- Branche
- april 23, 2021
- 0 views
Plug and play warmtepomp doorstaat strenge winterperiode
“De strenge vorstperiode deze winter was voor ons een geschenk uit de hemel; en niet alleen vanwege de ijspret buiten”, zegt Jacco Langebeeke. Hij is de ondernemer achter Vloerverwarming Nederland, die zich de laatste jaren steeds breder met verduurzaming van woningen bezighoudt. “Wij hebben zelf een warmtepomp ontwikkeld en laten die maken in Slovenië. Deze werkt zonder buitenunit maar met toevoer en afvoer van lucht door gaten in het dak. Je tilt hem zo de trap op en binnen een halve dag doet hij het. Toen het een aantal dagen erg koud werd konden we zien dat het binnen lekker warm bleef, terwijl het huis pragmatisch geïsoleerd is, dus niet helemaal ingepakt met buitenisolatie. Ik heb de huurders in Deurne ook gebeld; ze zijn heel tevreden.”
De innovatie maakte onderdeel uit van een totaalconcept voor rijwoningen, waaraan ook Artention en Green Men bijdroegen. De pilot werd gesteund via een DEI+ subsidie, een subsidieregeling van TKI Urban Energy regeling met budget van het ministerie van BZK, die door RVO.nl wordt uitgevoerd. In de regeling is ook dit jaar negen miljoen beschikbaar voor pilots en demonstraties op het gebied van aardgasvrije woningen, gebouwen en wijken. De subsidie kan oplopen tot 45% van de kosten.
Opschalen
“We bedienen nu ook particulieren”, zegt Langebeeke. “We zijn nu een woning van gasgestookte stadswarmte af aan het halen in Utrecht. Ik wil gecontroleerd maar snel opschalen. Dat kan door weinig marge te maken per woning en onze aanpak te standaardiseren. Met grote aantallen bouw je dan toch een gezonde onderneming. We blijven nu door de bank genomen binnen de energierekening voor een woning die energieneutraal is en aardgasvrij, achterstallig onderhoud en maatwerk daargelaten.”
- Branche
- april 22, 2021
- 0 views
Brede coalitie: vóór 2030 minstens 1 miljoen hybride warmtepompen
Vanaf 2024 moeten ieder jaar minimaal 100.000 hybride warmtepompen worden geplaatst in woningen en gebouwen. Een brede coalitie van maatschappelijke organisaties wil dat een nieuw kabinet daarvoor 600 miljoen euro vrijmaakt. Techniek Nederland, Natuur & Milieu en Netbeheer Nederland vinden dat een grootschalige inzet van hybride warmtepompen nodig is. Volgens de ‘Coalitie HR-Hybride’ moeten er vóór 2030 1 miljoen tot 2 miljoen hybride warmtepompen zijn geïnstalleerd. Dit zou een besparing opleveren van 1,3 tot 2,6 megaton CO2. Zo’n besparing is een substantiële bijdrage aan de doelstellingen van het Klimaatakkoord en de aangescherpte CO2-eisen van 55% van de Europese Unie.
Het aardgasvrij maken van woningen en woonwijken wil nog niet vlotten. Het tempo ligt ver beneden de afspraken uit het Klimaatakkoord en de ambities van het huidige kabinet. Daarom is volgens de Coalitie HR-Hybride grootschalige toepassing van hybride warmtepompen nodig. Voorzitter Doekle Terpstra van Techniek Nederland: “Woonwijken aardgasvrij maken, daar gaan we mee door. Maar als we op koers willen blijven voor het Klimaatakkoord en de Parijs-doelstellingen zijn hybride warmtepompen een onmisbare tussenstap.”
Tot 70% besparing op aardgas
Jaarlijks worden ruim 400.000 cv-ketels op aardgas vervangen. De coalitie wil dat installateurs waar mogelijk een nieuwe hr-ketel combineren met een hybride warmtepomp. Een hybride warmtepomp is relatief eenvoudig te plaatsen en levert de bewoner direct een besparing op tot 70% op het aardgasverbruik voor verwarming. Directeur Marjolein Demmers van Natuur & Milieu: “Hybride warmtepompen zijn beter voor het klimaat dan de traditionele cv-ketel. Daarom is het belangrijk deze verwarmingstechniek te stimuleren.”
Geen belemmering voor wijkaanpak
Plannen voor aardgasvrije woonwijken en de plaatsing van hybride warmtepompen hoeven elkaar niet in de weg te zitten. De Coalitie HR-Hybride richt zich op woonwijken die voorlopig niet aardgasvrij worden en op wijken waar gemeenten kiezen voor hybride als duurzame warmtevoorziening voor de komende jaren. Directeur Dick Weiffenbach van Netbeheer Nederland: “In een later stadium kunnen deze woningen alsnog aardgasvrij worden gemaakt. Maar laten we tot die tijd de CO2-uitstoot zoveel mogelijk beperken. Dan profiteert de huizenbezitter of huurder bovendien direct van een lagere energierekening.”
Stimuleringsprogramma
De Coalitie HR-Hybride wil de toepassing van hybride warmtepompen samen met de overheid gaan stimuleren. Dit moet onder meer gebeuren met een groot aantal voorbeeldprojecten, productinnovatie en monitoring van de prestaties van hybride systemen. Daarnaast is het opleiden van extra vakbekwame warmtepompmonteurs een belangrijk onderdeel van de plannen.
