Snel online de duurzaamheid van een gebouw scannen
ABN Amro biedt vastgoedeigenaren een laagdrempelige manier om gebouwen te beoordelen op basis van het duurzaamheidslabel Breeam-NL In-Use. Dit is de internationale standaard om de duurzaamheid van gebouwen te beoordelen, te verbeteren en te certificeren. De bank stelt deze QuickScan gratis ter beschikking. Hierdoor krijgt de vastgoedeigenaar meer inzicht in de duurzaamheid, gezondheid en rendement van het gebouw en meer inzicht in de mogelijkheden tot financiering en subsidie. De Breeam functionaliteit is toegevoegd aan de ABN Amro Duurzame Investeringstool.
De Breeam standaard beoordeelt duurzaamheid van gebouwen integraal op basis van negen verschillende duurzaamheidscategorieën. In de QuickScan krijgt de gebruiker of eigenaar van een pand gedetailleerd inzicht in de huidige en potentiële Breeam-score, in de impact van alle mogelijke verduurzamingsmaatregelen en bijbehorende investeringen. De module stelt 40 vragen die binnen 30 minuten een overzicht opleveren om de duurzaamheidsprestatie van een specifiek gebouw te verbeteren. Dit overzicht per gebouw kan desgewenst worden uitgebreid tot een volledige vastgoedportefeuille. De module is ontwikkeld door ABN AMRO en CFP Green Buildings in samenwerking met de Dutch Green Building Council (DGBC). DGBC Is verantwoordelijk voor Breeam certificeringen in Nederland.
Erik Steinmaier, hoofd Real Estate Clients van ABN Amro: “Met het gratis beschikbaar stellen van deze scan kunnen vastgoedeigenaren hun gebouwen sneller en eenvoudiger verduurzamen. Inzicht in de actuele status en de impact van alle mogelijke verduurzamingsmaatregelen maakt dat eigenaren gemakkelijker maatregelen voorverduurzaming van gebouwen nemen. Dit maakt het een belangrijke stap in de verdere verduurzaming van de gebouwde omgeving.”
Bram Adema, directeur van CFP Green Buildings: “Breeam-NL In-Use quick scan biedt de snelste manier om je verwachte Breeam-score te bepalen. Ook geeft de online scan aan welke kosten en welke maatregelen leiden tot meer duurzaamheid en een hogere score. Met het ontwikkelen van deze module hebben we de Breeam-certificering laagdrempeliger gemaakt en tijdswinst gecreëerd. Hierdoor kan de impact van deze duurzaamheidsstandaard worden vergroot.”
Slim dak vangt overtollig regenwater op
Vandaag wordt het slimste dak van Nederland in gebruik genomen: het ‘Slimdak’ op het Schieblock in Rotterdam. Het dak speelt in op de weersverwachtingen en kan ruimte maken voor overtollig regenwater. De zogenoemde smartflowcontrol ‘bemiddelt’ tussen het weer en het dak. Wanneer er bijvoorbeeld hoosbuien worden voorspeld, zorgt dit systeem er automatisch voor dat het overtollige regenwater kan worden opgevangen in het dak.
Het Slimdak op Het Schieblock is een klein testdak van 120 vierkante meter. Het is speciaal aangelegd om het systeem te kunnen presenteren aan bouwers, architecten, waterschappers en beleidsambtenaren. Het idee is dat het Slimdak kan worden toegepast op grote daken van bestaande gebouwen en bij nieuwbouw.
Veel steden kampen regelmatig met wateroverlast. De oplossing van dit waterprobleem zou heel goed op het dak kunnen liggen. In Rotterdam alleen al is 14,5 miljoen vierkante meter plat dak beschikbaar. Het Slimdak-systeem zorgt ervoor dat deze oppervlakte kan worden ingezet voor de opvang van overtollig regenwater.
De opening van het Slimdak vindt vanochtend plaats. Tijdens de Rotterdamse Dakendagen op 2 en 3 juni is het Slimdak open voor bezichtiging van 10.00 tot 17.00 uur.
