- Branche
- mei 17, 2021
- 6 views
‘Betere uitvoering energiesystemen in bodem noodzakelijk’
Op 10 mei jl. heeft de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) een signaalrapportage ‘Risico’s bij de aanleg van gesloten bodemenergiesystemen’ gepubliceerd. Aan afwijkingen van protocollen bij de aanleg, zoals bij eerdere controles door ILT geconstateerd, moet wat worden gedaan. Branchevereniging Bodemenergie zegt in een reactie dat haar leden inmiddels de nodige stappen hebben gezet maar verdere verbeteringen nodig zijn.
Bodemenergiesystemen spelen een grote en groeiende rol in de verduurzaming van de gebouwde omgeving, met een potentie van 30% marktaandeel in 2050. Branchevereniging Bodemenergie is verheugd dat het belang van bodemenergie in de energietransitie wordt erkend. En daarmee dat bodemenergie-systemen verder moeten en zullen opschalen om bij te dragen aan de klimaat- en energiebeleidsdoelen door duurzaam en betaalbaar comfort te leveren aan eindgebruikers.
Verduurzaming op een verantwoorde manier
Voor (gesloten) bodemenergiesystemen moet in de bodem worden geboord en de risico’s voor bodem en grondwater worden beperkt door in de Regeling Bodemkwaliteit wettelijk verankerde protocollen en een erkenningsregeling, samen met een vergunnings- c.q. meldingsprocedure. Inspecties en eventueel handhaving door landelijke (ILT) en regionale (RUD’s) diensten zien toe op het naleven daarvan. De signaalrapportage van ILT geeft vijf aanbevelingen aan om de risico’s bij aanleg van bodemenergiesystemen voor het grondwater, dat bijvoorbeeld een bron is voor drinkwater, verder te beperken. De aanbevelingen van ILT komen grotendeels overeen met de aanbevelingen van de branche zelf. De vijf aanbevelingen hebben kort samengevat betrekking op:
- 2 aanbevelingen tot normenaanpassingen met betrekking tot mengverhouding van grout en verbieden gebruik van milieuschadelijke smeermiddelen;
- budget beschikbaar stellen voor actualiseren van overheid website www.bodemloket.nl;
- meer overheidsbudget voor toezichthoudende taken;
- een centrale plek voor alle toezichthouders waar de meldingen de locatie en tijd van uitvoering van de boring.
Branchevereniging Bodemenergie meldt deze aanbevelingen te ondersteunen en zich te willen inzetten om samen met boorbedrijven en overheden dit zo snel mogelijk te realiseren.
Controleren, constateren en verbeteren
Het signaalrapport blikt terug op de periode 2016 – 2018 waarin bij controles werd geconstateerd dat de protocollen niet altijd werden nageleefd. Daarop zijn in samenspraak maatregelen genomen voor verbetering die inmiddels zichtbaar wordt, stelt de branchevereniging. ILT spreekt van ‘positieve ontwikkelingen’. Voorts rapporteerde de SIKB jaarrapportage certificatietoezicht bodembeheer 2019 een positieve trend bij de 119 certificaathouders (boorbedrijven) in Nederland actief op de betreffende beoordelingsrichtlijn (BRL 2100). In vijf jaar tijd zijn afwijkingen meer dan gehalveerd met in 2019 gemiddeld minder dan een halve afwijking per certificaathouder in bijna driehonderd audits. De positieve trend is ook te zien in regionale inspecties. Zo rapporteerde bijvoorbeeld de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant een daling van 49% (28 overtredingen bij 57 inspecties) in 2019 naar 11% (3 overtredingen bij 26 inspecties) in 2020.
Rol van de branche
Branchevereniging Bodemenergie stelde met, voor en door haar leden een Gedragscode Bodemenergie op en die wordt intern gemonitord en gefaciliteerd door de Commissie Gedragscode Bodemenergie. Specifiek voor het afdichten van bodemlagen en het afvullen van boorgaten, een belangrijk aandachtspunt van het signaalrapport, wordt door de branche onderzoek gedaan naar materialen en de wijze van aanvullen, waarbij ook de drinkwatersector betrokken is. De resultaten daarvan kunnen bijdragen aan de door ILT aanbevolen aanvullende eisen. De branchevereniging is daartoe structureel in gesprek met ILT en beleidsmakers bij het ministerie van I&W.