Extra subsidie voor woningbezitters
De Coalitie HR-Hybride vindt dat een nieuw kabinet tot 2026 jaarlijks 120 miljoen euro extra vrij moet maken. Dat geld maakt subsidie voor woningbezitters mogelijk. De Coalitie verwacht dat vanaf 2026 geen subsidie meer nodig zal zijn. Door innovatie en lagere product- en plaatsingskosten zal de hybride warmtepomp woonlastenneutraal worden. De Coalitie HR-Hybride wil samen met de overheid een voorlichtingscampagne opzetten om de voordelen van hybride warmtepompen onder de aandacht te brengen. De campagne zal zich richten op woningbezitters, maar ook op professionele opdrachtgevers, zoals woningcorporaties.
Exportkansen
Een stimulans voor hybride warmtepompen biedt ook kansen voor de export van Nederlandse producten en kennis. Duitsland is één van de Europese landen die de komende tijd juist overschakelen op aardgas voor het verwarmen van woningen. Nederlandse bedrijven kunnen in die landen helpen om de CO2-uitstoot verder te verlagen met warmtepomptechnologie.
- Bedrijf
- april 16, 2021
- 0 views
Ontwikkelaar van warmtepomp-systemen met PVT-panelen haalt €1,2 miljoen op
Dankzij een financiering van PDENH, DOEN Participaties, Enfuro Ventures en de Rabobank heeft Triple Solar 1.200.000 euro aan werkkapitaal opgehaald. Triple Solar is een snelgroeiende scale-up in de energietransitie. Het bedrijf ontwikkelt warmtepompsystemen met PVT-panelen als energiebron. Triple Solar gebruikt het kapitaal voor het opschalen van hun activiteiten in grootschalige nieuwbouwprojecten in Nederland, Duitsland, België en het Verenigd Koninkrijk.
Het Triple Solar®-systeem is een alternatief voor warmtepompen die gebruikmaken van een bodembron of buitenunits. Het Amsterdamse bedrijf past dit systeem toe in zowel nieuwbouw als bestaande bouw.
Duurzame ambitie
Cees Mager, CEO bij Triple Solar: “Deze werkkapitaalfinanciering maakt het mogelijk de ingezette groei uit te bouwen. Stilstand is achteruitgang. Er moeten nog miljoenen huizen verduurzaamd worden in de komende 30 jaar en daarom is groeikapitaal voor innovatieve bedrijven essentieel”. Anthony Viellevoije, Investment Director bij PDENH: “We zijn enorm trots op Triple Solars succes en hebben het volste vertrouwen in het team en het innovatieve systeem dat zich inmiddels duidelijk bewezen heeft. We leveren dan ook graag een bijdrage aan deze financiering. De ‘verder zonder gas- oplossing’ die Triple Solar biedt, past naadloos in onze duurzame ambitie”.
Impact maken met CO2-reductie
Merijn ten Thije, Investment Manager bij DOEN Participaties: “DOEN Participaties financiert duurzame start-ups en scale-ups die impact maken met CO2-reductie. Aandachtspunt voor DOEN is dat de energietransitie voor iedereen toegankelijk is. Omdat de producten van Triple Solar ook geschikt zijn voor particulieren en huurders van woningcorporaties past Triple Solar heel goed bij onze ambities.”
Versnelling van de groei
Erik Schut, medeoprichter van Enfuro Ventures: “Het Triple Solar-team heeft de afgelopen jaren fantastisch werk gedaan. Het bedrijf heeft zich ontwikkeld van een innovatieve start-up tot een succesvolle scale-up die een belangrijke bedrage levert aan de energietransitie. We zijn trots dat we deze bijdrage kunnen leveren aan de versnelling van de groei van Triple Solar”.
Innovatieve ontwikkelaar
Pieter Mullink, Accountmanager Rabobank Amsterdam: “Triple Solar is een innovatieve ontwikkelaar van energiesystemen waarmee ze woningen van warmte, warm water en elektriciteit voorzien zodat ze geheel van het gas kunnen. Ze onderscheiden zich met hun techniek en ervaring. Rabobank is al lang partner van Triple Solar en trots dat we ze kunnen ondersteunen in hun belangrijke werk en snelle groei“.
Foto: Het bijna voltallige team van Triple Solar (fotocredit: Jorien Walsmit)
- Branche
- april 16, 2021
- 3 views
Natuurlijke koudemiddelen: waar blijft die massale overstap?
Hoewel het proces met horten en stoten op gang moest komen, zit de vaart er nu wel in. Nederland is grootscheeps aan het verduurzamen. Logischerwijze verwacht je dan ook een massale overstap op natuurlijke koudemiddelen in de warmtepompbranche. Maar dat gebeurt vooralsnog niet. Waarom?
Miranda Groot Zwaaftink is sinds voorjaar 2018 Projectmanager Techniek, Veiligheid & Milieu bij de NVKL. NVKL is de brancheorganisatie van leveranciers en erkende installateurs in klimaatbeheersing en koudetechniek. Daarvoor werkte ze onder andere jarenlang bij het Rijksvastgoedbedrijf. Een professional met een schat aan kennis dus over de gebouwde omgeving.
Allereerst: welke koudemiddelen zijn nu erg populair bij bodemgebonden warmtepompen?
