• juni 24, 2014
  • 131 views
Bouw en zorg maken goede start voor nieuwe samenwerking

De bouw- en zorgsector kunnen veel voor elkaar betekenen. Dat is de belangrijkste conclusie van de Kansdag Zorgvastgoed die door Energiesprong Zorgvastgoed op touw is gezet. Uit recente berekeningen blijkt dat zorginstellingen maandelijks 150 euro per cliënt aan energiekosten kwijt zijn en daarvan slechts 100 euro van het Rijk vergoed krijgt. “Er is dus volop werk aan de winkel”, aldus Harmke Bekkema, programmamanager Energiesprong Zorgvastgoed.

 

Zes zorginstellingen die de energielasten naar nul omlaag willen brengen, gingen tijdens de Kansdag Zorgvastgoed hierover met vertegenwoordigers van zeventien aanbiedende partijen in gesprek. In drie zogenoemde verkenningsrondes maakten de deelnemers met elkaar kennis. “De winst van vandaag is dat er veel contacten zijn gelegd. Maar de grootste opbrengst is wel, dat mensen naar hun eigen rol zijn gaan kijken. En vooral hoe zij die rol anders zouden kunnen invullen om tot een beter resultaat te komen”, aldus Bekkema.

 

Voorafgaand aan de verkenningsrondes gaf Elly van Kooten, directeur Maatschappelijke Ondersteuning bij het ministerie van Binnenlandse Zaken de deelnemers mee erg enthousiast te zijn over het Energiesprong-programma ‘Nul op de meter’. “Ik vind dat elke zorgvastgoed eigenaar dit moet bekijken. Als naar nul op de meter kan, moet je dat doen.”

Na afloop spraken alle deelnemers van een vruchtbare en inspirerende dag. Een vertegenwoordiger van een zorginstelling kwam naar aanleiding van een opmerking van een van de bouwpartijen tot het besef dat zijn klant straks kan kiezen. “Toen bedacht ik mij ‘wij moeten dus ons gebouw dusdanig aanpassen’, dat die klant straks daadwerkelijk ook voor ons kiest.”

Harmke Bekkema ziet deze dag dan ook als startpunt en zeker niet als eindpunt. “Er is een goede start in de samenwerking gemaakt. We moeten nu doorpakken, want er is veel te doen.”

Voor meer informatie: www.kansenvoorzorgvastgoed.nl

  • juni 23, 2014
  • 144 views
Veel belangstelling voor duurzame investeringsregelingen in 2013

Industriële ondernemers investeerden in 2013 twee keer zoveel in milieubesparende voorzieningen als in 2012. Dat blijkt uit het jaarverslag van de fiscale investeringsregelingen MIA (Milieu-investeringsaftrek) en Vamil (Willekeurige Afschrijving Milieu-investeringen) over 2013. Met steun van deze duurzame investeringsregelingen besteedde de industrie 246 miljoen euro aan duurzame technieken en gebouwen.

 

In 2013 investeerden Nederlandse ondernemers met ondersteuning van de MIAVamil in totaal 3,7 miljard euro in innovatieve milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen. Opvallend is de verdubbeling van het investeringsbedrag door de industrie van 128 miljoen euro in 2012 naar 246 miljoen euro in 2013. De industrie investeerde vooral flink in duurzame gebouwen, afvalverwerking en in technieken om de kwaliteit van de lokale leefomgeving te verbeteren, zoals luchtzuiveringstechnieken.

Vrijwel het gehele budget van MIA en Vamil is besteed aan de door Kabinet Rutte aangewezen thema’s voor Groene Groei: energie, klimaat, ‘biobased economy’, afval, bouw, voedsel, mobiliteit en water. Elektrische mobiliteit was in 2013 bijzonder in trek. In totaal hebben ondernemers 1,8 miljard euro geïnvesteerd in zeer zuinige en in elektrische auto’s. Het gaat om ongeveer 49.000 voertuigen. In 2014 komen zeer zuinige auto’s niet meer in aanmerking voor de MIA en Vamil.

 

Ook deden veel ondernemers in 2013 een beroep op de regelingen voor het vervangen van asbestdaken. In totaal saneerden bedrijven met steun van MIAVamil maar liefst 1,2 miljoen vierkante meter asbestplaten. Een derde van deze nieuwe daken werd bovendien voorzien van zonnepanelen. Het totale investeringsbedrag voor deze bedrijfsmiddelen steeg van 33 miljoen euro in 2012 naar 71 miljoen euro in 2013.

 

De MIA en Vamil leveren belastingvoordeel op voor ondernemers die investeren in innovatieve milieutechnieken. De MIA geeft ondernemers een extra aftrek van de fiscale winst, die kan oplopen tot 36 procent van het investeringsbedrag. Met de Vamil kunnen ondernemers 75 procent van de investeringskosten op een moment  van eigen keuze afschrijven, wat een liquiditeits- en rentevoordeel oplevert. MIA en Vamil zijn stimuleringsregelingen van de ministeries van Infrastructuur en Milieu en Financiën.

Het jaarverslag van de MIAVamil is op 18 juni 2014 gepubliceerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Het jaarverslag  is  online te vinden op http://www.rvo.nl/sites/default/files/2014/06/Jaarverslag%20MIA%20VAMIL%202013.pdf

  • juni 18, 2014
  • 148 views
Energiebespaarlening in de schijnwerpers

Deze week is  een uitgebreide publiciteitscampagne gestart die aandacht vraagt voor de Energiebespaarlening. Een lening tegen een kleine rente, waarmee particuliere woningbezitters energiebesparende maatregelen in of aan hun eigen woning financieren. Op www.energiebespaarlening.nl  lees je meer over de Energiebespaarlening.

