Living Lab 040
BROEDPLAATS VOOR INNOVATIES
In Eindhoven verrijzen de komende jaren 119 experimentele woningen. Ze zijn onderdeel van Living Lab 040, een broedplaats voor technische en sociale innovatie. IZ sprak met professor Jos Lichtenberg, die nauw betrokken is bij het initiatief.
Er was al een gigantisch woningtekort, maar door de aanhoudende migratie wordt het probleem nog nijpender. Waar moeten al die mensen wonen? Met name de grote steden zien zich gesteld voor een moeilijke opgave. Een van de opties die veel weerklank vindt, is om steden te ‘verdichten’, dat betekent in de praktijk efficiënter gebruik maken van de urbane ruimte die voorhanden is.
Oorsprong
In dat kader had de stad Eindhoven wel oren naar een locatie waar volop geexperimenteerd kon worden met nieuwe woningen en de sociale context. Des te meer omdat het om een langdurig project gaat. “In de bouw zien we vaak dat leereffecten nauwelijks blijven hangen, omdat er bij iedere opgave nieuwe bouwteams worden samengesteld en door budgettaire overwegingen regelmatig onderdelen van het ontwerp sneuvelen. Met een initiatief als Living Lab 040 waarbij tijdsdruk achterwege is, geen winstoogmerk speelt en waar je fouten mag maken en daardoor sneller leert, voorkomen we dit probleem,” vertelt Lichtenberg.
119 woningen
Living Lab 040 huurt de grond voor een periode van 15 jaar van de gemeente Eindhoven. De komende jaren verschijnen er 119 experimentele woningen. Het gaat om verschillende woningtypen. Er worden zowel bouwkundige als installatietechnische innovaties getest, van biobased materialen tot geïntegreerde installatieconcepten.
Leidingen
In één project (Ferlem) worden woningen opgetrokken met panelen waarin het leidingwerk al is opgenomen. Door het extreem dikke isolatiepakket is een vloerverwarming overbodig en volstaan convectoren van Jaga. Een interessant concept, omdat er nieuwe inzichten aan het ontstaan zijn over welbevinden en constante temperaturen. Tevens wordt getest welk effect het heeft als woningen overschotten aan energie met elkaar uitwisselen.
Integratie
Bouwkunde en installatietechniek schuiven naar elkaar toe. Dat is ook te merken in het Living Lab. Zo wil een buitenlandse glasfabrikant ramen testen die warmte leveren. Een goede oplossing als er lokale verwarming nodig is bij koudeval. En Velux beweegt als ramenleverancier steeds meer in de richting van de ventilatietechniek, bijvoorbeeld door nieuwe besturingstechniek toe te voegen aan ramen.
Scheiden
Dergelijke experimenten geven al deels aan welke kant de bouwkolom waarschijnlijk gaat op bewegen. Lichtenberg zelf maakt zich hier onder de noemer ‘Slimbouwen’ al jarenlang hard voor: het scheidbaar maken van de bouwkundige constructie en de installatietechniek, zodat tussentijdse vervanging, onderhoudswerkzaamheden en demontage aan het einde van de levensduur van de woning steeds eenvoudiger worden. Dit heeft verregaande consequenties voor het werk van de installateur en biedt hem grote kansen, want zijn rol wordt belangrijker. Hij doet al vroeg in het proces mee bij het ontwerpen en de engineering en later in de gebruiksfase zal de installateur de beheerder langdurig blijven ondersteunen bij mutaties en dergelijke.
Hergebruik
Op die manier wordt veel tijd en geld bespaard en hoogwaardig hergebruik van bouwkundige componenten en installatietechnische onderdelen gefaciliteerd. Denk aan het inzamelen van elektra, warmtepompen, PV-panelen, leiding- en kanalen werk, omdat ontkoppeling simpel is.