“Dat zijn eigenlijk voornamelijk synthetische varianten, zoals R410A, R134A en R407C. Die keuze wordt door de fabrikanten bepaald. Ook propaan, butaan en CO2 wordt toegepast, maar nog niet in grote getallen.
Hoe zit dat met de luchtgebonden systemen?
“R410A is nog erg populair, maar R32 is in opkomst. Dat laatste koudemiddel heeft een lagere GWP-waarde dan R410A. In geval van lekkage is er dus minder bijdrage aan het broeikaseffect. Maar met een GWP-waarde van 675 is dit nog steeds veel groter dan bij natuurlijke koudemiddelen. Daarom vinden natuurlijke koudemiddelen steeds beter hun weg in de sector. Bijvoorbeeld CO2 voor hoge temperatuurverwarming, maar met name propaan wint aan populariteit, vooral als koudemiddel in monoblock-systemen.”
Welke synthetische koudemiddelen hebben nu of krijgen binnen afzienbare termijn te maken met uitfasering?
“Vanaf 2020 is het verboden om in nieuwe installaties synthetische koudemiddelen te gebruiken met een hogere GWP-waarde dan 2500. Vanaf 2025 komt daar nog bij dat airco- en warmtepompsystemen met een koudemiddelhoeveelheid tot 3 kilo alleen nog maar synthetische koudemiddelen mogen bevatten met een GWP-waarde die lager is dan 750.”
Hoe ziet het totaalplaatje er nu uit: wat is het marktaandeel van natuurlijke koudemiddelen in de warmtepompbranche?
“Als we kijken naar warmtepompen voor de woningbouw en kleine utiliteit, dan ligt het nog onder de 10%.”
En als we ons richten op de toekomst: welke synthetische koudemiddelen hebben een flink marktpotentieel?
“Naast R32, is de volgende generatie synthetische koudemiddelen de HFO’s. Deze hebben een GWP-waarde onder 150. De bekendste op dit moment is R-1234ze, deze wordt gebruikt in grotere systemen. Als alternatieven voor R410A worden, R452B en R466A genoemd. Deze koudemiddelen worden anno 2021 nog niet in de kleinere warmtepompen toegepast. In dit segment wordt gekoerst op natuurlijke koudemiddelen, met name propaan.
En hoe zit het met natuurlijke koudemiddelen?
“Propaan heeft uitstekende eigenschappen voor zowel laag als hoog-temperatuur
ruimteverwarming en warmtapwaterproductie en wint aan populariteit bij de kleinere systemen. Daarnaast is CO2 erg geschikt voor de productie van warmtapwater. Ammoniak, wordt veelal in industriële warmtepompen toegepast.
Zal de hoeveelheid koudemiddel in warmtepompsystemen sowieso minder worden de komende jaren?
“Ik denk van wel. Fabrikanten zijn voortdurend bezig om systemen te ontwikkelen die dezelfde prestaties leveren bij een kleinere koudemiddelinhoud. Dan ligt het wel in de lijn der verwachting. Daarbij speelt ook mee dat er voor warmtepompen die brandbare koudemiddelen gebruiken boven de 150 gram strengere voorwaarden gelden op het gebied van veiligheid. Dus als fabrikant blijf je liever onder die grens zitten. De verwachting is wel dat deze grens opschuift naar 500 gr.
Hoe kan het dat de branche nog niet massaal is overgestapt op natuurlijke koudemiddelen?
“De grote Aziatische spelers volgen de wereldmarkt. Op mondiaal niveau is er nog geen trend richting natuurlijke koudemiddelen ingezet. Bij ons ligt dat anders, maar fabrikanten gaan geen aparte systemen produceren voor de kleine Nederlandse markt.”
Tot slot: warmtepompen winnen aan populariteit, merk je al bij de installateurs dat ze zich aan het bijscholen zijn op het gebied van koudemiddelen?
“Als je het hebt over synthetische koudemiddelen wel, er is een wettelijke verplichting voor een F-gassen certificaat. Vrijwel alle koudemiddelen met een lage GWP-waarde zijn (mild) brandbaar, CO2 werkt onder hoge druk en ammoniak is giftig. Het is van groot belang dat ondernemingen en monteurs over voldoende kennis en competenties beschikken om veilig te kunnen werken met deze alternatieven. Bij natuurlijke koudemiddelen is er pas een certificatieplicht bij een vulhoeveelheid van 5 kg koolwaterstoffen. Wij zouden graag een borging zien van de vakbekwaamheid van personen en kwaliteit van bedrijven en lobbyen daar ook voor op Europees niveau bij de herziening van de F-gassenverordening.”
Dit is een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ. De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.n
- Branche
- maart 22, 2021
- 5 views
Vooral dankzij verduurzaming blijft omzet Bosch in pandemietijd stabiel
Ondanks de pandemie van het coronavirus handhaafde Bosch Thermotechnology in 2020 zijn omzet op het niveau van het voorgaande jaar: 3,5 miljard euro. Aan de productzijde droegen vooral de trend naar elektrificatie en de uitbreiding van de activiteiten op het gebied van airconditioners en warmtepompen bij aan het succes. Jan Brockmann, voorzitter van de Bosch-divisie Thermotechnology: “Met onze producten voor verduurzaming, elektrificatie en digitalisering hebben wij een bijdrage geleverd aan de energietransitie in de bouwsector. Hiermee zullen we winstgevend blijven groeien.”
