• december 20, 2019
  • 126 views
‘De warmtepomp is niet meer innovatief’

Nu het einde van het jaar met rasse schreden nadert, wordt het tijd voor de lijstjes. Ron Bosch, adviseur en HBO-docent Installatietechniek blikt – net als vorig jaar – voor ons terug op 2019 en doet enkele voorspellingen voor 2020.

Vorig jaar schreef ik dat onze branchevereniging van naam was veranderd. Het was even wennen aan ‘Techniek Nederland’, maar inmiddels is deze nieuwe naam al aardig ingeburgerd. Ook bij andere relevante organisaties veranderde het een en ander. Zo besloten Sterkin en KvINL samen verder te gaan onder de naam InstallQ. Deze stichting heeft nu verschillende, onafhankelijke keurmerken en erkenningsregelingen onder haar hoede, die van belang zijn voor onder andere elektrotechnische, gastechnische en waterinstallateurs

Warmtepompen
Volgens cijfers van Centraal Bureau Statistiek is het aantal lucht/water-warmtepompen in Nederland sterk gegroeid. Inmiddels zijn ruim 400.000 woningen voorzien van een warmtepomp die gebruik maakt van buitenlucht en circa 60.000 woningen van een warmtepomp die gebruik maakt van bodemenergie. Daarmee durf ik te stellen dat de warmtepomp inmiddels zeker niet meer innovatief is, maar een beproefde verwarmings-/koeltechniek.

Bouwbesluit
Het Bouwbesluit 2012-2018 wordt aangepast. Het belang van comfort komt sterker op de voorgrond te staan. Bij de toepassing van CO2 geregelde ventilatiesystemen wordt in de hoofdslaapkamer naast de woonkamer of keuken een extra CO2-sensor verplicht.

#vangaslos
#Vangaslos veroorzaakte een schok in de markt. Volgens de politiek was deze maatregel noodzakelijk vanwege de aardverschuivingen in Groningen. Wel bijzonder als je bedenkt dat de Minister-President circa 4 jaar geleden in het Noord-Duitse Lubmin nog de Nord Stream gaspijpleiding in gebruik heeft genomen namens ons land. De Nord Stream verbindt de enorme gasreserves in Rusland via de Oostzee met Europa. De leidingen kunnen gedurende een periode van minstens 50 jaar Europa voorzien van 55 miljard kubieke meter per jaar. Dat is voldoende om ruim 26 miljoen huishoudens in Europa te bevoorraden en om een deel van de energiehonger van de Europese landen te stillen. Vreemd dus dat ons land flink mee heeft meebetaald aan de 1224 kilometer lange pijplijn en we nu #vangaslos gaan. Uiteindelijk wil de overheid dat in 2050 alle huishoudens niet langer afhankelijk zijn van aardgas.

Multidisciplinair
De vraag naar zonnepanelen, warmtepompen, opslagsystemen en andere energietechniek groeit. Deze technologie heeft invloed op de manier waarop gebouwen worden ontwikkeld. Ook de schil is bijvoorbeeld belangrijk. Als die heel dun is, zijn we energetisch gezien niet zo goed bezig en kost het meer energie. De hedendaagse installatietechnici hebben echter vaak een beperkt kennisgebied. Er is behoefte in de markt aan breed opgeleide technici die kunnen inspelen op actuele ontwikkelingen, zoals de energietransitie en circulariteit. Daarnaast zal er geleidelijk aan een vraag ontstaan naar nieuwe beroepen, zoals creator, integrator, assembler of provider.

Economische tegenwind
Er gaan op termijn handelsbarrières ontstaan tussen de VK en de EU wegens de Brexit. En door de recente uitspraak van de Raad van State (RvS) over de beperking van uitstoot van stikstof, komt de komende vijf jaar voor 14 miljard euro aan bouwprojecten op losse schroeven te staan. Ik ben erg benieuwd hoe dit allemaal gaat uitpakken. We zullen het zien in 2020!

