Woningcorporatie monitort in pilotproject prestaties NOM-woningen
Woningcorporatie BrabantWonen heeft een voormalig buurtcentrum in Oss getransformeerd naar vier Nul-op-de-meterwoningen. De woningen zijn een belangrijke schakel in de zoektocht van de corporatie naar het energieneutraal maken van haar volledige woningvoorraad in 2050. Bij de Groene Brink, zoals het pilotproject genoemd wordt, worden de woningen de komende paar jaar uitgebreid gemonitord. Hoe werken de installaties, hoe gedragen bewoners zich en op welke manier kan de NOM-prestatie het best gegarandeerd worden?
Op het dak liggen de zwarte zonnepanelen te schitteren in de zon. En tegen de oude gevel van het gerenoveerde pand aan de Driek van Erpstraat is een nieuwe, isolerende gevel gemonteerd, netjes afgewerkt met baksteenstrips. Over alles is nagedacht: zelfs de brievenbus zit niet in de deur, maar hangt ernaast, om geen onnodige kieren te creëren. Eén van de nieuwe bewoners laat trots zijn huis zien: “Dit is allemaal state of the art technologie”, zegt hij, wijzend naar zijn technische ruimte. “Ik vind dat wel interessant. Maar belangrijker nog is dat dit een aangename, comfortabele woning is.”
Nederlandse primeur
BrabantWonen deed voor deze transformatie een uitvraag en koos voor het plan van de combinatie van Kemkens installatieburo en Caspar de Haan onderhoud & renovatie. Hierin werden vier op het oog identieke NOM-woningen gerealiseerd, echter met vier verschillende installatieconcepten. Bij één van die woningen heeft de Groene Brink een Nederlandse primeur te pakken. De ventilatie wordt namelijk verzorgd door de nieuwe Renson Healthbox 3.0. ventilatie-unit, die reageert op CO2, op vocht en op luchtjes (VOC’s: vluchtige organische componenten).
Daardoor wordt continu en per ruimte in huis het ventilatieniveau en dus ook de luchtkwaliteit op peil gehouden, zonder onnodig energie te verspillen. In het bij de Groene Brink gekozen concept komt de aanvoerlucht vanuit de onderdorpel onder het kozijn, waardoor eventuele koudeval langs het raam beperkt wordt. Verwarming van de woning geschiedt hier door een bodemwarmtepomp in combinatie met vloerverwarming. De 65 meter diepe bronnen voor de bodemwarmte werden pal voor de voordeur geboord, maar daar is nu geen spoor meer van te zien.
Installateursapp
Wat naast zijn energiezuinigheid vooral zo interessant is aan de Healthbox 3.0, is de connectiviteit, zegt Benny Goossens van Kemkens Installatieburo. “Wij als installateur kunnen via de webportal bepalen wat de staat van onderhoud is.” Daarnaast is het installeren van de Healthbox 3.0 vereenvoudigd, doordat de speciaal ontworpen installateursapp de installateur stap voor stap begeleidt. Dat zorgt voor een nauwkeurige en zeer snelle installatie, zegt Joep Breukels, commercieel directeur bij Renson. “Dat komt ook doordat de Healthbox 3.0 zichzelf kalibreert en achteraf ook de fijnregeling van de debieten automatisch afhandelt.”
Goossens: “Daarnaast kan de bewoner via zijn eigen gebruikersapp altijd en overal precies zien wat er in de woning gebeurt en wat de kwaliteit is van zijn binnenlucht.” Wanneer die kwaliteit van de lucht onder een bepaalde waarde komt, krijgt de bewoner dat dus te zien. Maar daarbij wordt hij ook meteen op de hoogte gebracht hoe de Healthbox 3.0 aan het werk gaat om het euvel te verhelpen. Via de Renson-app krijgt de bewoner tevens extra tips voor een gezonde binnenlucht.