Elektrische toepassingen winnen steeds meer aan belang als technologisch pad in de verwarmings- en airconditioningssector, omdat ze energie bijzonder efficiënt gebruiken en omzetten. Daarom kondigde Bosch Thermotechnology in 2019 aan 100 miljoen euro te investeren in de uitbreiding van zijn warmtepompactiviteiten, met een focus op eenvoudig te installeren systeemoplossingen. “Deze investering en een aanzienlijke toename van het aantal medewerkers hebben ons een duidelijke stap voorwaarts gebracht: in 2020 noteerden we al een groei van 22,5 procent in warmtepompen in de hele EU, en in Duitsland groeide de warmtepompactiviteit zelfs met 48 procent. In 2021 zullen we blijven investeren in onze warmtepompactiviteiten en hier vooral ook in de opleiding van onze klanten om hen te helpen de sprong naar elektrificatie te maken. Dit zal onze groei versnellen en de mate van elektrificatie en dus CO2-reductie van huishoudens vergroten”, legt Jan Brockmann uit.
Regionale strategie
Met ontwikkelingscentra in Tranås (Zweden) voor Noord-Europa, in Wernau (Duitsland) voor Centraal-Europa en in Aveiro (Portugal) voor Zuid-Europa is Bosch Thermotechnology goed gepositioneerd om de Europese markt voor residentiële warmtepompen, die het grootste deel van de wereldmarkt uitmaakt, te bedienen. Om tegemoet te komen aan de verschillende eisen van de klanten, volgt de onderneming een regionale strategie in de EU met productassortimenten die zijn afgestemd op de betreffende regio en die succesvol is gebleken: in Noord-Europa, de meest volwassen warmtepompmarkt, vertegenwoordigt deze verwarmingstechnologie meer dan 90 procent van de markt. De nadruk ligt daar op optimalisatie van de prestaties.
Systeembenadering
In Centraal-Europa ligt de focus op de systeembenadering. Hier wil Bosch vooral groeien met warmtepompen in combinatie met ventilatiesystemen en met de Bosch Energy Manager voor geoptimaliseerd stroomverbruik in huis. Voor Zuid-Europa is het belangrijk om het portfolio uit te breiden met goedkope productalternatieven. Daartoe heeft Bosch Thermotechnology in 2020 een joint venture opgericht met Electra Industries Ltd. Electra Industries, met het hoofdkantoor in Rishon (Israël), is goed gepositioneerd op de Israëlische HVAC-markt. Het bedrijf heeft ervaring op het gebied van onderzoek en ontwikkeling en momenteel ongeveer 300 mensen in dienst. De twee partners zijn voornemens samen te werken bij de ontwikkeling en productie van omkeerbare warmtepompen. Naast zijn eigen productportfolio zal Bosch Thermotechnology van de nieuwe joint venture een warmtepompenportfolio betrekken dat speciaal is toegesneden op de Midden- en Zuid-Europese markt. De joint venture is bedoeld om de twee partners te helpen de kansen te grijpen die zich voordoen in de snel groeiende markt voor omkeerbare warmtepompen.
Elektrificatie
“Onze visie is om de huizen in Europa te elektrificeren - met regionaal aangepaste warmtepompen en hybride apparaten die het beste van twee werelden bieden. In alle regio's hechten wij bijzonder veel belang aan een eenvoudige installatie voor onze handelspartners en een eenvoudige bediening voor onze eindklanten. Wij bieden systeemoplossingen voor bestaande en nieuwe gebouwen die alle gebruikssituaties dekken en begeleiden onze klanten op hun weg naar elektrificatie met een breed scala aan ondersteunende diensten”, aldus Jan Brockmann.
Waterfstof
De overschakeling op klimaatneutrale systemen is een essentieel onderdeel van de EU Green Deal die alle EU-landen tegen 2050 CO2-neutraal moet maken. Voor een CO2-neutraal energiesysteem is het onontbeerlijk om de verwarmingsmarkt volledig in beschouwing te nemen, aangezien een groot deel van de uitstoot hier zijn oorsprong vindt. Bosch Thermotechnology zet in op multi-technologische oplossingen die - parallel met elektrificatie - waterstof (H2) als milieuvriendelijke energiedrager van de toekomst beschouwen. Waterstof is gemakkelijker op te slaan dan elektriciteit en kan worden gedistribueerd via het bestaande gasnet. “Voor een CO2-neutraal energiesysteem hebben we naast elektrificatie ook een waterstofstrategie voor de verwarmingsmarkt nodig. Verbrandingstoestellen zullen de komende decennia belangrijk blijven, en daarom investeren wij nu al in een H2 Ready portfolio. Wij zijn duidelijk voorstander van een multi-technologie-aanpak en zijn voorbereid op elke weg om de klimaatdoelstellingen te bereiken”, zegt Jan Brockmann.
