- Branche
- maart 2, 2022
- 6 views
Nederlandse startup introduceert AI gedreven hybride warmtepomp
De Nederlandse startup Quatt heeft de ambitie om de komende tien jaar één miljoen Nederlandse woningen te verduurzamen met een door kunstmatige intelligentie (AI) gedreven hybride warmtepomp. Hiervoor heeft het bedrijf €265.000 aan financiering opgehaald. Opvallend is dat Quatt de hybride warmtepomp direct online aan de consument gaat aanbieden.
De benodigde hoge investering voor de installatie van warmtepompen in bestaande woningen weerhoudt dit segment van de beoogde energietransitie. Deze woningen zijn onvoldoende geïsoleerd om over te stappen op een volledig elektrische warmtepomp. Daarnaast heb je hiervoor aangepaste radiatoren of vloerverwarming nodig. Voor startup Quatt reden om in te zetten op hybride warmtepompen, waarbij de cv-ketel in gebruik blijft en er geen additionele aanpassingen nodig zijn in de woning. Hiermee kunnen de naar schatting 7.5 miljoen bestaande woningen in Nederland zonder warmtepomp, voor minder dan een kwart van de kosten, zonder additionele investering in de woning tot 80% van het gas af, aldus de startup.
Innovatie is kind van de rekening
Dit maakt de positieve milieu-impact van de hybride warmtepomp op nationale schaal vele malen groter dan die van all-electric warmtepompen, zo bedachten de broers, Bas en Marijn Flipse, oprichters van de startup. “De hybride warmtepomp bestaat al enige tijd, maar is de afgelopen jaren nauwelijks doorontwikkeld. En dat heeft alles te maken met de markt en de leveringsketen, die innovatie in de weg staat,” aldus Bas. “Wanneer niemand een substantieel deel van de leveringsketen beheerst en de productontwikkeling ver van de eindgebruiker staat, is innovatie het kind van de rekening. Traditionele partijen blijven dan gewoon doen waar ze goed in zijn: importeren, verkopen of installeren.”
En dus namen de broers met startup Quatt het heft in eigen handen door het concept van de hybride warmtepomp verder te ontwikkelen, te innoveren en deze direct online aan de consument aan te bieden. Met €265.000 aan opgehaalde financiering staat de startup in de startblokken om de adoptie van warmtepompen te accelereren en duurzame impact te maken. De stip op de horizon is om de hybride warmtepompen van Quatt te installeren in tot 1.000.000 Nederlandse woningen.
Complex aansturingsprobleem
De belangrijkste innovatie bij de nieuwe hybride warmtepomp van Quatt zit in de regeltechniek voor efficiënte inzet en lagere energiekosten voor de consument. Marijn legt uit: “Bij het toepassen van een hybride warmtepomp ontstaat een complex aansturingsprobleem. Ieder huis is verschillend, qua volume, isolatie en verwarmingstype. Daarnaast heb je te maken met twee verwarmingsbronnen: de warmtepomp en de cv-ketel. In principe wil je de warmtepomp zoveel mogelijk gebruiken, maar de efficiëntie van de warmtepomp is niet constant en wordt lager naarmate de buitentemperatuur daalt. Ook werkt een warmtepomp op relatief lage temperaturen. Er zijn dus momenten waarop het voordeliger of noodzakelijk wordt om de cv-ketel toch even aan te zetten. Tot slot heb je ook nog eens te maken met externe factoren, zoals fluctuerende elektriciteitsprijzen en natuurlijk het weer. Je wilt dus dat jouw warmtepomp hier allemaal rekening mee houdt, zodat deze vaker en efficiënter wordt ingezet, bijvoorbeeld wanneer de elektriciteitsprijzen laag zijn.”
Artificial Intelligence
Quatt denkt een adequate oplossing te bieden voor dit regelprobleem met een op Artificial Intelligence en Machine Learning gebaseerd aansturingssysteem. Hierdoor wordt de inzet van de hybride warmtepomp verhoogd, wat kan leiden tot een additionele kostenbesparing van tot ongeveer 20% ten opzichte van traditionele hybride warmtepompen, denken de mannen van Quatt. Ten slotte worden de hybride warmtepompen van Quatt direct aan de consument geleverd, waardoor de huidige lange leveringsketens via fabrikant naar installateur naar de woning achterwege blijft. Dit resulteert in een prijs die gemiddeld 30-50% lager ligt dan die van traditionele hybride warmtepompen, aldus de startup.
‘All-electric ready’
Het argument dat Nederland met hybride warmtepompen niet écht van het gas af gaat leggen oprichters Marijn en Bas naast zich neer: “Natuurlijk wil je uiteindelijk helemaal van het gas af. Daarom maken we onze warmtepomp ‘all-electric ready’. De hardware en software is voorbereid op het aansluiten van een hoge-temperatuur warmtepomp die we in de toekomst op de markt zullen brengen. Hiermee kunnen de Nederlandse woningen stapsgewijs, makkelijk en betaalbaar helemaal van het gas af.”
Inmiddels zijn er bij Quatt in de afgelopen maand ruim 100 pre-orders voor de hybride warmtepompen geplaatst, die naar verwachting in de herfst van 2022 worden geïnstalleerd.

- artikel
- februari 25, 2022
- 8 views
Luchtverwarming
Zuiniger omgaan met energie. In de praktijk betekent dat meer dak-, vloer- en spouwisolatie en kierdicht bouwen. Daarnaast moeten gebouwgebonden energiesystemen zuiniger en bij voorkeur fossielarm of -vrij worden. We verwarmen daardoor onze gebouwen vrijwel uitsluitend nog via convectie. Stralingswarmte is in deze systemen volledig verdwenen, zegt adviseur Rob Verbrugge. Maar levert dit wel het gewenste comfort op? Verbrugge heeft er ernstige twijfels over.
