RIVM wijst op blootstelling aan coronavirus via aerosolenroute
De laatste maanden is er veel te doen geweest over de zogenaamde aerosolenroute. Volgens een aantal deskundigen zou de overdracht van het coronavirus theoretisch gezien via kleine vochtdruppels in de lucht kunnen plaatsvinden. Uit een net openbaar gemaakt onderzoek van het RIVM blijkt inderdaad dat in niet-geventileerde ruimtes mensen aan deze zogenaamde aerosolen kunnen worden blootgesteld.
De RIVM-wetenschappers keken in hun onderzoek onder meer naar hoeveel aerosolen er vrijkomen na bijvoorbeeld een hoest of bij praten. Daaruit blijkt dat na een nies de meeste kleine druppels in de lucht blijven hangen, gevolgd door een hoest, twintig minuten praten en ademen.
Kleine kans
In de meeste gevallen is de kans dat iemand in aanraking komt met het virus via aerosolen volgens de RIVM-onderzoekers minder dan 1 procent. Bij driekwart van de coronapatiënten zitten er een miljoen virusdeeltjes of minder in een milliliter vocht, en daarbij is de kans op overdracht klein.
Uitschieters
Maar er zijn ook uitschieters. Een op de twintig patiënten heeft een hoge virusconcentratie van honderd miljoen virusdeeltjes per milliliter vocht. Als zo iemand in een volle bus hevig niest, is de kans dat minstens één ander persoon wordt blootgesteld aan het virus 100 procent. In hoeverre het virus via aerosolen ook overgedragen wordt, blijft wel onduidelijk, benadrukken de onderzoekers. De besmettelijkheid van de virussen in de aerosolen is niet onderzocht.
Brief aan WHO
Afgelopen week hebben 239 wetenschappers uit 32 landen een open brief geschreven aan de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), waarin ze oproepen de corona-richtlijnen aan te passen. De wetenschappers zeggen genoeg bewijs te hebben dat het virus via aerosolen wordt overgedragen en adviseren daarom zelfs op anderhalve meter afstand een mondkapje te dragen. Ook schrijven ze dat het juist instellen van ventilatiesystemen, toepassing van UVC-verlichting en eventueel luchtreinigers belangrijk zijn om verspreiding te beperken. Deze laatste twee kunnen zinvol zijn, mocht de ventilatiecapaciteit ontoereikend zijn.
Rol REHVA
De REHVA waarschuwde maanden geleden al voor de aerosolenroute. Vanuit het oogpunt van ‘Better safe than sorry’ heeft de Europese organisatie vervolgens richtlijnen opgesteld om de risico’s in te dammen door goed te ventileren. Francesco Franchimon, Public Health Engineer, was betrokken bij het opstellen van de richtlijnen. Hij is blij met dit onderzoek van het RIVM.
Advies installateur
“Het is hiermee nog niet bewezen dat er voldoende infectieus materiaal zit in de deeltjes om daadwerkelijk een besmetting te veroorzaken, maar we komen zo wel een stap verder. Het RIVM wees al op het belang van goed ventileren, maar daarbij wordt tot dusverre uitgegaan van de richtlijnen in het Bouwbesluit. Je kan je afvragen of alle gebouwen wel voldoen aan het Bouwbesluit en of de ventilatievouden die worden vermeld wel toereikend zijn om infecties te beperken. Dit is de reden om nog steeds uit te gaan van ‘Better safe than sorry’. Vervolgonderzoek zou tot meer helderheid kunnen leiden over het daadwerkelijke risico op besmetting via de aerosolenroute. Bijvoorbeeld het onderzoek dat nu plaatsvindt met Freten in het Erasmus MC. Dit kan een verdere onderbouwing geven over de nieuwe richtlijnen op het gebied van ventilatie. Ik raad de installateur dus aan om de ontwikkelingen goed te blijven volgen.”