Orderportefeuille woningbouw licht gedaald, utiliteitsbouw licht gestegen
De orderportefeuille in de woningbouw is in mei licht gedaald ten opzichte van de maand ervoor. In de utiliteitsbouw steeg deze juist licht. Ongeveer drie op de vier bouwbedrijven gaf aan geen stagnatie in onderhanden werk te ondervinden. Bij één op de tien bouwbedrijven stagneerde dit werk als gevolg van onvoldoende personeel. In de burgerlijke en utiliteitsbouw was een tekort aan personeel de belangrijkste reden voor stagnatie.
Ongeveer 60% van de bedrijven beoordelen hun huidige orderpositie als normaal; ongeveer drie op de tien bedrijven beschouwt de positie als groot. Bijna zeven op de tien bedrijven verwacht geen personeel aan te trekken, terwijl ongeveer een op de drie bedrijven verwacht extra personeel in dienst te nemen. Circa 55% van de bedrijven verwacht dat de tarieven zullen stijgen, terwijl de rest verwacht dat de tarieven gelijk blijven.
Dit blijkt uit de conjunctuurmeting in de bouwnijverheid van juni 2017 van het Economisch Instituut voor de Bouw. Aan de conjunctuurmeting verlenen ongeveer 300 hoofdaannemingsbedrijven met meer dan tien personeelsleden hun medewerking.
‘Meerderheid Nederlanders maakt het niets uit of vakman gecertificeerd is’
Nederlanders klussen thuis liever zelf, blijkt uit een steekproef van installateur Feenstra. Kiezen ze toch voor een vakman dan is bij slechts 10% de prijs doorslaggevend. 85% van de mensen vindt kwaliteit veel belangrijker. Daarna volgt zekerheid met 74%. Opvallend is dat het imago van een vakbedrijf nauwelijks een rol speelt in de keuze. Van de ondervraagden geeft 68% aan dat het hen niets uitmaakt of de vakman gecertificeerd is.
Een ruime meerderheid van 65% van de Nederlanders doet de klussen thuis liever zelf. Hoewel de meesten daarbij voorzichtig te werk gaan, geeft een op de vijf aan wel eens gewond geraakt te zijn. 32% hiervan moest zelfs voor behandeling naar het ziekenhuis.
Wordt er wel gekozen om een klus uit te besteden, dan kiest 54% voor de vakman en slechts 4% voor de handige buurman. “Het gaat dan om belangrijke werkzaamheden zoals loodgieterswerk, installatie en schilderen”, stelt Ernie van Dalen, directeur bij Feenstra. 39% van de ondervraagden vraagt twee offertes aan en 35% zelfs drie tot vier. Een goede zaak, aldus Van Dalen: “Zo’n offerte is een heldere afspraak en voorkomt verrassingen.”
Installatiebedrijven in Drenthe zijn telefonisch het slechtst bereikbaar
Telefoonboek.nl zocht uit hoe goed installatiebedrijven telefonisch bereikbaar zijn. 2.661 installateurs werden één of meerdere keren gebeld. Daarvan bleek 2,4% slecht bereikbaar. De installatiebedrijven in Drenthe waren relatief het slechts bereikbaar: in 10,8% van de gevallen.
Over het algemeen presteren de installatiebedrijven goed op telefonische bereikbaarheid, vindt Dirk Lentjes, manager van Places Antwoordservice: “Voor bedrijven in de installatiesector zal communicatie via de telefoon nog steeds een van de voornaamste communicatiemiddelen zijn. Het is dan ook heel belangrijk om via dit middel goed bereikbaar te zijn.”
De kwalificatie ‘slecht bereikbaar’ werd gegeven wanneer een installatiebedrijf drie keer of meer geen gehoor gaf aan een oproep en er ook geen mogelijkheid was om een bericht achter te laten. Zuid-Holland komt overigens als beste uit het onderzoek. Daar heeft slechts 1% van de installatiebedrijven meer dan drie gemiste oproepen.
