- april 6, 2023
- 133 views
Nieuwe kennis over installaties voor leidingwater
De vernieuwde ISSO-publicatie 55 biedt een update van bestaande kennis, maar ook een aantal nieuwe onderwerpen voor het ontwerpen en realiseren van leidingwaterinstallaties. De publicatie is een herziening van de uitgave uit 2013 over ‘Leidingwaterinstallaties voor woon- en utiliteitsgebouwen’. Het naslagwerk biedt een gestructureerd overzicht van alle facetten die nodig zijn voor de realisatie van leidingwaterinstallaties.
Omdat deze publicatie al relatief lange tijd niet is geüpdatet, was alleen het actualiseren van de bestaande inhoud onvoldoende. Diverse ontwikkelingen in het vakgebied zorgen dat er nieuwe en belangrijke onderwerpen aan de publicatie zijn toegevoegd. Bovendien is de structuur van het kennisdocument ook grondig aangepast, waardoor hij beter aansluit bij het volledige ontwerp- en realisatieproces van leidingwaterinstallaties. Specifieke onderwerpen, die voorheen verspreid door de publicatie aan bod kwamen, zijn vanwege hun belang en voor een beter overzicht in één hoofdstuk bij elkaar gebracht. Een voorbeeld is het prominente onderwerp waterkwaliteit, dat nu in een eigen paragraaf extra aandacht krijgt.
Aandacht voor duurzaamheid
Het reduceren van het energiegebruik is al in de ontwerpfase van een leidingwaterinstallatie belangrijk. In deze publicatie is daar uitgebreid aandacht aan besteedt. Zo is er een volledige paragraaf waarin drinkwaterinstallaties in relatie tot duurzaam bouwen worden behandeld. Dit maakt het voor ontwerpers duidelijk hoe zij ook levensduurkosten van een leidingwatersysteem in hun berekeningen en voorstellen kunnen meenemen.
NEN 1006 als basis
Omdat de NEN 1006 en de Waterwerkbladen de functionele eigenschappen voor leidingwaterinstallaties bepalen, is de publicatie feitelijk een praktische en gedetailleerde uitwerking van deze norm en Waterwerkbladen. Naast aangepaste passages op basis van geactualiseerde wet- en regelgeving en resultaten van recent onderzoek bevat deze publicatie ook onderwerpen die niet in NEN 1006 zijn opgenomen.
Gloednieuwe onderwerpen
Een heel nieuw onderwerp is de beschrijving van koudtapwatersystemen met actieve koeling, waarmee je ongewenste opwarming van drinkwaterleidingen kunt bestrijden. Met name in gebouwen waar vrijwel permanent een hoge ruimtetemperatuur heerst, zoals zorgcentra, zwembaden en sauna’s, is dit geen overbodige maatregel meer. In deze publicatie is ook de beschrijving van warmtapwateropwekking geheel vernieuwd en in lijn gebracht met de NTA 8800. Een ander, nieuw onderwerp is een methodische en toepassingsgerichte beschrijving van inregelventielen. Dit is kennis die bij warmtapwatercirculatiesystemen onontbeerlijk is.
Kennis over materiaalkeuze
Nieuw is ook de nieuw toegevoegde kennis met betrekking tot materiaalkeuze, in relatie tot bacteriologische aangroeipotentie. Om leidingwater gezond en schoon te houden heeft de vakman – zeker nu de keuze in materialen fors is toegenomen – meer behoefte aan deze kennis. Tot slot zijn ook de SIMDEUM® berekeningsmethodiek en kengetallen aan de publicatie toegevoegd. Verder bevat de nieuwe publicatie meer instructieve afbeeldingen, schema's en rekenvoorbeelden die het ontwerpproces inzichtelijk en toegankelijk maken.
- maart 6, 2023
- 235 views
ISSO-kleintje Riolering vernieuwd
De afgelopen maanden is het ISSO-kleintje Riolering volledig geactualiseerd. Vooral mensen in de praktijk vinden in dit document de meest gebruikte richtlijnen voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van gebouwriolering. Door zijn compacte vorm, maar ook doordat hij online te raadplegen is, is de kennis op de bouwplaats of bij een praktijkproject te raadplegen.
