• december 14, 2018
  • 117 views
Branchehelden

In november riep een deskundige jury drie praktijkbegeleiders in de technische installatiebranche uit tot Topcoaches van het jaar 2018. Als waardering voor hun inzet om nieuw talent met passie naar hoger vakmanschap te begeleiden. Maar de echte beloning voor hun belangrijke werk zit natuurlijk in het zichtbare resultaat van hun begeleiding: enthousiaste – vooral jonge – vakmensen die de skills van de branche hebben leren verstaan en gemotiveerd zijn om zich te blijven ontwikkelen.
Zij stimuleren aanstormend talent om zich in hun vak te ontplooien en uit zichzelf te halen wat erin zit. Maar dan is een veilige omgeving nodig waarbij de leerlingen hun onzekerheden kunnen omzetten in op skills gebaseerd zelfvertrouwen en plezier in hun werk. Hoe leerlingen tijdens de uitreiking van de prijs vertelden over hun vakhelden raakte me. Zij noemden hun praktijkbegeleiders: leraar, vriend, vertrouwenspersoon, rolmodel. Het maakt duidelijk hoe zeer de persoonlijke relatie van groot belang is. Oog hebben voor elkaar en leren is de succescombinatie.
De waardering van leerlingen is dan ook groot. De drie winnaars maakten deel uit van een kandidatenlijst met maar liefst 750 topcoaches, die stuk voor stuk door hun leerlingen waren genomineerd. Het praktijkbegeleiderschap geeft bovendien zelfwaardering. Want wat is er nu mooier om mensen in staat te stellen in hun vak maar ook als mens te groeien?
Het praktijkbegeleiderschap is in de branche een vak op zich. Een belangrijk vak, dat met de groei van de branche en de krapte op de arbeidsmarkt alleen maar belangrijker wordt. Een goede begeleider is namelijk niet alleen een goed vakmens en een goede coach, maar ook een belangrijke ambassadeur die de branche voor nieuwe vakmensen aantrekkelijk maakt en houdt. Alle reden dus voor waardering. En alle reden om werk te blijven maken van het praktijkbegeleiderschap. Ik ben trost op mensen die dit kunnen en vol passie weten vorm te geven. Branchehelden dus.

Sven Asijee
Directeur OTIB

  • december 7, 2018
  • 158 views
“Het koude water was nu warm”

Aan het eind van de vrijdagmiddag gebeurt er nog wel eens iets. Zo vroeg een verantwoordelijke voor booreilanden of ik met spoed een inspectie op een boorlocatie wilde uitvoeren en aansluitend een lezing zou willen verzorgen over Legionella. Er was een besmetting geconstateerd, met een slachtoffer en zieken als gevolg. Onrust onder het personeel, dat het werk wilde neerleggen.
Zaterdagmorgen vertrok ik naar de Kooy in Den Helder. Eenmaal daar aangekomen kreeg ik een briefing over wat ik moest doen als de helikopter zou neerstorten. Lekker bemoedigend. Zo’n held ben ik niet als het om vliegen gaat, laat staan in een helikopter. Onderweg begon het ook nog te sneeuwen. Je zag geen hand voor je ogen. Ik heb mij even afgevraagd waaraan ik was begonnen.
Maar goed, we landden veilig en ik ging meteen aan de slag met meetapparatuur en beveiligde zaklamp. Het was een groot booreiland. Van de schema’s en tekeningen die ik had opgevraagd bleek maar weinig te deugen. Alles dik geïsoleerd. Eigenlijk is zo’n eiland geheel opgebouwd uit buizen; het was een wirwar van leidingen. Veel om uit te zoeken dus: hoe was de kwaliteit van het met boten aangeleverde water, de buffertanks, de leidingen, het gebruik, hotspots, dode leidingen, dimensionering? Afijn, u kent het wel.
‘s Avonds een lezing gegeven voor de bemanning. Na afloop ging ik nog even naar de wc en waste ik mijn handen. Vreemd, het koude water was nu warm. Ik dacht eerst nog op de verkeerde knop te hebben gedrukt? Maar dat bleek toch echt niet het geval. Na een goede nachtrust ben ik dit maar eens verder gaan uitzoeken. Eerst dacht ik aan crossconnections, haperende keerkleppen in mengkranen etc. Tot ik de echte oorzaak vond: een verkeerde tracing (vorstbeveiliging). Deze was eigenlijk bestemd voor olieleidingen (i.v.m. viscositeit). De temperatuurinstelling was overdag op ongeveer 10 graden afgesteld en ‘s nachts op 35 graden!!!

