- Productnieuws
- februari 5, 2021
- 6 views
Bioketels nog nauwelijks in trek
De branche van bioketels kwam in 2020 tot een abrupte stop, blijkt uit het jaarverslag van de branchevereniging voor bioketelleveranciers, de NBKL. Subsidies werden voor een belangrijk deel beëindigd, net als de MIA/Vamil-regeling. De afzet van bioketels was zeer beperkt. Wel werd nog een aantal nieuwe projecten in gebruik genomen waardoor de hoeveelheid duurzame warmte uit bioketels in 2020 met circa 3-4 PJ toenam. De werkgelegenheid liep zeer sterk terug, van de circa 720 arbeidsplaatsen gingen er 400 verloren in dit crisisjaar.
De hoeveelheid duurzame biomassa in de vorm van houtpellets en houtchips die in Nederland geoogst en gebruikt wordt, blijft nog stijgen. Deze houtsnippers komen met name van milieustraten, groenaannemers e.d. Houtpellets worden geproduceerd van zaagsel en houtresten uit timmer- en meubelfabrieken.
Aanscherping emissienormen
In 2020 ging veel aandacht uit naar een mogelijke aanscherping van de emissienormen voor bioketels van 0,5 – 50 MW. De NBKL staat achter een aanscherping, mits de toegezegde subsidies ter compensatie van de meerkosten er ook komen. De Nederlandse emissienormen behoren overigens nu al tot de striktste ter wereld.
Wat zijn bioketels?
Bioketels werken ongeveer hetzelfde als cv-ketels, maar dan op snoei- en houtafval in plaats van gas: ze zetten dit om in warmte en soms ook elektriciteit. Daarnaast lopen er proeven om voedselafval en bermgras om te zetten naar brandstof voor bioketels. De NBKL laat weten dat de nieuwste generatie bioketels rendementen kent die oplopen tot ver boven de 90% en een hele lage uitstoot van fijnstof hebben.

- Branche
- januari 21, 2021
- 5 views
Ennatuurlijk neemt vijf warmte- en koude projecten over
Hydreco en Ennatuurlijk hebben een overeenkomst gesloten voor de overname van vijf warmte- en koude projecten. Het gaat om de WKO-netten, installaties en aansluitingen van 1.400 klanten in Eindhoven, Boxtel, Steenbergen en Goirle. Ennatuurlijk is een warmtebedrijf met landelijke spreiding, dat ruim 85.000 consumenten en 1.200 zakelijke klanten bedient.
De overname sluit aan op de ambities van Ennatuurlijk om, veelal via lokale oplossingen, duurzame energie voor iedereen mogelijk te maken en bij te dragen aan de versnelling hiervan. Deze overname vergroot de lokale verankering en geeft het bedrijf de mogelijkheid verder uit te breiden. De aanpak sluit verder aan bij de duurzaamheidsambities. De warmte- en koudeprojecten die Ennatuurlijk overneemt zijn op zichzelf al duurzaam.
- Productnieuws
- december 18, 2020
- 6 views
Cascade zónder ketelpompen in woonzorgcomplex
Voor bewoners en medewerkers van Woonzorgcentrum De Horst in Eindhoven is betrouwbaar warmtecomfort een belangrijk aspect van de 24-uurs zorg. De 169 appartementen en 14 zorgwoningen van het complex zijn onlangs voorzien van vier ketels van elk 250 kW in een cascade-opstelling. Wat opvalt is dat het systeem werkt zónder ketelpompen, waardoor het energiegebruik tot 25% omlaag kan.
Het cascadesysteem van staande HR-ketels draait zónder ketelpompen en open verdeler. Er is dus geen scheiding tussen de ketels en het transport- en afgiftesysteem. De temperatuur en de flow worden volledig op de vraag afgestemd. Onnodig rondpompen van warmte kan op die manier worden voorkomen. Dit levert forse energiebesparingen op. Bovendien leidt het gebruik van minder pompen tot een minder storingsgevoelige installatie.
