen technische bouwsystemen - EPBD III’ erkent dit.

Energie-investeringsaftrek
Infrarood panelen kunnen in de woningbouw, utiliteit en industrie toegepast worden. Veelzijdigheid en flexibiliteit zijn belangrijke eigenschappen van de panelen. Ze kunnen namelijk snel warmtecomfort leveren op de plek waar dat nodig is. Vooral in grote ruimten met beperkte menselijke bezetting en in ruimten met hoge(re) plafonds is dit voordelig. Bij traditionele convectie verwarming zou namelijk de lucht in de gehele ruimte of zone verwarmd moeten worden. Met infrarood verwarming kan dat effectief beperkt worden tot de werkplek. Hierin zijn verschillende oplossingen mogelijk: plafondpanelen, wandpanelen, maar ook panelen onder een bureau. Het plaatselijk verwarmen met infrarood panelen is daarom ook onderdeel van de Energielijst 2022 (code 270103), waarmee het in aanmerking komt voor de Energie-investeringsaftrek (EIA).

Installatieconcepten
Hoe ziet een ‘infrarood woning’ er uit? In het geval van hoofdverwarming wordt - in de meeste gevallen - de ruimteverwarming verzorgd door infrarood panelen, wordt warm water bereid middels een warmtepomp-/zonneboiler (met elektrische naverwarming) en zijn zonnepanelen toegepast voor hernieuwbare opwekking. Dit concept is duurzaam en voldoet aan de bouwregelgeving. In de lokale toepassing verwarmt een warmtepomp (of cv-ketel) met lage temperatuur afgifte de woonkamer, waarbij infrarood panelen worden toegepast in de overige ruimtes, zoals badkamer, slaapkamers of kantoorkamer. Het grote voordeel hiervan is dat er relatief snel ‘comfort’ geleverd kan worden in ruimten met beperkte aanwezigheid.

Ontwerp en montage
Zoals bij alle installaties is het bij infrarood verwarming van belang dat het installatieconcept goed ontworpen wordt en alles deugdelijk wordt geïnstalleerd. Het monteren van infrarood panelen is relatief eenvoudig. Qua handelingen is het vergelijkbaar met het ophangen van een plafondlamp, dus ophangpunten boren, aansluiten en monteren. De meeste aandacht gaat uit naar het ontwerp. Denk bijvoorbeeld aan bepaling van benodigd vermogen en het verdelen van het vermogen over de ruimte. Daar moet een goed plan voor opgesteld worden.

Praktisch document
De branche ziet het als haar verantwoordelijkheid om professionals de handvaten te bieden om overweg te kunnen met infrarood verwarming. Zo wordt er in samenwerking met een gerenommeerd kennisinstituut de laatste hand gelegd aan een praktisch document over infrarood verwarming in de bouw: van uitleg over de werking tot praktische ontwerp- en installatieadviezen.

Comfortonderzoek
We weten nu wat het is, hoe het werkt, hoe je het kunt toepassen en dat je het mag toepassen. Maar de grote vraag is natuurlijk: hoe zit het met de comfortbeleving en energieprestaties van infrarood panelen in de praktijk? In de meest recente studie is in opdracht TKI Urban Energy en RVO door W/E adviseurs onderzoek gedaan naar het energiegebruik en de comfortbeleving van residentiële verwarming met infrarood stralingspanelen. In de winter van 2020/2021 zijn 52 woningen met infrarood panelen als hoofdverwarming gemonitord. Diverse aspecten zijn daarbij in ogenschouw genomen, waaronder energiegebruik, comfortbeleving en het vermogen van de panelen in verhouding tot de woning.

Aandachtspunten
Er zijn veel interessante bevindingen. Zo is – binnen de beperkingen van het onderzoek – de comfortbeleving overwegend positief te noemen. De onderzoekers stellen ook dat het energiegebruik een stuk minder is dan bij de gemiddelde gasgestookte woning. Aandachtspunten zijn er uiteraard ook, zoals piekbelastingen en de plaatsing van panelen in relatie tot (dis)comfort. Voor meer informatie zie: www.topsectorenergie.nl/agenda/webinar-onderzoek-naar-infraroodverwarming-woningen.