Verdere verbetering mogelijk en nodig
Branchevereniging Bodemenergie ziet met ILT en het regionale bevoegd gezag een positieve trend in de praktijk. Toch blijkt uit de signaalrapportage van ILT dat er (veel) ruimte is voor verdere verbetering. Ze beaamt dat verdere verbetering mogelijk en nodig is en dat ILT terecht dit signaal af geeft. ‘Wij zijn benieuwd naar de nieuwste inzichten van ILT en bieden aan om kennis te nemen van de onderliggende aantallen en aard van de constateringen vanaf 2020. Aanvullend op een lopende interne inventarisatie zullen wij dan samen met overheden concrete verdere verbeteringen aan kunnen zetten. Het is daarbij essentieel om ‘de juiste oplossing bij het juiste probleem’ te vinden. Aanscherping van regels is bijvoorbeeld geen oplossing voor het niet naleven van in principe doelmatige regulering. Het stellen van eisen aan gebruikte materialen, zoals de mengverhouding van grout als afvulmateriaal van boorgaten, en aan hulpstoffen zoals smeermiddelen, kan bijvoorbeeld wél bijdragen aan steeds milieuvriendelijker werken. Daarbij dient de balans tussen performance en milieubelasting telkens te worden afgewogen. Wij zullen daaraan blijven (samen)werken. Zoals wij bijvoorbeeld over grout als afvulmateriaal al geruime tijd doen samen met Certificerende Instellingen, leveranciers en de overheden.’
Intensivering van handhaving
Als de toepassing van bodemenergie opschaalt dient tevens het toezicht mee op te schalen, denkt de branchevereniging. ‘ILT vraagt er terecht om dat omgevingsdiensten en gemeenten de mogelijkheden krijgen om hun rol in het toezicht op bodemenergiesystemen actiever in te vullen. Specifiek wordt voorgesteld dat inspecties real-time informatie hebben over booractiviteiten. Boorbedrijven melden nu al alle boringen bij vele instanties, waaronder hun Certificerende Instanties en ook bij de vergunningverlenende overheden zoals provincies, waterschappen, gemeenten en/of Omgevingsdiensten en wij zijn graag bereid mee te denken hoe deze informatie, mede gezien de planning-dynamiek, nóg actueler kan worden gemaakt.’
Integrale benadering
De verdere opschaling van bodemenergie vraagt dus een integrale benadering om de aanbevelingen uit te werken, stelt Branchevereniging Bodemenergie. ‘De branche zal graag haar aandeel blijven nemen voor verdere verbeteringen binnen onze mogelijkheden en waarbij zaken op hun integrale impact, dus inclusief de integrale energetische- en klimaatimpact, worden beschouwd. De door ILT aangegeven verbeteringen in normteksten, overheidswebsites en controlebudgetten van de overheid ondersteunen wij omdat de branche streeft naar continue verbetering over de hele linie. Wij zien verdergaande kwaliteitsverbetering als essentiële doorontwikkeling van onze branche om te groeien met een aandeel in de energietransitie van momenteel enkele procenten naar de 30% marktaandeel in 2050. Dat kan de branche niet alleen, daartoe moet de overheid ook opschalen zoals ILT aangeeft. De energietransitie vormgeven doen we immers samen.’

- Branche
- mei 17, 2021
- 6 views
De opkomst van luchtgebonden warmtepompen
Enkele jaren geleden geloofde een groep warmtepompadepten nog heilig dat grondgebonden systemen de toekomst hadden. Die tijd lijkt nu voorbij te zijn. Ja, ze zijn belangrijk, maar het zijn vooral de luchtgebonden systemen die in een rap tempo innoveren en de markt veroveren.