Duurzame villa uitgevoerd als BIM-project
In Ridderkerk verzorgt Jefko Installatietechniek de nieuwbouw van een luxe, particuliere villa. De bouw wordt als BIM-project opgepakt en met duurzame installatietechnieken uitgevoerd, zoals een bodemwarmtepomp en zonneboilersysteem. Mede dankzij deze maatregelen wordt een EPC van 0,12 bereikt. In november moet de particuliere villa worden opgeleverd.
Een water/water-warmtepompinstallatie met een bronsysteem voorziet in de gewenste warmte- en koudevraag van de villa, een zonneboilersysteem neemt een groot deel van de warmtapwaterbereiding voor zijn rekening en pv-panelen verzorgen de stroomopwekking. Als afgiftesysteem is gekozen voor lage-temperatuurvloerverwarming. Tevens worden de mogelijkheden voor hoge-temperatuurplafondkoeling doorgerekend. Voor de ventilatie is een mechanisch ventilatiesysteem met een hoog rendement warmteterugwinsysteem ontworpen.
Verder wordt onder andere een KNX-domoticasysteem geïnstalleerd en worden in de garage laadstations voor elektrische auto’s gemonteerd. Daarbij onderzoekt installatiebedrijf Jefko Installatietechniek de mogelijkheden om aan de pv-panelen een energieopslag te koppelen, zodat de bewoners hun eigen opgewekte energie maximaal kunnen benutten.
De villa wordt als BIM-project aangepakt. Veel installaties worden in de vloeren weggewerkt, wat vraagt om een nauwe afstemming tussen alle bouwpartners. In het BIM-model heeft de installateur exact kunnen aangeven waar de installaties, kanalen- en leidingwerk moeten komen en waar sparingen nodig zijn. Via IFC zijn regelmatig modellen uitgewisseld en clashcontroles uitgevoerd, met minimale clashes, faalkosten en een soepele uitvoering als resultaat.
Corporaties zoeken (financiële) ondersteuning om 2,1 miljoen huurwoningen te verduurzamen

Woningcorporaties hebben in kaart gebracht hoe ze vóór 2050 hun sociale huurwoningen gasloos en CO2-neutraal kunnen maken. De corporaties willen drie van de vier woningen verduurzamen door ze te renoveren tot nul-op-de-meter-woning (38 procent) of door ze maximaal te isoleren en er zonnepanelen op te installeren (38 procent). Voor de overige half miljoen woningen bestaan de plannen uit isoleren binnen dan wel buiten de schil van het huis. De maatregelen aan de woning die corporaties kunnen nemen moeten een CO2-reductie opleveren van 70 procent. De andere 30 procent moet komen van verduurzaming van de externe energiebronnen voor de huizen, bijvoorbeeld warmtenetten.
Aedes-voorzitter Marnix Norder: “We hebben in beeld hoe we het voor ruim 2 miljoen huurwoningen aan kunnen pakken. We willen graag aan de slag, maar er is wel meer dan 100 miljard voor nodig. Dat hebben corporaties niet voorhanden. Het mag natuurlijk niet ten koste gaan van het bijbouwen van voldoende huurwoningen en het laag houden van de huren. Dus er moet nog wel wat gebeuren.”
Woningcorporaties spraken vorig jaar de ambitie uit al hun huizen voor 2050 CO2-neutraal maken. Vervolgens kozen corporaties daarvoor eigen scenario’s, aan de hand van de Aedes-Routekaart CO2-neutraal. De opgave voor ruim 2,1 miljoen woningen is daarmee in kaart. Norder: “Uniek in de vastgoedsector, niemand is al zo ver. Daarmee gaan we in gesprek met Rijk, gemeenten, huurders, andere huiseigenaren, bouwers, installateurs, netbeheerders en energiebedrijven. Want we zullen het met zijn allen moeten doen, alleen zal het ons niet lukken. En we mogen vooral het belang van bewoners niet vergeten. Na de overlast moeten zij een comfortabeler huis hebben zonder hogere woonlasten.”