Leo Bikker
BAC (Bikker Advies & Consultancy)
mbikker@chello.nl

  • november 30, 2018
  • 141 views
Opschalen van het duurzaam comfort kan nú al

Het Klimaatakkoord is een Nederland-brede afspraak zonder handtekeningen. Maar wel één die vervolgens álle actoren richt op de energietransitie, per slot één van de belangrijkste aspecten van klimaat. Het akkoord zal dus ook een plan hebben voor (verdere) verduurzaming van de gebouwde omgeving. En de eisen die aan de energieprestatie van nieuwe én bestaande gebouwen (EPG) gesteld gaan worden, zouden de stok achter de kwantitatieve ambities van het klimaatakkoord moeten zijn.
Als ik dit schrijf ben ik onderweg naar de projectgroep van de NTA8800, de nieuwe rekenmethode voor de EPG. De écht spannende zaken – zoals die EPG-eisen, de zogenaamde Bijna-Energie-Neutrale-Gebouwen (BENG) eisen – worden vooralsnog buiten het polderen van de NTA8800 gehouden en naar verluid zijn deze niet ambitieus genoeg voor de klimaatdoelen. Hier moeten EZK en BZK nog maar eens een robbertje om vechten… oftewel de duurzame energie- en de bouwsector!
Verwarmings- en koelingstechnieken moeten natuurlijk integraal duurzaam zijn. ‘Duurzame elektrificatie’ is daarbij een centrale wensgedachte, want met warmtepompen op duurzame stroom samen met ‘gratis’ duurzame omgevingswarmte uit bodem, (grond)water of (buiten)lucht heb je een klimaatneutraal systeem met een zéér hoog rendement op de (steeds duurzamere) elektriciteit!
Ondanks dat ‘de markt’ volledig was voorbereid op een geplande actualisering van de ‘duurzaamheid van elektriciteit’ begin dit jaar wordt, zgn. om marktverstoring te voorkomen, deze wijziging nóg een jaar aangehouden. Bouw- en renovatieprojecten kiezen dan onnodig een minder duurzame verwarmingsoptie! Bovendien gaat menigeen zitten wachten op gemeentelijke ‘aardgasloze plannen’ met deadline eind 2021.
Het onwenselijke resultaat kan zijn dat er op korte termijn weinig gebeurt. Dat kan en hoeft niet… de markt kan duurzaam comfort nú al opschalen!

Frank Agterberg
Dutch Heat Pump Association, DHPA

  • november 23, 2018
  • 134 views
Gebouwautomatisering

Technologie is onlosmakelijk verbonden met ons mensen. In alle stadia van het leven. Ook wanneer er een mate van zorg nodig is. Al snel komen dan de begrippen zorgdomotica of zorgtechnologie op tafel. Functionele technologie die het primaire werkproces van de zorgprofessional efficiënter maakt. Of de zelfredzaamheid en het welzijn van de cliënt in haar zorgomstandigheid verbeterd. Meer dan eens wordt de plaats van ‘het gebouw en haar techniek’ dan vergeten. Energie, klimaat en ICT: het wordt gedegradeerd tot de basale technieken. Het is er; en daarmee basta!
In het ontwikkelproces van een nieuw gebouw wordt meer dan eens de knip gezet tussen het gebouw en de gebruiker. Deze ‘knip’ blijkt een bron van discussie in demarcaties. Ook zorgt het voor onnodige investeringen in techniek. En tot slot, misschien wel het belangrijkste, de knipt draait menige innovatie de nek om. Jammer en bovenal dom.
Het technisch integreren van alle techniek in en om het gebouw staat in de branche bekend als gebouwautomatisering. Het werken vanuit deze integratiegedachte is – als het goed is – niet alleen omdat het kan, maar omdat het aantoonbaar bijdraagt aan een duidelijk doel. Bijvoorbeeld besparingen door slimme monitoring, een beter beheer en onderhoud of in bedrijfseconomisch opzicht een efficiëntere exploitatie.
Dit vraagt van de installateur veel kennis en kunde. Maar ook een plek waar je van elkaar kunt leren en informatie kunt delen. Zo’n plek tref je aan bij branchevereniging gebouwautomatisering. Deze branchevereniging is onderdeel van FHI in Leusden. Als federatie van technologiebranches is de missie van FHI het collectief zijn van technologiebedrijven die in de Nederlandse markt actief zijn als aanbieders van industriële elektronica, gebouwautomatisering, industriële automatisering, laboratoriumtechnologie en medische technologie. Het overwegen van een lidmaatschap zeker waard.