H2 Ready-ketel
Om de mogelijke toepassingen op de verwarmingsmarkt te demonstreren, presenteerde Bosch Thermotechnology in november 2020 het prototype van een nieuw wandverwarmingstoestel, de H2 Ready-ketel, aan een internationaal publiek in zijn vestiging in Worcester in het Verenigd Koninkrijk. De nieuwe cv-ketel kan aanvankelijk werken op conventioneel aardgas of een waterstofbijmenging tot 20 procent. Zodra het lokale netwerk is overgeschakeld op waterstof, kan de cv-ketel binnen een uur worden omgeschakeld op volledig gebruik van zuivere waterstof door slechts enkele aanpassingen uit te voeren. Het eerste veldtesttoestel draait sinds september 2020 op zuivere waterstof in een eengezinswoning in Groot-Brittannië. De introductie van de eerste H2 Ready HR-ketel in het Verenigd Koninkrijk is gepland voor 2022 als onderdeel van een door de overheid gefinancierd demonstratieproject, en verdere openbare demonstratieprojecten op grote schaal zullen volgen.
Praktijktest in Nederland
In Nederland voert Bosch Thermotechnology ook de eerste praktijktests uit met betrekking tot het gebruik van waterstof in de verwarmingssector, waaronder het Uithoorn-project. Samen met steke partners zoals Nefit Bosch bouwde de netbeheerder Stedin het aardgassysteem van woningen om op waterstof. Bestaande installaties worden zo gebruikt om te testen welke aanpassingen moeten worden gedaan om verwarmingssystemen en aardgasnetten voor te bereiden op volledig gebruik van waterstof.
Industriële boilers op waterstof
Bosch Thermotechnology biedt ook al industriële boilers aan die werken op 100% waterstof of die H2 Ready zijn, d.w.z. aanvankelijk op aardgas werken maar later kunnen worden omgebouwd om pure waterstof te gebruiken. Eind 2020 leverde Bosch Industrial een nieuwe H2 Ready-ketel voor industriële toepassingen die in de toekomst een zagerij in Wunsiedel (Duitsland) van thermische energie zal voorzien. Bosch Thermotechnology levert zo ook een bijdrage aan de klimaatbescherming in de industriële sector.
Brandstofcel op waterstof
Voor een duurzame energievoorziening is Bosch bovendien bezig met de ontwikkeling van de solid oxide brandstofcel (SOFC), die ook met waterstof kan werken. In 2024 willen Bosch en zijn samenwerkingspartner Ceres Power uit Horsham (VK) beginnen met de serieproductie van gedecentraliseerde energiecentrales op basis van SOFC's. Bosch mikt op een productiecapaciteit van ongeveer 200 megawatt per jaar. Dit is genoeg om ongeveer 400.000 bewoners van elektriciteit te voorzien. Bosch zal enkele honderden miljoenen investeren in de geplande serieproductie. De productie zal plaatsvinden op de locaties Bamberg en Homburg alsmede op de locatie Wernau van Bosch Thermotechnology en de ontwikkeling zal plaatsvinden in Stuttgart-Feuerbach en Renningen (Duitsland).
Groeimarkt airconditioning
In het kader van de elektrificatie van de bouwsector zal Bosch Thermotechnology ook zijn gamma van energie-efficiënte airconditioning-units voor huishoudelijk gebruik en voor de commerciële sector uitbreiden. Deze units werken efficiënt als ze niet alleen voor koeling worden gebruikt, maar als lucht/lucht-warmtepompen ook voor verwarming. Dit is een gangbare toepassing in kleinere eengezinswoningen of flats in warmere streken zoals Zuid-Europa of Azië en voor commerciële VRF-systemen (variabele koelmiddeldoorstroming) in alle streken, bijvoorbeeld in hotels en winkelcentra. In veel regio's van de wereld - intussen ook in Centraal-Europa - is airconditioning onmisbaar in woongebouwen en commerciële panden om een aangenaam en gezond temperatuurniveau in het gebouw te creëren. “Met onze airconditioners willen wij een bijdrage leveren aan gezondheid en welzijn en tegelijkertijd ook een duurzame bijdrage leveren aan de CO2-besparing in deze bedrijfstak”, legt Jan Brockmann uit. Airconditioning is een wereldwijde groeimarkt, goed voor twee derde van de totale HVAC-markt en kent een hogere marktgroei dan de segmenten verwarming en sanitair warm water. “Ons doel is om onze positie in de airconditioningsector in beide segmenten aanzienlijk te versterken en ook hier de motor te zijn voor energie-efficiënte technologieën”, benadrukt Jan Brockmann.
Digitale diensten met focus op de comfortbeleving
De coronapandemie met lockdowns en uitreisbeperkingen heeft de mogelijkheden van de digitale transformatie duidelijk aangetoond. Daarom zijn digitale services en online klantenondersteuning twee gebieden waarin Bosch Thermotechnology fors investeert. De focus van de uitbreiding ligt op comfortbeleving. Het bedrijf biedt installateurs en handelspartners zoals planners, projectontwikkelaars en architecten digitale oplossingen en diensten die hun werk vergemakkelijken: van het digitale Partner Portal tot online trainingen en van technologiefora voor bijscholing tot grote digitale evenementen. “Onze ervaring in 2020 heeft aangetoond dat digitalisering nieuwe kansen voor ons opent. Het is belangrijk dat we geen standaardoplossingen gebruiken, maar ons digitale aanbod afstemmen op de individuele behoeften van onze verschillende klantgroepen. We zijn overspoeld met inschrijvingen voor sommige van onze online opleidingen. Onze klanten waarderen het dat wij hen veilige en tegelijkertijd innovatieve manieren van contact en interactie bieden. Juist in tijden waarin persoonlijke contacten sterk aan banden worden gelegd, biedt de uitbreiding van onze digitale diensten ons de mogelijkheid om onze sterke merken nog sterker te maken en nog beter te verankeren in het klantenbewustzijn”, aldus Thomas Bauer, lid van de directie en verantwoordelijk voor verkoop en marketing.
