‘IP en ethernet zijn de basis voor industriële- en gebouwautomatisering’
Gemiddelde leestijd voor dit bericht is 151 seconden
Het gebruik van Modbus als protocol moet worden beperkt. In de verdeler is het master/slave-principe van het Modbus-systeem nog toepasbaar. Maar voor de distributie van data in de rest van de installatie of het gebouw heeft ethernet de voorkeur. Dat is de visie en keuze van Schneider Electric. Volgens deze specialist zouden IP en ethernet het uitgangspunt moeten zijn in bestekken en ontwerpen. De mogelijkheden van Modbus kent te veel beperkingen en is niet toekomstbestendig, stelt Schneider Electric.
Hoewel de markt in veel bestekken en ontwerpen Modbus nog vaak als standaard bussysteem voorschrijft, breekt Schneider Electric een lans voor het beperken van dit bussysteem. “Inmiddels is het net zo goed mogelijk om in plaats van Modbus, ethernet en IP in te zetten voor het uitwisselen van data”, stelt Joost de Koning, technisch specialist bij Schneider Electric. “Het verzendt alla data die vanuit Modbus-componenten verstuurd worden immers vaak sneller en op minstens zo betrouwbare wijze. Het vermindert bovendien de complexiteit van het bussysteem in het gebouw.”
De risico’s op een (te) complex bussysteem worden met Modbus groter naarmate er meer componenten worden toegepast. En de trend is dat gebouwbeheerders meer informatie uit installaties willen halen waarvoor onder andere een groeiend aantal Modbus componenten nodig is. Modbus-componenten zijn traditioneel zeer geschikt om data uit energiemeters te halen en via RS485-bekabeling naar een centraal opslagsysteem te sturen. Echter, als er veel componenten op een dergelijk bussysteem worden aangesloten, wordt het systeem steeds trager. Daarbij is de kans dat het ‘master/slave-principe’ bij uitbreidingen problemen oplevert levensgroot. Vandaar dat Schneider Electric adviseert om het gebruik van Modbus tot in de verdeler te beperken.
De Koning: “We willen allemaal meer en meer data uit energiemeters – elektriciteit, gas, warmte en water – zo gedetailleerd mogelijk verzamelen en verwerken. Een logisch gevolg van die behoefte is dat beheerders op steeds fijnmaziger schaal, soms zelfs per apparaat of machine, meters plaatsen. Gebruikt een bedrijf in dat geval Modbus als bussysteem, dan loopt het tegen grenzen aan. Daarom adviseren wij om hooguit in de verdeelinrichting een master/slave-systeem op basis van Modbus te creëren. Hierdoor kunnen wij vanuit die master in de verdeelinstallatie de informatie via ethernet door het gebouw naar het centrale gebouwbeheersysteem sturen.”
Ethernet biedt naast meer snelheid en minder complexiteit nog andere voordelen. Zo zorgt ethernet ook dat veel andere systemen en installaties aan hetzelfde gebouwbeheersysteem of dezelfde centrale monitoring kan worden gekoppeld. Vele andere systemen en devices, met protocollen als BACnet en KNX, kunnen hun data ook via ethernet transporteren. Daarnaast beschikken steeds meer apparaten en installaties, zoals motorstarters maar ook watermeters, over een IP-uitgang, zodat een directe verbinding met ethernet voor de hand ligt. Wel is het volgens Schneider Electric van belang, zeker als het gebouw en/of de besturing van de installaties omvangrijk wordt, een ‘dedicated’ ethernet aan te leggen. De uitwisseling van buscommunicatie kan in principe ook over het ethernet dat voor de kantoorautomatisering wordt gebruikt, maar de risico’s op fouten en beveiligingslekken is dan groter.
Voor meer informatie: www.schneider-electric.com