 

 

  • december 19, 2019
  • 117 views
“Vakmanschap gaat zwaarder wegen”

Het begin van een nieuw decennium is een mooi moment om een blik vooruit te werpen. Wat heeft de koudetechniek de komende jaren in petto? Henk Komin, technisch eindverantwoordelijke bij koudebureau IJskoud BV in Amsterdam voorspelt dat niet alleen de techniek verandert, maar ook de monteurs die de techniek mogelijk maken. Naast milieuvriendelijkere koudemiddelen eist de markt ook minder energieverbruik en de beweging richting super zuinige koel- en vriesinstallaties zet verder door.

Henk Komin: “Onder invloed van milieu- en duurzaamheidseisen verandert er nogal wat in het vakgebied en dat heeft niet alleen impact op techniek, maar ook op de monteurs die de techniek mogelijk maken. We zitten in een overgang naar milieuvriendelijkere koudemiddelen. Die hebben als nadeel dat ze giftig of brandbaar zijn. Daar moet je dus maatregelen voor nemen, bijvoorbeeld door de installatie buiten te plaatsen of door veiligheidssystemen met betrekking tot afzuiging en energieafsluiting te ontwikkelen. Je zet zo’n installatie dus niet meer zomaar even neer. Vakmanschap, creativiteit, kennis en ervaring gaan zwaarder wegen omdat je iedere installatie elke keer opnieuw engineert. Dat vraagt dus om monteurs die deze flexibiliteit en creativiteit aan kunnen.”

Meer zekerheid, minder verbruik
“Behalve milieuvriendelijkere koudemiddelen eist de markt ook minder energieverbruik en die beweging richting super zuinige koel- en vriesinstallaties zet verder door. Bij IJskoud werken we momenteel bijvoorbeeld aan een biobank, een soort centrale diepvriesopslag voor medisch materiaal zoals ziektes, virussen, weefsel, etc. Die installatie moet altijd op -80 graden gehouden worden en vroeger vrat dat energie. Door een hele reeks aan maatregelen, zoals het conditioneren van de ruimte op temperatuur en vochtigheid en het bouwen van grotere, modulair op te bouwen vrieskasten, hebben we het energieverbruik met maar liefst 85% weten te reduceren. Dat is een benchmark case die zeker navolging zal vinden bij andere ziekenhuizen.”

FreezerData: meten is weten
“Big Data, machine learning, The Internet of Things en deep learning algoritmes: ook in de koeltechniek zijn data en digitalisering de toekomst. Onlangs heeft IJskoud FreezerData gepresenteerd, een hightech digitaal platform waarmee ‘voorspellend onderhoud’ realiteit wordt. En het mooie is dat de gegevensstroom van alle aangesloten koelingen het zelf lerende systeem steeds slimmer maakt. We hebben een algoritme ontwikkeld dat op basis van eerdere storingen voorspelt wanneer de volgende storing eraan komt. Met iedere nieuwe storing wordt het systeem dus intelligenter.”

Waarom moeilijk doen als het makkelijk kan?
“Naast de ontwikkeling richting steeds uitdagendere projecten, blijven er ook relatief eenvoudige, niet specialistische projecten bestaan zoals een airco, koelcel of reparatie. Die gaan we steeds meer standaardiseren en automatiseren. Door bijvoorbeeld een app of online tool maken we het eenvoudig voor monteurs om alle relevante gegevens in te voeren, zodat zij zelf, ter plekke, eenvoudig een offerte kunnen maken en aanbieden aan klanten. Uiteindelijk profiteert iedereen daarvan. Waarom moeilijk doen, als het makkelijk kan?”

  • december 13, 2019
  • 138 views
“Installateurs halen krenten uit de pap”

Bericht in het AD van deze week: ‘Wie zijn huis wil verbouwen, is momenteel goedkoper uit en kan makkelijker een aannemer vinden. Nu bouwbedrijven als gevolg van de crises rond stikstof en PFAS veel minder grote nieuwbouwprojecten hebben, zijn ze weer in voor kleinere klussen.’ Is die tendens ook bij installatiebedrijven zichtbaar?