- Branche
- december 14, 2020
- 0 views
Waarschuwing van toezichthouder voor drie warmtepompmerken
Uit een toezichtactie van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) naar de naleving van de prestatie-eisen voor warmtepompen bleek dat de fabrikanten van drie van de 14 gecontroleerde merken niet konden aantonen dat ze voldeden aan de technische eisen voor energie-efficiëntie, geluid en beperking gevaarlijke stoffen. De overige 11 merken scoorden voldoende tot goed.
De fabrikanten, importeurs en distributeurs van de drie warmtepompmerken ontvingen een waarschuwingsbrief van de ILT, waarop ze direct zijn gestopt met het op de markt brengen van deze producten. Daarnaast is de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) geïnformeerd omdat deze apparaten op de lijst Investeringssubsidie duurzame energie (ISDE) stonden. De RVO heeft de lijst aangepast op basis van de ILT-bevindingen.
Onvoldoende, onjuiste of onvindbare informatie
Ook blijkt dat door onvolledige of slecht vindbare informatie en/of het gebruik van andere parameters in reclame-uitingen het voor installateurs, consumenten en zakelijke gebruikers moeilijk is om te bepalen welke warmtepomp een goede keuze is voor het gebouw of huis. Daarnaast kunnen zij de prestaties van warmtepompen niet goed vergelijken, omdat ze onvoldoende toegang hebben tot de volledige productinformatie. Het gebrek aan informatie over verplichtingen voor een eigenaar van warmtepompen met gefluoreerde broeikasgassen kan bovendien leiden tot onnodige uitstoot van broeikasgassen tijdens installatie, onderhoud en afdanken van de warmtepomp. De ILT heeft de gecontroleerde fabrikanten, importeurs en distributeurs schriftelijk gewezen op de tekortkomingen. In hun reactie gaven zij aan hoe ze de documentatie gaan verbeteren. Tot slot constateert de ILT dat het lastig is voor consumenten en zakelijke gebruikers om te achterhalen aan welke eisen installateurs moeten voldoen en welke installateur gecertificeerd, erkend en geschikt is.
Mogelijke risico’s warmtepompen
Verwarming heeft met 41% het grootste aandeel op het totale energiegebruik van Nederland. Bij Nederlandse huishoudens heeft verwarming zelfs een aandeel van 80%, waarvan 64% voor verwarming van de woning en 16% voor warm tapwater (Bron: Energie Beheer Nederland, Infographic 2020: Energie in cijfers). In de overgang naar duurzame, alternatieve warmtevoorzieningen is de toepassing van warmtepompen de afgelopen jaren sterk toegenomen. Consumenten en zakelijke gebruikers moeten kunnen rekenen op betrouwbare (informatie over) warmtepompen, vindt ILT. Ook daarom is het belangrijk dat fabrikanten en importeurs zich houden aan de wet- en regelgeving.
Ongewenste effecten en naleeftekorten
In een eerdere verkenning door de ILT naar mogelijke risico’s bij warmtepompen kwamen omstandigheden naar voren die kunnen leiden tot ongewenste effecten en naleeftekorten. Zoals hogere CO2-uitstoot en energiekosten, omdat de efficiëntie lager is dan toegestaan of opgegeven door de fabrikant. Of minder comfort omdat gekozen is voor een warmtepomp die ongeschikt blijkt voor de woning of het gebouw. Andere risico’s zijn lekkage van broeikasgassen en geluidsoverlast.
Wet- en regelgeving
Bij het ontwerp dienen fabrikanten het potentiële, ongewenste milieueffect voor warmtepompen zo laag mogelijk te houden (Richtlijn Ecodesign 2009/125/EG en Verordening EU 813/2013). Daarnaast mogen elektrische en elektronische apparatuur maar een beperkte concentratie van bepaalde gevaarlijke stoffen (bijvoorbeeld lood en kwik) bevatten (Regeling gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur en RoHS-richtlijn EU 2011/65). Tot slot, moet onnodige uitstoot van F-gassen worden voorkomen (Verordening betreffende gefluoreerde broeikasgassen EU 517/2014 en het Besluit gefluoreerde broeikasgassen en ozonlaagafbrekende stoffen).
Over de toezichtactie
Uitgangspunt voor de selectie was de ISDE-apparatenlijst (december 2018) van de RVO met hierop circa 3.500 type warmtepompen waarvoor subsidie wordt verstrekt. Warmtepompen die in 2018 minder dan 10 keer een subsidie hebben ontvangen, zijn niet meegenomen in de selectie. De resterende 350 types (24 merken) zijn ingedeeld naar grootte van marktaandeel; van elke categorie is de helft van de merken willekeurig geselecteerd voor controle door de ILT. In totaal heeft de ILT warmtepompen van 14 merken gecontroleerd.