Lucht als medium is in gebouwen bijna alles bepalend geworden. Enerzijds wordt het gebruikt om te verwarmen en anderzijds om te ventileren. We hebben de dominantie positie van luchtverwarming ongemerkt geaccepteerd. Het gaat niet meer om de mens, maar om het gebouw. Vreemd eigenlijk. Als een gebouw nooit door mensen zou worden gebruikt, dan zou verwarmen onnodig zijn.
Ontstaan
Hoe heeft eigenlijk luchtverwarming haar dominante positie verworven? Daarvoor moeten we teruggaan naar de jaren ’90. De cv-ketels van destijds moduleerden nog niet en verwarmden meestal centraal, via radiatoren. De watertemperatuur was hoog, waardoor radiatoren warmte overdroegen via straling en convectie (lucht).
Trendbreuk
Toen midden jaren ’90 cv-ketels gingen moduleren, veranderde ook de warmteoverdracht. Via de bijbehorende modulerende kamerthermostaat, vermogensreductie en lage watertemperaturen werd de kamertemperatuur tot op de tiende graad constant gehouden. Waar de branche aannam dat dit het meest comfortabel was, constateerden gebruikers daarentegen een negatieve verandering. Zij ervaarden een gemis aan stralingswarmte. “Het is met de nieuwe ketel, net zoals met de oude, nog altijd twintig graden, maar het lijkt wel alsof het vroeger warmer was dan nu”, was een veel gehoorde opmerking. Moduleren zorgde ervoor dat verwarmen van lucht (convectie) steeds belangrijker werd. De jaren erna is het medium lucht vrijwel alleenheerser geworden in onze centrale verwarming. Door het gebruik van LT-afgiftesystemen en de grootschalige toepassing van warmtepompen is ieder beetje aangename stralingswarmte verdwenen.
Voor- en nadelen
Lucht als verwarmingsmedium lijkt zo logisch. We kunnen het meten in graden Celsius. Daardoor kunnen we de temperatuur regelen en er makkelijk mee rekenen, wat bij stralingswarmte veel moeilijker is. Je kan, mits de woning goed geïsoleerd is, met lagere temperaturen eenvoudig de gewenste kamertemperatuur realiseren. Toch zegt dat lang niet alles over het ervaren van behaaglijke warmte. Feitelijk is lucht een slechte opnemer van warmte. Het kost veel energie om lucht te verwarmen. Toch heeft dit ook voordelen. Doordat lucht slecht warmte opneemt, verliest de mens zijn warmte minder snel. Verwarmen met lucht is eigenlijk helemaal geen verwarming, maar isolatie. Hogere luchttemperaturen zorgen ervoor dat het verschil tussen de lucht en onze huid kleiner is, waardoor wij minder warmte verliezen. Een hele ruimte met lucht verwarmen voor de warmtebehoefte van de mens is echter uiterst inefficiënt. Daarnaast heeft convectie de nare eigenschap dat de warmste lucht zich boven in een ruimte bevindt en er ook altijd luchtcirculatie ontstaat. Dit zorgt er tevens voor dat vervuilende stoffen gaan circuleren en zich eenvoudig kunnen verspreiden.
Strijdtoneel
Voor wie het ontgaan is, de ventilatiebranche vertegenwoordigd in diverse normcommissies, is in een ‘burgeroorlog’ verwikkeld. De luchtoorlog gevoerd door de C-en D-troepen is al jaren gaande en zorgt nu voor uitstel van een nieuw te ontwikkelen norm. Raamroosters wel of niet acceptabel, niet tijdig of helemaal niet filters vervangen bij balansventilatie, een halve of hele meter vanaf de gevel rekenen voor de leefzone of niet, eenvoudig te ontregelen ventielen na schoonmaken, meer of minder lucht... alles zal de revue passeren voor de nieuwe norm. Ik vraag me echter af of ze daar nog wel beseffen dat ventileren vooral gaat om onze gezondheid. CO2 meten en regelen is aardig, maar koolstofdioxide is niet snel ziekmakend. De echte vervuiling zit in de vluchtige organische stoffen, in fijnstof en in bacteriën en schimmels. En deze stoffen meten en regelen we nog zelden of nooit. Laten de krijgsheren zich eens buigen over de fijnstofconcentraties die na het bereiden van onze avondmaaltijd nog urenlang in de lucht blijven hangen, zoals 5 jaar geleden is aangetoond door TNO. Ik hoop dat men bij de normcommissies ook in de gaten heeft dat balansventilatie in de nieuwbouw vaak leidt tot te droge lucht en dat luchtbevochtiging een serieuze zaak wordt. En misschien moet men zelfs nog verder in de toekomst kijken en tot de conclusie komen dat zelfs het reinigen van binnenlucht niet te vermijden zal zijn, als we een echt gezond binnenklimaat willen creëren.
Niet zaligmakend
Het EPC nul tijdperk en het tijdperk NTA 8800 hebben ons laten geloven dat balansventilatie met warmteterugwinning de beste vorm van ventileren is. Of dit gebaseerd is op gezondheid, energiegebruik of thermisch comfort is mij nog niet geheel duidelijk. Bij gezondheid heb ik nog geen leverancier gezien die stuurt op de eerder beschreven schadelijke stoffen. Het energiegebruik is lager dan bij natuurlijke ventilatie met een MV-box. Maar bij toepassing van ventilatiewarmtepompen is het gebruik voor natuurlijke- en balansventilatie in evenwicht. De geïntegreerde gebouwgebonden energie-oplossing StralendWARM is hiervan een zeer goed voorbeeld. Hier geen vallende koude lucht door raamroosters, maar stijgende warme lucht via ventilatieradiatoren en terugwinning van warmte via een ventilatiewarmtepomp. Dan blijft over het thermisch comfort. Raamroosters worden vaak genoemd als bron van thermisch discomfort. Met name als ze gecombineerd worden met ultra lage temperatuur vloerverwarming. De echte oorzaak is, dat de roosters veelal onjuist zijn gedimensioneerd en door onjuiste toepassing dwarsventilatie realiseren. Daarnaast zijn lage vloertemperaturen medeverantwoordelijk voor deze thermische comfortklachten, tijdens periodes van menselijke inactiviteit. En dit komt ook voor bij balansventilatie.