Miljardeninvesteringen
Op basis van de routekaarten is een eerste raming gemaakt dat voor het verduurzamen en gasloos maken van al deze woningen 108 miljard euro nodig is, bijna 52.000 euro per huis. Dat geld is nodig om een huis duurzaam te renoveren, het gasloos te maken en voor verbeteringen die voortkomen uit de forse ingrepen in het huis voor de verduurzaming, bijvoorbeeld een nieuwe badkamer en/of keuken. Om dat te kunnen financieren zouden corporaties tot 2050 elk jaar 3,4 miljard moeten investeren, naast hun andere opgaven. Dat is binnen de financiële mogelijkheden van de sector echter niet haalbaar, zegt de sector. De investeringen in duurzaamheid mogen bovendien niet ten koste gaan van de eveneens grote opgaven voor nieuwbouw en betaalbaarheid.
Norder: “Duurzaamheid is een maatschappelijke ambitie. Als Nederland het tempo wil versnellen, moet er dus wat gebeuren. Dit kabinet wil echter dat corporaties steeds meer belasting betalen en daar komt nog een volledig onlogische belasting bij. Daar kan het kabinet natuurlijk wel wat aan doen. Als dat niet gebeurt, is het allemaal niet mogelijk. Mooier kan ik het niet maken.”
Klimaatakkoord
Aedes neemt deel aan de gesprekken over het klimaatakkoord dat het kabinet met allerlei partijen wil sluiten. Norder: “Corporaties laten zien wat ze bij kunnen dragen. Maar we kunnen het niet alleen. Samen moeten we tot concrete plannen komen voor verduurzaming van straten en wijken. Gemeenten moeten partijen bij elkaar brengen, andere vastgoedeigenaren moeten meedoen en energiebedrijven moeten warmtenetten ontwikkelen, om er maar een paar te noemen.”
Megabatterij voor Johan Cruijff ArenA
De Johan Cruijff ArenA krijgt een megabatterij van 3MW en daarmee ‘s werelds grootste energieopslagsysteem voor een multifunctioneel gebouw. Het stadion zal vanaf eind juni haar eigen, duurzame energie slimmer kunnen gebruiken en de beschikbare opslagcapaciteit in de batterij verhandelen. Daardoor draagt het stadion bij aan een stabiel Nederlands energienet.
BAM, The Mobility House, Eaton en Nissan ontwikkelden het opslagsysteem, dat ook een oplossing kan zijn voor andere energiebewuste bedrijven.
Momenteel realiseert BAM in de ArenA een hightech ruimte waar vanuit de batterijen worden aangestuurd. De slimme systeemelementen, batterijen en schakelkasten zullen de komende maanden op elkaar worden aangesloten en uitgebreid getest. Met de ingebruikneming van de batterij kunnen de vervuilende dieselgeneratoren op termijn uit de ArenA worden verwijderd en zal de noodstroomvoorziening worden overgenomen door de batterij.
Flexibele opslagcapaciteit
De batterij in de ArenA speelt een belangrijke rol in de balancering van vraag en aanbod van energie. Het energieopslagsysteem heeft een totaal vermogen van 3MW, genoeg om enkele duizenden huishoudens van stroom te voorzien. De batterij helpt met het ontlasten van het energienet door pieken die tijdens bijvoorbeeld concerten ontstaan, af te vlakken. Ook kan de energie uit de 4.200 zonnepanelen op het ArenA-dak optimaal worden gebruikt. De ArenA-batterij kan ook worden geladen op momenten dat er pieken op het net ontstaan en de ArenA batterij capaciteit over heeft.
Het energie opslagsysteem en de Amsterdam Energy Arena, het energiebedrijf van het stadion, zijn concrete resultaten van de Amsterdam Innovation Arena. Binnen dit innovatieprogramma werken kennisinstellingen, overheden en bedrijven als BAM, Nissan, Eaton en The Mobility House aan het stadion van de toekomst.
Het stadion en het omringende gebied fungeren daarbij als Living Lab, als hotspot waar innovaties worden getoetst in de praktijk. Vernieuwende concepten en ideeën én bewezen oplossingen op het gebied van stadionbouw, -management en -exploitatie vinden via Amsterdam ArenA International hun weg naar stadions en sport- en recreatiegebieden wereldwijd.