“Bij de bodemgebonden systemen vindt weinig innovatie plaats”, vertelt Jan Bosch, die sinds 2007 als Manager Marketing Communications werkzaam is bij Nefit Bosch, fabrikant van zowel lucht- als bodemgebonden warmtepompen. “Het zijn vooral de luchtgebonden systemen die in een rap tempo doorontwikkelen.” Martin Wendels, sinds 2010 directeur van WOLF Energiesystemen, dat eveneens beide systemen op de markt brengt, komt min of meer tot dezelfde conclusie. “De markt groeit gestaag door. Ik merk echter dat luchtgebonden systemen sneller marktaandeel veroveren. Dat gaat ten koste van de bodemgebonden varianten.”
Rendement
Dat heeft onder andere te maken met de dimensionering, het ruimtebeslag en de kosten van bodemgebonden systemen. In alle gevallen ben je ongunstiger uit dan met een luchtgebonden variant. Bovendien kruipen die qua rendement zo zoetjes aan ook meer in de richting van bodemgebonden varianten.
Koudemiddelen
Een heet hangijzer zijn de koudemiddelen. De regelgeving stuurt steeds meer aan op het gebruik van koudemiddelen met een lagere GWP, om het milieu te beschermen. Tegelijkertijd proberen fabrikanten, uiteraard, het rendement omhoog te krijgen. Dat leidt tot een verwoede zoektocht naar nieuwe alternatieven voor bestaande populaire koudemiddelen als R410A. “Natuurlijke koudemiddelen zijn duidelijk in opkomst”, vertelt Wendels. “Zeker bij luchtgebonden varianten, waarvoor ik denk dat R290 hét koudemiddel van de toekomst is.” Knelpunt blijft natuurlijk de beschikbaarheid van monteurs met een F-gassen certificaat. Hoewel opleiders en fabrikanten aangeven dat er veel animo is voor trainingen, blijkt menig installateur nog niet over de juiste papieren te beschikken. Dat verklaart ook de groeiende populariteit van monoblock-systemen, die zonder F-gassen handelingen worden geïnstalleerd.
Totale oplossing
Bosch signaleert dezelfde ontwikkelingen. Naast propaan (R290), ziet hij ook R32 en R454C aan populariteit winnen. Daarnaast lijkt de luchtgebonden warmtepomp steeds meer als een onderdeel van een totale systeemoplossing te worden beschouwd. “Dat heeft ook te maken met de pandemie. Er is meer aandacht voor het binnenklimaat, dus ook voor de samenhang tussen bijvoorbeeld lucht-lucht warmtepompen, ventilatie en airconditioning.”
Digitalisering
Overigens heeft diezelfde pandemie ook een gigantische push gegeven aan de digitalisering van de installatiebranche. Denk bijvoorbeeld in de aanpalende sanitairsector aan bewegingssensors en aanrakingsvrije kranen. Wat betreft warmtepompen neemt de behoefte aan software en tools voor online monitoring, bediening en integratie met GB-systemen toe, vertelt Bosch. Energiemanagement gaat een cruciale rol spelen in de toekomst. Naar verwachting komen er meer decentrale opslagslagsystemen – lees accu’s – die geïntegreerd worden in Smart Grids. Vroeg of laat worden warmtepompen zelfsturend, waardoor ze in staat zijn zelfstandig beslissingen te nemen over het tijdstip én de draaiuren die ze maken. Bijvoorbeeld op het moment dat er een overcapaciteit is aan groene energie op de markt. Op die manier bespaart de eindgebruiker op zijn energierekening.
Geluidsnorm
Er verschijnen regelmatig verhalen in de media over de geluidsproductie van warmtepompen. Vandaar dat de Rijksoverheid heeft ingegrepen. “Per 1 april zijn nieuwe geluidseisen gesteld aan (nieuw te plaatsen) buiten opgestelde installaties voor warmte- of koude opwekking. Het gaat hierbij om warmtepompen en airco’s die worden toegepast bij woningen en woongebouwen. Deze installaties mogen niet meer dan 40 dB geluid veroorzaken bij de buren. Met deze landelijke geluidsnorm worden buren beter beschermd tegen geluid van warmtepompen en wordt de ontwikkeling van stillere warmtepompen bevorderd”, aldus de Rijksoverheid.