Verkeerde aanname
Hoe komen we op het idee, dat lucht met een constante temperatuur van 20 graden zo comfortabel is? Vloerverwarming is wellicht de meest voorkomende vorm van afgifte in onze nieuwste warmtepompwoningen. De op korte afstand naast elkaar gepropte vloerverwarmingsslangen hebben ten opzichte van de warmteverliezen (te) veel vermogen. Hierdoor kan dit thermisch actieve bouwoppervlak met slechts één graad meer de gewenste kamertemperatuur realiseren. De vloer, mede afhankelijk van het soort bekleding, zal niet als koud ervaren worden, maar geeft de bewoner ook geen enkele warmtebeleving. Daarnaast gaat het om een traagwerkend systeem. Snel en tijdelijk de temperatuur aanpassen, is simpelweg onmogelijk. Dit alles zou weleens de reden kunnen zijn, waarom gebruikers steeds vaker hun kamerthermostaat structureel op 22 of 23 graden hebben ingesteld. Het is bijna onbegrijpelijk dat in deze moderne tijd alles te regelen is behalve onze cv-systemen. Het mogelijk zuinige energetische karakter dat aan deze systemen wordt toegeschreven is blijkbaar belangrijker dan de warmtewensen. En, het werkelijke comfort van warme lucht wordt duidelijk overschat door de bouw- en installatiebranche.
Warmtecirculatie
De tweede vorm van warmteafgifte via LT-systemen is pure luchtverwarming. Daar zijn convectoren ook specifiek voor ontworpen. Overigens hebben LT-convectoren nog maar nauwelijks iets te maken met convectie. In het verleden verwarmden HT-convectoren de passerende lucht, waardoor deze ging stijgen en er circulatie ontstond. Met de huidige lage systeemtemperaturen is het voor een convector vrijwel onmogelijk om warmtecirculatie te realiseren. Daarom zijn deze convectoren voorzien van kleine ventilatoren. Hiermee wordt luchtcirculatie geforceerd gerealiseerd. Alleen nu met nauwelijks aanwezige warmte. Relatief koele bewegende droge lucht is voor ons thermisch comfort zeker niet aangenaam. Bovendien zorgt droge circulerende lucht bij de mens voor onttrekking van warmte via evaporatie.
Armoedige aanpassingen
Uitsluitend verwarmen met lucht is voor de mens zelden comfortabel. Wanneer stralingswarmte ontbreekt, is er voor de mens geen mogelijkheid echt warm te worden. De resultaten van deze manier van verwarmen laten zich dan ook zien. Bewoners stellen de kamerthermostaat 2 à 3 graden hoger in. Houtkachels worden ingezet ter compensatie. Bewoners zitten tijdens inactieve momenten onder fleecedekens of hebben een warmtekussen aangeschaft. Maar ondanks dit discomfort worden er nog steeds nieuwe projecten opgeleverd met dezelfde klachten. De problematiek wordt in de branche nog maar nauwelijks onderkend. Bij de eerste klachten worden bewoners vaak het bos ingestuurd met de mededeling, ‘u moet nog wennen aan de nieuwe manier van verwarmen’. En dat is natuurlijk klinkklare onzin.
Alternatieven
Als je in Nederland kritisch bent over het gebruik van warmtepompen, lt-afgiftesystemen en balansventilatie, wordt je al snel verketterd. Toch moeten we naast de energie-efficiëntie van warmtepompen ook de nadelen durven te benoemen. De traagheid van een warmtepompsysteem met LT-afgifte is voor velen zeer irritant en onwenselijk. Daarnaast leidt een 3 graden hogere instelling van de kamerthermostaat al snel tot 20% tot 25% meer energiegebruik. Bewoners die dit hebben ervaren, blijken wel dolenthousiast te zijn over lokaal inzetbare infraroodpanelen, als ze die aanschaffen. Op die manier zijn ze namelijk op de plek waar hun inactieve momenten plaatsvinden weer voorzien van stralingswarmte. Stralingswarmte is voor de mens de meest behaaglijke vorm van verwarmen. Niet voor niets zien we bijna iedereen in maart bij zonnig weer en zelfs relatief koele temperaturen, een plekje in de zon en uit de wind zoeken.
Toekomst
Ondanks de heftige weerstand, winnen infraroodverwarmingsoplossingen stukje bij beetje terrein. En dat wordt ondersteund door binnenlandse en buitenlandse rapporten. Nu ook de bouw verandert van puur steen en beton naar steeds vaker hout, zal dat consequenties hebben voor de wijze waarop we verwarmen en het soort systeem dat we inzetten. Doordat de accumulatie van warmte en stralingsasymmetrie van houten woningen anders is, zal ook de manier van verwarmen gaan veranderen. Stralingswarmte via infraroodpanelen zou dan weleens een betere vorm van verwarmen kunnen blijken te zijn. Tot die tijd zullen we ook in de traditionele bouw langzaam maar zeker steeds meer combinaties gaan zien. Denk bijvoorbeeld aan een basis luchtverwarming met warmtepompsystemen gecombineerd met lokale verwarming via infraroodpanelen. In dat geval kan de kamerthermostaat weer terug naar 19 of 20 graden en gaat tijdens inactieve perioden het lokale infraroodpaneel aan voor de echte warmte-ervaring. Net zoals het altijd is geweest; stralingswarmte en convectiewarmte in de juiste samenhang met elkaar en natuurlijk regelbaar voor het hoogst mogelijke thermische comfort. De behoudende installatiebranche zal deze comfortabele mogelijkheden hopelijk sneller gaan omarmen dan dat men deed bij het acceptatieproces van warmtepompen

- Productnieuws
- januari 21, 2022
- 7 views
HR-toestel voor de projectenmarkt
Nefit Bosch introduceert de Nefit 2300i, een nieuw cv-toestel dat specifiek voor de projectenmarkt beschikbaar komt. Het toestel vormt een aanvulling op het HR-portfolio voor dit segment dat tot nu toe bestond uit de Nefit ProLine NxT en Nefit ProLine Eco series. De Nefit 2300i biedt een oplossing wanneer, naast comfort voor de gebruikers en zekerheid voor de opdrachtgever, de prijs een belangrijke rol speelt.