Grote variabele flow en temperatuurverschillen
In de zoektocht naar toestellen die in het geschetste systeem probleemloos zouden kunnen draaien, kwam SY-nergie uit Tilburg uit bij de Bosch Condens 7000F; een toestel dat de grote variabele flow en grote temperatuurverschillen van het systeem aan kan. Het toestel is leverbaar in vermogens van 75 tot 300 kW. In combinatie met de bijbehorende MX25-regelingen en het gebouwbeheersysteem is volgens de fabrikant een energiebesparing van 15 tot 25% mogelijk.
Eerste stap naar verduurzaming
De vier hr-ketels van elk 250 kW zijn geïnstalleerd door Van den Hoff Installatiebedrijf. Het tapwater wordt verwarmd door middel van een zonneboilersysteem. De compacte uitvoering van het cascadesysteem zorgt ervoor dat er ruimte over blijft om in de toekomst duurzame componenten, zoals een hybride luchtwarmtepomp, bij te plaatsen. Bovendien zijn de ketels voorbereid op alternatieve gassoorten die zich mogelijk in de toekomst aandienen.

- Bedrijf
- december 15, 2020
- 6 views
Geothermie bundelt krachten in nieuwe brancheorganisatie
De brancheorganisatie Geothermie Nederland gaat vanaf 1 januari 2021 van start. De bestaande organisaties Platform Geothermie (2002) en DAGO (2014) gaan op in deze nieuwe organisatie. De nieuwe organisatie verenigt alle ondernemingen en organisaties met een zakelijk belang in de geothermiesector.
Geothermie Nederland beoogt de centrale verbinder te zijn voor belangenbehartiging, kennisopbouw, innovatie, draagvlakcreatie, informatievoorziening én ontmoeting. De brancheorganisatie en haar leden zetten zich in om geothermieprojecten te ontwikkelen en te exploiteren.
Kennisbundeling
Radboud Vorage, voorzitter Geothermie Nederland: “Als één organisatie bundelen we nu alle kennis over geothermie in Nederland, dat is voor onze leden en voor de energietransitie van groot belang.” In principe blijven de leden van DAGO en de deelnemers van Platform Geothermie lid van de vereniging. Ook andere partijen die deel uitmaken van de geothermiesector kunnen lid worden van Geothermie Nederland. De vereniging gaat met circa 75 leden van start. Overheidsorganisaties worden aangemoedigd ‘kennispartner’ te worden. Zo kunnen ze uit de eerste hand kennis en praktijkervaring opdoen en meepraten over de uitdagingen waar de sector voor staat. Hiermee wil Geothermie Nederland een actieve bijdrage leveren aan de warmtetransitie en de beschikbaarheid van duurzame en betaalbare warmte voor burgers en bedrijven.
Uitdagingen
Frank Schoof, vicevoorzitter Geothermie Nederland: “Met deze stap bundelt de aardwarmtesector haar krachten en wordt ze de woordvoerder voor de totale geothermiesector. De komende jaren zijn cruciale jaren voor de ontwikkeling van geothermie in Nederland. De verwachtingen ten aanzien van geothermie zijn groter dan ooit tevoren. Daarnaast worden er hoge eisen aan veiligheid gesteld en aan de communicatie met de omgeving en is het draagvlak voor geothermieprojecten niet altijd vanzelfsprekend. Wij willen, samen met onze leden, gericht aan deze uitdagingen werken.”
- Branche
- december 11, 2020
- 6 views
Stedin start proef met verwarmen van woningen op waterstof
In Uithoorn stroomt vanaf vandaag waterstof door het bestaande aardgasnet. Veertien sloopwoningen zijn gereed gemaakt voor tijdelijke verwarming met waterstof. De techniek wordt voor het eerst in Nederland door Stedin toegepast. Stedin werkt hierbij samen met woningcorporatie Eigen Haard, de gemeente Uithoorn en energieconsultant DNV GL. Feenstra voert werkzaamheden aan de binneninstallatie uit en Nefit Bosch en Remeha leveren de waterstof cv-ketels.