Haalbaarheid
Deze nieuwe eisen vormen geen belemmering voor de verdere doorgroei van luchtgebonden systemen, geven zowel Wendels als Bosch aan. “Door een ander type ventilator te gebruiken met roterende waaiers en een vast schoepenwiel kunnen wij bijvoorbeeld prima voldoen aan de eisen”, legt Wendels uit.
Waterstofketel
Gaat de waterstofketel op termijn een bedreiging vormen voor het marktaandeel van warmtepompen? Zowel Bosch als Wendels verwachten van niet. Zo zijn er nog fikse stappen te zetten voordat er een waterstofeconomie is in Nederland, zegt Wendels. “Denk aan de productie van groene waterstof en het gereedmaken van de bestaande gasinfrastructuur voor het transport van waterstof.” Bovendien zit ‘de concurrentie’ ook niet stil, zegt Bosch. Ook warmtenetten en elektrische verwarming zijn of worden aantrekkelijke alternatieven om de warmtevraag in de gebouwde omgeving in te vullen. Tot slot verwachten beide experts dan er meer warmtepompsystemen op de markt komen die aansluiten bij binnenstedelijke condities. En dat is nu juist net de omgeving waarvoor veel experts de waterstofketel in gedachten hadden.
Hybride oplossingen
Het zou overigens ook zomaar kunnen dat waterstofketels deel gaan uitmaken van hybride oplossingen, merkt Bosch op. Op dit moment worden hybride systemen met ketels en warmtepompen door een deel van de markt gezien als de ideale oplossing om in een sneltreinvaart de energietransitie te doorlopen in de bestaande bouw. Op die manier hoef je namelijk minder/geen geld te investeren in flankerende maatregelen, zoals extra isolatie en een ander afgiftesysteem. Bovendien wordt er ook geanticipeerd op een groeiende koelingsbehoefte in de gebouwde omgeving.
Dit is voorproefje van een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ, editie juni (verschijnt 29 juni a.s.). De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.nl

- Productnieuws
- mei 11, 2021
- 12 views
Warmtepomp met actieve koeling
Vorig jaar introduceerde Vasco de warmtepomp Vica 8 AW E (Air Water Extern). Deze oplossing biedt nu meer comfort en flexibiliteit. Zo kan de woning niet alleen in de winter worden verwarmd maar in de zomer ook worden gekoeld – via vloerverwarming of ventilo-convectoren.
Met de lucht/water-warmtepomp Vica 8 AW E biedt Vasco Group voortaan ook de mogelijkheid tot actieve koeling. Hierbij wordt het proces omgekeerd en wordt de warme buitenlucht gebruikt om koud water op te wekken (tot bijvoorbeeld 7°C). In combinatie met vloerverwarming wordt er zo veel mogelijk gewerkt met 18°C om condensvorming te voorkomen. In combinatie met Vasco Vica Combi Collect wordt aangeraden om de koeltemperatuur op minimaal 18°C te houden. De warmtepomp blijft in de zomer garanderen dat er voldoende sanitair warm water beschikbaar is.

- Branche
- april 23, 2021
- 6 views
Plug and play warmtepomp doorstaat strenge winterperiode
“De strenge vorstperiode deze winter was voor ons een geschenk uit de hemel; en niet alleen vanwege de ijspret buiten”, zegt Jacco Langebeeke. Hij is de ondernemer achter Vloerverwarming Nederland, die zich de laatste jaren steeds breder met verduurzaming van woningen bezighoudt. “Wij hebben zelf een warmtepomp ontwikkeld en laten die maken in Slovenië. Deze werkt zonder buitenunit maar met toevoer en afvoer van lucht door gaten in het dak. Je tilt hem zo de trap op en binnen een halve dag doet hij het. Toen het een aantal dagen erg koud werd konden we zien dat het binnen lekker warm bleef, terwijl het huis pragmatisch geïsoleerd is, dus niet helemaal ingepakt met buitenisolatie. Ik heb de huurders in Deurne ook gebeld; ze zijn heel tevreden.”