Maarten van der Boon
maarten@novitek.nl
Vanuit zijn bedrijf Novitek helpt Maarten
technische bedrijven in organisatie­strategie, innovatie en communicatie.

  • november 16, 2018
  • 116 views
Meer dan politiek

Mooie plannen, maar waar blijven de daden? Dit dacht ik toen ik hoorde dat politiek Den Haag op de rem trapt van het Energie- en Klimaatakkoord. De regeringspartijen zijn het namelijk nog niet eens over de invulling van de door het kabinet aangekondigde klimaatmaatregelen. Dit ligt niet aan de ambitie van de plannen. En ook niet aan de in de afgelopen maanden tot stand gekomen voorstellen van de verschillende klimaattafels. Volgens het Planbureau voor de Leefomgeving is het goed mogelijk om met de huidige plannen de CO2-uitstoot in 2030 met 49% te verminderen. Maar hier is wel politieke duidelijkheid voor nodig. Het startschot voor de verduurzaming ligt dus in Den Haag.
Wachten op Den Haag is voor de branche is geen optie. We hebben in de afgelopen jaren de basis voor de verduurzaming gelegd. Vakmensen investeren nadrukkelijk in hun kennis en vaardigheden. Installatiebedrijven werken hard aan het verlagen van de CO2-uitstoot. Voor de branche is de energietransitie niet iets van de toekomst; we zitten er al middenin! En niet alleen de landelijke politiek is aan zet. Gemeenten komen uiterlijk in 2021 met plannen die bepalen of en wanneer een wijk van het gas af gaat en wat de alternatieve verwarmingsbron wordt. Als partner van de gemeente is het aan de branche om deze lokale ambities waar te maken.
Het doen zit ons in het bloed. Door in te zetten op (nog) meer vakmanschap bij het verduurzamen van de gebouwde omgeving maken we als branche het verschil. Met scholing die aansluit bij de vraag van de markt. Zo is onlangs de praktische leergang warmtepompen gestart. Een leergang waarin op echte installaties wordt geoefend en die alleen díe kennis en ervaring biedt die de installateur voor zijn of haar werk nodig heeft. De modules van de leergang worden gegeven op zeven verschillende locaties in Nederland. Naar verwachting zullen in 2018 vijfhonderd tot duizend installateurs één of meer modules van de leergang gaan volgen.

Sven Asijee
Directeur OTIB

  • oktober 29, 2018
  • 124 views
Lobbysucces

Onlangs verscheen in de Staatscourant het bericht dat het kabinet de Subsidieregeling Praktijkleren 2018 met 5 miljoen euro verhoogt en dat de subsidieregeling ook de komende jaren blijft bestaan. Dit is goed nieuws voor werkgevers met leerwerkplaatsen!
Juist de afgelopen maanden waren er verschillende signalen dat de subsidieregeling zou worden veranderd en dat daarbij aanzienlijke bezuinigingen zouden worden doorgevoerd. Deze bezuinigingen zouden leiden tot een lagere uitkering per leerwerkplaats. En omdat de omvang van de bezuiniging pas achteraf – dat wil zeggen: na afloop van het schooljaar – duidelijk zou worden, veroorzaakte de dreigende bezuiniging veel onrust. Daarnaast ging het gerucht dat de regeling überhaupt op termijn zou gaan verdwijnen. Werkgevers- en werknemersorganisaties en het onderwijs hebben zich hier echter met succes tegen verzet!
Dit is dus uw kans! Neem een kijkje op Praktijkleren-online waar u alle informatie over de regeling vindt en pak het stuur vast om meer vakmensen naar de branche te leiden. Tegelijkertijd stimuleren we onze ervaren vakmensen om ook hún belangrijke rol te blijven spelen. Dit doen we onder andere door ervaren vakmensen tot parttime docenten in het onderwijs op te leiden. Maar bijvoorbeeld ook door, samen met het onderwijs, regionaal in te zetten op instroom en bijscholing. Daarnaast ondersteunen we werkgevers bij het scholen van praktijkbegeleiders en infomeren we met de in heel Nederland plaatsvindende Praktijkopleidersdagen werknemers en werknemers over de meerwaarde van praktijkbeoordeelaars. En bovendien zijn we nu natuurlijk ook weer op weg naar de verkiezing van de Topcoach van Nederland: dé waardering voor alle vakmensen die in de bedrijven nieuw talent begeleiden.
De wijzers staan goed. Maar voorlopig moeten we nog steeds met volle kracht vooruit. We blijven tenslotte onverminderd op zoek naar mensen die bij het nieuwe bouwen en installeren willen horen!