De Nefit 2300i toestel kent een bijna geruisloze werking en moduleert terug tot slechts 10% van zijn maximale vermogen, aldus de fabrikant. Er zijn twee uitvoeringen: HRC25/3 en HRC25/4. De laatste levert 13,5 liter water van 40°C per minuut, wat overeenkomt met comfortklasse CW4.
Energiebesparing
In combinatie met de EasyControl thermostaat kan het toestel via de app op afstand worden bediend en met gebruik van de slimme radiatorkranen van Bosch (accessoire) is zoneregeling mogelijk. Het energielabel bij deze combinatie is A+. Het toestel is voorbereid voor combinatie met een hybride warmtepomp.
Tijdwinst bij installatie en onderhoud
Dankzij de slimme ophangbeugel is het toestel snel te installeren. De verwijderbare zijpanelen vergroten het onderhoud- en servicegemak. Met de Service Key kan de installateur de toestelgegevens eenvoudig uitlezen. En desgewenst is een weersafhankelijke regeling snel ingesteld.
De Nefit 2300i is al toegepast in honderdduizenden huishoudens in Europa.

- Branche
- december 2, 2021
- 13 views
Gescheiden boren naar aardwarmte en drinkwater
Klimaatverandering, een groeiende drinkwatervraag en bedreigingen van drinkwaterbronnen zorgen ervoor dat aanvullende grondwatervoorraden aangewezen moeten worden voor de drinkwatervoorziening. Mijnbouwactiviteiten zoals boren naar aardwarmte (geothermie) kunnen een risico vormen voor grondwater voor de drinkwatervoorziening. Uitgangspunt moet daarom zijn dat zij ruimtelijk van elkaar worden gescheiden. De provincies en drinkwaterbedrijven roepen het Rijk daarom op te zorgen voor een goede bescherming van de toekomstige voorraden voor ons drinkwater.
Provincies en drinkwaterbedrijven hebben een verkenning Robuuste drinkwatervoorziening opgesteld. Doel hiervan is de toekomstige drinkwatervoorziening veiligstellen. Hiertoe zijn aanvullende grondwatervoorraden voor de drinkwatervoorziening aangewezen en zorgen we voor voldoende beschikbaarheid van drinkwater. De drinkwatervraag kan tot 2040 met gemiddeld 30% stijgen maar de beschikbaarheid van voldoende kwalitatief goed water voor drinkwater is niet vanzelfsprekend.
Ook de energietransitie heeft ruimte nodig in de ondergrond. Door middel van geothermie wordt warmte van diep in de aarde gebruikt voor de verwarming van huizen, kassen of industrie. Boren voor mijnbouw, waaronder geothermie, kan risico’s opleveren voor het grondwater. Bij deze aanwijzing van grondwatervoorraden voor de drinkwatervoorziening is daar zorgvuldig rekening mee gehouden.
Mijnbouw en drinkwatervoorziening náást elkaar
Functiescheiding tussen mijnbouw en drinkwater is van belang voor de Aanvullende Strategische Voorraden (ASV's). Uitgangspunt moet zijn dat het Rijk dit dient te respecteren bij vergunningverlening voor mijnbouwactiviteiten. Dat is het advies van provincies en drinkwaterbedrijven in de verkenning Robuuste drinkwatervoorziening. Bij de aanwijzing van de ASV’s is rekening gehouden met bestaand gebruik van de gebieden en nieuwe ontwikkelingen als geothermie. Hiermee is zorgvuldig beoordeeld hoeveel en waar extra reserves voor de toekomstige drinkwatervoorziening nodig zijn en welk beschermingsbeleid daarbij gewenst is.
Jelle Hannema, directievoorzitter Vitens en voorzitter stuurgroep Bodem & Infrastructuur Vewin: “Voor een goede bescherming van de ASV’s en het veiligstellen van de drinkwatervoorziening op lange termijn moet functiescheiding ook gelden bij vergunningverlening voor mijnbouwactiviteiten. Daarom vragen we het Rijk uitsluiting van mijnbouw in de toekomstige voorraadgebieden voor de drinkwatervoorziening op te nemen in de Mijnbouwwet. Mijnbouw en drinkwaterproductie kunnen náást elkaar plaatsvinden, sámen gaat niet.”
‘Beschermen om te blijven’
Jeannette Baljeu, gedeputeerde provincie Zuid-Holland en lid van de gezamenlijke provincies in de Stuurgroep water: “Provincies zijn verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen van voldoende drinkwaterbronnen van voldoende kwaliteit. De bevolkingsgroei en toename van drinkwatergebruik vergroten de vraag naar voldoende zoetwaterbronnen. Dit verhoogt het belang tot bescherming van bestaande en gereserveerde drinkwaterbronnen vanuit het principe `beschermen om te blijven’. Provincies erkennen ook het belang van geothermie voor de energietransitie. En staan open voor mogelijkheden van maatwerk die beide belangen ten goede komen. Uitgangspunt voor de provincies blijft daarbij wel de ruimtelijke scheiding van deze functies.”
Vermijd risico’s op onomkeerbare schade
Grondwater is een belangrijke bron voor ons drinkwater. Ongeveer 60% van het drinkwater in Nederland wordt van grondwater gemaakt. Gebruik van de diepe ondergrond door geothermie vormt een risico voor de kwaliteit van deze grondwaterbronnen. De verwachting is dat de komende decennia het aantal geothermieprojecten toeneemt vanwege de energietransitie. Wanneer grondwater eenmaal vervuild raakt, kan het voor altijd onbruikbaar worden voor de drinkwaterproductie. Vanuit het voorzorgsbeginsel – ook de Structuurvisie Ondergrond sluit elk risico zoveel mogelijk uit – is een goede bescherming van de grondwatervoorraden van groot belang.