Percentage slecht bereikbaar per provincie:
Drenthe: 10,8%
Groningen: 7,1%
Friesland: 6,9%
Limburg: 4,8%
Noord-Brabant: 3,6%
Noord-Holland: 3,4%
Gelderland: 2,9%
Zeeland: 2,8%
Overijssel: 2,3%
Flevoland: 1,5%
Utrecht: 1,3%
Zuid-Holland: 1%
“De wil om beter samen te werken in de branche is er”
Woensdag 21 juni organiseerde Uneto-VNI het congres ‘Samenwerken in de sector’. Bijna 100 deelnemers gingen in gesprek over de vraag hoe installatiebedrijven meer en beter kunnen samenwerken met partners in de keten en opdrachtgevers. De middag leverde een agenda op voor verbetering van de samenwerking en een financieel gezondere bedrijfstak. Met het congres wil de branchevereniging een bijdrage leveren aan een verdere concretisering van de ‘Marktvisie’. Dit is een project waarin onder meer Rijksvastgoedbedrijf, Rijkswaterstaat, Bouwend Nederland en Uneto-VNI werken aan verandering van houding en gedrag van projectpartners.
Die verandering moet ervoor zorgen dat de expertise van alle partners vanaf de ontwerpfase van een project wordt benut. Dat creëert ruimte om de grote maatschappelijke uitdagingen van deze tijd aan te gaan, zoals verduurzaming, aanpassingen in de infrastructuur en het tegengaan van de klimaatverandering, aldus Uneto-VNI.
Schotten moeten weg
Directeur Erik van Engelen van Uneto-VNI opende het congres. Hij gaf aan dat de Marktvisie niet alleen de installatiebranche, maar alle betrokken partijen een kans geeft om beter samen te werken, meer toegevoegde waarde te leveren met als eindresultaat een beter eindproduct. Vervolgens introduceerde hij de panelleden Maxime Verhagen (Bouwend Nederland), Roger Mol (Rijksvastgoedbedrijf), Wim Holleman (Rijkswaterstaat), Henk Willem van Dorp (van Dorp Installaties) en Doekle Terpstra (Uneto-VNI).
Verhagen stelde dat het hoog tijd is om de schotten weg te halen. “Daar kan de Marktvisie bij helpen. We gaan ons meer inleven in elkaars belangen. Dat is niet soft, maar het geheim van succes in de toekomst. Het komt er nu op aan woorden om te zetten in daden. Bewustwording is essentieel om de Marktvisie tot een succes te maken. Hier kunnen brancheorganisaties een rol spelen.”
Speelveld is veranderd
Doekle Terpstra van Uneto-VNI: “Het speelveld is veranderd. De tijd van traditioneel aanbesteden, technische systemen als sluitpost van projecten en focus op de laagste prijs is voorbij. We moeten het meer dan ooit sámen doen, op basis van gelijkwaardigheid. Voor de traditionele rolverdeling van hoofdaannemer en onderaannemer is geen plaats meer.”
Na de paneldiscussie bespraken de deelnemers in deelsessies concrete acties om beter samen te weken en knelpunten weg te nemen. Een aantal benoemde acties zijn het delen van goede praktijkvoorbeelden, procesafspraken maken over samenwerking, virtueel bouwen en eraan werken om elkaar gewoon te leren kennen. Daarnaast was het algehele gevoel dat de verandering uit iedereen zelf moet komen: hoe stel je jezelf op richting de opdrachtgever, de partners in de markt en de fabrikanten?
Erik van Engelen van Uneto-VNI vatte de opbrengst van de middag samen: “De wil om beter samen te werken is er, de urgentie wordt gevoeld. Het kan en het moet anders. We gaan het sámen doen!”
Bron: Uneto-VNI
Escaperoom moet bouwbranche aantrekkelijk maken voor jongeren
Bouwend Nederland-voorzitter Maxime Verhagen en de Eindhovense burgemeester John Jorritsma hebben Scapetown geopend. Dit groots opgezet evenement en bijbehorend lesprogramma is een initiatief van de bouwopleider Bouwmensen en branchevereniging Bouwend Nederland. Met Scapetown wil de bouwebranche de jeugd de mogelijkheden van de bouw weer laten ontdekken.
In Scapetown worden leerlingen in de onderbouw van het voortgezet onderwijs via verschillende disciplines uitgedaagd om een Escaperoom te bedenken. Een ruimte waaruit je moet ontsnappen door het kraken van een code. In het programma wordt ook een fysieke link met de bouwsector gelegd. De klassen die deelnemen aan het programma bezoeken een vestiging van Bouwmensen in hun regio. Op die vestigingen maken de bouwleerlingen de echte Scapehouses voor Scapetown. Zo kunnen de leerlingen voelen en ruiken hoe het is op de bouwopleiding, is het idee. Tegelijk bekijken ze de Scapehouses in wording.