Het verwarmen van woningen met waterstof kan in de toekomst een alternatief zijn naast volledig elektrisch en warmtenetten. In Uithoorn wordt dit nu in de praktijk onderzocht. De ombouw van aardgas naar waterstof bestaat uit een aantal stappen. Het onderzoeken van bestaande gasleidingen en verbindingen zowel in de straat als in de woningen en het verwarmen van woningen met speciale waterstof cv-ketels. Stedin werkt hierbij op basis van strenge veiligheidseisen en in nauwe samenwerking met de lokale brandweer en onder toezicht van de Veiligheidsregio.
Mijlpaal
“In Uithoorn onderzoeken we in de praktijk hoe wij ons bestaande aardgasnet geschikt kunnen maken voor waterstof. Gedurende een aantal weken stroomt er waterstof door de gasleidingen en verwarmen we de huizen met waterstof. Zo leren we over wat een ombouw van aardgas naar waterstof precies betekent voor ons als netbeheerder en voor de partijen waarmee wij samenwerken”, vertelt Marc van der Linden, CEO van Stedin. “Dat dit nu in de praktijk gebeurt is een mijlpaal voor Stedin. Het toont aan dat we de gebouwde omgeving, met de juiste stappen en een aantal aanpassingen in ons netwerk, technisch geschikt kunnen maken voor het gebruik van duurzame gassen en waterstof in de toekomst.”
Rol waterstof in de gebouwde omgeving
Vóór 2030 verwacht Stedin niet dat waterstof een grote rol gaat spelen in de gebouwde omgeving, maar wel een belangrijke. Naast groen gas kunnen andere duurzame gassen op termijn wel een grote rol vervullen in de gebouwde omgeving. Waterstof kan daar zeker onderdeel van zijn. Om na 2030 waterstof als volwaardig alternatief in te kunnen zetten is het daarom belangrijk om nu kennis en ervaring op te doen en te ontdekken welke rol waterstof kan krijgen, denkt Stedin. Van der Linden: “Innoveren en experimenteren helpt ons om ervoor te zorgen dat wij gereed zijn voor de periode na 2030. Het bestaande aardgasnet is hierbij van grote waarde en krijgt een tweede leven. Uit dit project komt een aantal vragen die we moeten beantwoorden voordat we waterstof als volwaardige optie in de gebouwde omgeving kunnen inzetten. Daarbij is ook wet- en regelgeving vanuit de Rijksoverheid een belangrijk aspect.”
Een uitlegvideo van dit project is te vinden op: www.stedin.net/waterstof.
Uitgelicht: H2 Ready ketel van Nefit Bosch
De H2 Ready ketel van Nefit Bosch kan door een installateur binnen een uur worden omgebouwd naar een 100% waterstoftoestel. Het geheim zit hem onder andere in de speciale brander, het gasblok, de ventilator en de elektronica. Jan Rijnen, commercieel directeur van Nefit Bosch: “Wij verwachten dat deze toestellen hun meerwaarde gaan bewijzen in de energietransitie. In Engeland is er zelfs sprake van dat nieuwe gasketels vanaf 2025 voorbereid moeten zijn op waterstof.” Naast het project in Uithoorn worden de toestellen van Bosch ook in projecten in Engeland ingezet.
Een-op-een vervanging
Omdat het toestel ook op aardgas functioneert, is deze oplossing geschikt voor een-op-een vervanging in elke bestaande woning. De H2 Ready ketel van Nefit Bosch kan zonder aanpassingen worden geïnstalleerd. De afmetingen van dit waterstoftoestel zijn vergelijkbaar met die van huidige cv-ketels. Een ander voordeel is dat gebruikers hetzelfde verwarmingscomfort ervaren als dat wat ze gewend waren met de aardgasketel. De waterstofketel levert dezelfde prestaties als een conventionele cv-ketel op gas. Het verschil is dat bij verbranding van waterstof geen kooldioxide (CO2) of koolmonoxide (CO) vrijkomt. De NOx-uitstoot is bij het Nefit Bosch-toestel extreem laag.
Groene waterstof
In Europa, en vooral in Nederland en Engeland, zijn de verwachtingen ten aanzien van waterstof hoog gespannen. De EU heeft plannen voor het bouwen van elektrolysers – waterstoffabrieken - die in 2030 miljoenen tonnen groene waterstof moeten opwekken. Deze ontwikkeling zal mede bepalen in hoeverre waterstof een van de pijlers van de energietransitie gaat worden. Bosch denkt dat waterstof vanaf 2030 een rol kan gaan spelen in de bebouwde omgeving. Het is van belang om nu te kijken naar de implicaties, zoals dat gebeurt in Uithoorn.
