• september 25, 2019
  • 127 views
Van collectieve naar individuele warmwaterinstallatie

In Serviceresidentie Frankenstate in Bergen zijn 90 Green Energy Smartboilers van Itho Daalderop geplaatst met een lease/koop-constructie. De boilers zijn geplaatst als onderdeel van een groot renovatie- en verduurzamingsproject, waarbij een collectieve warmwaterinstallatie wordt aangepast naar een individuele warmwaterinstallatie.

De geplaatste boilers zorgen voor de warmwatervoorziening van de appartementen. Ze zorgen voor een energiezuinige warmwateropwekking door rekening te houden met het tapgedrag van de bewoners. Daarnaast zijn de boilers beschikbaar voor de energiemarkt. Bij overcapaciteit, die ontstaat door wind- en zonne-energie, kunnen de boilers ingeschakeld worden om de onbalans op het elektriciteitsnet te verhelpen.

Na 5 jaar wordt de bewoner eigenaar van de boiler. De lease-koop-constructie is van Abel & Co. DOZ Energieregie BV is als adviseur bij het project betrokken.

Van het project is ook een video gemaakt. In deze video komen de VVE, adviseur, installateur en een bewoner aan het woord over hoe ze tot hun keuze zijn gekomen en wat de eerste ervaringen zijn.

  • september 25, 2019
  • 133 views
Meeste woningen nog niet geschikt voor duurzame installatie

Wanneer de cv-monteur langskomt voor onderhoud of service hebben veel mensen vragen over duurzame warmte en energie in huis. Hoe kijken monteurs zélf aan tegen de energietransitie? Wat weten ze van de duurzame technieken? Willen ze er graag mee aan de slag of zijn er twijfels? Feenstra vroeg haar monteurs naar hun ervaringen bij de mensen thuis. Dat leverde een aantal opvallende uitkomsten op.

Verduurzaming leeft bij de consument steeds meer. Zo wordt 76% van de monteurs om energieadvies gevraagd wanneer ze bij de mensen thuis komen. 41% geeft aan dat de meeste woningen die zij bezoeken nog niet geschikt zijn voor nieuwe installaties. Wat maakt dat de investering in duurzame installaties veelal niet rendabel is (86%). Dit zijn enkele conclusies uit onderzoek van Feenstra onder haar monteurs.

Adriaan Pietersma, CEO Feenstra, over de resultaten: “Onze monteurs zijn direct in contact met onze klanten, hun input is voor ons essentieel. Dat het onderwerp leeft is te zien aan de response, ruim 1/3 van de monteurs heeft gereageerd en dat is hoog, zeker in de vakantieperiode. Gezien de fase waarin de energietransitie zich bevindt, zullen we uitleg blijven geven aan de mensen thuis. Kosten zijn nog steeds een belangrijke overweging om wel of niet te verduurzamen. Naast de monteurs in de 'kopgroep' zullen we ook andere monteurs meer handvatten geven om de mensen thuis goed te kunnen helpen.”

Onzekere bewoners
Veel bewoners zijn onzeker over toekomstige plannen en ontwikkelingen op het gebied van de energievoorziening. "Er is nog veel onduidelijk; gemeenten moeten echt aangeven wat er zal gebeuren," luidt één van de reacties. Een andere monteur zegt: "De kosten van verduurzaming en de rol van de overheid zijn voor veel mensen te onzeker om nu al over te gaan op bijvoorbeeld een warmtepomp."

Voorzichtig met nieuwe technieken
Veel cv-monteurs vinden het belangrijk dat ze zich concentreren op technieken die voor technici én consumenten geen verrassingen met zich meebrengen: een ruime meerderheid (61%) vindt dat Feenstra alleen bewezen technieken moet aanbieden. De warmtepomp is inmiddels zo'n bewezen techniek, alleen niet overal toepasbaar.

Verduurzamen oudere huizen ingewikkelder
30% van de respondenten wijst hun klanten op een duurzaam alternatief wanneer de onderzochte ketel op z’n retour is. Dat lijkt weinig, maar er is een goede verklaring voor. Monteurs beginnen meestal niet over duurzame oplossingen wanneer zij zien dat de woning (nog) niet geschikt is voor een hybride of all-electric warmtepomp. En dat zijn de meeste woningen die zij bezoeken (nog) niet. Vooral in woningen van vóór 1980 is het warmteverlies te groot.