Naast de laatste kennis biedt het handzame boekje ook diverse afbeeldingen, schema's en montagerichtlijnen voor afvoerleidingen van vuilwater en hemelwater. Bovendien is het Kleintje Riolering ook interessant voor andere doelgroepen, zoals architecten en aannemers. Zij kunnen hiermee snel de meest basale en noodzakelijke kennis van riolerings- en hemelwaterafvoersystemen tot zich nemen.
Op basis van ISSO-publicatie 3216
De meest recente ISSO-publicatie 3216 ‘NTR 3216 Riolering van bouwwerken’, die eveneens in februari 2023 verscheen, ligt aan de basis van het vernieuwde Kleintje Riolering. Daarbij richt de inhoud van het Kleintje zich vooral op vuilwater- en hemelwaterafvoer binnen de perceelgrens. Die kennis kan de vakman dus gebruiken voor:
• Woningen, woongebouwen en kleine utiliteit;
• Realisatie van nieuwe riolering;
• Uitbreiding van bestaande riolering;
• Beheer en onderhoud.
Voorbeeld
Een concrete aanpassing is bijvoorbeeld het duidelijk onder de aandacht brengen van de noodzaak om hemelwater via het eigen perceel af te voeren, en niet via een naburig perceel. In de praktijk betekent dit dat installateurs de uitvoering van HWA-systemen soms anders moeten uitvoeren dan ze gewend waren. Denk aan doorlopende dakgoten bij rijtjeshuizen, waarin de installateur nu bijvoorbeeld separatieschotten moet zetten, zodat regenwater per perceel kan worden afgevoerd.
Koppeling met ISSO-opleverprotocollen
Een andere wijziging waarvan het Kleintje nu melding maakt, is dat de uitzondering voor het moeten plaatsen van ontlastvoorzieningen bij grondgebonden woningen is komen te vervallen. Ook meldt het geactualiseerde Kleintje dat de afstand tussen ontstoppingsstukken is vergroot. Verder is er in dit Kleintje meteen een koppeling gemaakt naar de ISSO-opleverprotocollen, die belangrijk zijn en worden in de relatie tot de toekomstige Wet Kwaliteitsborging (Wkb). Ook zijn er op diverse plekken nieuwe of aangepaste afbeeldingen toegevoegd, zodat de kennis inzichtelijker wordt en eenvoudiger te interpreteren.
Snel en helder
Het doel van Kleintje Riolering is er volledig op gericht om mensen in de praktijk snel en zo helder mogelijk te ondersteunen bij het vakbekwaam uitvoeren en onderhouden van riolerings- en hemelwatersystemen. Het geactualiseerde ISSO-kleintje Riolering is als gedrukt exemplaar of digitale versie beschikbaar via het kennisplatform ISSO Open.
[pt_view id="d26fc37v3w"]
- februari 24, 2023
- 164 views
Duidelijkheid over de afvoer van regenwater
Met het verschijnen van ISSO-publicatie 3216 ‘NTR 3216 Riolering in bouwwerken’ krijgt de markt de broodnodige duidelijkheid. Niet dat de ‘oude’ NTR 3216 geen duidelijkheid verschafte, maar hij maakte te weinig duidelijk wat er fout kon gaan als je ontwerpregels niet naleefde, vertelt Nick Post, specialist sanitaire technieken bij ISSO.
De publicatie, die sinds deze maand beschikbaar is via isso.nl, geeft richtlijnen voor het ontwerpen, realiseren en beheren van afvoersystemen voor hemelwater en huishoudelijk afvalwater (of vergelijkbaar) van bouwwerken. Dat betekent dat een breed scala aan onderwerpen en systemen wordt behandeld waarmee vrijwel elke sanitair installateur dagelijks te maken heeft. Dit varieert van lozingsvoorschriften voor vuilwater- en hemelwaterafvoersystemen, ontwerpregels voor vuilwater en rioleringsinstallaties binnen de perceelgrens tot alles over hemelwaterafvoersystemen vanaf het dak, de goot, enzovoorts.