De innovatie maakte onderdeel uit van een totaalconcept voor rijwoningen, waaraan ook Artention en Green Men bijdroegen. De pilot werd gesteund via een DEI+ subsidie, een subsidieregeling van TKI Urban Energy regeling met budget van het ministerie van BZK, die door RVO.nl wordt uitgevoerd. In de regeling is ook dit jaar negen miljoen beschikbaar voor pilots en demonstraties op het gebied van aardgasvrije woningen, gebouwen en wijken. De subsidie kan oplopen tot 45% van de kosten.
Opschalen
“We bedienen nu ook particulieren”, zegt Langebeeke. “We zijn nu een woning van gasgestookte stadswarmte af aan het halen in Utrecht. Ik wil gecontroleerd maar snel opschalen. Dat kan door weinig marge te maken per woning en onze aanpak te standaardiseren. Met grote aantallen bouw je dan toch een gezonde onderneming. We blijven nu door de bank genomen binnen de energierekening voor een woning die energieneutraal is en aardgasvrij, achterstallig onderhoud en maatwerk daargelaten.”

- Bedrijf
- april 16, 2021
- 6 views
Ontwikkelaar van warmtepomp-systemen met PVT-panelen haalt €1,2 miljoen op
Dankzij een financiering van PDENH, DOEN Participaties, Enfuro Ventures en de Rabobank heeft Triple Solar 1.200.000 euro aan werkkapitaal opgehaald. Triple Solar is een snelgroeiende scale-up in de energietransitie. Het bedrijf ontwikkelt warmtepompsystemen met PVT-panelen als energiebron. Triple Solar gebruikt het kapitaal voor het opschalen van hun activiteiten in grootschalige nieuwbouwprojecten in Nederland, Duitsland, België en het Verenigd Koninkrijk.
Het Triple Solar®-systeem is een alternatief voor warmtepompen die gebruikmaken van een bodembron of buitenunits. Het Amsterdamse bedrijf past dit systeem toe in zowel nieuwbouw als bestaande bouw.
Duurzame ambitie
Cees Mager, CEO bij Triple Solar: “Deze werkkapitaalfinanciering maakt het mogelijk de ingezette groei uit te bouwen. Stilstand is achteruitgang. Er moeten nog miljoenen huizen verduurzaamd worden in de komende 30 jaar en daarom is groeikapitaal voor innovatieve bedrijven essentieel”. Anthony Viellevoije, Investment Director bij PDENH: “We zijn enorm trots op Triple Solars succes en hebben het volste vertrouwen in het team en het innovatieve systeem dat zich inmiddels duidelijk bewezen heeft. We leveren dan ook graag een bijdrage aan deze financiering. De ‘verder zonder gas- oplossing’ die Triple Solar biedt, past naadloos in onze duurzame ambitie”.
Impact maken met CO2-reductie
Merijn ten Thije, Investment Manager bij DOEN Participaties: “DOEN Participaties financiert duurzame start-ups en scale-ups die impact maken met CO2-reductie. Aandachtspunt voor DOEN is dat de energietransitie voor iedereen toegankelijk is. Omdat de producten van Triple Solar ook geschikt zijn voor particulieren en huurders van woningcorporaties past Triple Solar heel goed bij onze ambities.”
Versnelling van de groei
Erik Schut, medeoprichter van Enfuro Ventures: “Het Triple Solar-team heeft de afgelopen jaren fantastisch werk gedaan. Het bedrijf heeft zich ontwikkeld van een innovatieve start-up tot een succesvolle scale-up die een belangrijke bedrage levert aan de energietransitie. We zijn trots dat we deze bijdrage kunnen leveren aan de versnelling van de groei van Triple Solar”.
Innovatieve ontwikkelaar
Pieter Mullink, Accountmanager Rabobank Amsterdam: “Triple Solar is een innovatieve ontwikkelaar van energiesystemen waarmee ze woningen van warmte, warm water en elektriciteit voorzien zodat ze geheel van het gas kunnen. Ze onderscheiden zich met hun techniek en ervaring. Rabobank is al lang partner van Triple Solar en trots dat we ze kunnen ondersteunen in hun belangrijke werk en snelle groei“.