Zoals één van de respondenten zegt: "Over de aanpassingen die vooral in oudere huizen nodig zijn, wordt nog altijd weinig gesproken. Daardoor is het moeilijk om een klant een fatsoenlijk en verstandig duurzaam advies te geven." In nieuwere woningen brengen veel monteurs de duurzame alternatieven wél ter sprake.

Positief over verduurzaming
Het overgrote deel van de monteurs (82%) is doordrongen van de noodzaak om woningen te verduurzamen en staat er positief tegenover. 89% vindt dan ook dat iedere monteur de nieuwe duurzame technieken moet kennen.

Vrouwelijke monteurs welkom
Het onderzoek onder de cv-monteurs ging niet alléén over duurzame technieken. Een opmerkelijke uitkomst is dat voor de Feenstra-monteur de gelijke behandeling van mannen en vrouwen in het installatievak geen punt van discussie is. Hoewel op dit moment nog altijd vrijwel alle monteurs man zijn, zegt 87% dat vrouwen van harte welkom zijn.

  • september 17, 2019
  • 132 views
Doekle Terpstra: “Tempo verduurzamen drastisch versnellen”

In een reactie op de Miljoenennota roept ondernemersorganisatie Techniek Nederland het kabinet op méér werk te maken van de energietransitie. Voorzitter Doekle Terpstra: “Om de klimaatdoelstellingen te halen, moeten we het tempo waarin we woningen en gebouwen verduurzamen drastisch versnellen. De huidige subsidies en aantrekkelijke leningen zijn een goed begin, maar om de burger werkelijk te verleiden is méér nodig. Het kabinet zal in toenemende mate financieel over de brug moeten komen.”

Daarnaast benadrukt Terpstra dat de overheid alles op alles moet zetten om het techniekonderwijs te versterken. “Er komt een enorm karwei aan en daar zijn veel vakmensen voor nodig. Zonder voldoende technici loopt de energietransitie spaak. Dat kunnen we ons niet veroorloven.”

Koploper in Europa
Het kabinet verwacht komend jaar een vertraging van de economische groei. Investeringen in de energietransitie kunnen helpen om de gevolgen daarvan te dempen. Terpstra: “Het kabinet zoekt naar het toekomstig verdienvermogen van Nederland. Dat is te vinden in de groene economie. Daar kunnen we Europees koploper worden als we nu investeren in slimme oplossingen om woningen grootschalig en efficiënt te verduurzamen. Dat levert een schoner klimaat op, maar ook een lagere energierekening, tienduizenden arbeidsplaatsen en exportmogelijkheden.”

Investeringsfonds
Terpstra staat achter de oprichting van een fonds voor investeringen in onder meer de kenniseconomie en de infrastructuur. Een deel van dat fonds moet worden aangewend voor het versterken van het techniekonderwijs. “Techniek is de ruggengraat van onze samenleving, dus moeten we het technisch beroepsonderwijs serieus nemen. Ik pleit voor een integrale agenda: een landelijk dekkend netwerk van technische opleidingen, up-to-date praktijklokalen en voldoende techniekdocenten. Je kunt het nieuwe investeringsfonds van het kabinet nauwelijks beter gebruiken dan voor het financieren van een sterk beroepsonderwijs.”

  • september 16, 2019
  • 132 views
Inspectie op verzoek van Radar: duurzame installatie voldoet niet aan eisen

ISSO is door het programma Radar gevraagd een inspectie uit te voeren aan een energiecentrale in een woning, bestaande uit onder meer een warmtepomp en een cv-ketel. De eigenaar van de woning ervaart verschillende klachten. Zo wordt de woning onvoldoende warm en het besproken rendement niet gehaald.