Sven Asijee
Directeur OTIB

  • oktober 19, 2018
  • 119 views
Verantwoord verwarmen zonder complete verbouwing

Centrale verwarming, het is en blijft een hot item. Klimaatakkoord, energietransitie, duurzame energie, het zijn zomaar een paar termen die het nieuws van de dag bepalen. Maar hoe én op welke manier kunnen we in de toekomst ons huis nog (verantwoord) verwarmen? De eerste en direct ook grootste winst is eenvoudig te realiseren: door radiatoren optimaal af te stellen en in te regelen valt een enorme energiebesparing te behalen.
De realiteit is echter anders. In de praktijk krijgt – of neemt – de gemiddelde installateur te weinig tijd voor het installeren en inregelen van de installatie en radiatoren, want: hoge werkdruk en scherpe prijzen dus gauw door naar de volgende klant.

Het kan ook anders! Gun de installateur de tijd voor het optimaal inregelen van installatie en radiatoren. Met hooguit een halve dag werk is het tiptop in orde én kan het energie besparen beginnen. Voor een gemiddeld huishouden betekent dit 20% besparen op een gemiddeld verbruik van 1400 kuub gas; vertaald naar euro’s is dat circa € 168,- op jaarbasis.
Is de huidige centrale verwarming aan vervanging toe? Overweeg dan de aanschaf van een hybride-ketel. De hybride-verwarmingstoestellen van de toekomst zijn geschikt voor groene stroom en groen gas, én nu al beschikbaar. Bijkomend voordeel, naast tot 85% aardgasbesparing, is dat bij een hybride-verwarmingsoplossing alles op zijn plek blijft, dus ook de radiatoren. De zogenaamde ‘plug & play’ optie maakt een grote interne verbouwing overbodig en dat is wel zo prettig. Kortom, met een hybride-verwarmingsinstallatie blijft de rekening laag en wordt de bijdrage aan het klimaatakkoord alleen maar groter.

Henk Sijbring
Voorzitter De Nederlandse Verwarmingsindustrie i.o.

  • oktober 12, 2018
  • 114 views
Wees slim!

Een automatische kraan of doorspoelend urinoir is niet bijzonder meer. Evenals slimme verlichting, verwarming, koeling of slimme meters. En van een smart spiegel die de verkeersinformatie en inkomende e-mails laat zien tijdens het scheren kijken we ook niet meer op. Alles verbindt zich met het internet en wordt ‘slim’. ICT en IT betreden zo het speelveld van elektrotechniek en werktuigbouw. Het vraagt bij menig installateur om andere kennis. Kennis van producten, verkoop, engineering, installatie en bovenal kennis van klantprocessen.
De afgelopen 15 jaar zijn de technologische ontwikkelingen razendsnel gegaan. Techniek komt steeds dichterbij. In het rapport ‘Intieme Technologie’ (Rathenau Instituut) wordt er gesproken over technologie in, over, tussen en als ons. Het laatste doelt op de komst van robots. Vandaag de dag hebben we allerlei (communicatie)technieken die ons 24/7 ondersteunen in het wonen, werken, zorgen en recreëren. Waar zijn we zonder de tablet en smartphone?
Het is een vaststelling dat internet een ongelofelijke impact heeft op ons leven. Onder de veelbesproken noemer The Internet of Things is het de verwachting dat elk eindproduct op een of andere manier een ‘verbinding’ krijgt met internet. En daarmee is het tijdperk van automatisering en informatietechnologie definitief een feit. Digitaal of digitalisering wordt of is de nieuwe norm. Alles is en wordt data en is dus informatie.
Het wordt voor veel branchebedrijven een uitdaging om hierin mee te bewegen vanuit sociale innovatie. Het gaat er steeds meer om waarom je iets doet in plaats van wat en hoe je het doet. Met al deze ontwikkelingen in het achterhoofd voorzie ik een kansrijke markt voor kennisbedrijven – groot en klein! – in onze branche. Want, let op! Ook in de installatiebranche geldt: niet de sterkste overleeft maar diegene die zich het best weet aan te passen aan de nieuwe realiteit. Wees dus slim!