Foto: Het bijna voltallige team van Triple Solar (fotocredit: Jorien Walsmit)

- Branche
- april 9, 2021
- 5 views
Ook dynamisch inregelen nu opgenomen in ISSO-publicatie 65
De kennis in ISSO-publicatie 65 ‘Inregelen van ontwerpvolumestromen in klimaatinstallaties’ is herzien. De inregelmethoden die de publicatie beschrijft, zijn een uitwerking van de in NEN-EN 14336 genoemde methoden. Aan de publicatie heeft ISSO kennis toegevoegd over het dynamisch inregelen van de ontwerpvolumestromen.
Deze ISSO-publicatie geeft methoden voor het inregelen van de ontwerpvolumestromen in klimaatinstallaties voor verwarmen en/of koelen. Het gaat daarbij specifiek om klimaatinstallaties van utiliteitsgebouwen en woongebouwen met een collectieve klimaatinstallatie. Inregelen is noodzakelijk om een klimaatinstallatie in vollast en deellastsituaties te laten functioneren volgens het ontwerp.
Inregelmethoden
De inregelmethoden beschreven in deze publicatie zijn toe te passen bij:
• Nieuwbouwinstallaties;
• Installaties die niet of onvoldoende zijn ingeregeld;
• Renovatieprojecten;
• Vervangen van bijvoorbeeld ketel en afstemmen vermogensvraag en vermogenslevering.
Praktisch
De aanleiding voor deze herziening was het feit dat de NEN-EN 14336 ‘Verwarmingssystemen in gebouwen’ weliswaar noemt welke inregelmethoden bestaan, maar niet uitlegt hoe die praktisch uitvoerbaar zijn. ISSO heeft het, samen met de partners uit de Kontaktgroep, op zich genomen de methoden in deze publicatie op praktijkniveau uit te werken.
Inhoud
De publicatie beschrijft het inregelproces, waarin onder meer de benodigde eisen, documenten en verantwoordelijkheden zijn vastgesteld. Deze kennis is bedoeld voor bedrijven en installatieontwerpers om hun kwaliteitssysteem aan te vullen. Het is een instrument om inregelen op te nemen in regelgeving. De publicatie gaat ook inhoudelijk in op de inregelmethoden, en uit welke onderdelen ze zijn opgebouwd. Dynamisch inregelen is een nieuwe toevoeging aan deze herziene publicatie. Dynamisch inregelen maakt het realiseren van ontwerpvolumestromen eenvoudiger, waardoor de kans afneemt dat een installatie niet is ingeregeld.

- Branche
- februari 19, 2021
- 6 views
‘Ook tijdens koude week draaide warmtepomp als een zonnetje’
De afgelopen week stond de warmtepomp vanwege het koude weer extra in de belangstelling. Dit vanwege de vraag of een warmtepomp het wel warm zou kunnen krijgen. Nu het koudefront weer op zijn retour is, reden voor Itho Daalderop om één van haar klanten aan het woord te laten over de prestaties van de WPU warmtepomp.
Nicolaas van Everdingen is eigenaar van adviesbureau Plushuis. Zijn bedrijf heeft meer dan 20 woningen (nieuwbouw en renovatie) naar all-electric en energieleverend gebracht. In enkele van deze woningen zijn de water/water-warmtepomp WPU en balansventilatie HRU van Itho Daalderop geïnstalleerd. De WPU warmtepomp maakt gebruik van energie uit de bodem.
Gepassioneerd verduurzamer
Voordat een woning een Plushuis© genoemd mag worden, worden er verschillende aanpassingen gedaan aan de schil. Van Everdingen stelt een rapport op met te nemen maatregelen om de woning energieleverend en dus ‘Plus op de meter’ te krijgen. Als gepassioneerd verduurzamer houdt Nicolaas al geruime tijd de energieprestaties van alle Plushuizen bij. Afgelopen zomer, in de heetste week van het jaar, is door hem de #hetemeetweek in het leven geroepen. Nu we de afgelopen week weer eens echt winterweer hebben gehad, is de #koudemeetweek van start gegaan. Hierin is bijgehouden hoe de woningen presteren tijdens de kou. Dit filmpje van Van Everdingen geeft inzicht in de ‘machinekamer’ van het energiezuinigste Plushuis in Ede met een Itho Daalderop water/water warmtepomp van het type WPU.