Jos de Leeuw en Jan Aerts, technisch specialisten bij ISSO, keken op verzoek van het programma of de installaties volgens geldende standaarden en regelgeving  zijn ontworpen en aangelegd. Deze inspectie is vanavond om 20.30 uur te zien in de uitzending op NPO 1. In dit praktijkgeval blijkt de relevante kennis en regelgeving niet juist toegepast. Een belangrijke reden waardoor het wel vaker misgaat, aldus ISSO.
De resultaten van de inspectie zijn als volgt:
-              De woning is gerenoveerd met een hoog duurzaamheidsniveau (goede isolatie) en handhaving van de bestaande beglazing.
-              In de kelder is een energiecentrale opgesteld die bestaat uit een cv-ketel, warmtepomp en zonnecollectorvaten voor de verwarming en warmtapwater. Dit is een complexe installatie, waarbij een doordacht (hydraulisch) ontwerp cruciaal is voor de goede werking van de installatie. Er zijn geen ontwerpgegevens, tekening van de installatie en een omschrijving van de werking van de installatie aanwezig. De installatie voldoet niet aan de ISSO richtlijnen (ISSO-publicaties 44, 69 en handboek zonne-energie).
-              De lagetemperatuurradiatoren zijn te klein voor de kamers (niet berekend conform ISSO-publicatie 66).
-              Temperatuurregelingen ontbreken grotendeels (niet conform ISSO-publicatie 69).
-              De cv-ketel - onder andere de rookgasafvoer - is niet conform de regelgeving aangesloten, en is lastig bereikbaar (niet conform ISSO Kleintje Gas).
-              Vanuit de kelder zijn alle leidingen in een grote bundel aangebracht. Bij de waterleidingen bestaat hierdoor kans op doorwarming met een risico op legionellavorming (niet conform ISSO-publicatie 30).
-              Verwarmingsleidingen zijn te klein gedimensioneerd voor een systeem met lagetemperatuurverwarming (LTV) (niet conform ISSO-publicatie 18).
-              De buitenunit van de lucht/water warmtepomp staat op het balkon naast de ouderslaapkamer en produceert teveel geluid.

Duurzaam vakmanschap noodzakelijk
De conclusie van ISSO is dat veel installaties in deze woning niet voldoen aan de eisen die aan een goed ontwerp mogen worden gesteld. ‘In de praktijk gaat het helaas vaker mis doordat kennis en regelgeving niet (juist) worden toegepast. Daarvoor kunnen we verschillende redenen aanwijzen, zoals gebrek aan tijd en geld. Om te kunnen voldoen aan de ontwikkelingen zoals de Wet Kwaliteitsborging voor het Bouwen, de nieuwe eisen Bouwbesluit en de energietransitie is het van belang om de juiste kennis te kunnen toepassen. De verantwoording hiervoor ligt bij de opdrachtnemer. ISSO zoekt zoveel mogelijk de samenwerking met partners om de nieuwe en juiste kennis te ontwikkelen en verspreiden. Voor de juiste toepassing van deze kennis is vakmanschap noodzakelijk.’

  • september 13, 2019
  • 126 views
Energietransitie zorgt voor kansen… als je nu mee verandert!

Er is een overgang gaande van fossiele brandstoffen naar zon en wind. Dat heeft consequenties voor het energielandschap, want de elementen laten zich niet regelen. Nu kunnen we met gas- en kolencentrales precies bepalen hoeveel energie we nodig hebben, straks zijn we voor een groot deel afhankelijk van zon en wind. Het energielandschap verandert dus van vraaggestuurd naar aanbodgestuurd en dat roept nieuwe vragen op. Hoeveel energie is er beschikbaar en hoe gebruiken we dit slim? Kunnen we wat we overdag opwekken ook overdag gebruiken? Worden dag- en nachttarieven op den duur omgedraaid? En is ons huidige energienetwerk wel geschikt voor een aanbodgestuurde markt? Wat mij betreft zijn dit vragen die we niet oplossen door alleen te kijken naar technische mogelijkheden.

 Samen met de buren
Een plek waar actief wordt gezocht naar antwoorden op bovenstaande vragen, is de wijk Hoog Dalem in Gorinchem. Hier is met een aantal bewoners een lokale energiemarkt opgezet. “De bewoners gaan aan elkaar energie verkopen zodat energie in de wijk blijft. Zo voorkom je problemen doordat er te veel energie terug moet op het net. Met dit soort oplossingen hoeft het net dan minder snel of minder zwaar versterkt te worden.” Omdat de huidige salderingsregeling mogelijk in 2023 afloopt en vervangen wordt door een versoberde vorm, is het wellicht financieel interessanter om energie met de buren te delen. “Een mooi voorbeeld van sociale innovatie van onderaf en het geeft aan dat de zaken echt gaan veranderen, hier moet je als installateur dus op inspringen.”