Drinkwaterbehoefte in de toekomst
Het rapport is een uitwerking van de Structuurvisie Ondergrond (STRONG). Hierin heeft het Rijk aan provincies en drinkwaterbedrijven gevraagd aan te geven waar aanvullende grondwaterreserves voor de toekomstige drinkwatervoorziening noodzakelijk zijn. En wat daarvoor het beschermingsbeleid moet zijn. In het rapport is per provincie uitgewerkt hoe groot de extra drinkwaterbehoefte is richting 2040/2050 en hoe daarin kan worden voorzien. Deels gebeurt dit door Aanvullende Strategische Voorraden aan te wijzen. Ook wordt gekeken hoe de drinkwatervraag te verminderen via waterbesparing en een passender gebruik van drinkwater.
“Er is sprake van een groeiende drinkwatervraag. Klimaatverandering zorgt voor toenemende droogte en we zien dat bronnen voor drinkwater vervuild zijn. We willen Nederland in de toekomst ook van goed en voldoende drinkwater voorzien. Maar dat betekent wel dat we zuinig om moeten gaan met de bronnen die we hebben deze goed moeten beschermen. Onnodig risico’s nemen is daarbij geen optie!” aldus Hannema.
Eindrapportage Verkenning Robuuste Drinkwatervoorziening 2040

- artikel
- november 12, 2021
- 7 views
Mag het een graadje hoger?
Hij haalde er de landelijke pers mee en dat overkomt een wetenschapper niet dagelijks. Wouter van Marken Lichtenbelt was dan ook betrokken bij een bijzonder onderzoek. Zes jaar later lijken de resultaten enigszins te zijn ingedaald bij de installatiebranche. Maar er is nog een lange weg te gaan.
In 2015 publiceerde Nature Climate Change een artikel dat de wereld over ging. De auteurs Boris Kingma en Wouter van Marken Lichtenbelt van de Universiteit Maastricht suggereerden dat de gemiddeld kantoortemperatuur voor een man prettig is, maar voor een vrouw ‘ongerieflijk’.
‘Mannenklimaat’
Wouter van Marken Lichtenbelt is in het dagelijks leven hoogleraar Ecologische Energetica en Gezondheid. “Mannen en vrouwen ervaren de temperatuur op een andere manier”, vertelt hij. “Heel kort door de bocht kan wel gesteld worden dat het binnenklimaat vaak een mannenklimaat is. Met name dan als het om de beleving van kou gaat. Vrouwen hebben het sneller koud dan mannen, omdat ze minder warmte produceren.”
Studie uit 2015
In de studie van 2015 was het metabolisme van zestien licht geklede vrouwen onder de loep genomen. Uit de resultaten bleek dat zij liever werken onder een temperatuur van ongeveer 3° C hoger dan mannen. Van Marken Lichtenbelt en Kingma concludeerden destijds dat de normen voor het binnenklimaat moeten worden aangepast, waarbij rekening wordt gehouden met de metabolische waarden voor vrouwen. Dit levert een beter thermisch comfort én energiebesparing op.
Andere factoren
Overigens blijken niet alleen sekseverschillen van invloed te zijn op de temperatuurbeleving. Er zijn meer factoren, legt Van Marken Lichtenbelt uit. “Denk bijvoorbeeld aan fitheid. Als je regelmatig traint, kan je lichaam zich makkelijker aanpassen aan temperatuurverschillen. Bovendien gaat je weerstand omhoog.”
Leeftijd
Daarnaast speelt ook leeftijd een rol. Iedere lezer is waarschijnlijk wel eens bij bejaarde klanten geweest die hun thermostaat op een tropische temperatuur hadden staan. “Bij ouderen is de thermoregulatie kritischer, ze hebben sneller de neiging om af te koelen. Vandaar dus.”
Onontgonnen gebied
En dan is er nog obesitas. “Mensen met drastisch overgewicht hebben het sneller warm.” Ook etniciteit lijkt van invloed te zijn op de temperatuurbeleving. “Eigenlijk is dit nog onontgonnen gebied. Mensen uit de Tropen hebben de neiging om meer te stoken, maar dat blijkt vooral gebaseerd te zijn op temperatuurverschillen en gewenning.” Evenals andere etniciteiten hebben mensen uit de Tropen namelijk ook bruin vet.
Bruin vet
Bruin vet, voor alle duidelijkheid, is een vetweefsel dat energie omzet in warmte - het verbrandt calorieën. Het vet wordt actief als het lichaam het koud heeft en zorgt er dan door verbranding voor dat de lichaamstemperatuur op peil blijft. Zoogdieren die een winterslaap houden, gebruiken hetzelfde bruin vet om tijdens hun winterslaap warm te blijven.
Persoonlijke klimatisering
Met deze kennis in het achterhoofd, snapt de lezer wel hoe belangrijk het is om het binnenklimaat af te stemmen op de persoonlijke wensen van gebruikers. Dat is ook precies wat Van Marken Lichtenbelt betoogt. “Systemen die centraal geregeld worden, leveren vaker klachten op en gebruiken netto ook meer energie.” De wetenschapper is eerder gecharmeerd van zonering en persoonlijke klimatiseringsoplossingen, waarbij bijvoorbeeld het bureaublad wordt verwarmd en een persoonlijk ventilatiesysteem het hoofd koelt.
Stralingswarmte
Niet voor niets geeft Van Marken Lichtenbelt een voorbeeld met stralingsverwarming. “Mensen ervaren dit als zeer comfortabel. Vandaar ook de populariteit van vloerverwarming. Enige nadeel is wel dat het systeem weinig dynamisch is en traag werkt. Het is wenselijk als je het een en ander kan bijsturen, bijvoorbeeld met infraroodpanelen en ventilatie.”