Goede prestaties
In de grafiek hiernaast is het energiegebruik van de water/water-warmtepomp te zien en ter vergelijk een lucht/water-warmtepomp in een ander Plushuis. Alhoewel de woningen erg verschillen (nieuwbouw versus “vernieuwbouwde” jaren ’30 woning) is het interessant om te zien hoe de verschillende woningen het doen. De WPU scoorde eerder al het beste onder alle Plushuizen qua energiegebruik (en die woning kreeg dan ook het predicaat Energiezuinigste Plushuis© 2020. www.plushuis.nu/Wedstrijd_Plushuis_2020).
Tijdens de #koudemeetweek blijkt de WPU bijzonder goed te presteren (zie oranje lijn). In vergelijking met een lucht/water warmtepomp (blauwe lijn) valt op wat een enorm verschil in energieverbruik de woningen laten zien. De gemiddelde netbelasting door de WPU blijft met ca. 540 Watt ver onder het vermogen van ca. 1500 tot 2000 Watt dat netbeheerders in bestaande woonwijken per woning beschikbaar hebben. Bij de luchtwater-warmtepomp ligt dat met 1400 Watt duidelijk hoger.
In grafiek hiernaast is te zien dat de brontemperatuur netjes rond de 7-8 graden blijft liggen, wat conform verwachting is. Conclusie: de WPU die energie uit de bodem benut met een bron die gevuld is met zuiver water in plaats van met chemicaliën zoals glycol, draait het hele jaar als een zonnetje. Ook wanneer het buiten extreem koud is.
Fotograaf: Raimond Zoeter

- Branche
- februari 12, 2021
- 6 views
Op weg naar waterstof: ketels voor wisselende gasmengsels
Met het oog op de enorme reductie van CO2-uitstoot die nodig is om de klimaatdoelstellingen van Parijs te halen, is het aannemelijk dat in de toekomst een mix van zowel energieopwekkers als energiedragers gebruikt gaat worden voor de verwarming van onze huizen en gebouwen. Denk aan elektriciteit, opgewekt door de zon en de wind, aardgas, maar ook hernieuwbare brandstofbronnen, zoals synthetisch methaan en waterstof geproduceerd zonder kooldioxide. De Duitse ketelfabrikant Viessmann is ervan overtuigd dat met name waterstof een sleutelrol zal spelen. ‘Het is de meest logische manier om de verwarmingsmarkt klimaatneutraal te maken.’
Uit een proefstudie van het Duitse energieagentschap (dena) blijkt bijvoorbeeld dat een mix van elektrische oplossingen, zoals warmtepompen en waterstof in de bouwsector de kosten van het energiesysteem tegen 2050 met ten minste €260 miljard zou kunnen verlagen. Door gebruik te maken van waterstof kan immers de bestaande gasinfrastructuur worden gebruikt en is minder uitbreiding nodig van elektriciteitsnetten en reservestroomcentrales. Bovendien maakt deze nieuwe brandstof het mogelijk om de CO2-uitstoot in zeer korte tijd aanzienlijk te verminderen. Het is al mogelijk om tot 20% waterstof toe te voegen aan aardgas in het net. Dit zou de uitstoot van broeikasgassen met ongeveer 7% per jaar kunnen verminderen.
Aan de voorkant inregelen
De komende jaren zullen zich echter nog kenmerken door een overgang. Deels aardgas, deels elektriciteit, deels waterstof, wellicht zelfs gas dat geïmporteerd wordt. Dat kan problemen opleveren, want afhankelijk van het soort gas dat wordt gebruikt, moet in een verwarmingsketel de mengverhouding met lucht worden aangepast. En daar is normaliter een monteur voor nodig.
Alle toestellen van Viessmann zijn daarom inmiddels uitgerust met lambda control. Deze technologie past de lucht-gasverhouding van het toestel meteen en automatisch aan. Viessmann biedt hiermee ook een oplossing voor installatiebedrijven die een groeiend tekort hebben aan monteurs. Lambda control zorgt bovendien voor schone verbranding en het beste rendement.