Leren van collega’s
Sinds de nieuwe wetgeving is ingevoerd die er voor zorgt dat nieuwbouwwoningen zonder gasaansluiting opgeleverd moeten worden, is ook de bewustwording sterk toegenomen. Er komen nu ook echt vragen vanuit de consument. Installateurs realiseren zich dat ze straks een ander soort kennis moeten hebben en andere technieken moeten beheersen. Zelf adviseer ik e-installateurs ‘af te kijken’ bij hun w-collega’s: “Onderhouds-verdienmodellen bijvoorbeeld zie je eigenlijk alleen bij w-installateurs. Daar kunnen de meeste e-installateurs echt nog wat van leren. Ook het monitoren van prestaties is een kans.

Alleen nog plug-and-play?
Zelf voorzie ik dat de installateur van de toekomst vaker een eigen IT-afdeling heeft, hoewel nog niet elke installateur hier open voor staat. Zo kan bijvoorbeeld de prestatiegarantie en monitoring van de technische installatie van een woning een aantrekkelijk verdienmodel opleveren.
Maar als installateurs niet mee veranderen, valt er een heel verdienmodel weg, een gat waar fabrikanten in springen door het leveren van plug-and-play-installaties. In het ergste geval wordt de installateur, buiten de reguliere installatie, alleen nog ingeschakeld voor het aansluiten van een stekker en van een leiding. Dat wil je zelf toch ook niet... Pak dus die kansen!”

Kees Jan ’t Mannetje, ABB Business Development specialist


Duurzaamheid en bewustwording worden steeds belangrijker. De energietransitie is in volle gang. Kees Jan ’t Mannetje werkt sinds 2004 bij ABB. In zijn rol als Business Development volgt hij de ontwikkelingen op het gebied van energietransitie op de voet. Zijn expertise: digitalisering in combinatie met sociale innovatie waarbij zijn interesse ligt bij nieuwe technologieën.
In de praktijk betekent dit dat hij werkt aan nieuwe businessmodellen en -concepten rondom Smart Energy Management. Daarnaast was hij betrokken bij het ontwikkelen van de energieprestatie monitoringnorm en een proeftuin voor het opzetten van een lokale energiemarkt waarbij techniek, digitalisering en sociale innovatie samenkomen.
Als spreker weet hij de mensen te inspireren over onderwerpen als het nieuwe energielandschap, de rol van digitalisering hierin en welke impact sociale innovatie heeft. Meer weten over ABB en de energietransitie, kijk dan hier.

  • september 10, 2019
  • 157 views
Recycle-bonus voor oude cv-ketel

Wie dit najaar zijn oude cv-ketel inruilt voor een duurzamere oplossing, ontvangt van Nefit Bosch een recycle-bonus die kan oplopen tot 375 euro. De fabrikant komt daarnaast met een recycle-service voor installateurs. De oude cv-ketels worden opgehaald en kunnen voor 95% worden gerecycled en hergebruikt.

Bij aanschaf van een Nefit warmtepomp of zonneboiler kan de consument een voordeel tegemoet zien van 75 euro of meer, oplopend tot 375 euro bij een duurzame installatie. Wie geen oude ketel heeft om in te ruilen, kan aanspraak maken op een tijdelijk actievoordeel. De consument kan na aankoop zelf de recycle-bonus aanvragen op www.nefit-bosch.nl.

Recycling-service
Jaarlijks worden in Nederland een kleine 400.000 cv-ketels afgedankt. Na installatie van een nieuw toestel, zorgt de installateur doorgaans voor het afvoeren van de oude ketel. Dit najaar kunnen installatiebedrijven kiezen voor de recycle-service van Nefit Bosch. Na aanmelding wordt het toestel op het gewenste tijdstip opgehaald. De installateur ontvangt per ketel een vergoeding van 25 euro of 30 euro aan spaarpunten in het Nefit Bosch Partner Programma.

95% Hergebruik
De oude ketels worden ingezameld en professioneel gedemonteerd. De verschillende materialen, zoals RVS, koper en aluminium, worden machinaal gescheiden. Uit de printplaat van de ketel worden onder andere goud, zilver en koper teruggewonnen. Deze materialen gaan naar smelterijen en komen uiteindelijk terecht in uiteenlopende nieuwe producten. De kunststoffen worden gesorteerd. Het bruikbare deel wordt als tweedehands grondstof ingezet bij de productie van kunststof producten, zoals auto-onderdelen en straatmeubilair. Zo wordt tot 95% van het materiaal teruggewonnen en hergebruikt.