Nee, stelt Techniek Nederland bij monde van woordvoerder Dick Reijman. “Installateurs zijn vaak betrokken in de eindfase van projecten en merken als gevolg daarvan later dan bijvoorbeeld bouwers de eventuele negatieve effecten van de stikstofcrisis. Het kan dus zijn dat de stikstofperikelen de branche op een later moment gaan raken. Dat wil Techniek Nederland voorkomen. Daarom is het essentieel dat de stikstofwet nog voor het kerstreces door de Eerste Kamer wordt aangenomen en zo spoedig mogelijk in werking treedt. Grote nieuwbouw- en infraprojecten moet zo spoedig weer op gang komen of van start gaan.”

Los van stikstofproblematiek
“Installateurs leveren bovendien veel dienstverlening die los staat van de stikstofproblematiek”, vervolgt Reijman. “Voorbeelden daarvan zijn de vervangingsvraag van technische installaties die aan het einde van de technische levensduur zijn en verduurzaming van bestaande installaties. Daarnaast zorgt beheer en onderhoud van technische systemen voor een constante stroom aan opdrachten.”

Krenten uit de pap
We legden dezelfde vraag voor aan Lino Noya Mahn van Noya Installatietechniek, die dagelijks particulieren aan de lijn krijgt die op zoek zijn naar een betrouwbare loodgieter of cv-monteur. “Installateurs hebben het kennelijk zo druk dat ze de krenten uit de pap halen. Dat zie je ook met onderhoudsabonnementen op cv-ketels: ze willen wel eenmalig de ketel schoon maken maar geen onderhoudscontract hebben op een ketel die al acht jaar of ouder is, omdat men dan het risico loopt op storingen en reparaties. Even een nieuwe ketel bij ze kopen en daarbij een servicecontract afsluiten mag natuurlijk wel.”

Steeds drukker
“Noya merkt bovendien dat de aannemers die hij dagelijks spreekt, het nog steeds druk hebben en langdurig vol zitten. “Ik krijg het zelf ook steeds drukker, vooral met met cv ketel-vervangingen en -onderhoud. Daarnaast groeit het aandeel ventilatiekanaalreiniging. Blijkbaar hebben steeds meer mensen door dat ventileren nodig is en dat kanaalreiniging daar een belangrijk onderdeel van uitmaakt.”

  • december 6, 2019
  • 137 views
“Installateurs kunnen zichzelf nog steeds slecht verkopen”

Tien jaar geleden schreef Marjet Rutten een boek over de toekomst van de bouw- en installatiesector. Volgens de bouwmarketingdeskundige was het destijds pover gesteld met de marketingskills van installateurs. Hoe ziet de situatie er nu uit? Installatienet sprak erover met Rutten.

Rutten publiceerde haar boek in 2010. Het kreeg een veelbelovende titel mee: ‘Van Yab Yum naar Dim Sum. Uitdagende visies op de bouw-, en installatie- en vastgoedsector in 2025.’ In die tijd zaten we nog middenin de economische crisis. Toonaangevende media voor de bouw- en installatiebranche signaleerden destijds allemaal hetzelfde probleem: installateurs stellen zichzelf te reactief op. Bovendien nemen ze vaak hun toevlucht tot technische argumenten om hun producten aan de man te brengen, terwijl de klant juist geïnteresseerd is in de voordelen die een eventuele aanschaf met zich mee zou brengen. Zoals meer comfort, energiebesparing of gemak.

Nog steeds te afwachtend
“Installateurs konden zichzelf slecht verkopen en helaas is daar weinig aan veranderd”, vertelt Marjet Rutten nu. “Ze stellen zich nog vaak te afwachtend op en houden er een ‘u vraagt en wij draaien mentaliteit’ op na. Ondertussen klagen ze wel volop over de tarieven waarvoor ze hun werk moeten doen.”

Marketing op orde
“Volgens mij slagen ze er nog steeds niet goed in om hun toegevoegde waarde inzichtelijk te maken en dan wordt je vaak geselecteerd op prijs”, vervolgt de bouwmarketingdeskundige. “Voor die partijen die niet hun geld willen verdienen met ‘uurtje factuurtje werk’ tegen scherpe tarieven is het hoog tijd om hun marketing op orde te krijgen. De verleiding is groot om dat aspect van je bedrijfsvoering te laten versloffen als het werk tegen de plinten aan klotst, maar vroeg of laat zal er weer een economische crisis uitbreken. En wat dan?”