 

Dakisolatie, een nieuwe HR-ketel, zonnepanelen of vloerisolatie. Het zijn energiebesparende maatregelen die zorgen voor meer wooncomfort, een lagere energierekening én een beter milieu.

Mooie maatregelen, waarvan de plannen soms stranden op de kosten. Om de financiering van energiebesparende maatregelen makkelijker te maken bestaat sinds begin dit jaar de Energiebespaarlening. De Energiebespaarlening wordt verstrekt door het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVn) namens de geldgever, het Nationaal Energiebespaarfonds. Reinoud Veldman van SVn: “Het Nationaal Energiebespaarfonds komt voort uit het Woon- en Energieakkoord en is op 21 januari gestart. De Energiebespaarlening is interessant voor woningeigenaren die aan de slag willen met energiebesparende maatregelen. Natuurlijk willen we dat alle woningeigenaren dat weten. Vandaar dat je de komende weken de campagne overal tegenkomt, op de radio, op straat en natuurlijk online.”

 

 Wat is de Energiebespaarlening?

– De lening is beschikbaar voor eigenaren die de woning zelf bewonen. Het gaat alleen om bestaande woningen.
– De lening is alleen bedoeld voor energiebesparende maatregelen die door een installateur of aannemer in of aan de woning worden uitgevoerd.
– Een woningeigenaar kan minimaal € 2.500,- en maximaal € 25.000,- lenen.

– De Energiebespaarlening heeft een aantrekkelijke rente die vaststaat over de hele looptijd.
– Het gaat om een jaarannuïteitenlening: de huiseigenaar betaalt per maand voor rente en aflossing en lost zo de hele lening af. Leningen tot € 5.000,- worden in zeven jaar afgelost, hogere leningen in tien jaar. Onbeperkt boetevrij aflossen kan altijd.

– De afsluitkosten bedragen 2% over de hoofdsom van de lening. De lening wordt onderhands verstrekt zonder tussenkomst van een notaris.

 

De campagne voor de Energiebespaarlening wordt gevoerd op de radio, via buitenreclame en online. Op de website  Energiebespaarlening.nl is meer informatie te vinden over de Energiebespaarlening en woningeigenaren kunnen checken of zij in aanmerking komen voor de lening, en deze afsluiten. Ook zijn er op Energiebespaarlening.nl ervaringen van slimme investeerders en installateurs te lezen, en wordt er promotiemateriaal aangeboden die aannemers en installateurs kunnen gebruiken om hun klanten te wijzen op de mogelijkheden van de lening. Op www.belastingdienst.nl ,  onder privé/wonen staat meer informatie over de rente aftrekbaarheid van een lening.

  • juni 17, 2014
  • 132 views
BRL gereed voor energielabel nieuwe utiliteitsgebouwen

Vanaf 1 juni 2014 moeten nieuw opgeleverde utiliteitsgebouwen zijn voorzien van een energielabel. Dit energielabel moet zijn afgegeven door een organisatie die is gecertificeerd voor Beoordelingsrichtlijn 9500-06 ‘Energielabel – methode nieuwe utiliteitsgebouwen’. Deze zogeheten BRL is op 31 mei bindend verklaard door Kwaliteit voor Installaties Nederland (KvINL).

 

Het energielabel voor nieuwe opgeleverde utiliteitsgebouwen is een gevolg van de Europese EPBD-normen (EPBD staat voor Energy Performance of Buildings Directive). Aan deze richtlijnen moeten alle EU-lidstaten zich gaan houden. Onder bepaalde voorwaarden is het mogelijk om ook utiliteitsgebouwen die zijn opgeleverd na 1 januari 2003 een energielabel te geven volgens de methode nieuwbouw. Hierdoor kan een al bestaand utiliteitsgebouw een hogere energielabelklasse krijgen (bijvoorbeeld A++). Om die reden is ook BRL 9500-03 ‘Energielabel bestaande utiliteitsgebouwen’ aangepast. De BRL’en 9500-06 en 9500-03 moeten worden gebruikt in combinatie met BRL 9500-00 ‘Algemeen deel energieprestatieadvisering’.

 

Het energielabel (waarbij ook de feitelijk gerealiseerde energiebesparende maatregelen zijn doorgerekend) moet zijn afgegeven door een organisatie die is gecertificeerd voor BRL 9500-06. De opname van het gebouw wordt uitgevoerd door een EPN-adviseur. Die moet werken volgens het protocol in hoofdstuk 8 van ISSO-publicatie 75.1 ‘Handleiding energieprestatie advies utiliteitsgebouwen’. Naast een werk- en denkniveau op hbo-niveau behoort de EPN-adviseur te beschikken over een CITO-diploma ‘Energielabel, methode nieuwe utiliteitsgebouwen’. De eindtermen waaraan de EPN-adviseur moet voldoen staan op www.kvinl.nl onder certificeren/ energieprestatieadvisering.

 

De wijzigingsbladen voor BRL 9500-00, BRL 9500-03 en BRL 9500-06 zijn te downloaden vanaf www.kvinl.nl. Van ISSO-publicatie 75.1 verschijnt binnenkort een vernieuwde versie verkrijgbaar via www.isso.nl. Via deze site is het al mogelijk om hoofdstuk 8 te downloaden. Dit geldt ook voor hoofdstuk 7 waarin nieuwe opnameprotocollen staan voor bestaande utiliteitsgebouwen en hoofdstuk 6, dat beschrijft in welke situatie welke methodiek gebruikt moet worden. Informatie over de certificering is verkrijgbaar bij de certificerende instellingen Dekra, EPG, Kiwa en IKOB-BKB.