Koelingsbehoefte
Tot dusverre hebben we het vooral gehad over de warmtebehoefte, hoe zit het met de koelingsbehoefte? “We zien daar kleinere verschillen tussen de seksen, maar merken bijvoorbeeld wel dat ouderen sneller last hebben van warmte of zoals ik al eerder zei; mensen met obesitas.”
Indalen
Inmiddels zijn we 6 jaar verder. Zijn de inzichten van de wetenschappelijke studie destijds al doorgedrongen tot de installatiebranche? “Ik heb het idee van wel. Ik heb al talloze Webinars en lezingen over het onderwerp gegeven. Daarnaast lijkt comfort ‘an sich’ een belangrijker thema te zijn geworden in de installatiebranche. Kijk bijvoorbeeld maar de populariteit van slimme ventilatiesystemen en het toenemende aantal WELL Building Standard certificeringstrajecten.”
Smart Technology
Niet alleen de ventilatiesystemen worden slimmer, eigenlijk is er over de gehele breedte sprake van een groeiende populariteit van Smart Technology. “Ik zie allerlei nieuwe beheer- en monitoringssystemen op de markt komen. Op zich een prima ontwikkeling, maar er kleven wel wat risico’s aan vast. Allereerst heb je het hackgevaar, daarnaast moet de gebruiker goed worden geïnstrueerd over de werking van het systeem en die moet ook de wil hebben om allerlei aanvullende handelingen te plegen. Bijvoorbeeld het regelmatig vervangen van filters in gebalanceerde ventilatiesystemen. Ook blijken die slimme systemen een bepaalde kwetsbaarheid te hebben.”
Zelf regelen
“Al met al zou ik nooit de algehele controle van het binnenklimaat overlaten aan Smart Technology. De mens moet de mogelijkheid behouden om in te grijpen, bijvoorbeeld door een raam open te kunnen zetten. Bovendien is het verstandig om op individueel niveau aandacht te blijven besteden aan de gezondheid. Als gebruikers fit zijn, kunnen ze, zoals ik al eerder aangaf, beter omgaan met temperatuurverschillen. En, uiteindelijk blijkt uit ons onderzoek dat zowel af en toe in de kou als in de warmte goed is voor onze gezondheid/weerbaarheid en dat ook daarom een dynamisch binnenklimaat wenselijk is.”
Meeschakelen
“De branche loopt vaak voor op de politiek”, heeft Van Marken Lichtenbelt gemerkt. En dat levert de nodige frustraties op. Hoeveel druk is er vanuit Den Haag en Europa om er echt werk van te maken? “Het is belangrijk dat de politiek mee schakelt”, merkt Van Marken Lichtenbelt terecht op. “Laten we vooral doorgaan met Green Deals en dergelijke.”
Adviezen
Van Marken Lichtenbelt heeft een aantal duidelijke adviezen voor de installatiebranche om het gewenste comfortniveau te bereiken in gebouwen.
1. Zorg voor een dynamisch binnenklimaat met ruimte voor persoonlijke regeling.
2. Zorg voor een eenvoudig te bedienen installatie met een gebruiksvriendelijke interface.
3. Zorg dat de ramen open kunnen en gebruik zo min mogelijk de Airco-installatie.
4. “In feite ontwerp je een installatieconcept dat uit twee lagen bestaat. Er is een centraal beheerd systeem en een tweede systeem dat fluctuaties aan kan. Maak je gebruik van sensoren, beperk je dan niet tot CO2, maar let ook op vocht en Vluchtige Organische Stoffen. Ze hebben bijvoorbeeld in een kantooromgeving allemaal invloed op de productiviteit.”
- Branche
- oktober 29, 2021
- 7 views
Twee dagen internationale aandacht voor warmtepompen
Deze week namen 260 experts uit 26 landen deel aan de zevende European Heat Pump Summit. Samen met 34 sprekers bespraken ze de actualiteit op het gebied van warmtepompen, variërend van innovatieve technologieën, toepassingen en koudemiddelen tot het gebruik van hybride systemen en hogetemperatuurwarmtepompen. Verder presenteerden 16 bedrijven en verenigingen hun diensten en productinnovaties aan het aanwezige vakpubliek. De conferentie werd aangevuld met digitale componenten, zoals een livestream en chatfuncties.
Bezoekers van over de hele wereld kregen 34 gevarieerde presentaties voorgeschoteld, verdeeld over de vier hoofdthema's: marktontwikkelingen, R&D, ontwikkeling van componenten en warmtepomptoepassingen. Hoogtepunten van het programma waren het rapport over de warmtepompconferentie in Zuid-Korea in april 2021; markt- en energiebeleidsontwikkelingen (Duits en internationaal); afgerond, lopend en gepland onderzoek naar technologie en toepassingen; de laatste ontwikkelingen van industriële bedrijven en onderzoekscentra; hybride systemen; hoge temperatuurwarmtepompen en speciale toepassingen in industrie en commercie met specifieke voorbeelden uit de praktijk. Alle presentaties werden ook als livestream online uitgezonden en blijven tot en met 5 november 2021 online beschikbaar voor deelnemers.