Input gebruikers
Naast technische innovatie is er ook oog voor sociale innovatie. Onder andere in de vorm van Burgerdenktanks. Dergelijke initiatieven slaan helaas vaak de plank mis, omdat er zich voornamelijk hoogopgeleide mensen met een links-liberale signatuur aanmelden. Dat zorgt voor een eenzijdige visie en uitkomsten en ondermijnt op termijn ook het draagvlak voor verduurzaming. Bovendien creëer je zo een blinde vlek, we komen als branche in een echokamer terecht en missen wellicht belangrijke informatie. Lichtenberg onderkent het probleem. Helaas is er nog te weinig aandacht voor, beaamt hij, daarom kan hij nog geen oplossingen geven. “Meer onderzoek is broodnodig. En dat gaan we in het LAB doen.”
Participeren
Living Lab 040 is een leerzame omgeving voor onze branche. Ook voor in-
stallateurs. Mocht je als lezer ook aan conceptontwikkeling doen, dan kun je je gerust aanmelden, zegt Lichtenberg
Ripple
Ripple is een bouwsysteem bedoeld voor het creëren van woonruimte op daken. Het is ontwikkeld door een studententeam (Team VIRTUe). Doel is om de woningen ook daadwerkelijk te gaan bewonen om daarmee data met betrekking tot woonervaringen te verzamelen. Het betreft een ver ontwikkelde bio-based woning die op veel fronten een kijkje in de toekomst geeft. Zo gaat het om een co-living concept, waarbij twee kleine huishoudens de ingang en een collectieve ruimte delen. Een warmtepomp verwarmt de woning via een afgiftesysteem in de vloer. Daarmee kan ook worden gekoeld. In hoeverre dat nodig is, moet blijken. Ripple is in verband met de plaatsing op daken een lichtgewicht systeem, maar de interne opwarming in de zomer wordt voor een belangrijk deel gereduceerd door wateropslag op het dak. Een EPDM-dak tegen opstanden omhoog ingewerkt, levert een waterreservoir op, dat oververhitting in de zomer sterk reduceert. Dat buitenhouden van warmte geldt ook voor een geautomatiseerde buitenzonwering met louvre-panelen. Op het dak tref je een groendak aan, dat ook bijdraagt aan de binnenklimaatbeheersing. Het dak is ingericht als een terras met tuin, waarmee het dakvlak dubbel wordt gebruikt. Het waterbassin bevindt zich direct onder dit terras. Opmerkelijk zijn verder de esthetisch aantrekkelijke PV-gevelpanelen die het gebruik van het dak als verblijfsgebied mogelijk maken. En zo is de gevel, grotendeels onzichtbaar, opeens een interessante energieopwekker geworden. Een bijzonder element is het Equi Librium. Dit product is in feite een besturingseenheid en maakt Ripple tot een active smart home. Het regelt niet alles automatisch, maar zoekt juist de interactie met de bewoner, die dan bewust kan beslissen om de afwasser een uurtje later aan te zetten, omdat dan de zon zal schijnen en er dan energieopbrengst is. Op die wijze worden bewoners bewuster gemaakt van energiestromen wat tot gedragsverandering en besparingen zal leiden. Door het direct gebruik van energie en het uitsmeren van piekbelastingen, worden congestieproblemen in het energienet gereduceerd. Het circulaire karakter wordt mede bepaald door het scheiden van de constructie en de invulling met niet dragende geveldelen. En, heel belangrijk, door het ontkoppelen van leidingen, waardoor ook de installatie volledig demonteerbaar is. De installaties komen bij bestaande gebouwen meestal geconcentreerd via een schacht naar boven. Ripple heeft een robuuste kern die als een hoed over zo’n leidingconcentratie kan worden geplaatst. Een plug and play systeem dat daarop aansluit, zorgt voor efficiëntie bij de montage en flexibiliteit ten aanzien van wijzigend gebruik. Ook badkamer en keuken kunnen daarbij een nieuwe plek krijgen. Via de kern kan tevens het onderliggende gebouw profiteren van overtollige duurzaam opgewekte energie.
Dit is een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ. De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.nl