Aardgasloze woonconcepten
TBI WOONlab biedt zijn woonconcepten beterBASIShuis en lekkerEIGENhuis nu aardgasloos aan. Ook kregen de woonconcepten een upgrade. Naast aardgasloos behoren ook andere energiezuinige opties, zoals BENG en Nul-op-de-meter, tot de mogelijkheden. TBI WOONlab speelt met de duurzame upgrade in op de energietransitie en voldoet aan de Wet Voortgang Energietransitie (VET) die regelt dat de aansluitverplichting van nieuwbouw op het gasnet per 1 juli 2018 verdwijnt.
De woonconcepten beterBASIShuis en lekkerEIGENhuis zijn ontwikkeld in het TBI WOONlab van de TBI-ondernemingen ERA Contour, Groothuis Wonen, Hazenberg Bouw en Koopmans Bouwgroep. Samen zorgen zij voor innovaties op het gebied van wonen. Om gemeenten, woningcorporaties en ontwikkelaars te inspireren en te prikkelen goed over gebiedsontwikkeling na te denken, lanceren de partijen de TBI WOONlab box: een zevenstappenplan met tools en ideeën voor nieuwbouwprojecten.
2.500 beterBASIShuizen en lekkerEIGENhuizen
De woonconcepten beterBASIShuis en lekkerEIGENhuis zijn ruim vier jaar geleden ontwikkeld om betaalbare woonconcepten binnen een korte tijd te kunnen realiseren. Maar wel zo dat de consument veel individuele woonsmaakmogelijkheden heeft. Zo kunnen de concepten in zeven tot vijftien verschillende smaken uitgevoerd worden, zoals landelijk, klassiek, modern of jaren ‘30. En ook in de woning heeft de consument veel voor het zeggen. Er is voldoende keuze en geen project is hetzelfde. Inmiddels staan er zo’n 2.500 beterBASIShuizen en lekkerEIGENhuizen in Nederland.
Van 55.000m3 gas per jaar naar gasloos
Adviesbureau Witteveen+Bos heeft haar kantoor grondige laten renoveren. Het pand uit 1975 is van label E naar A+++ gegaan. Deventer burgemeester Andries Heidema opende het vernieuwde kantoorpand samen met Karin Sluis, algemeen directeur van Witteveen+Bos. Het gebouw is nu gasloos, terwijl eerder 55.000m3 gas per jaar werd verbruikt.
De verduurzaming van het kantoor schuilt in meerdere kenmerken: ten eerste in de innovatieve TripleAqua-warmtepomp die de warmte die vrijkomt bij koeling gebruikt om te verwarmen, met interne warmte- en koudebuffers. Daarnaast liggen op het dak van het pand 326 zonnepanelen, die in een jaar ongeveer 66.000 kWh opwekken. Het resultaat is een bijna-energieneutraal gebouw, voorbereid op de eisen uit het Energieakkoord.
Denkkracht
Algemeen directeur van Witteveen+Bos Karin Sluis: “Ik ben er trots op dat we deze resultaten hebben bereikt en dat we dit gedaan hebben met de expertise van onze eigen collega’s. Het gebouw is echt een toonbeeld van wat er op dit moment mogelijk is als je een oud kantoor wil vernieuwen en we gebruiken het graag als visitekaartje van duurzame en innovatieve kantoorhuisvesting.” Ter gelegenheid van de opening van het gerenoveerde kantoor en als dank aan de stad die Witteveen+Bos een goede vestigingsplaats biedt, biedt Witteveen+Bos de inwoners van Deventer denkkracht aan, om samen met stakeholders uit de gemeente een begin te maken met het ontrafelen van de energietransitie en de gevolgen voor de stad.
BENG 1 en ventilatie, hoe zit het nou?
De afgelopen weken is er veel discussie geweest toen bekend werd gemaakt dat de huidige berekenwijze van BENG 1 wordt aangepast. Maar hoe zit dat nou ook alweer met ventilatie en BENG? Hierbij een samenvatting voor diegenen die er wel over hebben gehoord, maar niet precies weten hoe het nou zit.
