Past meer en beter ventileren in het klimaatakkoord?
De normen en regelgeving voor het bouwen van huizen worden steeds verder aangescherpt. Zo is onlangs de BENG (Bijna Energie Neutrale Gebouwen) van kracht geworden. Met als gevolg dat we gebouwen, en dan met name woningen, steeds beter isoleren.
Inmiddels zelfs zo goed dat de woning zomers wordt opgewarmd. Hiervoor is dan weer de TOJuli in het leven geroepen. De temperatuur in een referentieruimte in de woning mag niet meer dan een x-aantal uur in de maand juli boven de 25 graden uitkomen. Hiervoor hebben we dan weer passieve of actieve koeling nodig.
Binnen het klimaatakkoord en de energietransitie hebben we afspraken gemaakt over het reduceren van de CO2-uitstoot. Echter, de geleerden slaan helaas te vaak door. Stel dat we in het hiervoor genoemde geval actief gaan koelen, dan hebben we niet alleen extra energiegebruik en dus ook CO2-uitstoot, maar ook een risico op lekkage van F-gassen met weer heel andere gevolgen voor de ‘Global Warming’.
Hetzelfde gaat op voor het isoleren en ventileren van woningen. Algemeen is bekend dat hoe beter je de woning gaat isoleren, de behoeft aan verse lucht en dus ventileren stijgt. Alleen als je mechanisch gaat ventileren verbruik je weer extra energie t.o.v. natuurlijke ventilatie. Nu hebben we allerlei hybride vormen bedacht, denk hierbij aan warmtepompen met warmteterugwinning uit ventilatielucht, maar levert dit nu daadwerkelijk die gewenste energiebesparing en de CO2-uitstoot reductie op?
Voor mij persoonlijk geldt één ding, onze gezondheid staat voorop. En dat houdt in dat er steeds meer en beter geventileerd zal moeten gaan worden. Ik daag jullie dan ook uit om met ons (Binnenklimaat Nederland) in gesprek te gaan over hoe wij de status quo kunnen doorbreken en wel kunnen werken aan het klimaatakkoord en de energietransitie terwijl we de woningen en gebouwen beter kunnen gaan ventileren.
Wouter Wijma, Voorzitter Binnenklimaat Nederland