LT -warmtenetten winnen aan populariteit
Waar de warmtepomp met veel bombarie haar entree maakt in de gebouwde omgeving, groeit bijna onmerkbaar ook het aantal lage-temperatuurnetten. “Ik schat dat er honderden LT-warmtenetten zijn in Nederland”, vertelt Gijs van Heijster in de januari-uitgave van IZ. Hij is Asset Manager bij Ennatuurlijk, een onafhankelijk, duurzaam energiebedrijf. “In de meeste gevallen gaat het om een WKO-installatie die met behulp van een warmtepomp warmte levert aan woningen en utiliteitsgebouwen.”
Een installateur die te maken krijgen met een LT-warmtenet, moet op de volgende zaken letten bij de aanleg van een afgiftesysteem en de bereiding van warmtapwater. Kijk eerst of de bouwkundige schil wel voldoende geïsoleerd is om een LT-afgiftesysteem toe te passen. Van Heijster: “Ik zou adviseren om een RC-waarde aan te houden van minimaal 4.” Realiseer je dat er verschillende warmte-afgifteoplossingen zijn. De consument vraagt al snel om vloerverwarming, maar afhankelijk van de omstandigheden kan een andere oplossing financieel, bouwkundig of comfort-technisch misschien wel veel beter uitpakken. “Neem nu de renovatiemarkt”, zegt Heijster. “In bepaalde gevallen is het problematisch om een vloerverwarming aan te leggen in een bestaande woning. Je zou dan kunnen kiezen voor (passieve) convectoren of LT-radiatoren.”
Ook het inregelen vraagt om maatwerk, legt Van Heijster uit. “De afgiftetemperatuur ligt lager, dus de warme moet extra goed verdeeld zijn over de woning om het gewenste comfortniveau te behalen.” Resteert nog de warmtapwaterproductie. Van Heijster: “Let op de lengte van de leidingen vanwege het warmteverlies en houd rekening met het ruimtebeslag voor het boilervat. Wees je ervan bewust dat de watertemperatuur opgekrikt moet kunnen worden in het kader van legionellapreventie.”
Na de aanleg volgt het beheer. Van Heijster adviseert om een ‘periodieke APK’ uit te voeren. “Controleer of de aan- en retourtemperatuur kloppen, check op lekkages en vraag of het gewenste comfortniveau nog wordt behaald.”
Het gehele artikel staat in de januari-uitgave van IZ, die vanaf 29 januari a.s. hier te lezen is.