Alternatief voor bestaande gebouwen
Voor de gebouwde omgeving zijn er meer verduurzamingsopties dan waterstof. Volgens Nefit Bosch is waterstof vooral interessant wanneer andere opties, zoals warmtenetten en elektrificatie, niet haalbaar zijn. “Wij denken dan onder andere aan de combinatie met een hybride warmtepomp, zodat je met dezelfde hoeveelheid waterstof meer woningen kunt verwarmen”, zegt Rijnen. Als energiedrager kan waterstof voor onbepaalde tijd worden opgeslagen. Onderzoeken hebben aangetoond dat bestaande aardgasleidingen relatief eenvoudig geschikt zijn te maken voor het transport van waterstof. Net als in de jaren zestig, toen Nederland van stadsgas naar aardgas overging, zullen de huidige gastoestellen moeten worden vervangen. De ‘H2 Ready’-ketel biedt die mogelijkheid: eerst op gas en wanneer het zover is binnen een uur om te zetten naar 100% waterstof.
Waterstof bij Bosch
Naast waterstofketels voor woningen ontwikkelt Bosch op tal van andere gebieden emissieloze en op waterstof gebaseerde technologieën. Zo levert Bosch al industriële warmwater- en processtoomketels die werken op waterstof. Ook maakt het bedrijf brandstofcellen die energie opwekken voor industrie, computercentra, woonwijken en laadstations voor elektrische voertuigen. Daarnaast is Bosch ook ver met de ontwikkeling van aandrijfsystemen voor vrachtwagens die gebruikmaken van waterstoftechnologie. “In onze visie gaat waterstof op termijn een rol spelen bij het verwarmen van onze huizen, maar eerste instantie gaat het vooral om industrie en mobiliteit. Waar we kansen zien, zet Bosch in op waterstof”, zegt Jan Rijnen.
- Branche
- december 11, 2020
- 5 views
Bijna 3 kilo ijzer uit de vloerverwarming
Een B&B in Landsmeer kampte al een tijdje met comfortklachten. De verwarming functioneerde niet meer optimaal. Installateur er bijgehaald om het probleem te verhelpen. Dat leverde maar liefst 2,7 kilo ijzer op, afkomstig uit de vloerverwarming.
Wilfred de Regt van Rekon Installatietechniek zag al snel wat er aan de hand was. Met 8 man ging hij aan de slag. Onder andere de bestaande cv-ketel werd beter afgesteld, naar de waterzijdige inregeling ‘gefinetuned’ en de vloerverwarming schoongemaakt. Daar kwam dus maar liefst 2,7 kilo ijzer uit.
Bijzondere klus
De nieuwe verdeler is voorzien van een magneetfilter, die ervoor zorgt dat de platenwisselaar niet vervuild raakt. “Een mooie en vooral ook bijzondere klus”, vindt De Regt. Tijd om ervan te genieten heeft hij echter nauwelijks. Het is momenteel razend druk. Andere klanten staan alweer te trappelen om zijn hulp.
Ook bezig met een bijzondere klus of net afgerond. Laat het ons – en daarmee uw vakgenoten – vooral weten. Dat kan via: redactie@merlijnplus.nl
- Branche
- december 10, 2020
- 9 views
Zonnewarmtenet kan bestaande wijken energieneutraal maken
Een zonnewarmtenet blijkt technisch en financieel haalbaar om bestaande wijken te verduurzamen en aardgasvrij te maken, zo heeft een consortium van wetenschappers en bedrijven onder leiding van de TU Delft aangetoond. Het consortium heeft dit concept technisch uitgewerkt en voor een bestaande Haarlemse jarendertigwijk technisch en financieel doorgerekend. Daarnaast is in een proefopstelling in The Green Village in Delft aangetoond dat het systeem werkt. Hiermee ligt er een ontwerp klaar voor het duurzaam verwarmen van huizen van een hele wijk, zonder dat een externe warmtebron nodig is.