Certificering
Voor de recycle-service werkt Nefit Bosch samen met een gecertificeerde partner: Riwald Recycling BV. Dit bedrijf komt in aanmerking voor het Waste Electric and Electronic Equipment Label of Excellence (WEEElabex). Daarmee is een hoog kwaliteitsniveau verzekerd voor inzameling, opslag, transport, recycling en hergebruik. De verwerkte volumes en bereikte recyclingresultaten worden gerapporteerd en ook moeten de bedrijven in de hele keten aangeven wat er precies met de materialen gebeurt. Gecertificeerde bedrijven als Riwald worden gecontroleerd door onafhankelijke instanties.

CO2-neutraal in 2020

Bosch wil vanaf volgend jaar volledig klimaatneutraal zijn. Op de korte termijn betekent dit dat Bosch meer groene stroom zal gebruiken en alle onvermijdelijke CO2-emissies compenseert. De meer dan 400 vestigingen van Bosch overal ter wereld zullen vanaf 2020 geen CO2-voetafdruk meer achterlaten. Tot 2030 zal de onderneming gaandeweg het aandeel hernieuwbare energiebronnen verhogen, zowel in de eigen productie als bij de inkoop van energie. Daarnaast investeert Bosch een miljard euro in de energie-efficiëntie van zijn locaties. Het concern steekt bovendien de komende jaren ook miljoenen extra in duurzame technologieën, zoals warmtepompen, waterstoftechnologie en Internet of Things.

  • september 9, 2019
  • 124 views
“Verduurzamen in geen kwestie van moeten”

De techniekbranche sprak op 4 september formeel haar commitment uit ter ondersteuning van het Klimaatakkoord. Jan van Hout, directeur van Van Hout adviseurs en installateurs uit Veldhoven was één van de sprekers. Hij onderstreepte de meerwaarde van het Klimaatakkoord vanuit verschillende invalshoeken: "Verduurzamen in geen kwestie van moeten. De praktijk bewijst dat het verduurzamen van gebouwen altijd een gezonde en positieve businesscase oplevert."

"Juist voor onze klanten biedt het Klimaatakkoord structuur: Naast een reguliere vraag kunnen we ook een duurzaam alternatief neerleggen. Zo laten we zien dat het duurzame alternatief een betere, goedkopere en comfortabelere manier is om de vraag van onze klant te beantwoorden."

Ontzorgconcepten
"Wij willen graag ontzorgconcepten bieden, one-stop shops. Er zijn al parels van bedrijven die laten zien dat het werkt: innovatieve (financierings)oplossingen met prestatiegaranties zonder dat de klant meer hoeft te investeren. Dankzij het Klimaatakkoord kunnen wij blijven vernieuwen zodat drempels verlaagd worden en klanten in de actiemodus komen.”

Kosten binnen de perken

"We zijn hier met z'n allen al zo lang mee bezig. De lat ligt hoog, maar dat moet ook, gezien de urgentie van de klimaatcrisis. Onze branche kan dankzij innovatieve oplossingen de kosten van de energietransitie binnen de perken te houden."

Green skills én kwalitatieve data
Tegelijkertijd deed Jan van Hout ook een oproep aan de minister: "Om deze grote opgave te realiseren, hebben we twee dingen hard nodig: Voldoende technici met green skills én kwalitatieve data. Ondersteun ons om werknemers bij te scholen en nieuw talent te werven. En help ons door de kwaliteit van data te vergroten en toegankelijk te maken."

Naast van Hout kwamen minister Wiebes kwamn Doekle Terpstra, voorzitter van Techniek Nederland, Ed Nijpels, voorzitter van het Klimaatberaad en Diederik Samsom, voorzitter van de tafel Gebouwde Omgeving, aan het woord. De bijeenkomst was een initiatief van Techniek Nederland. Ed Nijpels vatte het enthousiasme van alle aanwezigen samen: “Het is een ongekende prestatie dat we met zoveel partijen tot een breed gedragen pakket aan maatregelen zijn gekomen. De energietransitie is hiermee een onomkeerbaar proces geworden. Ik kijk met vertrouwen uit naar de resultaten die de komende jaren bereikt zullen worden.”