Maarten van der Boon
maarten@novitek.nl
Vanuit zijn bedrijf Novitek helpt Maarten
technische bedrijven in organisatie­-
strategie, innovatie en communicatie.

  • oktober 5, 2018
  • 117 views
Goede voorlichting is het halve werk

Op het moment dat ik deze column schrijf ben ik net terug van een vaarvakantie met onze eigen boot in ons mooie Nederland. Dankzij het bijzonder warme weer was het goed vertoeven op het water.
Beroepshalve weet ik maar al te goed wat een lange droge periode met een land kan doen. Maar als fervent watersporter raak je nog meer doordrongen van het feit dat we zuinig moeten zijn met en op ons water.
Toch durf ik te beweren dat wij in ons land water genoeg hebben, zolang we ons oppervlaktewater maar goed managen. En dat doen we. Waterleidingbedrijven sturen bijvoorbeeld water naar gebieden waar watergebrek dreigt of verlagen de druk enigszins.
Dat neemt niet weg dat we zelf ook terughoudend moeten kunnen zijn met ons watergebruik. Daarom verboden de waterschappen soms het sproeien van gewassen. Prachtig toch, zoals we het hier voor elkaar hebben.

Maar niet alles gaat goed. Zo was er in Groningen ophef over de vermeende aanwezigheid van Legionella op woonarken. De watertemperatuur in de leidingen naar de schepen in het ondiepe, warme water zou zijn opgelopen tot boven de 25 graden Celsius. De bewoners werd geadviseerd om water voor gebruik te koken en vooral niet te douchen.
Het bleek een een geval van ‘een storm in een glas water,’ vooral veroorzaakt door een gebrek aan goede voorlichting. Net zoals bij dat Chinese echtpaar waarvan de vrouw, ondanks verwoede pogingen, maar niet zwanger raakte. Onderzoek door de huisarts wees uit dat ze nog altijd maagd was!

Soms roepen persberichten over legionellabesmetting alleen maar vragen op en worden er daardoor verkeerde conclusies getrokken en dito maatregelen genomen. Een schone taak dus voor installateurs en adviseurs om klanten goed voor te bereiden op een eventuele legionellabesmetting. Zorg voor een calamiteitendraaiboek.

 

Leo Bikker
BAC (Bikker Advies & Consultancy)
mbikker@chello.nl

  • september 28, 2018
  • 122 views
Staat het water tot aan onze lippen?

Klimaatverandering speelt een steeds grotere rol in onze samenleving. Denk aan de recente zware regenval en overstromingen in Japan, gevolgd door een hittegolf. Of, in eigen land, aan de algenvorming in stilstaand water door het aanhoudende warme weer.
Stilstaand water is ook in drinkwaterleidingen de belangrijkste veroorzaker van bacterievorming. Zeker als de temperaturen hoog oplopen. Zoals onlangs in een Rotterdamse flat waar het in delen van het gebouw 50 gaden was!
Continu spuien is de oplossing om stilstaand water te voorkomen. Maar dat gaat tegen de oproep van waterleidingbedrijven in om het watergebruik juist te beperken. Omdat er vanwege de droogte sprake is van watergebrek.
Er is echter geen gebrek aan water. Water bevindt zich namelijk in een kringloop en gaat dus niet verloren. Het probleem is dat we het vervuilen. Chemiereuzen zijn vaak aan waterlopen gesitueerd en lozen hier hun afvalstoffen verdund. De grens van het oplossend vermogen van water wordt opgezocht.
Op sommige plaatsen zijn bewoners nog rechtstreeks afhankelijk van oppervlaktewater. Zoals in de Biesbosch. Maar dat wordt een steeds moeilijker verhaal. Zelfs hier raakt het water steeds meer vervuild.
Een alternatief zou zijn om drinkwater ouderwets met jerrycans aan te voeren, zoals dit nog in Afrika gebeurt. Ik zag dit tijdens één van mijn rondreizen daar. Dan besef je pas in wat voor rijkdom wij leven en leer je weer relativeren.

 

Leo Bikker
BAC (Bikker Advies & Consultancy)
mbikker@chello.nl