Om de doelen uit het klimaatakkoord te behalen, wordt hard gezocht naar manieren om bestaande wijken en gebouwen te verduurzamen en van het aardgas te ontkoppelen. Het zonnewarmtenet is een van de mogelijke oplossingen die het afgelopen jaar is ontwikkeld en getest. Dit net bestaat uit PVT-panelen (zonnepanelen die zowel warmte als elektriciteit opwekken) op het dak, een zeer lage temperatuur warmtenet gekoppeld aan een warmte/koudeopslag onder de grond en een warmtepomp in iedere woning. Op deze manier worden de woningen op een energieneutrale manier voorzien van warm water, verwarming in de winter en koeling in de zomer.
Slimme verdeling van warmte
Een speciale ‘afleverset’, een kastje met leidingen, pompjes en kleppen, zorgt ervoor dat de warmte van de het warmtenet en de PVT-panelen optimaal benut wordt. In de zomer wordt alle overtollige PVT-warmte via het netwerk in de ondergrondse opslag opgeslagen. In de tussenseizoenen wordt de warmte zowel geleverd door de PVT-panelen als door het netwerk vanuit de warmte/koudeopslag. In de winter wordt de warmte hoofdzakelijk uit de warmte/koudeopslag geleverd, waardoor de warmtepomp een hoog rendement kan halen. Een proefopstelling van het zonnewarmtenet is gebouwd en succesvol getest op The Green Village op de TU Delft.
Klaar voor duurzame wijkoplossing
De resultaten van de studie in Haarlem en de proefopstelling in Delft zijn overtuigend, aldus de initiatiefnemers. Het ontwerp van het zonnewarmtenet is volledig uitgewerkt. Zo is het benodigde aantal PVT-panelen per woning vastgesteld, maar ook de benodigde temperatuurniveaus voor warmteopslag en warmtedistributie. Daarnaast is getoetst hoe alle regelingen stabiel met elkaar kunnen functioneren. Aan de hand daarvan is geconcludeerd dat het systeem technisch werkt en de huizen in de wijk het hele jaar rond, met behulp van de panelen en het zonnewarmtenet, van genoeg warmte worden voorzien. De opgewekte elektriciteit uit de panelen is voldoende voor het functioneren van de warmtepomp.
Meest duurzame wijkoplossing
Het systeem is daarmee energieneutraal voor de warmtelevering. Ivo Pothof, onderzoeker bij TU Delft en Deltares, is enthousiast over het zonnewarmtenet: “Het is de meest duurzame wijkoplossing voor de bestaande bouw die ik ken, omdat er via de PVT-panelen maximaal gebruik wordt gemaakt van lokale energie. Het concept is uitgebreid vergeleken met andere oplossingen voor bestaande woonwijken en komt in al die vergelijkingen naar boven drijven.’
Financiële haalbaarheid
Ook op financieel gebied blijkt het zonnewarmtenet een interessant concept. Aan het begin moet een forse investering gedaan worden, maar daarna zijn er geen variabele energiekosten meer. Hierdoor is het zonnewarmtenet na enkele jaren goedkoper dan gas en de meeste andere alternatieven. De jaarlijkse kosten bestaan dan alleen uit onderhoud en aflossing van de gedane investering. De eigen elektriciteitsbehoefte van de warmtepomp wordt door de PVT-panelen opgewekt én het elektriciteitsnet hoeft niet te worden verzwaard, omdat er geen piekverbruik is in de winter. Met voldoende participatie uit de wijk en bij een laag rentepercentage is het zonnewarmtenet dus ook financieel een interessante oplossing.
Implementatie
Het consortium, bestaande uit de TU Delft, Deltares, Greenvis, Stichting SpaarGas, Triple Solar, Fortes Energy Systems, de WarmteTRansitieMakers en ENGIE hoopt dat het zonnewarmtenet een gangbare methode wordt om bestaande wijken te verduurzamen.