  • september 4, 2019
  • 281 views
Niet onder de indruk van BENG

Het wetsvoorstel BENG (Bijna Energie Neutrale Gebouwen) ligt voor goedkeuring bij de Tweede Kamer en het voornemen is dat deze nieuwe normstelling vanaf 1 juli 2020 zal gelden voor alle nieuwe woningen en gebouwen. De totstandkoming van dit voorstel is een grote worsteling geweest en keer op keer zijn wijzigingen doorgevoerd van de normwaarden, berekeningswijze en uitgangspunten. Om geen problemen te ontmoeten met acceptatie in de markt en de achterblijvende bouwopgave woningbouw niet te belemmeren, is nu een compromisvoorstel gepresenteerd met beperkte consequenties voor de bouwpraktijk en de kostenniveaus.

Grote vraagtekens zet ik bij het gehanteerde opwekkingsrendement van elektriciteit, dat wordt verhoogd van 39% naar maar liefst 69%. Het argument is dat we in de toekomst veel meer gebruik zullen maken van duurzame en lokale opwekking maar zo ver is het echt nog lang niet. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat deze wijziging geen technische maar een politieke achtergrond heeft. De vergelijking van een warmtepompoplossing en een gasgestookte installatie, voor zover thans nog aan de orde dus bij renovaties en voor nieuwe aansluitingen > 40m3/u, dient koste-wat-kost uit te vallen in het nadeel van het gasgebruik. Op termijn zal dit ook gaan gelden voor bestaande bouw. Ik begrijp het streven van de overheid om fossiele brandstoffen te willen terugdringen, maar pleit ervoor dat dit via eerlijke en transparante wetgeving en stimuleringsregelingen wordt vormgegeven, en niet via wensdenken en trucs.

Winst is dat de hoge eisen aan de thermische kwaliteit van de gebouwschil, niet langer kunnen worden vermeden door verliezen te compenseren met een eigen energieopwekking zoals een PV-systeem. Vreemd is dat dit principe niet geldt voor de toe te passen technische installaties waardoor inefficiënte apparaten en oplossingen wat betreft de BENG gewoon mogelijk zijn. Daarbij is het ronduit merkwaardig dat de energieruimte niet toeneemt als wordt gekozen voor comfort- en gezondheid verbeterende technieken zoals extra ventilatie of een hoger verlichtingsniveau, of de keuze voor koeling of bevochtiging of een extra beschikbaarheid van warmtapwater. Een gebouw met een minimale installatie-omvang, krijgt de maximale ruimte om die installaties zo goedkoop en onzuinig mogelijk te realiseren.
De twee zaken die hier in het plan tegenover worden gesteld, te weten een maximum aan de luchtsnelheid van de ventilatielucht en een toets op de maximaal bereikte binnenluchttemperatuur, zijn veel te mager. Juist bij een minimale ventilatie is de luchtsnelheid laag en hoge temperaturen worden met name vermeden door het beperken van de zonbelasting.

Kortom: goed dat de veel bekritiseerde EPC-normering zal worden vervangen maar de BENG-wetgeving volgens de huidige voorstellen is mijns inziens niet het antwoord waarop we hebben gewacht.

Sjoerd Eegerdingk, zelfstandig adviseur bij Eklips advies in Schijndel en verantwoordelijk voor de adviesacademie Mijninstallatieadvies.nl waarmee particulieren worden geholpen bij het kiezen van de beste technische installaties voor hun nieuwe of te verbouwen woning

  • september 4, 2019
  • 152 views
Doekle Terpstra: “Zonder technieksector geen energietransitie”

Voorzitter Doekle Terpstra van Techniek Nederland tekent vandaag in Madurodam voor steun aan het Klimaatakkoord. Eric Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat en Ed Nijpels, voorzitter van het Klimaatberaad, zijn daarbij aanwezig. De installatiebranche wil zich inzetten om de CO2-uitstoot van de gebouwde omgeving, de infrastructuur en de industrie terug te dringen.

De ruim 5.000 leden van Techniek Nederland zullen voor innovatieve oplossingen moeten zorgen om de kosten van de energietransitie binnen de perken te houden. Tegelijkertijd wil de branche alles op alles zetten om werknemers bij te scholen en nieuw talent te werven. De doelstellingen van het Klimaatakkoord zijn alleen te realiseren als er voldoende technici met green skills instromen op de arbeidsmarkt, aldus de brancheorganisatie.