Kennisoverdracht op het hoogste niveau
Dr. Rainer Jakobs, technisch coördinator van de European Heat Pump Summit over het event: “De presentaties gingen over de nieuwste onderwerpen in de warmtepompindustrie, inclusief wetenschap, ontwikkeling in de industrie en technologie, en hun toepassing. Kennisoverdracht op het hoogste niveau in combinatie met intensieve netwerkmogelijkheden stonden opnieuw centraal en zorgden voor meerwaarde. Zo waren er de presentaties van Thomas Nowak, ehpa, over de ontwikkeling van warmtepompen in Europa gedurende het huidige decennium, en van James Beal, UK DIT, over de activiteiten van Britse bedrijven. Er was een duidelijke boodschap: warmtepompen nemen een vlucht in een- en meergezinswoningen, in het bedrijfsleven en in de stroomvoorziening. Dit werd bevestigd door de presentatie van Arianna Passamonti, Fraunhofer IGE, waarin ze beschreef hoe warmtepompen wetenschappelijk worden gepromoot met behulp van financiering van de overheid. De presentatie van Rüdiger Rudischhauser, SRM/TEC Group, ging over de mogelijkheid om koeling en verwarming effectief met elkaar te verbinden. Hij kwam met het voorbeeld van een vleesverwerkingsbedrijf dat zeer effectief gebruik maakte van beide aspecten van de warmtepomp. Het onderwerp meergezinswoningen kwam meerdere keren uitgebreid aan bod en er werden verschillende oplossingen geboden. Dr. Marek Miara, Fraunhofer ISE, die toezicht hield op de IEA-bijlage over dit onderwerp, presenteerde de algemene situatie en een breed scala aan voorbeelden. Bart Asperlagh van Daikin presenteerde specifieke oplossingen vanuit het oogpunt van de fabrikant.”
Praktische verbindingen
De bijbehorende Foyer Expo bood de aanwezigen de kans om de kloof met de praktijk te overbruggen. Ze konden uit de eerste hand nieuwe producten ontdekken van bekende fabrikanten van componenten en warmtepompen. De focus van exposanten, verenigingen en instellingen uit binnen- en buitenland lag op professionele dialoog en het vinden van antwoorden op individuele vragen.

- Productnieuws
- juni 8, 2021
- 8 views
Hr-ketels met hoog modulatiebereik
Vaillant presenteert nieuwe modellen van de hr-ketels ecoTEC plus en ecoTEC exclusive. Dankzij de intuïtieve bediening van het nieuwe touchscreen en een verbeterd ontwerp zijn deze ketels gemakkelijk te installeren en onderhouden.
De Vaillant ecoTEC plus en ecoTEC exclusive hebben het energielabel A voor verwarming. Gecombineerd met de vSMART, sensoHOME of sensoCOMFORT thermostaat en buitenvoeler wordt het energielabel voor verwarming A+. Beide modellen zijn uitgerust met de nieuwe intelligente IoniDetect-technologie waarmee een optimale verbranding mogelijk wordt. Deze technologie meet de kwaliteit van de verbranding en past vervolgens automatisch de parameters aan om een optimale verbranding te garanderen. De technologie zorgt daarnaast voor een hoger modulatiebereik waardoor de ketel extra energiezuinig werkt als de thermostaat weinig warmte vraagt. Het modulatiebereik van de ecoTEC plus is 1:9 en de ecoTEC exclusive heeft een modulatiebereik tot 1:12.
Installatie- en onderhoudsvriendelijk
Beide modellen zijn uitgerust met een full-text display met touchscreen en een duidelijke menustructuur. Voor onderhoud hoeft alleen het frontpaneel los gemaakt te worden. Alle onderdelen zijn goed bereikbaar. Het is niet nodig om eerst andere onderdelen te demonteren om bij een specifiek onderdeel te komen en de zijpanelen hoeven niet te worden verwijderd bij de onderhoudsbeurt. Daarnaast biedt het uitgebreide diagnosemenu de mogelijkheid om onderdelen afzonderlijk te testen. De toestellen zijn ook uitgerust met een installatie-assistent die de installateur stap voor stap begeleidt bij de inbedrijfstelling.
Stap voor stap hydraulisch inregelen
De nieuwe ‘hydraulisch balanceren assistent’ helpt bij het stap voor stap hydraulisch inregelen van de verwarmingsinstallatie via de Grundfos GO Balance App. Ook is het mogelijk om klanten beheer op afstand te bieden, dankzij de optionele sensoNET VR921 communicatiemodule. Hiermee kunnen onderhoudsmonteurs en servicemedewerkers niet alleen storingsmeldingen op afstand uitlezen, maar kunnen zij ook parameters aanpassen en prestaties monitoren.
Beschikbaarheid
De ecoTEC plus serie bestaat uit vijf combiketels in de CW-klassen 3 tot en met 6. De ecoTEC exclusive is beschikbaar als CW5 en CW6. Vanaf medio juni zijn de eerste modellen leverbaar.

- Productnieuws
- juni 2, 2021
- 8 views
Warmtepomp zonder buitenunit voor verwarming, warm water en ventilatie
Nefit Bosch brengt een nieuwe ventilatiewarmtepomp op de markt. De Compress 3800i EW is een alles-in-één oplossing voor verwarming, warm water en ventilatie, zonder buitenunit of bronboring. Hij maakt gebruikt van restwarmte uit de ventilatielucht en kan worden toegepast in zowel nieuwbouw, als bestaande bouw. De warmtepomp is geschikt voor situaties met een geringe warmtevraag, zoals goed geïsoleerde appartementen of vakantiewoningen tot ca. 75 m2 die zijn voorzien van een lagetemperatuurafgiftesysteem.
Met een vermogen van 1,6 kW dekt de warmtepomp het grootste gedeelte van de warmtevraag af. Indien nodig kan hij bijverwarmen door middel van een 9 kW elektrisch element. De ventilatiewarmtepomp heeft een hoge COP van 4,41 (A20/W45 bij 41 l/s) en energielabel A++. De binnenlucht wordt meerdere malen per dag ververst. De RVS-boiler levert 258 liter water van 40 graden. De warmtepomp neemt weinig ruimte in beslag en is met 34 dB fluisterstil.
Touchscreen in kleur en app
Via het display kan de gebruiker het verwarmings- en warm watercomfort aanpassen en heeft hij een overzicht van de prestaties van de warmtepomp. De Compress 3800i is standaard voorzien van een internetaansluiting: alle gebruikersfuncties zijn ook beschikbaar via de nieuwe Bosch HomeCom Easy app. Via het display en de Easy Service app in combinatie met de Smart Service Key heeft de installateur bovendien toegang tot alle technische details en historie.