- Branche
- december 8, 2020
- 5 views
Nog veel subsidie beschikbaar voor energiebesparing in huis
Het totaalbudget voor de Subsidie energiebesparing eigen huis (SEEH) is €84 miljoen. Op 1 november 2020 was nog meer dan de helft van dit budget beschikbaar – ruim €50 miljoen – om voor het einde van dit jaar uit te keren. Toon Bouten, CEO van tado°, aanbieder van slimme thermostaten: “De voorlichting over verduurzaming van de overheid naar de burgers moet véél beter. Mensen weten vaak niet wat de opties zijn, wat het kost en wat het oplevert. Terwijl er verschillende subsidies zijn die je kunt ontvangen als je je huis groener maakt, bijvoorbeeld voor isolatie maar ook voor energiezuinig ventilatiesystemen en slimme thermostaten.”
In Nederland kun je €120 subsidie aanvragen voor slimme thermostaten. Deze subsidieregeling voor eigenaar en bewoner geldt nog tot en met 31 december 2020. De subsidie voor Verenigingen van Eigenaren loopt tot en met 31 december 2022. Volgens Bouten kun je gemiddeld 22% aan energie besparen door slimme thermostaten te installeren. “Nederlandse huizen verliezen bijvoorbeeld gemiddeld na 5 uur tijd 2,4°C aan warmte, waardoor ze gedeeltelijk voor niks stoken.” (Onderzoek tado°, uitgevoerd tussen december 2019 en januari 2020 onder 80.000 huizen).
Geen warmte verloren
Slimme thermostaten zijn uitgerust met verschillende intelligente functies om ervoor te zorgen dat er geen warmte verloren gaat. Ze kunnen bijvoorbeeld de verwarming uitschakelen wanneer er niemand meer thuis is, de verwarming lager zetten als er een raam open staat of de verwarming afstemmen op het lokale weer. Verder bieden slimme radiatorthermostaten intelligente verwarmingsschema's voor individuele kamers, waardoor het hele huis niet onnodig wordt verwarmd.
Zelfregulerende apparatuur verplicht
Bouwbesluit 2012 (dat sinds maart 2020 is gewijzigd) stelt aanvullende eisen aan het vervangen van een verwarmingssysteem. Wanneer dit gebeurt, is het verplicht om zelfregulerende apparatuur te installeren die de temperatuur per ruimte of zone kan regelen.
- artikel
- december 8, 2020
- 6 views
Slim klimatiseren: kinderen verwarmen school
In deze tijden van Corona is er volop aandacht voor ventilatie. Ook bij scholen. Volgens Carl-peter Goossen wordt het tijd om andere concepten toe te passen. De directeur van Adviesbureau BouwNext legt uit wat goed ventileren inhoudt en hoe je met inspiratie uit het (recente) verleden tot verrassend goed werkende concepten kan komen.
De ventilatie van scholen is nu net zo’n ‘hot item’ als 100 jaar geleden. Tijdens de TBC- uitbraak in de eerste helft van de vorige eeuw werden vele ‘buitenscholen’ opgericht, onder andere in de duinen van Scheveningen. In 1927 werd bovendien de ‘Vereniging voor openluchtscholen voor het gezonde kind’ opgericht in Amsterdam. Deze liet in 1930 een openluchtschool ontwerpen door architect Jan Duiker. Het is een rank gebouw met heel veel glas en grote taats ramen die ook in het voor- en najaar geheel konden worden geopend. De school werd in 1993 en 2008 gerestaureerd. BNA brengt op dit moment op haar website een onderzoekstudie van Micha de Haas opnieuw onder de aandacht, die tot doel had om de openluchtschool weer nieuw leven in te blazen.
Niet alleen vierkante meters
Het onderzoeksteam zocht onder andere naar zachtere en eigentijdse varianten van de buitenlokalen van openluchtscholen. Dat leverde een variatie op aan installatieconcepten en bouwkundige oplossingen. Er is echt een omwenteling nodig om scholen als meer te zien dan alleen vierkante meters klassen, leerpleinen en gangen. Een loggia, dakterras, patio of erker zijn allemaal voorbeelden van verschillende klimaatzones of bufferruimtes. Deze bouwkundige ingrepen kunnen bijdragen aan een gedifferentieerd binnen- en buitenklimaat.