Verschil maken
De leden van Techniek Nederland zullen met duurzame energietechnieken een belangrijke bijdrage leveren aan het reduceren van de CO2-uitstoot met 49% in 2030. Voorzitter Doekle Terpstra: “Zonder de technieksector krijgen we de energietransitie niet voor elkaar. Deze sector gaat het verschil maken.” Terpstra hoopt dat ook andere sectoren hun steun zullen uitspreken voor het Klimaatakkoord. De voorzitter van Techniek Nederland is trots op het akkoord, waar zijn sector een belangrijke bijdrage aan leverde. Terpstra: “We hebben veel gepraat en daar is een praktisch en realistisch akkoord uit voortgekomen. Nu zijn de klimaataanpakkers aan de beurt. Met concrete actieplannen rond innovatie en scholing gaan we vaart geven aan de energietransitie.”

Huzarenstukje
Vicevoorzitter en ondernemer Claudia Reiner had namens Techniek Nederland zitting aan de Klimaattafel gebouwde omgeving. “Het akkoord wordt breed gedragen binnen de installatiebranche. Terecht, want al met al is het echt een huzarenstukje. Dankzij de gefaseerde aanpak van de energietransitie kunnen we efficiënt en slim verduurzamen. De energietransitie is haalbaar en betaalbaar voor iedereen.”

Carrièrekansen
Voorzitter Doekle Terpstra van Techniek Nederland ziet het dreigende tekort aan technische vakmensen eerder als een kans dan als een bedreiging. Terpstra: “We zitten midden in een ware metamorfose. Ik durf te zeggen dat er de komende jaren in geen enkele andere sector zulke geweldige carrièrekansen zijn als in de installatiebranche. Voor dezelfde jongeren die zich terecht zorgen maken over de klimaatcrisis, ligt er een enorme kans om daadwerkelijk iets te doen aan het klimaat.” Het aantal vacatures in de techniek loopt naar verwachting de komende jaren op tot zo’n 20.000 arbeidsplaatsen.

Duurzaam en energiezuinig wordt de norm
Als het aan de installatiebranche ligt, wordt duurzaam en energiezuinig straks de norm. Ondernemer Martin Hoekstra van ST/Warmte uit Nieuwkoop verduurzaamt bestaande woningen met duurzame energietechnieken, zoals warmtepompen, zonnepanelen en zonneboilers. “Steeds meer woningbezitters zijn gemotiveerd om een steentje bij te dragen aan de vermindering van de CO2-uitstoot. Het Klimaatakkoord is de basis om verduurzaming nóg interessanter en rendabeler te maken.” Jan van Hout, directeur-eigenaar van Van Hout adviseurs en installateurs in Veldhoven is ervan overtuigd dat een klimaatneutrale gebouwde omgeving een realistisch vooruitzicht is. “We zijn enthousiast over de gemaakte afspraken. De lat ligt hoog, maar dat moet ook, gezien de urgentie van de klimaatcrisis.”

  • september 2, 2019
  • 139 views
Tempo verduurzaming kantoren moet fors omhoog

Per 1 januari 2023 moeten alle kantoren in Nederland energielabel C of beter hebben. Op dit moment voldoet 60% van het kantooroppervlak nog niet aan deze eis. Dit komt overeen met 41 miljoen m2. De meerderheid van deze kantoren (83%) heeft zelfs nog geen energielabel.

Calcasa meldt dit in haar laatste kwartaalrapportage. Een deel van de kantoren zonder label is relatief recent gebouwd of al verduurzaamd en zal in de praktijk voldoen aan de eisen voor een label C of beter. Indien een conservatieve schatting van de ontbrekende labels wordt gemaakt, dan moet in totaal 29,7 miljoen m2 worden verduurzaamd. Dat is 8,5 miljoen m2 per jaar. Ter vergelijking: in de afgelopen drie jaar is de kantooroppervlakte met energielabel C of beter jaarlijks gemiddeld met 4,2 miljoen m2 toegenomen. Het tempo van de verduurzaming moet dus fors omhoog om binnen 3,5 jaar de doelstelling te kunnen halen, geeft Calcasa in haar onderzoek aan.

In de laatste jaren is een duidelijke versnelling van het aantal kantoren met een energielabel (C of beter) waarneembaar. In 2011 had 0,8% van de kantoren een energielabel C of beter, dit steeg naar 4,2% per eind 2015 en nam verder toe naar 17,1% halverwege 2019. Wat verder opvalt is dat vooral grotere kantoren een energielabel hebben. De verduurzamingsopgave ligt de komende jaren dus met name bij de kleinere kantoren.