Onderhoud
Infrarood verwarming kan een belangrijke bijdrage leveren aan de nationale klimaatdoelstellingen en de reductie van het aardgasgebruik. De voornaamste energetische voordelen zijn het kunnen leveren van comfort bij lagere kamertemperaturen en het snel kunnen verwarmen. De aanschafkosten zijn relatief laag en de onderhoudsbehoefte verwaarloosbaar. Er zitten geen bewegende/mechanische onderdelen in infrarood panelen. Twee keer per jaar de panelen afnemen met een zachte doek is voldoende qua onderhoud. Dit maakt infrarood verwarming vanuit een Total Costs of Ownership (aanschaf, beheer en onderhoud tijdens de levensduur) benadering een interessante en nodige optie. Er zijn echter belangrijke voorwaarden waaraan voldaan moet worden bij toepassing van infrarood panelen om discomfort en een hoog energiegebruik te voorkomen: een genormeerde warmte transmissie berekening en een goede plaatsing van panelen in een ruimte.

Ontwikkeling keurmerk
Er is nog een belangrijke ontwikkeling gaande die zal helpen om het kaf van het koren te scheiden: de uitwerking van een kwaliteitskeurmerk voor infrarood panelen. IG Infrarood werkt samen met deskundige partijen aan een keurmerk volledig gebaseerd op de nieuwe norm NEN-EN-IEC 60675-3. Zo wordt in een oogopslag duidelijk dat een paneel inderdaad een infrarood paneel is en wat de minimale efficiency is 

Fout: view f1f68eb1vh bestaat mogelijk niet

Voorbereid op verwarmen met waterstof

De Vaillant ecoTEC plus is nu geschikt voor bijmenging van 20 procent waterstof aan het aardgas. De cv-ketel is getest en gevalideerd om zonder aanpassingen woningen te verwarmen en van warm water te voorzien. Het assortiment van Vaillant, producten die geschikt zijn voor bijmenging tot 20 procent waterstof, zal in de komende maanden verder worden uitgebreid.

Ronald Mazurel, manager product management bij Vaillant, laat weten zeer verheugd te zijn. “Deze duurzame ontwikkeling op het gebied van waterstof is essentieel in de ontwikkeling van klimaatneutrale energie-oplossing voor toekomstbestendige verwarmingssystemen. Daarbij heeft het toestel dankzij IoniDetect-technologie een verbeterd installatie- en onderhoudsgemak. Kortom, een duurzame en intelligentie cv-ketel van deze tijd.”

Routekaart naar 100 procent waterstof
In 2050 moeten alle woningen aardgasvrij zijn, met als doel bij te dragen aan het verminderen van de totale CO2-uitstoot in Nederland. Het verwarmen met groene waterstof is voor de langere termijn één van de kansrijke routes naar een duurzame toekomst, denkt Vaillant. Het bedrijf bereidt zich hier nu al op voor en heeft een routekaart opgesteld voor de transitie van cv-ketels op aardgas naar cv-ketels op waterstof:
- Nu is 20 procent waterstof bijmenging technisch mogelijk met de nieuwe ecoTEC plus cv-ketel die vorig jaar werd geïntroduceerd. Met het bijmengen van maximaal 20 procent waterstof kan een CO2-reductie van zo’n 7 procent per cv-ketel worden gerealiseerd. Vaillant bereidt zich hiermee voor op toekomstige wijzigingen in wet- en regelgeving waarin een grotere rol voor groene waterstof wordt verwacht als energiedrager.
- Vanaf 2025 is Vaillant voornemens om nieuwe cv-ketels te leveren die 100 procent H2 ready zijn. Deze cv-ketels zullen in een later stadium met een conversiekit worden omgezet naar werking op 100% waterstof.
- De verwachting bestaat dat er uiterlijk 2030 meer duidelijkheid is vanuit de overheid over de beschikbaarheid en precieze rol van waterstof voor gebouwen in Nederland. Vaillant bereidt zich voor op de toekomst en ontwikkelt tegelijkertijd nieuwe cv-ketels die uiteindelijk af-fabriek zijn ontworpen om te verwarmen op 100 procent waterstof.