Praktijk van alledag
Maxime Verhagen hamerde op het belang van instroom in de bouwsector. “Ik wil ervoor pleiten dat jongeren die voor techniek kiezen en op het voortgezet onderwijs zitten, veel meer in contact komen met de praktijk van alledag. Dan ervaren ze hoe leuk en interessant de bouw is. We moeten daar als branche, opleidingsbedrijven en overheid gezamenlijk onze schouders onder zetten.“
Volgens het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) komen er zo’n 70.000 fulltime banen in de bouwsector bij in de periode 2017-2021. Daarmee komt het aantal banen bijna op het niveau van 2008 (481.000). Nieuwe instroom is daarom zeer gewenst om ook in de toekomst voldoende te kunnen bouwen.
KPMG voor rechter om duidelijkheid te krijgen over faillissement Imtech
Curatoren van het failliete installatiebedrijf Imtech slepen accountant KPMG woensdag voor de rechter, meldt De Telegraaf. Ze willen de accountant dwingen om volledig mee te werken aan het feitenonderzoek naar de ondergang van het beursgenoteerde installatiebedrijf. Het blijkt dat KPMG vorig jaar een boete heeft gehad van beurswaakhond AFM vanwege de belabberde controle van – onder meer – de boeken van Imtech over 2011. Curatoren Paul Peters en Jeroen Princen willen via de rechter afdwingen dat KPMG onderliggende stukken die te maken hebben met deze boete openbaar maakt voor nader onderzoek.
De AFM publiceerde in 2016 voor het eerst over de boete voor KPMG. Grote delen van de tekst van het boetebesluit zijn zwart gemaakt. Daardoor is niet duidelijk voor de controle van welke bedrijven KPMG de boete kreeg, meldt De Telegraaf verder. Ook is niet goed duidelijk op welke onderdelen van de controle KPMG onvoldoende werk heeft verricht.
Lees hier het hele bericht
Woningbouw blijft aantrekken
De orderportefeuille in de woningbouw is in april 2017 gestegen tot 10 maanden. De werkvoorraad staat hiermee op de hoogste stand sinds het begin van deze meting. Ongeveer driekwart van de bedrijven verwacht geen personeel aan te trekken, terwijl bijna een op de vier bedrijven verwacht extra personeel in dienst te nemen. Bijna zes op de tien bedrijven verwacht dat de tarieven gelijk blijven, terwijl circa 40% verwacht de tarieven te zullen verhogen. Dit blijkt uit de conjunctuurmeting in de bouwnijverheid van mei 2017 van het Economisch Instituut voor de Bouw.
In de utiliteitsbouw is de werkvoorraad stabiel gebleven op 8,5 maanden. Ongeveer drie op de vier van de bouwbedrijven gaf aan geen stagnatie in onderhanden werk te ondervinden. Eén op de tien bouwbedrijven ondervond stagnatie als gevolg van onvoldoende orders. In de woningbouw was een tekort aan personeel de belangrijkste reden voor stagnatie in onderhanden werk. Voor de andere sectoren was dit een tekort aan orders.
Ongeveer 65% van de bedrijven bedrijven beoordelen hun huidige orderpositie als normaal, ongeveer drie op de tien bedrijven beschouwt de positie als groot.
Aan de conjunctuurmeting verlenen ongeveer 300 hoofdaannemingsbedrijven met meer dan tien personeelsleden hun medewerking.
Nederlandse bouw presteert sterk
De Nederlandse bouw presteert sterk in Europees perspectief. De nieuwbouwmarkt van utiliteitsgebouwen is in 2017 en de volgende jaren de meest dynamische in West- Europa. In de woningbouw en de renovatie van gebouwen hoort Nederland tot de vier sterkst presterende landen. Dit blijkt uit een rapport van Euroconstruct, een samenwerkingsverband van negentien Europese instituten die zich bezighouden met onderzoek naar de bouwmarkt. Het Euroconstructgebied omvat de meeste West- Europese landen en vier landen uit Centraal en Oost-Europa.