Innovatieve technieken
“Er zijn genoeg onderwerpen waarvoor niet zo heel veel is veranderd. Tegelijk zien we ook dat er innovaties en nieuwe technieken bijkomen waarvoor het zinvol is om ontwerprichtlijnen op een rij te zetten. Denk aan de groeiende populariteit van bijvoorbeeld systemen voor gebruik en infiltratie van hemelwater binnen de perceelgrens of systemen voor gescheiden sanitatie; gescheiden urine-afvoer en -opvang”, zegt Post.
Extra duidelijkheid
Maar misschien nog belangrijker dan kennis van nieuwe technieken was de noodzaak om in de nieuwe publicatie extra duidelijkheid te verschaffen over hemelwaterafvoersystemen volgens het UV- en overlaatstromingsprincipe. Post: “In veel projecten met omvangrijke daken zorgen deze HWA-systemen voor de afvoer van regenwater vanaf het dak of de goot tot aan de gebouwaansluiting. In principe gaf de NTR 3216 al de juiste informatie en ontwerprichtlijnen hoe je dit systeem moet uitvoeren, maar in de praktijk zagen we dat er ruis ontstond. Dit kwam omdat er vanuit een of meerdere leveranciers aanwijzingen of adviezen kwamen die niet overeenkomstig de NTR 3216 waren. Wij schrijven nu heel duidelijk wat er fout gaat als je een UV-systeem niet uitvoert zoals de NTR 3216 voorschrijft. Het kan bijvoorbeeld erg fout gaan als je besluit om meerdere trechters van een noodoverloopsysteem met elkaar te koppelen. Wij roepen de installatiemarkt dan ook op om altijd maar één trechter per afvoerpunt te gebruiken.”
Meer lezen over dit onderwerp? Het uitgebreide artikel verschijnt in de maartuitgave van praktijkblad Installateurszaken, dat 28 maart 2023 verschijnt
- februari 8, 2023
- 192 views
ISSO-publicatie 3216 ‘NTR 3216 Riolering van bouwwerken’ herzien
ISSO heeft de publicatie NTR 3216 Riolering van bouwwerken herzien. De kennis in deze nieuwe versie is geactualiseerd op basis van relevante ontwikkelingen in de maatschappij en techniek. ISSO-publicatie 3216 geeft richtlijnen voor het ontwerpen, realiseren en beheren van afvoersystemen voor hemelwater en huishoudelijk afvalwater (of vergelijkbaar) van bouwwerken.
In de publicatie zijn verschillende ontwikkelingen meegenomen die in de installatiepraktijk van nu dagelijks aan de orde zijn. Een belangrijke verduidelijking is aangebracht in de wijze waarop noodoverstorten van hemelwaterafvoersystemen op juiste wijze moeten worden gemaakt, vooral wanneer deze als UV-systeem worden uitgevoerd. Verder beschrijft de nieuwe publicatie dat het volgens WB 5:52 niet is toegestaan om hemelwater via een naburig perceel te lozen. Dit zal veel invloed hebben op de uitvoering van HWA-systemen. Denk aan doorlopende dakgoten bij rijtjeshuizen, waarin de installateur bijvoorbeeld separatieschotten moet zetten. Daarnaast zijn er nieuwe inzichten op het gebied van waterlagen op de daken verwerkt – in het bijzonder van begroeide daken. Deze inzichten staan ook al beschreven in het TVVL en Techniek Nederland-rapport ST-49 ‘Waterlagen op platte daken en het veranderende klimaat’.
Drukte op daken
Verder ontstond vanuit de markt de behoefte aan onder meer een verduidelijking van situatieschetsen voor de uitmondingen van ontspanningsleidingen. Dit vraagstuk wordt steeds urgenter, mede door de drukte op (multifunctionele) daken. In het geval van zonnepanelen kunnen de ontspanningsleidingen worden belemmerd of afgedekt. Dat kan weer leiden tot stankoverlast en aanverwante gevaren. Ook deze scenario’s staan in de herziene publicatie beschreven.