Frisse Scholen
Hoe zit dat op installatietechnisch niveau? Laten we daarvoor eerst een kijken aan welke voorwaarden ventilatie moet voldoen om gezond en energiezuinig te zijn. Volstaan de eisen in het Bouwbesluit eigenlijk wel? Artikel 3.29 geeft aan dat 8,5 dm3 /s per persoon aan luchtverversing nodig is. Dit komt neer op 30,6 m3 /h per leerling of 948 m3 /h in een volle klas. Voor bestaande scholen is dit 3,44 dm3 /s (12,4 m3 /h oftewel 384 m3 /h voor de hele klas). Met deze eisen kunnen we niet echt uit de voeten. In 2008 heeft RVO een PvE voor Frisse Scholen ontwikkeld, waarvan de laatste vernieuwde versie dateert uit 2015. Onder andere door dit PvE is in het Bouwbesluit 2012 de eis van 30,6 m3 /h opgenomen. Daarnaast valt in artikel 3.30 van het Bouwbesluit te lezen dat de toevoer van verse lucht in de leefzone van een verblijfsgebied niet groter mag zijn dan 0,2 m/s. In de praktijk is dit vrijwel onhaalbaar, omdat een klas in zijn totaliteit als leefzone kan worden aangemerkt. Zelfs in moderne scholen vraagt het om de nodige inspanning om aan deze eis te voldoen. Voor alle duidelijkheid: het PvE Frisse Scholen kent 3 klassen. C is voor bestaande scholen, klasse B ligt op niveau Bouwbesluit en klasse A is veel beter dan Bouwbesluit en het meest energiezuinig (A++++). Helaas is het ook nauwelijks 100% haalbaar.
VOS en fijnstof
Wat is ‘fris’? In Nederland is veel aandacht voor ventilatie, vandaar dat er ook veelvuldig onderzoek naar wordt verricht, onder andere door Wim Zeiler van de TU Eindhoven en Bas Knoll van TNO Indoor Climate. Zij hebben ervoor gezorgd dat voor scholen de eis van 8,5 dm3 /s per persoon is vastgesteld. Wij ademen zuurstof in en blazen CO2 uit. Het CO2-gehalte is dus een indicator van de hoeveelheid zuurstof die er nog in de lucht aanwezig is. Bovendien geeft het een idee over de concentratie VOS (vluchtige Organische Stoffen) en fijnstof. Is het CO2-gehalte hoog, dan geldt dat eveneens voor VOS en fijnstof.
Bovengrens
Tegenwoordig geldt een bovengrens van 1200 ppm CO2. In 80% van onze scholen ligt de waarde aanmerkelijk ho-
ger dan 1200 ppm CO2. Bij te weinig ventilatie in klaslokalen kunnen klachten als geurhinder, oogirritatie, hoofdpijn en meer dan normale vermoeidheid voorkomen. CO2 veroorzaakt deze ef-
fecten niet zelf, de klachten ontstaan door te hoge concentraties van andere stoffen die zich ophopen of door te weinig zuurstof. De maximale ventilatiecapaciteit die het Bouwbesluit aanhoudt, 30,6 m3/h per leerling, levert een CO2-gehalte op van 800 ppm. Dat is 100% beter dan de 1200 ppm die als goed wordt bestempeld.
Eigentijds
Door tijdig de klimaatcondities te veranderen, kan je een prettige leeromgeving creëren. Dat is echt het voordeel van een openluchtschool, ook al weet je dat het maar 57% van de tijd fijn is om in de open lucht les te geven. 100 jaar geleden verhuisde men vanaf maart naar een buitenverblijf om in oktober weer terug te keren naar binnen. In hedendaagse passiefscholen is het ook mogelijk om te sturen op klimaatcondities. In dit concept wil je de passieve zonne-energie zo optimaal mogelijk gebruiken in de school. Veel glas, openslaande deuren, zomernachtventilatie naast een regelbare ventilatie zijn dan ook mogelijkheden om ‘het buiten op een eigentijdse manier naar binnen te halen’. Met de nZEB-tool (PHPP) kan je rekenen aan de concepten en door aan de ‘knoppen te draaien’ kan je alles al goed op elkaar afstemmen in de ontwerpfase.