Meebewegen
Bovendien ziet Rutten de bouwsector veranderen. “Hoe wil je daarin meebewegen en jezelf positioneren als bedrijf? Welk type mensen heb je nodig om die visie te verwezenlijken? Hoe zorg je ervoor dat je de juiste professionals binnenhaalt? Het zijn allemaal vragen die uiteindelijk te maken hebben met marketing.”

Nieuwsgierig geworden? In de januari-editie van IZ kunt u het hele interview met Rutten lezen.

Bron foto: © renevandenburg.eu

  • november 21, 2019
  • 130 views
Realtime ondersteuning bij installatie moet verlies aan kwaliteit personeel opvangen

Een toenemend tekort aan arbeidskrachten is een onmiskenbare trend op de bouwmarkt. Ondertussen nemen de producten en systemen door de technologische ontwikkelingen toe in complexiteit. Een derde trend is dat oudere generaties installateurs door hun leeftijd de markt geleidelijk aan verlaten en met hen ook veel ervaring de installatiemarkt verlaten, wat van invloed is op de kwaliteit van het personeel van de installateur.

Deze trends werden opnieuw weerspiegeld in de resultaten van de European Mechanical Installation Monitor van het eerste kwartaal van 2019, waarin de onderzoekers zich hebben gericht op de dienstverlening in de installatiemarkt. Naast de verscheidenheid aan diensten die installateurs aan hun klanten aanbieden, werd aan installateurs uit zes Europese landen gevraagd naar de diensten die zij graag van fabrikanten van installatieproducten zouden willen ontvangen. De drie belangrijkste diensten die uit het marktonderzoek naar voren komen, zijn: realtime installatie-ondersteuning, service en installatie-instructietraining, en prefab-oplossingen die snel en eenvoudig te installeren zijn.

Augmented Reality
Om real-time installatieondersteuning werd het meest gevraagd, hoewel er verschillen tussen de landen te zien zijn. Zo is de belangstelling van de Belgische en Poolse installateurs het grootst voor serviceondersteuning op afstand via Augmented Reality (AR) of Mixed Reality (Mixed Reality). 35% is geïnteresseerd in deze diensten. De belangstelling van andere landen lag ook dicht bij dit aantal, met als enige uitzondering het Verenigd Koninkrijk.

Sneller individueel operationeel
De vraag naar realtime-installatieondersteuning, en met name ondersteuning van AR en MR op afstand, is een goede indicator voor de effecten van alle genoemde trends. Deze diensten kunnen installateurs helpen bij het omgaan met de toenemende complexiteit van systemen direct op de werkplek. Bovendien kunnen jongere en minder ervaren generaties installateurs dankzij de AR- en MR-ondersteuning op afstand sneller individueel operationeel zijn in het veld, waardoor oplossingen worden geboden voor zowel het kwaliteitsverlies door het vertrek van oudere generaties installateurs uit de markt, als voor het toenemende tekort aan arbeidskrachten.

  • november 20, 2019
  • 159 views
Pensioenen in de techniek waarschijnlijk niet omlaag

De pensioenen in de sector Metaal en Techniek gaan in 2020 hoogstwaarschijnlijk niet omlaag. Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft gisteren een versoepeling aangekondigd van de regels voor pensioenfondsen. Daardoor is de kans klein dat pensioenfonds PMT de pensioenen volgend jaar naar beneden moet bijstellen. Voorzitter Doekle Terpstra van Techniek Nederland vindt dit “goed nieuws voor de gepensioneerden in de sector en voor onze bedrijven. Het geeft ons tijd en ruimte om te werken aan de hervorming van het pensioenstelsel. Die blijft hard nodig.”

De versoepeling van de regels houdt voor pensioenfonds PMT in dat de dekkingsgraad op 31 december 2019 tenminste 90% moet zijn. Als dat het geval is, hoeven de pensioenen volgend jaar niet omlaag. Eind oktober bedroeg de dekkingsgraad van PMT 95,8%. Als de minister de regels niet zou hebben aangepast, had het pensioenfonds op basis van de stand van oktober 2019 de pensioenuitkeringen volgend jaar met 4,2% moeten verlagen.