De herziene ISSO-publicatie 3216 is beschikbaar op kennisplatform ISSO Open.
- december 13, 2022
- 170 views
Nederlands eerste biobased waterleiding in Brabantse Oirschot
Een PVC waterleiding gemaakt met gebruikt frituurvet, houtpulp of resten van suikerriet als basisgrondstof. Voor het eerst in Nederland gaat zo’n biobased waterleiding in het Brabantse Oirschot de grond in. “De buis is qua samenstelling gezien exact hetzelfde als de standaard PVC leiding, maar de grondstoffen zijn allemaal biobased,” aldus Hanneke van de Ven, directeur distributie bij Brabant Water. “Met dit project willen we de weg vrijmaken naar meer duurzame en biobased materialen in de watersector.”
Zowel bij Brabant Water als bij leverancier Pipelife staat duurzaamheid hoog in het vaandel. Ook voor het drinkwaterleidingnet zoekt Brabant Water naar duurzame opties. De kansen voor gerecycled PVC zijn onderzocht, maar dat bleek niet aan de hoge eisen voor waterleidingen te voldoen. De volgende stap om te experimenteren met duurzamere leidingen, was om te kijken naar de mogelijkheden voor biobased materialen. Zo kwam Brabant Water samen met leverancier Pipelife op het spoor van deze biobased leiding, die wordt toegepast bij een nieuwbouwproject in Oirschot.
Verduurzamen productportfolio
Voor Pipelife Nederland is het project in Oirschot de eerste toepassing van biobased leidingen. Pipelife heeft zich niet alleen ten doel gesteld haar energieverbruik op structurele wijze te verlagen en de energie-efficiency van haar processen te verbeteren, ook is het volop bezig met het verduurzamen van het productportfolio. Nieuwe technieken maken buizen lichter, reduceren de hoeveelheid uitval en verhogen de output, waardoor de energiebelasting per geproduceerde kilo daalt. Ook zet Pipelife steeds meer gerecyclede grondstoffen in om tot circulaire producten te komen. Het doel is om voor 2030 30% gerecycled materiaal toe te passen.
Verduurzaming van PVC leidingen
Het verduurzamen van de PVC leidingen is een belangrijke ontwikkeling voor Pipelife. Voor de productie van de biobased leidingen zijn de gebruikte grondstoffen voor het PVC niet afkomstig uit fossiele bron (aardolie), maar uit hernieuwbare bronnen, zoals suikerriet of houtpulp en uit gebruikt frituurvet. Suikerriet en bomen nemen CO2 op bij hun groei en bij de verwerking tot kunststof komt deze CO2 weer vrij. De netto CO2-besparing kan oplopen tot wel 90%. Aart Jan van der Meijden, algemeen directeur van Pipelife Nederland: “Als de watersector de handen ineenslaat en de ambitie uitspreekt vol te gaan voor biobased materialen, kunnen we echt impact maken door deze ontwikkeling te helpen versnellen. Op dit moment zijn biobased materialen nog wel duurder dan ‘conventionele’ materialen, maar we verwachten dat als de vraag toeneemt de markt zich snel zal ontwikkelen en de prijzen zullen dalen.”
Fotobijschrift: Aart Jan van der Meijden, algemeen directeur van Pipelife Nederland, en Hanneke van de Ven, directeur distributie bij Brabant Water, onthullen de biobased waterleiding bij het nieuwbouwproject in Oirschot.
- december 2, 2021
- 143 views
Gescheiden boren naar aardwarmte en drinkwater
Klimaatverandering, een groeiende drinkwatervraag en bedreigingen van drinkwaterbronnen zorgen ervoor dat aanvullende grondwatervoorraden aangewezen moeten worden voor de drinkwatervoorziening. Mijnbouwactiviteiten zoals boren naar aardwarmte (geothermie) kunnen een risico vormen voor grondwater voor de drinkwatervoorziening. Uitgangspunt moet daarom zijn dat zij ruimtelijk van elkaar worden gescheiden. De provincies en drinkwaterbedrijven roepen het Rijk daarom op te zorgen voor een goede bescherming van de toekomstige voorraden voor ons drinkwater.
