Miljoenen huishoudens in 2030 op door groene waterstof opgewekte elektriciteit
Een consortium van Gasunie, Groningen Seaports en Shell Nederland heeft vanmiddag aangekondigd te willen beginnen met het project NortH2: de productie van groene waterstof met behulp van stroom die door een megawindpark op zee wordt opgewekt. Het consortium wil hiermee invulling gegeven aan de doelstellingen van het Klimaatakkoord. Het park moet in 2030 al 3 tot 4 gigawatt aan elektriciteit leveren. Omgerekend zou dat genoeg zijn om 3,5 tot 5 miljoen huishoudens in Nederland van elektriciteit te voorzien. Dat moet in 2040 zijn gegroeid naar 10 gigawatt.
De groene waterstofproductie, initieel in de Eemshaven en later mogelijk ook op zee, zal naar verwachting zo’n 800.000 ton per jaar zijn in 2040. Dat scheelt een uitstoot van zo’n zeven megaton CO2 per jaar. NortH2 heeft de steun van de provincie Groningen en gaat op zoek naar partners om het consortium uit te breiden en dit project te realiseren.
Serieuze bijdrage aan verduurzaming
Groene waterstof, gemaakt uit hernieuwbare bronnen zoals wind en zonne-energie, staat centraal in het Nederlandse Klimaatakkoord en de Europese ‘Green Deal’. Op dit moment wordt waterstof al in grote hoeveelheden gebruikt in de industrie, maar wordt voornamelijk geproduceerd uit aardgas. Het vervangen door groene waterstof draagt serieus bij aan de verduurzaming van de industrie.
Allereerst voorziet NortH2 in de bouw van enorme windparken in de Noordzee, die stapsgewijs kunnen uitgroeien tot een uiteindelijke capaciteit van zo’n 10 gigawatt. Dat is omgerekend goed voor het elektriciteitsgebruik van circa 12,5 miljoen Nederlandse huishoudens. Hiervoor moeten veel windturbines worden gebouwd. De eerste kunnen al in 2027 gereed zijn en worden ingezet voor groene waterstofproductie.
Daarnaast voorziet het plan in een grote ‘elektrolyser’ in de Eemshaven, waar de windenergie wordt omgezet in groene waterstof. Het consortium overweegt verder de mogelijkheid om elektrolysers op zee te plaatsen.
Inzetten van aardgasinfrastructuur van Gasunie
Ten slotte is een slim transportnetwerk in Nederland en Noordwest-Europa nodig om de 800.000 ton groene waterstof naar voornamelijk industrie, maar later mogelijk ook naar de consument te brengen. Hiermee kan rond 2040 naar schatting zeven megaton CO2-uitstoot per jaar worden bespaard. Met dit project wordt de aardgasinfrastructuur van Gasunie, die nu nog vooral wordt ingezet voor aardgas en groen gas, ook gebruikt voor de opslag en het transport van waterstof.
Nieuwe partners nodig
Marjan van Loon, president-directeur van Shell Nederland: “We zetten hier met elkaar een ambitie neer die Nederland wereldwijd in de koplopersgroep plaatst op het gebied van waterstof. Bovendien draagt het bij aan het behalen van de doelstellingen van het Nederlandse Klimaatakkoord en het versnellen van de energietransitie. Dit project biedt kansen in de gehele waterstofketen. Daarnaast past het goed bij onze New Energies-aspiraties en bij onze ambities om steeds weer nieuwe manieren te vinden om CO2-uitstoot te verminderen en meer en schonere energie te leveren, thuis, onderweg en op het werk. Om dit project te realiseren zullen er verschillende nieuwe partners nodig zijn. Samen zullen we moeten pionieren en innoveren om alle beschikbare kennis en kunde die nodig is bij elkaar te brengen. De energietransitie vraagt om lef, durven en doen.”
Uitgelicht:
Als het gaat om het gebruik in een brandstofcel om elektriciteit te maken, is waterstof in alle gevallen volledig schoon. Daarbij is er geen emissie, behalve van schone waterdamp. Gaat het om hoe schoon de productie van waterstof is, dan hangt dat af van de herkomst van die waterstof. Vandaar het onderscheid tussen 'groene' waterstof (uit elektrolyse met duurzame elektriciteit van wind, zon of water) en 'grijze' waterstof (uit fossiele brandstof); bij de laatste komt CO2 vrij. Dan is er nog een 'blauwe' variant. Hierbij gaat de vrijgekomen CO2 permanent in opslag, in bijvoorbeeld lege gasvelden op zee, waardoor de zo verkregen waterstof klimaatneutraal is.