Uitgelicht: Vereniging Warmtepompen blij met onderzoek ILT
De Vereniging Warmtepompen (VWP) verwelkomt het vandaag door de Inspectie Leefomgeving en Transport gepubliceerde rapport ‘Warmtepompen; Toezichtactie naleving producteisen’. De VWP vindt het, namens haar leden, belangrijk dat opdrachtgevers, installateurs en eindgebruikers middels het zogenaamde ErP-label over de juiste, objectieve, informatie beschikken om te komen tot een passende apparaatkeuze. De vereniging zegt verder content te zijn dat van de veertien onderzochte merken het overgrote deel voldoet. Tegelijkertijd baart het de VWP zorgen dat er blijkbaar enkele leveranciers zijn waarbij de productinformatie volgens ILT niet direct aan de conformiteitseis voldeed. ‘Wij respecteren de handhaving door ILT omdat misinformatie kan leiden tot verkeerde apparaatkeuzes en dat kan leiden tot onzekerheid of zelfs wantrouwen in de markt en daarmee het behalen van de doelstellingen van de energietransitie hinderen’, aldus de VWP.
- Branche
- december 10, 2020
- 2 views
Zonnewarmtenet kan bestaande wijken energieneutraal maken
Een zonnewarmtenet blijkt technisch en financieel haalbaar om bestaande wijken te verduurzamen en aardgasvrij te maken, zo heeft een consortium van wetenschappers en bedrijven onder leiding van de TU Delft aangetoond. Het consortium heeft dit concept technisch uitgewerkt en voor een bestaande Haarlemse jarendertigwijk technisch en financieel doorgerekend. Daarnaast is in een proefopstelling in The Green Village in Delft aangetoond dat het systeem werkt. Hiermee ligt er een ontwerp klaar voor het duurzaam verwarmen van huizen van een hele wijk, zonder dat een externe warmtebron nodig is.
Om de doelen uit het klimaatakkoord te behalen, wordt hard gezocht naar manieren om bestaande wijken en gebouwen te verduurzamen en van het aardgas te ontkoppelen. Het zonnewarmtenet is een van de mogelijke oplossingen die het afgelopen jaar is ontwikkeld en getest. Dit net bestaat uit PVT-panelen (zonnepanelen die zowel warmte als elektriciteit opwekken) op het dak, een zeer lage temperatuur warmtenet gekoppeld aan een warmte/koudeopslag onder de grond en een warmtepomp in iedere woning. Op deze manier worden de woningen op een energieneutrale manier voorzien van warm water, verwarming in de winter en koeling in de zomer.
Slimme verdeling van warmte
Een speciale ‘afleverset’, een kastje met leidingen, pompjes en kleppen, zorgt ervoor dat de warmte van de het warmtenet en de PVT-panelen optimaal benut wordt. In de zomer wordt alle overtollige PVT-warmte via het netwerk in de ondergrondse opslag opgeslagen. In de tussenseizoenen wordt de warmte zowel geleverd door de PVT-panelen als door het netwerk vanuit de warmte/koudeopslag. In de winter wordt de warmte hoofdzakelijk uit de warmte/koudeopslag geleverd, waardoor de warmtepomp een hoog rendement kan halen. Een proefopstelling van het zonnewarmtenet is gebouwd en succesvol getest op The Green Village op de TU Delft.
Klaar voor duurzame wijkoplossing
De resultaten van de studie in Haarlem en de proefopstelling in Delft zijn overtuigend, aldus de initiatiefnemers. Het ontwerp van het zonnewarmtenet is volledig uitgewerkt. Zo is het benodigde aantal PVT-panelen per woning vastgesteld, maar ook de benodigde temperatuurniveaus voor warmteopslag en warmtedistributie. Daarnaast is getoetst hoe alle regelingen stabiel met elkaar kunnen functioneren. Aan de hand daarvan is geconcludeerd dat het systeem technisch werkt en de huizen in de wijk het hele jaar rond, met behulp van de panelen en het zonnewarmtenet, van genoeg warmte worden voorzien. De opgewekte elektriciteit uit de panelen is voldoende voor het functioneren van de warmtepomp.
Meest duurzame wijkoplossing
Het systeem is daarmee energieneutraal voor de warmtelevering. Ivo Pothof, onderzoeker bij TU Delft en Deltares, is enthousiast over het zonnewarmtenet: “Het is de meest duurzame wijkoplossing voor de bestaande bouw die ik ken, omdat er via de PVT-panelen maximaal gebruik wordt gemaakt van lokale energie. Het concept is uitgebreid vergeleken met andere oplossingen voor bestaande woonwijken en komt in al die vergelijkingen naar boven drijven.’
Financiële haalbaarheid
Ook op financieel gebied blijkt het zonnewarmtenet een interessant concept. Aan het begin moet een forse investering gedaan worden, maar daarna zijn er geen variabele energiekosten meer. Hierdoor is het zonnewarmtenet na enkele jaren goedkoper dan gas en de meeste andere alternatieven. De jaarlijkse kosten bestaan dan alleen uit onderhoud en aflossing van de gedane investering. De eigen elektriciteitsbehoefte van de warmtepomp wordt door de PVT-panelen opgewekt én het elektriciteitsnet hoeft niet te worden verzwaard, omdat er geen piekverbruik is in de winter. Met voldoende participatie uit de wijk en bij een laag rentepercentage is het zonnewarmtenet dus ook financieel een interessante oplossing.
Implementatie
Het consortium, bestaande uit de TU Delft, Deltares, Greenvis, Stichting SpaarGas, Triple Solar, Fortes Energy Systems, de WarmteTRansitieMakers en ENGIE hoopt dat het zonnewarmtenet een gangbare methode wordt om bestaande wijken te verduurzamen.