Verduurzamingsroutes
Het realiseren van de klimaatdoelen vraagt volgens Vaillant om meerdere verduurzamingsroutes passend bij verschillende woonsituaties. Verduurzamen is nu onder meer mogelijk met hybride warmtepompen en all-electric warmtepompen. In combinatie met duurzame gassen in de toekomst - waaronder groene waterstof - kan een hybride warmtepomp bovendien een eindoplossing zijn richting 2050.

Best geteste ketel

De Vaillant ecoTEC exclusive CW5 is deze maand door de Consumentenbond uitgeroepen tot ‘Beste uit de test’. Alle ketels werden beoordeeld op elf verschillende punten. Op vijf hiervan heeft de Vaillant ecoTEC exclusive CW5 een acht of hoger gescoord, met een gemiddeld eindcijfer van 7,9.

Behalve op energiezuinigheid scoort de cv-ketel sterk op het verwarmen op een laag pitje (8,8) en geluid (8,6). Dat de cv-ketel zo stil is met een modulatie tot 1:12 komt door toepassing van IoniDetect technologie, vertelt Ronald Mazurel, manager product management bij Vaillant. “De ketel kan daardoor energiezuinig werken op een laag pitje wanneer er maar weinig warmte wordt gevraagd. Daarnaast regelt de IoniDetect gasaanpassing automatisch verschillende aardgassoorten en -kwaliteiten en zorgt de technologie voor een constant geoptimaliseerde verbranding. De cv-ketel heeft ook een Green iQ label. Een systeem met dit label staat erom bekend de uitstoot te verminderen, de kosten te verlagen, zonder dat er aan comfort ingeleverd wordt. Daarnaast kan deze cv-ketel gecombineerd worden met een warmtepomp, wat het een hybride oplossing maakt.”

Verheugd
Mazurel, is zeer verheugd met de beoordeling. “Dat de ecoTEC exclusive CW5 nu als beste uit de test komt is voor ons een belangrijke waardering voor het product. Bij de productontwikkeling is veel aandacht besteed aan het reduceren van geluid en het verder verbeteren van de prestaties. De resultaten uit de test van de Consumentenbond bevestigen dat we hier goed in geslaagd zijn.”

Verwarmingsoplossing na 10 jaar ontwikkeling in testfase

Cooll uit Enschede test een in eigen beheer ontwikkelde verwarmingsoplossing, die naar eigen zeggen 30% op het gasgebruik van een hr-ketel bespaart. Dit rendement is onlangs bevestigd door het Fraunhofer Instituut. De primeur vindt plaats in Kampen, in een sociale huurwoning van Deltawonen. Het Enschedese bedrijf noemt de technologie veelbelovend, omdat de besparing zonder forse aanpassingen van de woning, en zonder ruimte- en comfortverlies wordt gerealiseerd.

Eind 2021 heeft KIWA de testmodellen flink aan de tand gevoeld en heeft de warmtepomp een CE GAR veldtest certificaat gekregen. “Het behalen van dit certificaat maakt deze veldtest mogelijk en geeft ons inzichten voor het definitieve productontwerp. De installatie en het gedrag van de warmtepomp  levert ons een schat aan informatie op voor de verdere ontwikkeling”, legt Stefan van Uffelen, CEO van Coll, uit.