De meeste mensen zullen op de hoogte zijn van het feit dat per 1 januari 2020 de huidige EPC eisen zullen worden vervangen door BENG eisen. BENG staat voor Bijna EnergieNeutrale Gebouwen, en is onder te verdelen in 3 eisen (ik beperkt me even tot de eisen voor woningen):
– Woningen mogen niet meer dan 25 kWh/m2.jr aan energie verbruiken voor verwarmen en koelen. Deze eis richt zich op de gebouwschil: goede isolatie en kierdichting is nodig om deze eis te kunnen halen.
– Het primair fossiel energieverbruik mag niet meer zijn dan 25 KWh/m2.jr voor verwarming, koeling, warm tapwater en ventilatoren. Het verschil met de vorige eis is dat in deze eis alle installaties meegenomen worden. BENG 1 richt zich puur op bouwkundige maatregelen, BENG 2 op installatietechnische maatregelen. Daarnaast mag zelf opgewekte duurzame energie worden afgetrokken van het energieverbruik.
– Woningen moeten minstens 50% van de benodigde energie zelf duurzaam opwekken. Hoe groter de hoeveelheid zelf opgewekte energie, hoe kleiner de resulterende BENG 2.
Voorgenomen eisen
Wat belangrijk is om te vermelden, is dat bovengenoemde eisen vóórgenomen eisen zijn. Ze staan nog niet vast. Ze zijn al wel geformuleerd en gepubliceerd met als doel de markt vast te laten wennen aan de eisen en om te kijken wat voor reacties erop zouden komen, zodat ze eventueel nog verbeterd kunnen worden. En dat is ook precies wat er nu aan de hand is, met name op BENG 1.
Verband met EPC
U moet weten dat de wijze van berekenen niet volledig opnieuw is bedacht. BENG 1 is een afgeleide van de wijze waarop de EPC werd berekend, namelijk NEN7120. In deze norm wordt voorgeschreven hoe het energieverlies inclusief ventilatie door een gebouwschil berekend moet worden, waarbij het energieverlies kan worden beperkt door warmteterugwinning op de ventilatie toe te passen. Logisch, dat bespaart immers energie.
Warmteterugwinnning
Waar nu de discussie over BENG 1 over gaat, is nou net dat laatste puntje: warmteterugwinning. In de huidige voorgestelde eis wordt de berekenwijze van NEN7120 aangehouden, inclusief warmteterugwinning op de ventilatielucht via een lucht/lucht warmtewisselaar. In andere woorden, middels balansventilatie (systeem D). Dit zou betekenen dat als de voorgenomen eisen ongewijzigd zouden worden doorgevoerd, de overheid bij wet zou bepalen dat alle nieuwe woningen balansventilatie moeten krijgen, omdat anders niet (nauwelijks) aan de regelgeving is te voldoen. Het effect van warmteterugwinning is namelijk groot in een goed geïsoleerde woning. Andere wijze van warmteterugwinning, bijvoorbeeld via een ventilatieluchtwarmtepomp, worden niet beoordeeld in BENG 1, want dit zijn installatietechnische oplossingen, en horen in de BENG 2 eis thuis. Dat balansventilatie ook een installatietechnische oplossing is, wordt over het hoofd gezien, want de berekenwijze is gestoeld op NEN7120, waar balansventilatie in is opgenomen, maar andere typen van warmteterugwinning niet. Warmtepompen bestonden immers nog nauwelijks toen de NEN7120 werd geschreven.
Onvrede
U begrijpt, dit viel niet goed bij veel mensen, mij inclusief. Ik heb zelf een zeer gezonde, comfortabele en energieleverende woning gebouwd, met natuurlijke toevoer en warmteterugwinning op de afgezogen ventilatielucht middels een warmtepomp. En ik voldoe bij lange na niet aan de voorgestelde BENG 1 eis, terwijl ik alle warmte terugwin en een energieleverende woning heb. Over twee jaar zou ik mijn woning dus niet mogen bouwen als de voorgestelde eisen ongewijzigd zouden worden doorgevoerd.