Structureel hervormen
Techniek Nederland dringt aan op een structurele oplossing voor de continuïteit en houdbaarheid van onze pensioenvoorziening. De rente blijft naar verwachting nog langere tijd extreem laag. Dit leidt tot een lage dekkingsgraad en om die te verhogen is geen extra vermogen beschikbaar. Voorzitter Doekle Terpstra: “We moeten het pensioenstelsel structureel hervormen en Techniek Nederland gaat hierin het voortouw nemen.”

  • november 20, 2019
  • 221 views
Vijf genomineerden voor WKO Duurzaamheid Award

Het Gebruikersplatform Bodemenergie reikt op 28 november a.s. voor de vijfde keer de WKO Duurzaamheid Award uit. De onderscheiding gaat naar een eindgebruiker of beheerder van een wko-systeem die op een excellente wijze zijn of haar systeem beheert. Daarnaast zorgt deze eindgebruiker voor kennisoverdracht en helpt hij of zij andere eindgebruikers bij het vergaren van informatie over deze systemen. Van de in totaal 12 kandidaten die zijn voorgedragen, heeft de jury inmiddels vijf beste eindgebruikers genomineerd.

De winnaar van de WKO Duurzaamheid Award 2019 wordt bekend gemaakt tijdens het Nationaal Symposium Gebruikersplatform Bodemenergie in het hoofdkantoor van a.s.r. te Utrecht. Dit jaar zal Lot van Hooijdonk, wethouder in de gemeente Utrecht en fervent voorstander van verduurzaming, de prijs uitreiken.

Uiteenlopende genomineerden
De vijf genomineerden zijn afkomstig van uiteenlopende organisaties en bedrijven. In willekeurige zijn dit:

  • Hajo Feeringa, beheerder Technische Installaties bij Provincie Drenthe.
  • Gerrit Engberts, hoofd beheer en onderhoud bij Rijksmuseum te Amsterdam.
  • Adri Meijdam, beheerder WKO, Corporate communicatie specialist Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) bij a.s.r te Utrecht.
  • Marco Strooker, domeinbeheerder vastgoed bij gemeente Alphen a/d Rijn.
  • Leon Dukker, mede-eigenaar van rozenkwekerij Porta Nova.

Vakinhoudelijke parellelsessies
Behalve de prijsuitreiking wordt er tijdens het symposium aandacht besteed aan het belang van duurzame en goed presterende bodemenergiesystemen. Dit gebeurt in drie parallelsessies; elke sessie heeft een specifiek thema, zoals Innovatie in Bodemenergie, beheer en onderhoud van WKO-systemen en optimalisatie van WKO-systemen.

  • november 15, 2019
  • 125 views
Ook installatiebranche heeft nu app met actueel vaknieuws

Installateurszaken introduceert als eerste praktijkblad voor de installatiebranche een app. Alle artikelen, columns en rubrieken uit dit magazine worden in deze app dagelijks aangevuld met actueel vaknieuws. De app is vanaf heden gratis te downloaden voor Android gebruikers. Bezitters van een Apple smartphone moeten nog even geduld hebben.

Steeds meer dienstverleners en fabrikanten introduceren een app bij de producten die ze op de markt brengen. Deze apps kunnen bijvoorbeeld worden ingezet om rechtstreeks te bestellen bij de groothandel, om actuele gegevens over de binnenluchtkwaliteit op te vragen of om een verwarmingsinstallatie, pomp, douchewc of airconditioner (op afstand) te bedienen.

Eigen app
Een app om onafhankelijke informatie over uw vak via uw smartphone binnen te halen, was er tot voor kort nog niet. InstallateursZaken heeft als eerste installatievakblad een eigen app laten ontwikkelen. Niet alleen zijn daarin alle artikelen, columns en rubrieken uit iedere uitgave van IZ terug te vinden. We vullen die vakinformatie dagelijks aan met actueel nieuws uit en over uw vakgebied. Dat laatste gebeurt in samenwerking met de redactie van Installatienet.nl, dat al twee decennia lang als populaire nieuwssite voor het vakgebied fungeert.