De economie groeit in de 19 Euroconstruct-landen in de periode 2017-2019 met 1,5% tot 2% per jaar. De groei van de Europese economie wordt gefaciliteerd door nog steeds relatief lage olieprijzen, lage rentes, een gunstige wisselkoers en het stimuleringsbeleid van de ECB (kwantitatieve versoepeling). Het herstel van de Europese economie stimuleert de vraag naar bouwwerken in het Euroconstructgebied, met een groei van 2,9% dit jaar, gevolgd door een verwachte groei van 2,4% in 2018 en 2,1% in 2019. In 2016 steeg de bouwproductie met 2,5%, dit is 0,5%-punt sterker dan een half jaar geleden nog werd verwacht. Ook de prognose voor 2017 is met 0,8% naar boven bijgesteld. De gunstige ontwikkeling is mede het gevolg van de sterkere economische opleving dan eerder nog werd verwacht, een sterke verbetering van het consumentenvertrouwen en het aanhoudend ruime monetaire beleid.
Bovengemiddeld sterke groei
De Nederlandse bouw presteert in Europees perspectief zeer goed. De cumulatieve groei van 12% in de periode 2017-2019 is op zes na het hoogst van de 19 landen en op drie na het hoogst van de 15 West-Europese landen. De groei in Nederland is robuuster dan in veel andere sterk presterende landen: Nederland is één van slechts vier landen waar de bouwproductie in elk van de jaren 2016-2019 bovengemiddeld groeit (samen met Frankrijk, Ierland en Noorwegen). Terwijl sterke groei in andere landen vaak een gevolg is van een krachtige prestatie in één of twee sectoren, is de expansie van de Nederlandse bouw goed in balans, met sterke prestaties in de meeste sectoren. Deze sterke groei moet overigens wel in het perspectief worden geplaatst van het grote productieverlies in Nederland tijdens de crisisjaren: in West-Europa is de bouwmarkt alleen in Ierland, Italië, Portugal en Spanje relatief meer gekrompen. Ook in 2019 bereikt de productie in Nederland nog niet het niveau van voor de crisis, terwijl dit in acht andere landen wel het geval is.
Cao Metaal en Techniek definitief akkoord voor FNV-leden
De leden van de FNV hebben ingestemd met de cao Metaal & Techniek. Het door de FNV voorgestelde generatiepact wordt daarmee van kracht. De vakbond stelt dat daarmee de sector aantrekkelijker is geworden voor nieuwe talenten die hun technische beroep in de metaal willen uitoefenen. Ouderen krijgen de gelegenheid om minder te werken en zo gezond hun pensioen te halen.
De leden zijn verder akkoord met een loonsverhoging van 4,16 procent over twee jaar, het verbeteren van de jeugdlonen, het behoud van overgangsregelingen rondom pensioen, duurzame inzetbaarheid en de reparatie van de WW. De overeengekomen cao kent een looptijd van 1 mei 2017 tot en met 31 mei 2019 en geldt voor bijna 300.000 medewerkers uit de installatiebranche, isolatie, metaalbewerking, carrosserie en goud- en zilvernijverheid.
Omzet in bouwsector blijft stijgen
Bedrijven in de burgerlijke en utiliteitsbouw zagen de omzet in het eerste kwartaal met bijna 10 procent toenemen, meldt het CBS in de Kwartaalmonitor Bouw. De omzet steeg daarmee voor het tiende kwartaal op rij, maar ligt nog altijd zo’n 14 procent onder het niveau van begin 2008. In totaal zijn er in het eerste kwartaal 14.361 nieuwe woningen gereed gemeld. Dit is bijna 40 procent meer dan in het eerste kwartaal van 2016. Het aantal gereedgemelde nieuwbouwwoningen nam daarmee voor het vierde kwartaal op rij toe.
In het eerste kwartaal van dit jaar werd voor 15.751 nieuwbouwwoningen een bouwvergunning verleend. Dit is ruim 43 procent meer dan in dezelfde periode een jaar eerder. Dit is het derde kwartaal op rij dat het aantal vergunde nieuwbouwwoningen stijgt in vergelijking met het jaar ervoor.
Vertrouwen bouwers blijft groeien
Het vertrouwen van bouwondernemers is aan het begin van het tweede kwartaal verder toegenomen en ligt op het hoogste niveau sinds 2008. Net als in de afgelopen twee kwartalen is het ondernemersvertrouwen in de bouw het hoogst van alle bedrijfstakken. Bouwondernemers verwachten onder meer dat de omzet en personeelssterkte verder zullen toenemen. Afgelopen kwartaal kwamen er in de bouw (gecorrigeerd voor het seizoen) al drieduizend banen bij.