Aanpassing
Naar aanleiding van de verontwaardiging vanuit de markt, inclusief (natuurlijk) leveranciers van natuurlijke ventilatiesystemen, is toen bekend gemaakt dat de berekenwijze voor BENG 1 zal worden aangepast. Voor energieverliezen door ventilatie zal een forfaitair getal moeten worden ingevuld dat voor alle ventilatiesystemen hetzelfde zal zijn en de grenswaarde van 25 kWh/m2.jr zal worden aangepast. Waarnaar is nog onbekend, daar wordt nog aan gerekend.
Heftige discussie
Natuurlijk leidde dit ook weer tot heftige discussies, dit keer aangezwengeld door de voorstanders van balansventilatie. Zij zagen immers hun voordeel ten opzichte van natuurlijke ventilatie in de BENG 1 eis verdwijnen. Argumenten werden gebruikt dat het van de zotte was dat er roosters direct naar buiten worden gemaakt in zeer goed geïsoleerde en kierdichte huizen en dat ijskoude lucht naar binnen zou stromen en comfortproblemen zou geven en natuurlijke toevoer werd weggezet als techniek uit de jaren 70.
Eigen keuze
Omdat ik een rationele keuze heb gemaakt voor natuurlijke toevoer èn een heel comfortabel huis heb, zal ik toelichten waarom ik het een goede beslissing vind om ventilatieverliezen forfaitair te maken in BENG 1. Om de energiebalans van een woning te bepalen moet gekeken worden naar de schil: hoeveel energie gaat erin, hoeveel gaat eruit. Deels is dat warmte via geleiding en straling, deels is dat warmte via ventilatie. Voor ventilatie moet de temperatuur van de ingaande lucht worden vergeleken met de uitgaande lucht, pas dan weet je het energieverlies. Wat er binnen de gebouwschil met die lucht wordt gedaan is onderdeel van BENG 2. Warmte terugwinning via een wisselaar of een warmtepomp is niet relevant, een persoonlijke keuze met verschillende technieken en mate van efficiëntie, afhankelijk van het seizoen. Balansventilatie is puur op lucht/lucht warmteterugwinning efficiënter in de winter, een warmtepomp is efficiënter gedurende de rest van het jaar.
Lange termijn ontwerp
Ik heb ervoor gekozen mijn woning niet op de (steeds kortere) koude periode te ontwerpen waarbij het buiten vriest, maar juist op de (steeds langere) warme periode waarbij ik optimaal kan genieten van lucht en licht zonder last te hebben van oververhitting. Met nog steeds volledige warmteterugwinning uit mijn ventilatielucht. Gelukkig wordt de voorgestelde rekenmethode voor BENG 1 aangepast, dan kan mijn woning tenminste op een eerlijke wijze vergeleken worden met woningen met een balansventilatiesysteem.
Bas Hasselaar, Adviseur Bouwfysica en Duurzaamheid at DGMR
Slim inspelen op energieneutraal bouwen
Wie in de technische bouw- of installatiebranche werkt, krijgt te maken met de nieuwe Europese energiedoelstellingen voor 2020, 2030 en 2050. Energieneutraal bouwen neemt de komende jaren hierdoor een grote vlucht. Succesvolle verduurzaming van de gebouwde omgeving vraagt om nieuw vakmanschap, goede samenwerking én gedeelde ambities. Doekle Terpstra (Uneto-VNI), Maxime Verhagen (Bouwend Nederland) en Energiecommisaris Ruud Koornstra geven tijdens de BuildUpSkills-conferentie van 5 juni a.s. hun visie op deze vernieuwingsslag in de branche.
De conferentie met als titel ‘Met nieuw vakmanschap energieneutraal bouwen!’ vindt plaats in Amersfoort en geeft antwoord op vragen als: Hoe in te spelen op de nieuwe Europese richtlijnen voor duurzaam bouwen en installeren? Wat zijn de nieuwe richtlijnen en welke kansen bieden deze voor Nederland? Welke kennis en ervaring heeft de branche al in huis en hoe kan de kennisinfrastructuur voor de toekomst worden ingericht?