Installatiegemak: twee delen
Voor het installatiegemak is de Compress 3800i te transporteren in twee delen. Daarbij is er voldoende ruimte aan de onderzijde beschikbaar voor het eenvoudig aansluiten van de leidingen. Het toestel is voorzien van automatische ontluchters.
Alles is weggewerkt achter de mantel, inclusief de RVS-boiler van 186 liter en een expansievat. De warmtepomp moet eenmalig worden ingesteld op basis van de eisen in het Bouwbesluit. Voor het inregelen en inbedrijfsstellen kan de installateur een beroep doen op de service van Nefit Bosch. In dat geval geldt bovendien 5 jaar garantie.
Kwaliteitsverklaring
De gelijkwaardigheidsverklaring van de Compress 3800i EW is voor zowel CV, als tapwater te downloaden via BureauCRG. De ISDE-subsidie bedraagt 1400 euro.

- Branche
- mei 31, 2021
- 7 views
Hybride oplossing heeft voorkeur bij verduurzaming
Van de duurzame verwarmingsoplossingen lijkt een hybride oplossing de voorkeur te hebben ter vervanging van de cv-ketel. Zo wil 27 procent van de Nederlanders een hybride systeem aanschaffen wanneer hun huidige cv-ketel aan vervanging toe is.
Dit blijkt uit onderzoek van Multiscope in opdracht van Vaillant onder 1000 Nederlandse consumenten. De verwarmingsfabrikant liet dit onderzoek uitvoeren in het licht van het klimaatakkoord, dat voor Nederland als belangrijkste doel oplegt om in 2030 bijna de helft minder CO2 uit te stoten ten opzichte van 1990. De meeste Nederlanders (85 procent) denken overigens dat dit doel niet gerealiseerd wordt.
Meerderheid voelt zich niet verantwoordelijk
Om de CO2-uitstoot te reduceren moet het gasverbruik in Nederland de komende jaren sterk omlaag. Alleen voelt slechts een kleine meerderheid (58 procent) van de Nederlanders zich verantwoordelijk om hieraan een persoonlijke bijdrage te leveren. Als vervanging voor de cv-ketel zijn er momenteel twee opties waaruit men kan kiezen: volledig gasloos wonen met een warmtepomp of het fors reduceren van het gasverbruik door een hybride oplossing (combinatie van cv-ketel en warmtepomp).
Hybride heeft de voorkeur
Van de duurzame verwarmingsoplossingen lijkt een hybride oplossing de voorkeur te hebben ter vervanging van de cv-ketel. Zo wil 27 procent van de Nederlanders een hybride systeem aanschaffen wanneer hun huidige cv-ketel aan vervanging toe is. Zo’n 9 procent kiest dan liever voor een warmtepomp en 4 procent van de respondenten geeft aan al volledig van het aardgas af te zijn. Daar staat tegenover dat 27 procent van de Nederlandse bevolking van plan is opnieuw een cv-ketel te kopen.
Kleinere duurzame stappen ook stimuleren
Subsidies zijn effectief in het stimuleren van verduurzaming. Dat blijkt wel uit het aantal zonnepanelen op de Nederlandse daken en het groeiend aantal elektrische auto’s op de weg. Maar welke maatregelen moet de Nederlandse overheid de komende jaren nemen om het duurzaam verwarmen van woningen te stimuleren? De meerderheid van de Nederlanders (53 procent) zou het liefst meer subsidies voor hybride oplossingen zien, terwijl ongeveer een kwart (26 procent) vindt dat er meer geld moet komen voor subsidie van elektrische warmtepompen.
Gezamenlijk klimaatdoelen realiseren
“Het is aan ons als leverancier om samen met de installateurs de consumenten erop te wijzen dat iedereen zijn steentje bij kan dragen”, stelt Ronald Mazurel, Manager Product Management bij Vaillant. “Dat zien we ook terug in de cijfers: als volledig van het gas af gaan simpelweg niet haalbaar is, blijken veel mensen bereid een hybride oplossing te overwegen. Ik verwacht dat de verduurzaming de komende jaren in stroomversnelling gaat komen. Hopelijk slagen wij er gezamenlijk in om de klimaatdoelen tijdig te realiseren.”

- Productnieuws
- mei 17, 2021
- 8 views
Buitenunit in woning en toch geluidsarm
NIBE is een collegiale samenwerking aangegaan met HydrotopWorks uit Deventer. Deze jonge onderneming biedt diverse prefab-oplossingen voor lucht/water-warmtepompen. Eén daarvan is de HydroTop: een compacte inbouwunit die het mogelijk maakt om de buitenunit geluidsarm in de woning te plaatsen.
Net als een dakraam wordt deze unit naadloos ingebouwd in het schuine dak van de woning. Het deel waar buitenlucht langs naar binnen wordt gezogen steekt daarbij zo’n 15 centimeter boven het dakvlak uit. De prefab-unit kan zowel seriematig als individueel worden toegepast in nieuwbouw, maar ook bij verduurzaming van bestaande woningen.
Geluidsarme oplossing
Dankzij de isolatie, het afwerkingsniveau en de bereikbaarheid is de HydroTop een geluidsarme oplossing. Hij kan eenvoudig worden geïnstalleerd en van binnenuit worden onderhouden. Er is geen extra dakdoorvoer nodig. De unit kan worden gecombineerd met een afvoerkanaal van de mechanische ventilatie of de WTW-unit.
De HydroTop is geschikt voor de NIBE lucht/water-warmtepompen NIBE F2040-6 (monoblock) en NIBE AMS 10-6 en NIBE AMS 20-6 (splituitvoeringen). Monteren is mogelijk in schuine daken met een dakhelling van 30° t/m 60°. De unit is voorzien van een kunststof (PE) behuizing, montageplaat, scharnieren en aluminium buitenkap. De afmetingen bedragen 1270 x 1270 x 1500 mm (hoogte x breedte x diepte) en het gewicht (leeg) is 140 kg.