Kees de Haan Commercieel Directeur Viessmann Nederland: “Door aan de voorkant in te regelen dat wisselende gasmengsels voor onze apparatuur technisch geen probleem vormen, maken we woningen en gebouwen klaar voor de toekomst, ontlasten we installateurs die worstelen met een toenemend tekort aan goede technici en hoeven bewoners niet extra thuis te blijven voor een bezoek van de monteur."
H2ready condensatieketels
De technologie die nodig is om gebruik te maken van dergelijke aardgas-waterstofmengsels om gebouwen te verwarmen is al beschikbaar en in duizenden installaties in de markt in gebruik. De nieuwste gascondensatieketels van Viessmann, de Vitodens 200 en 300 en de Vitocrossal 100 en 200 worden al bediend met 20 tot 30% waterstof. Een team van ingenieurs en technici test op dit moment in het Viessmann Innovation Center ook ‘H2ready’ condenserende ketels voor gebruik met zuivere waterstof. Deze apparaten komen in de loop van 2024 op de markt.

- Productnieuws
- februari 11, 2021
- 6 views
Hogere watertemperaturen bij lagere buitentemperaturen
Trane introduceert nieuwe Sintesis™ Advantage CXAF-lucht/water-warmtepompen. Ze zijn geschikt voor de vervanging van boilers voor comforttoepassingen die op fossiele brandstof draaien en garanderen hogere watertemperaturen bij lagere buitentemperaturen dan de eerdere modellen. De nieuwe modellen zijn geoptimaliseerd voor omstandigheden met een gedeeltelijke belasting en bieden een tot 10% betere prestatiecoëfficiënt (COP) en een toename tot 15% van de seizoensgebonden prestatiecoëfficiënt (SCOP).
Wanneer er ruimtekoeling nodig is, kunnen de nieuwe Sintesis™ Advantage CXAF-warmtepompen gecombineerd worden met een geïntegreerd warmteterugwinningssysteem, waardoor klanten de 'gratis warmte' kunnen hergebruiken in eindtoepassingen met lage temperaturen, zoals het herverwarmen van zwembaden, luchtontvochtiging, maar ook voor gelijktijdige airconditioning.

- Branche
- februari 9, 2021
- 5 views
Nederlanders springen zuinig om met hun verwarming
Uit onderzoek van Jaga en Markteffect blijkt dat bijna de helft van de Nederlanders eerst warme kleding aantrekt als ze het koud hebben. Een kwart kruipt liever met een dekentje op de bank, alvorens de verwarming hoger te zetten. Ook blijkt dat Nederlanders in hun dagelijkse leven rekening houden met het milieu, mits het uitkomt en het niet te veel extra kost.
Naast de inrichting, maakt de temperatuur een woning het meest comfortabel, vinden we. Maar wat is dan een comfortabele temperatuur? Het onderzoek wijst uit dat dit gemiddeld 20 graden is in onze woonkamer. Dit is ook de ruimte waar we de temperatuur het meest comfortabel vinden. Door het vele thuiswerken zijn ook andere ruimtes, zoals de slaapkamer en de zolder, ineens werkplekken geworden en verwachten we ook hier een betere temperatuur.
Verwarming lager om energie te besparen
Veel mensen hebben een traditionele cv-ketel (79%) als warmtebron in huis. Hoewel er duurzamere systemen zijn, zoals een warmtepomp of zonne-energie, proberen mensen wel bewust om te gaan met hun cv-ketel. 84% zet wel eens de verwarming lager om energie te besparen. Eén vierde hiervan doet dit standaard. Door de verwarming standaard 1 graad lager te zetten dan gewend, is er minder CO2-uitstoot en kan er al snel 100 euro per jaar bespaard worden door een huishouden. Ook zet 65% van de Nederlanders de verwarming lager in de nacht of als ze het huis verlaten om niet onnodig te stoken.
Jaga heeft het onderzoek in samenwerking met Markteffect laten uitvoeren onder 509 woningeigenaren in Nederland. De ondervraagden waren 25 jaar en ouder en wonend in Nederland.