Vernieuwingsslag in de sector
De consortiumpartners van BuildUpSkills maken op de conferentie de balans op van de in de afgelopen jaren opgedane kennis en ervaring bij het inrichten van de kennisinfrastructuur voor duurzaam bouwen. Ook bieden zij inzicht in hoe Nederland en andere landen in Europa invulling aan energieneutraal bouwen geven. Doekle Terpstra, Maxime Verhagen en Ruud Koornstra nemen de deelnemers vervolgens mee in hun visie op hoe zij de vernieuwingsslag binnen de branche willen stimuleren. Door middel van interactieve presentaties en workshops verdiepen de deelnemers zich in het middagprogramma in wat de nieuwe Europese richtlijnen precies voor hen betekenen en hoe zij zo slim mogelijk op de nieuwe ontwikkelingen kunnen inspelen.
De conferentie ‘Met nieuw vakmanschap energieneutraal bouwen!’ vindt plaats op dinsdag 5 juni van 10.00 tot 16.00 uur bij MBO Amersfoort, Hardwareweg 15 in Amersfoort. Aanmelden kan via https://fd8.formdesk.com/online-aanmelden/buildupskills.
Dries Roelvink ruilt zonnebank in voor zonnepanelen
Dries Roelvink ruilt zijn energieslurpende en schadelijke zonnebank in voor zonnepanelen. Op donderdag 17 mei tussen 11 en 12 uur ’s ochtends gaat zonnebank de deur uit en worden de zonnepanelen geïnstalleerd op zijn nieuwe appartement mét dakterras in de PC Hooftstraat in Amsterdam. Zo draagt hij bij aan een beter klimaat.
Dat steeds meer Nederlanders overstappen op zonne-energie is bekend – het is goed voor de portemonnee, en ze realiseren zich steeds meer dat ze zélf iets kunnen doen tegen de klimaatveranderingen. Maar Dries? Wie had gedacht dat uitgerekend Dries zich druk maakt om het klimaat? Dries: “Ik heb sinds kort elke doordeweekse ochtend een column op radio 1, in het programma ‘1 op 1’ van Sven Kockelmann. In die uitzending komen de laatste tijd regelmatig gasten praten over energie, klimaat, milieu en dat heeft me serieus aan het denken gezet. Ik heb kinderen en ik wil ze niet achterlaten op een zwaar vervuilde aardbol waar ze later met mondkapjes op door het leven moeten. Eigenlijk zou iedereen dit moeten doen.”
Voordat Dries overstag ging twijfelde hij nog even. “Het leek me een enorm gedoe, die zonnepanelen installeren. En welke moest ik dan kiezen?” Hij belde een rondje langs zonnepanelenboeren, maar het duizelde hem van de informatie. Tot energiedirect.nl hem een aanbod deed: Dries zou gratis zonnepanelen krijgen maar daar moest wel een tegenprestatie voor geleverd worden. Hij moet afstand doen van zijn energieslurpende en schadelijke zonnebank. Dries: “Uiteraard is het een stunt, maar wel een sympathieke en voor het goede doel vind ik! Als mensen zien dat zelfs ík ben overgestapt, dan is er echt voor niemand meer een obstakel.”
Dries en zijn zonnebank horen bij elkaar als, nou ja, als Dries en zijn zonnebank. Valt het naderende afscheid hem zwaar? Dries: “Die zonnebank kan ik denk ik wel missen. Ik heb nu een nieuw appartement mét dakterras waar ik in de echte zon kan bruinen – uiteraard met de juiste factor. En dan liggen er ook nog zonnepanelen naast me die Amsterdam vergroenen én geld op leveren. Zo haal ik écht iets goeds uit de zon.”
De afgelopen jaren is zanger, entertainer en acteur Dries Roelvink uitgegroeid tot een TV-personality. Hij verscheen in o.a. Let’s Dance, Sterren dansen op het ijs, Jensen, Jouw vrouw mijn vrouw, Ranking the Stars, Vijftig tinten grijs, Tour du Jour, Live for you, RTL late night, Chantal blijft slapen en DWDD. Daarnaast speelde hij ook de hoofdrol in de speelfilm I love Dries van producent Tom Six. Hij heeft tien albums, twee DVD’s en vierendertig single’s uitgebracht, waarvan twee Engelstalige.