Resultaten
Van Uffelen vervolgt: “Na meer dan tien jaar ontwikkeling van onze gepatenteerde thermische warmtepomptechnologie gaan wij nu de markt op. We gaan de wereld laten zien dat dit dé verwarmingsoplossing is van de toekomst. Niet alleen in Nederland uiteraard. Volgend jaar willen we 50 toestellen produceren waarvan ook een deel beschikbaar zal zijn voor pilots in het Verenigd Koninkrijk en Duitsland. Dan begint voor Cooll ook het buitenlandse avontuur.”
De uit de Universiteit Twente voortgekomen onderneming heeft warmtepomptechnologie ontwikkeld die de huidige hr-ketel één op één kan vervangen. De adsorptiewarmtepomp van Cooll verwarmt met aardgas, maar zou op termijn ook kunnen verwarmen met andere groene gassen zoals waterstofgas.

Toekomstbestendig alternatief
Technisch dienstverlener Van Dorp liet eind vorig aar nog weten te investeren in deze nieuwe ontwikkeling. Het bedrijf is hierbij al 10 jaar betrokken en maakt met deze investering nu ook de opschaling mogelijk. Henk Willem van Dorp: “Vanuit onze intrinsieke motivatie om de wereld beter achter te laten, besteden wij veel aandacht aan de verduurzaming van installaties en gebouwen. We zetten hierbij in op duurzame technieken en kiezen voor all-electric waar het kan, maar geloven we ook in de technologie van Cooll omdat het een toekomstbestendig alternatief is voor gebouwen waarvoor een elektrisch of hybride warmtepompsysteem nog niet haalbaar is. Daarnaast is het systeem geschikt gemaakt om te verwarmen met waterstofgas, een ontwikkeling waar wij veel vertrouwen in hebben en graag in mee pionieren.”

Fout: view 506a110dk1 bestaat mogelijk niet

Kennis over individuele cv-installaties geactualiseerd

ISSO heeft de kennis in ISSO-kleintje Individuele centrale verwarmingsinstallaties in woningen een update gegeven. De verduurzaming van het vastgoed heeft veel gevolgen voor cv-systemen. Warmtepompen zijn niet meer weg te denken, en ook bouwkundige verbeteringen aan woningen hebben invloed op het functioneren van het cv-systeem. Dat vraagt ook om andere kennis. Die kennis is na een update terug te vinden in ISSO-kleintje Individuele centrale verwarmingsinstallaties in woningen.

De kennis biedt professionals veel hulp bij het installeren en onderhouden van cv-installaties. Ook voor advisering in cv-installaties is deze kennis geschikt. Toen de publicatie verscheen, in 2006, bepaalden alleen nog gasgestookte cv-ketels en aansluitingen op de stadsverwarming de eisen voor cv-installaties. De komst van de warmtepomp heeft die eisen veranderd. In combinatie met bouwkundige verbeteringen aan woningen, zoals betere isolatie en kierdichting, heeft dat gezorgd voor heel anders functionerende cv-systemen. Voldoende aanleiding voor ISSO om de kennis te updaten. Een andere reden daarvoor, waren nieuwe of aangepaste wetgeving en kwaliteitseisen.

Installaties achter de opwekker
Na de update van de kennis is het Kleintje weer in lijn met de verduurzamingsslag. Het zwaartepunt van dit vernieuwde Kleintje ligt bij de installaties achter de opwekker. Andere onderwerpen die in Kleintje CV aan bod komen, zijn onder meer:
-Installatieconcepten met warmtepomp, cv-ketel en warmtenet;
-Het benodigde vermogen bepalen en dimensionering van het afgiftesysteem;
-Selectie (LT) radiatoren/ convectoren en vloerverwarming;
-Waterzijdig inregelen;
-Luchtdoorlatendheid testen en infraroodmetingen;
-Ventilatie;
-Beveiliging en drukverlies;
-Aandachtspunten verduurzaming.

Ruimtes apart regelen
In dit nieuwe Kleintje heeft ISSO ook het regelen van het klimaat per ruimte beschreven. Met moderne thermostaatknoppen en zoneregelaars is het comfort voor bewoners en werknemers flink te vergroten. De vraag naar apart te regelen ruimtes groeit.

ISSO-kleintje Individuele centrale verwarmingsinstallaties in woningen is te vinden in ISSO Open.