Gratis downloaden
De app is al gratis te downloaden via Google Play (Android) en zeer binnenkort ook in de App Store (iOS) verkrijgbaar. Zoek op Installateurszaken.

  • november 14, 2019
  • 137 views
Stikstofcrisis: “Het duurt allemaal veel te lang”

Techniek Nederland is blij dat het kabinet de eerste stappen zet om de stikstofcrisis aan te pakken en dringt tegelijkertijd aan op meer snelheid. Voorzitter Doekle Terpstra: “Het kabinet moet zo spoedig mogelijk een drempelwaarde vaststellen om projecten weer vlot te trekken. We hebben geen tijd te verliezen.” De ondernemersorganisatie is teleurgesteld over de voorgestelde PFAS-maatregelen. “Vóór 1 december gebeurt er feitelijk niets en dat kunnen we ons niet permitteren.” 

Het kabinet lijkt met de stikstofmaatregelen de woningbouw weer op gang te brengen, maar het blijft nog onduidelijk wanneer de aangekondigde drempelwaarde voor stikstof er komt. Terpstra: “De voorstellen van het kabinet moeten nog door de Eerste en Tweede Kamer, daarmee verliezen we kostbare tijd.”

Infra en utiliteit
Techniek Nederland constateert dat de stikstofmaatregelen weinig ruimte opleveren voor infrastructurele projecten terwijl de utiliteitsbouw in de brief aan de Tweede Kamer helemaal niet wordt genoemd. Het kabinet moet hiermee snel aan de slag gaan. Terpstra: “Een groot deel van onze leden is actief in de infratechniek en utiliteitsbouw. We moeten voorkomen dat hier installatiebedrijven en technisch dienstverleners in de problemen komen en straks duizenden arbeidsplaatsen verloren gaan.”

PFAS teleurstellend
De aangekondigde PFAS-maatregelen vindt Techniek Nederland ronduit teleurstellend. Tot 1 december is er geen oplossing voor de problemen, maar ook daarna blijft veel onduidelijk. Terpstra: “Het duurt allemaal veel te lang terwijl de urgentie groot is. Ik reken op daadkracht en méér actie bij dit kabinet.”

  • november 5, 2019
  • 128 views
‘Werknemers in zware beroepen kunnen eerder met pensioen’

In Nederland is het goed mogelijk om de pensioenleeftijd meer af te stemmen op het arbeidsverleden. Zo zouden werknemers die al voor het bereiken van de algemene pensioenleeftijd 45 jaar gewerkt hebben of werknemers in zware beroepen eerder met pensioen kunnen. Tegenover de extra pensioenuitgaven staan besparingen in de vorm van vermeden uitkeringen voor arbeidsongeschiktheid. Dit concludeert het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) in een zojuist verschenen studie.

De netto extra uitgaven voor een vervroegde uittreding voor alle werknemers die 45 jaren gewerkt hebben, bedragen jaarlijks circa €8,6 miljard. Bij een regeling enkel voor zware beroepen gaat het om circa €690 miljoen per jaar. Voor werknemers in zware beroepen dient wel een oplossing getroffen te worden voor het basispensioen, via bijvoorbeeld een bijzondere bepaling in de AOW of een collectief fonds van werkgevers, -nemers en overheid.

Zware werkomstandigheden
Voor werknemers in onder andere de bouw zijn de werkomstandigheden relatief zwaar. Het gaat om bijvoorbeeld fysiek zwaar werk, werk in een ongemakkelijke houding, nachtwerk of het inademen van ongezonde stoffen. Hoewel sectoren en organisaties meer inzetten op vitaliteit, komt dit beleid voor de huidige generatie oudere werknemers te laat. Nog voor het bereiken van de algemene pensioenleeftijd wordt een belangrijk deel arbeidsongeschikt: in de bouw gaat het om ruim de helft van de 55-plussers.