Provincies en drinkwaterbedrijven hebben een verkenning Robuuste drinkwatervoorziening opgesteld. Doel hiervan is de toekomstige drinkwatervoorziening veiligstellen. Hiertoe zijn aanvullende grondwatervoorraden voor de drinkwatervoorziening aangewezen en zorgen we voor voldoende beschikbaarheid van drinkwater. De drinkwatervraag kan tot 2040 met gemiddeld 30% stijgen maar de beschikbaarheid van voldoende kwalitatief goed water voor drinkwater is niet vanzelfsprekend.
Ook de energietransitie heeft ruimte nodig in de ondergrond. Door middel van geothermie wordt warmte van diep in de aarde gebruikt voor de verwarming van huizen, kassen of industrie. Boren voor mijnbouw, waaronder geothermie, kan risico’s opleveren voor het grondwater. Bij deze aanwijzing van grondwatervoorraden voor de drinkwatervoorziening is daar zorgvuldig rekening mee gehouden.
Mijnbouw en drinkwatervoorziening náást elkaar
Functiescheiding tussen mijnbouw en drinkwater is van belang voor de Aanvullende Strategische Voorraden (ASV's). Uitgangspunt moet zijn dat het Rijk dit dient te respecteren bij vergunningverlening voor mijnbouwactiviteiten. Dat is het advies van provincies en drinkwaterbedrijven in de verkenning Robuuste drinkwatervoorziening. Bij de aanwijzing van de ASV’s is rekening gehouden met bestaand gebruik van de gebieden en nieuwe ontwikkelingen als geothermie. Hiermee is zorgvuldig beoordeeld hoeveel en waar extra reserves voor de toekomstige drinkwatervoorziening nodig zijn en welk beschermingsbeleid daarbij gewenst is.
Jelle Hannema, directievoorzitter Vitens en voorzitter stuurgroep Bodem & Infrastructuur Vewin: “Voor een goede bescherming van de ASV’s en het veiligstellen van de drinkwatervoorziening op lange termijn moet functiescheiding ook gelden bij vergunningverlening voor mijnbouwactiviteiten. Daarom vragen we het Rijk uitsluiting van mijnbouw in de toekomstige voorraadgebieden voor de drinkwatervoorziening op te nemen in de Mijnbouwwet. Mijnbouw en drinkwaterproductie kunnen náást elkaar plaatsvinden, sámen gaat niet.”
‘Beschermen om te blijven’
Jeannette Baljeu, gedeputeerde provincie Zuid-Holland en lid van de gezamenlijke provincies in de Stuurgroep water: “Provincies zijn verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen van voldoende drinkwaterbronnen van voldoende kwaliteit. De bevolkingsgroei en toename van drinkwatergebruik vergroten de vraag naar voldoende zoetwaterbronnen. Dit verhoogt het belang tot bescherming van bestaande en gereserveerde drinkwaterbronnen vanuit het principe `beschermen om te blijven’. Provincies erkennen ook het belang van geothermie voor de energietransitie. En staan open voor mogelijkheden van maatwerk die beide belangen ten goede komen. Uitgangspunt voor de provincies blijft daarbij wel de ruimtelijke scheiding van deze functies.”
Vermijd risico’s op onomkeerbare schade
Grondwater is een belangrijke bron voor ons drinkwater. Ongeveer 60% van het drinkwater in Nederland wordt van grondwater gemaakt. Gebruik van de diepe ondergrond door geothermie vormt een risico voor de kwaliteit van deze grondwaterbronnen. De verwachting is dat de komende decennia het aantal geothermieprojecten toeneemt vanwege de energietransitie. Wanneer grondwater eenmaal vervuild raakt, kan het voor altijd onbruikbaar worden voor de drinkwaterproductie. Vanuit het voorzorgsbeginsel – ook de Structuurvisie Ondergrond sluit elk risico zoveel mogelijk uit – is een goede bescherming van de grondwatervoorraden van groot belang.