- Bedrijf
- december 8, 2020
- 0 views
Berlo vertrekt na 16 jaar bij ATAG
CEO Carl Berlo vertrekt per 1 januari a.s. bij ATAG Verwarming. Hij zal worden opgevolgd door Rob Maassen als Country Manager Nederland.
Berlo, die bijna 16 jaar werkzaam is geweest in Lichtenvoorde, over zijn vertrek: “Ik kijk terug met veel voldoening en trots. Het was een toptijd. Per 1 januari 2021 zal ik verder gaan met ondernemen als CEO bij een andere Achterhoekse parel, 247 TailorSteel in Varsseveld.”
Rob Maassen werkt al lange tijd bij ATAG en heeft diverse functies bij R&D en productmanagement bekleed. Maassen zal verantwoordelijk zijn voor het vermarkten van de merken ATAG, ELCO en Ariston in de Nederlandse markt. Marco Eimers zal als Commercieel Directeur de verantwoordelijkheid voor de verkoop dragen.
- Productnieuws
- december 3, 2020
- 0 views
Warmtepompen met aanvoertemperatuur tot 68 ℃
Nefit Bosch introduceert acht nieuwe bodemwarmtepompen van 22 tot 80 kW, geschikt voor zowel grote woningbouw, gestapelde bouw als utiliteit. Deze Compress 7000 LW serie kent horizontale en verticale varianten. In eerste instantie zijn zes modellen leverbaar: twee andere varianten volgen komend jaar. Aan elkaar gekoppeld in een cascade-opstelling kunnen ze tot 400 kW verwarmingsvermogen leveren. Alle varianten kunnen worden gecombineerd met nieuwe warmwaterboilers, die speciaal voor deze grootvermogen warmtepompen zijn ontworpen.
De Compress 7000 LW heeft twee afzonderlijke compressoren en een nieuw koelcircuit. Bij een lagere warmtevraag kan het vermogen van de warmtepomp worden gehalveerd. Naast extra energiebesparing is een aanvoertemperatuur van 68 ℃ mogelijk, resulterend in hoge COP- en SCOP-waarden. Daarnaast zijn de warmtepompen uitgevoerd met een nieuwe injectietechnologie en asymmetrische warmtewisselaars.
Ook koeling
De Compress 7000 LW kan tot negen verschillende verwarmingscircuits aansturen. Met een optionele koelunit kan de warmtepomp ook op warme dagen zorgen voor een aangenaam binnenklimaat. De software zorgt voor een energiebesparende werking bij de meest uiteenlopende toepassingen.
Eenvoudige installatie
De horizontale varianten zijn naar keuze aan de bovenkant, achterkant of zijkant aan te sluiten. Bij een aantal modellen, vereenvoudigen een ingebouwd elektrisch element, een driewegklep en circulatiepompen de installatie verder.
Integratie in elk gebouwbeheersysteem
Compress 7000 LW is uitgerust met het controlecentrum Rego 5200 dat is voorbereid voor communicatie via Modbus en BACnet. Hierdoor kan de warmtepomp worden geïntegreerd in vrijwel elk aanwezig gebouwbeheerssysteem. Via een gebruiksvriendelijke interface voor PC kan de beheerder de status monitoren en de warmtepomp bedienen.
Ondersteuning
Nefit Bosch is BRL 6000-21 gecertificeerd en heeft een serviceorganisatie om de installateur te ondersteunen bij ontwerp, realisatie en beheer van bodemwarmtepompsystemen. Bij inbedrijfstelling door Nefit Bosch is vijf jaar garantie mogelijk.
- Bedrijf
- november 25, 2020
- 0 views
Techneco wordt Remeha
Techneco wordt op 1 januari 2021 officieel Remeha. De verwarmingsfabrikant uit Apeldoorn acquireerde bijna twee jaar geleden het bedrijf dat zich richt op de ontwikkeling en levering van compleet geïntegreerde warmtepompsystemen in nieuwe en bestaande woningbouw en utiliteit. Het eerste resultaat van de samenwerking is de hybride warmtepomp Elga Ace.
Over de doelstellingen van de overname zegt algemeen directeur van Remeha, Arthur van Schayk: “We streven naar een aanzienlijk marktaandeel in warmtepompen in 2025.” Jasper Serlie, verantwoordelijk voor de vestiging in Delft, benadrukt een invloedrijke speler in de nieuwbouwmarkt te willen zijn. “Maar laten we niet vergeten dat er nog altijd heel veel cv-ketels worden verkocht in Nederland. We moeten absoluut proberen ons marktaandeel hierin te laten groeien.”
Kenniscentrum
Remeha richt zich op drie segmenten: nieuwbouw, utiliteit en residentieel. Vanuit de Delftse vestiging stuurt Jasper Serlie het segment nieuwbouw aan. Daarbij ligt de focus op warmtepompen. De vestiging in Delft wordt het kenniscentrum voor warmtepompen.
Relaties helpen
“We willen relaties helpen met marketing, het optimaliseren van het productportfolio en logistiek”, vertelt Van Schayk. Serlie vult hem aan: “We zijn ervan overtuigd dat bedrijven partners nodig hebben, die kennis kunnen overdragen en de problematiek begrijpen en daarvoor oplossingen aanbieden.” Die rol wil Remeha op zich nemen.