Langere AOW-afdracht
Voor werknemers in zware beroepen geldt verder dat zij veelal laagopgeleid zijn en gemiddeld twee jaar eerder dan de gemiddelde Nederlander beginnen met werken. Daarnaast ligt de levensverwachting ongeveer drie jaar onder die van een gemiddelde Nederlander. Ten opzichte van de gemiddelde Nederlander wordt dus over een langere periode (AOW-)premie afgedragen, terwijl er minder lang van wordt genoten. Bij een oplopende pensioenleeftijd rijst dan ook de vraag of werknemers in zware beroepen niet eerder met pensioen moeten kunnen.

Gevarieerde bewijsvoering
Onderbouwing arbeidsverleden vraagt een gevarieerde bewijsvoering Een vervroegd pensioen op voorwaarde dat minimaal een aantal jaren gewerkt is, vraagt een onderbouwing van het hele werkverleden. Gegeven dat het UWV het werkverleden pas vanaf 1998 systematisch registreert, is een onderbouwing van het werkverleden aangewezen op diverse bronnen. In andere EU-lidstaten zoals Oostenrijk of Finland wordt het arbeidsverleden onderbouwd aan de hand van bijvoorbeeld werkgevers-, getuigenverklaringen, loonadministratie of andere documentatie waaruit het werkverleden is af te leiden. Voor een werkverleden in (zware) beroepen geldt in de kern dezelfde uitdaging. In andere landen wordt als criterium veelal een zwaar werk verleden in de laatste 10 tot 20 jaar gesteld, wat de onderbouwing mogelijk makkelijker maakt ten opzichte van een geheel werkverleden.

Objectieve criteria
Meerdere Europese lidstaten werken in de praktijk met een vervroegd pensioen voor zware beroepen. Het idee dat zware beroepen in de praktijk niet te definiëren zijn, is dan ook niet houdbaar. Op basis van dezelfde criteria van zwaar werk die in het buitenland gehanteerd worden, kan de regelgever in Nederland een beroepenlijst samenstellen. De uitwerking van een regeling kan in de tijd geactualiseerd worden wanneer hiervoor voldoende onderbouwing bestaat. De variëteit aan regelingen in het buitenland illustreert dat er geen universele vorm van een regeling voor zware beroepen bestaat, maar dat de vormgeving gepaard gaat met politieke afwegingen en afstemming met onder meer sociale partners. Belangrijk hierbij is dat de procedure, het afwegingskader en de gehanteerde criteria transparant zijn en goed gemotiveerd worden.

Selectiviteit regeling verkleint de bekostigingsopgave
De bekostigingsopgave is aan de hand van diverse vormgevingsvarianten indicatief verkend. Indien een vervroegd pensioen wordt geboden aan werknemers die vóór het bereiken van de algemene pensioenleeftijd van 67 jaar al 45 jaar gewerkt hebben, dan bedragen de extra netto-uitgaven circa €8,6 miljard per jaar. Indien deze mogelijkheid enkel wordt geboden aan werknemers in zware beroepen, dan dalen de extra netto-uitgaven tot jaarlijks circa €690 miljoen en bij een regeling enkel voor het uitvoerend bouwplaatspersoneel tot circa €100 miljoen per jaar. Hierbij geldt dat naarmate een regeling zich meer richt op zware beroepen er naar verhouding meer extra pensioenuitgaven gecompenseerd worden vanuit vermeden arbeidsongeschiktheidsuitkeringen. Tot slot is nog gekeken naar een variant waarbij werknemers in zware beroepen op 64-jarige leeftijd uittreden, waarvoor geldt dat de effecten vergelijkbaar zijn met een regeling gebaseerd op 45 gewerkte jaren.

Oplossing rond basispensioen
Voor werknemers in zware beroepen geldt dat de AOW een belangrijk aandeel heeft in het pensioeninkomen. Om voor deze groep een vervroegde uittreding te bekostigen, geldt dan ook dat een oplossing getroffen moet worden voor het basispensioen. Hierbij kan gedacht worden aan een bijzondere bepaling in de AOW of een collectief fonds vanuit werkgevers, -nemers en overheid.