Drinkwaterbehoefte in de toekomst
Het rapport is een uitwerking van de Structuurvisie Ondergrond (STRONG). Hierin heeft het Rijk aan provincies en drinkwaterbedrijven gevraagd aan te geven waar aanvullende grondwaterreserves voor de toekomstige drinkwatervoorziening noodzakelijk zijn. En wat daarvoor het beschermingsbeleid moet zijn. In het rapport is per provincie uitgewerkt hoe groot de extra drinkwaterbehoefte is richting 2040/2050 en hoe daarin kan worden voorzien. Deels gebeurt dit door Aanvullende Strategische Voorraden aan te wijzen. Ook wordt gekeken hoe de drinkwatervraag te verminderen via waterbesparing en een passender gebruik van drinkwater.
“Er is sprake van een groeiende drinkwatervraag. Klimaatverandering zorgt voor toenemende droogte en we zien dat bronnen voor drinkwater vervuild zijn. We willen Nederland in de toekomst ook van goed en voldoende drinkwater voorzien. Maar dat betekent wel dat we zuinig om moeten gaan met de bronnen die we hebben deze goed moeten beschermen. Onnodig risico’s nemen is daarbij geen optie!” aldus Hannema.
Eindrapportage Verkenning Robuuste Drinkwatervoorziening 2040
[pt_view id="6769bb6u3f"]
- november 2, 2021
- 126 views
Kleine update voor ISSO-kleintje Riolering
ISSO-kleintje Riolering is laatst weer op kleine punten herzien. installateurs en servicemonteurs kunnen hierin de meest gebruikte richtlijnen voor het ontwerp en de aanleg van riolering terugvinden. Ook architecten en aannemers kunnen met dit zakboekje snel kennis opdoen van de basisbeginselen van het rioleringsstelsel.
Huishoudelijk afvalwater wordt via de vuilwaterafvoer geloosd op de gemeentelijke riolering, en ook hemelwaterafvoer (van particulier terrein) wordt daar ingezameld en afgevoerd. Het ISSO-kleintje Riolering behandelt zowel de vuilwater- als de hemelwaterafvoer binnen de perceelgrens voor woningen, woongebouwen en kleine utiliteitsgebouwen. Het geeft afbeeldingen, schema’s en montagerichtlijnen voor afvoerleidingen. Ook aan bod in dit compacte Kleintje komt de aanleg van nieuwe én de uitbreiding van bestaande riolering, en beheer en onderhoud. Gebouwriolering moet voldoen aan de prestatie-eisen van het Bouwbesluit. Het gaat om eisen voor de functionele eigenschappen van de riolering en de dichtheid van de leidingsystemen. Ook deze staan in Kleintje Riolering.
Betere leesbaarheid
“Bij deze laatste update zijn drukfouten en verkeerde doorverwijzingen uit het Kleintje gehaald”, zegt Nick Post, specialist Afvoertechniek bij ISSO. “Ook zijn enkele definities aangepast om de leesbaarheid te verbeteren. Na deze actualisatie loopt ISSO-kleintje Riolering verder weer helemaal gelijk aan NEN 3215 en NTR 3216 (2018). Ook is de uitwerking van een closetaansluiting verduidelijkt in deze uitgave, met daarbij onder meer wat aangepaste benamingen en waarden.”
Het ISSO-kleintje Riolering is te raadplegen via ISSO Open.
[pt_view id="ec5fdd1e9s"]
- september 2, 2021
- 132 views
Legionella in drinkwater-installaties zijn geen zeldzaamheid
Bijna dertig procent van de drinkwatermonsters bleek in 2020 legionellabacteriën te bevatten. Dat is een stijging van 11 procent ten opzichte van 2019. Dit blijkt uit onderzoek van ENVAQUA Expertgroep Legionella. Dit leidt jaarlijks tot zo’n 400 gevallen van de veteranenziekte.