Projecten
Bij onze eerste passiefschool in 2011 in Ede zeiden we al van tevoren dat de kinderen de school zouden verwarmen. Dat bleek ook in de praktijk zo te zijn. De kinderen blijken meer warmte af te geven dan wat we nodig hebben om het transmissieverlies te compenseren en de ventilatielucht op te warmen. In februari 2012 was de warmtepomp in storing gegaan en de indicator die dit moest aangeven zat achter een wachtwoord op het scherm. Drie dagen heeft de warmtepomp het niet gedaan, toch bleef het gewoon warm. Alleen in de docentenkamer was het kil als je binnenkwam. In 2012 werden er ook metingen gedaan door Wim Zeiler in de school: 32% < 800, 22% tussen de 800 en 1000, 46% tussen de 1000 en 1200 en < 1% boven de 1200 ppm. De school werd destijds in 2012 uitgeroepen tot de ‘Friste School van Nederland’. Kortom, dit is een goed werkend concept.
Geen WTW
Door het CO2-gehalte goed te monitoren en alleen te ventileren als het nodig is, wordt het mogelijk om koude lucht in te blazen zonder extra verwarming. Dat hadden we ook al bij de Veldhuizerschool gezien. Wij hebben dit nog beter onderzocht en daarvoor diverse passiefscholen in de EU bezocht. We zagen dat de interne warmte van de kinderen vele malen hoger is dan wat we verliezen aan transmissieverlies en deze vorm van ventilatie. Afgelopen jaar is dan ook De Schakel in Vlaardingen gerenoveerd en voorzien van een nieuwe indeling die beter op de onderwijsmethode is afgestemd. Daarnaast kreeg het gebouw een nieuw ventilatiesysteem en een nieuwe warmtepomp. Dankzij prefab gevelelementen, waarin al de installatieroosters en dergelijke zijn opgenomen, konden we de klaslokalen eenvoudig renoveren. De ventilatie is decentraal en in cascade van klaslokaal naar het leerplein en weer naar buiten. En, omdat er geen WTW-units worden toegepast en de lucht niet recirculeert, wordt er voor 100% gebruik gemaakt van buitenlucht.
Uitgelicht: Adviezen
Kijk verder dan de prestatie-eisen. Door goed af te stemmen op transmissieverlies, warmteaccumulatie, daglicht, hoeveelheid warmte die binnen kan komen, schaduwvorming en luchtdichtheid kan je een andere installatie realiseren. Zie klimatisering dus altijd als een geheel van bouwkundige en installatietechnische randvoorwaarden en voer al vooraf simulaties uit. We zien namelijk bij bestaande utiliteitsgebouwen dat er regelmatig pas achteraf goed afgestemd wordt op eigenschappen als ‘te snelle opwarming’ of ‘een traag werkend systeem’. In dergelijke gevallen kunnen sensoren en een andere inregeling soms wel leiden tot 40% minder energiegebruik, plus een aangenamer binnenklimaat. Deze ingrepen kun je dus echter vermijden door al direct het juiste installatieconcept te bedenken en toe te passen.
Dit is een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ. De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.nl
- Bedrijf
- december 8, 2020
- 6 views
Berlo vertrekt na 16 jaar bij ATAG
CEO Carl Berlo vertrekt per 1 januari a.s. bij ATAG Verwarming. Hij zal worden opgevolgd door Rob Maassen als Country Manager Nederland.
Berlo, die bijna 16 jaar werkzaam is geweest in Lichtenvoorde, over zijn vertrek: “Ik kijk terug met veel voldoening en trots. Het was een toptijd. Per 1 januari 2021 zal ik verder gaan met ondernemen als CEO bij een andere Achterhoekse parel, 247 TailorSteel in Varsseveld.”
Rob Maassen werkt al lange tijd bij ATAG en heeft diverse functies bij R&D en productmanagement bekleed. Maassen zal verantwoordelijk zijn voor het vermarkten van de merken ATAG, ELCO en Ariston in de Nederlandse markt. Marco Eimers zal als Commercieel Directeur de verantwoordelijkheid voor de verkoop dragen.