Installatie Vakbeurs besteedt dit jaar uitgebreid aandacht aan legionellabestrijding. Logisch, volgens Eline Kuijsters van de beurs, “De installateur speelt een belangrijke rol in het voorkomen van dit soort gevaarlijke situaties bij drinkwaterinstallaties in bijvoorbeeld kantoren, scholen en overheidsgebouwen. We werken samen met leden van ENVAQUA, de branchevereniging van ambitieuze water- en milieutechnologiebedrijven, om een stuk bewustwording en tips & tricks mee te geven.”
Installatie Vakbeurs wordt op 14, 15 en 16 september gehouden in Evenementenhal Hardenberg, met dus speciale aandacht voor Legionellabestrijding. Op het Legionellaplein worden dagelijks kennissessies en demonstraties gehouden. Zo zal Rogier Sterk ingaan op de miscommunicatie tussen legionella adviseur en installateur. Voorzitter Esther Huygen van stichting Veteranenziekte kaart op haar beurt de risico’s van een legionellabesmetting aan en onderstreept de noodzaak van preventie.
Andere onderwerpen die worden besproken zijn: Het gebruik van Hennep in drinkwaterinstallaties, 5 grootste problemen in vastgoed, efficiënt en veilig drinkwaterbeheer, herziening van de BRL14010-1 en nieuwe mogelijkheden voor UV-C techniek en ultrafiltratie in drinkwaterinstallaties.
- juli 28, 2021
- 135 views
Norm voor gebouwriolering en buitenriolering binnen perceel gewijzigd
NEN 3215 stelt eisen aan de riolering voor een goede afvoer van zowel hemelwater als huishoudelijk afvalwater. Een belangrijke wijziging in deze norm is de huidige uitzonderingsregel voor grondgebonden woningen die zijn aangesloten op de buitenriolering voor uitsluitend de afvoer van hemelwater. Deze uitzondering komt te vervallen. Ook in die situatie moet nu verplicht een ontlastvoorziening worden toegepast.
Afvoer van hemelwater is een belangrijk onderwerp, zeker nu we steeds vaker te maken krijgen met forse regenval. In NEN 3215+C1+A1:2018 zijn bepalingsmethoden opgenomen met betrekking tot:
- gebouwriolering voor huishoudelijk afvalwater, werkend volgens het vrijvervalsysteem met primaire soventstandleidingen in hoogbouw voor huishoudelijk afvalwater;
• het systeem van overlaatstroming voor de afvoer van hemelwater van gebouwen;
• het UV-systeem voor afvoer van hemelwater van gebouwen;
• buitenriolering binnen de perceelgrens voor huishoudelijk afvalwater en hemelwater, werkend volgens het vrijvervalsysteem.
Andere wijzigingen die in de norm zijn doorgevoerd: - Er is een definitie toegevoegd voor een afzonderlijk functionerend UV-systeem.
• De opmerking direct onder 4.1 is komen te vervallen.
• Voor het leidingbeloop van standleidingen is nu een eis opgenomen voor de hoogteligging van de bovenkant van het waterslot van een stankafsluiter van lozingstoestellen (anders dan closets).
[pt_view id="704456dipa"]
- mei 12, 2021
- 141 views
Regelgeving legionellapreventie in leidingwater op de schop?
Sinds het Legionelladrama in Bovenkarspel (1999) en de kort daarna in werking getreden regelgeving voor Legionellapreventie in leidingwater is in Nederland, maar ook wereldwijd, veel onderzoek gedaan. Er is nu veel meer kennis over de omstandigheden waaronder Legionella groeit of niet groeit, welke legionellasoorten gevaarlijk zijn voor de mens en hoe Legionella het beste bestreden en voorkómen kan worden. Het huidige Legionellapreventie beleid is gebaseerd op wetenschappelijke aannames uit het begin van deze eeuw. Sindsdien is het wetenschappelijk onderzoek doorgegaan en wijkt het legionellabeleid – op onderdelen – af van de wetenschappelijke inzichten. Gaat de regelgeving voor legionellapreventie in leidingwater nu op de schop?
Op het TVVL Nationaal Congres Sanitaire Technieken 2021 vertelt Paul van der Wielen (microbioloog bij KWR) over de huidige wetenschappelijke kennis ten aanzien van Legionella in leidingwatersystemen. Dan zal blijken in hoeverre de huidige Regeling legionellapreventie in Nederland nog in lijn is met de huidige wetenschappelijke kennis. Het laat zich niet moeilijk raden dat dit niet zo is, want het huidige wetgevend kader borduurt nog altijd voort op inzichten uit 2000. Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft daarom laten onderzoeken welke voorschriften in de wetgeving ten aanzien van Legionella in leidingwater op basis van de huidige wetenschappelijke inzichten zouden moeten worden aangepast, en op welke wijze. De onderwerpen die genoemd worden hebben onder meer betrekking op het thermisch beheer, het effect van spoelen, invloed van materiaalgebruik, legionellasoorten, de 1-liter regel en de risicokwalificatie tabel. Wanneer het merendeel van de adviezen uit het onderzoek wordt overgenomen zal dat een grote impact hebben op de praktijk van legionellapreventie. Dat de regelbaarheid en beheersbaarheid van de warmtapwatertemperatuur in met name collectieve warmtapwaterinstallaties met circulatie erg lastig is wordt in de praktijk nog altijd te vaak ervaren. Michiel van Bruggen vertelt op het congres vanuit zijn expertise over het dynamische gedrag van warmtapwatercirculatiesystemen.
Pseudomonas aeruginosa
Naast ziekteverwekkende legionellasoorten zijn in het Nederlandse drinkwater ook andere ziekteverwekkende micro-organismen aangetroffen, zoals Pseudomonas aeruginosa, die zich in het drinkwatersysteem vermeerderen en waar geen regelgeving in drinkwater voor geldt. De ziekte veroorzaakt door deze andere ziekteverwekkers zijn niet meldingsplichtig, maar schattingen laten zien dat het aantal ziektegevallen waarschijnlijk hoger zijn dan het aantal ziektegevallen veroorzaakt door ziekteverwekkende Legionella non-pneumophila-soorten. Onderzoek heeft laten zien dat beheersmaatregelen die voor Legionella gelden, niet allemaal werken tegen Pseudomonas aeruginosa. Dit micro-organisme is in staat zich te vermeerderen in drinkwaterbiofilms met een temperatuur beneden de 20°C. De Duitse microbioloog Peter Arens verzorgt op het congres een presentatie over oorzaken en sanering van een ziekenhuis met Pseudomonas aeruginosa in het drinkwater. Stefan van ‘t Hof van het Rijksvastgoedbedrijf bespreekt op het congres andere aspecten op het gebied van Waterveiligheid in gebouwen en de wet- en regelgeving die daarop van toepassing is.
Keukenafvalvermalers in hoogbouw
Julian Muñoz Sierra (KWR) presenteert samen met Mirjam Blokker (KWR) het TKI onderzoeksproject naar keukenafvalvermalers in hoogbouw. Specifiek is gekeken naar de technische haalbaarheid van het aansluiten van een keukenafvalvermaler op de gebouwriolering en naar de duurzaamheid (LCA) van keukenafval via riolering ten opzichte van keukenafval via het restafval. De resultaten van het zogenoemde OSKAR-project (Organisch keukenafval via het riool) worden gepresenteerd, met een nadruk op de tests die in een laboratoriumopstelling van de gebouwriolering zijn gedaan.
Dagvoorzitter van het TVVL Nationaal Congres Sanitaire Technieken is Mirjam Blokker, voorzitter van de TVVL Expertgroep Sanitaire Technieken. Voor verdere informatie over het online congres op 7 juni zie: www.tvvl.nl (bijeenkomsten, Landelijk)
[pt_view id="4eac35ftjc"]