Bewonersbetrokkenheid
Door bewoners op deze manier bij hun ventilatie te betrekken, groeit de bewustwording dat duurzame woningen niet alleen een kwestie zijn van isoleren, of een pakket pv-panelen op het dak, maar dat er ook voldoende aandacht moet besteed worden aan een gezond binnenklimaat. Want uiteindelijk is dát waar de bewoner evenzogoed bij gebaat is als bij een energetisch zuinige woning.
De komende jaren worden de vier installatieconcepten in de vier woningen gemonitord en vergeleken, zegt Frans Brouwers, van Caspar de Haan onderhoud & renovatie. “Het gaat er nu vooral om informatie te verzamelen, want iedereen heeft het wel over NOM, maar niemand weet nog wat daarvoor exact de juiste oplossing is. Het is mooi om te zien hoeveel reacties uit de markt we krijgen naar aanleiding van project de Groene Brink.”
Duurzame waterafvoer voor nieuwe woonwijk
In het Noord-Brabantse Zundert is een woonwijk gerealiseerd voorzien van duurzame waterafvoer. Door waterbuffering in de bodem wordt regenwater niet geloosd in het gemeentelijke rioleringsstelsel, maar geïnfiltreerd in de grond. “Hierdoor wordt het gemeentelijke riool niet extra met schoon water belast en hoeft het water niet naar een waterzuivering geleid te worden. Zo kunnen er rioolbuizen met een kleinere diameter gebruikt worden, wat een flinke investering scheelt”, vertelt Ruud van Eck van Civiel Adviesbureau Waterpas, verantwoordelijk voor de inpassing van de duurzame waterafvoer.
Het regenwater wordt opgevangen in een apart buizenstelsel dat ervoor zorgt dat het water wordt afgevoerd naar een wadi. Dat is een soort geul die normaalgesproken droogstaat en via een buizenstelsel regenwater opvangt en laat infiltreren in de ondergrond.
Eerste deel methode voor succesvol energieneutraal bouwen gereed
Hoewel elk nieuw gebouw vanaf eind 2020 bijna energienul moet zijn volgens de Europese wetgeving, is het huidige ontwikkelingstempo te laag. Een van de oorzaken is dat het als te duur wordt beschouwd. Op Europees niveau wordt daarom momenteel een methode ontwikkeld om bijna-energieneutrale gebouwen (NZEB’s) te realiseren met meer waarde voor minder geld. De eerste bouwstenen ervan zijn nu beschikbaar als gratis download.
Het optimaliseren van processen om bestaande en bewezen oplossingen volledig te integreren wordt gezien als de grootste kans voor succesvol energieneutraal bouwen. Het EU-project AZEB (Affordable Zero Energy Buildings) streeft naar een aanzienlijke kostenbesparing van nieuwe NZEB’s door integrale procesoptimalisatie in alle bouwfasen.
Overzichtelijk document
In het AZEB-rapport ‘Set of Solutions for Affordable Zero Energy Buildings’ is bestaande kennis in Europa over NZEB in één document overzichtelijk bij elkaar gebracht. Het rapport bevat de eerste bouwstenen voor de NZEB-methodologie en geeft een samenvatting van de belangrijkste geïdentificeerde kostendrivers voor NZEB-gebouwen in vergelijking met traditionele gebouwen. Er zijn drie soorten oplossingen geïdentificeerd die de levenscycluskosten van NZEB’s optimaliseren: 1. duidelijke prestatie-indicatoren over kosten, energie, comfort, gezondheid en milieu, 2. kostenoptimale technische en energieconcepten en 3. methoden voor het optimaliseren van processen binnen de keten. Deze oplossingen zijn de bouwstenen voor de NZEB-methodologie en ze worden geïntegreerd in de stapsgewijze richtlijn om NZEB’s met meer waarde te bouwen voor minder geld. Het Engelstalige rapport is hier te downloaden.
‘Meer waarde voor minder geld’
Het Nederlandse AZEB-projectteam geeft een presentatie tijdens de Renovatiebeurs over het project op woensdag 23 mei om 13 uur: ‘Meer waarde voor minder geld’. Daarna gaat DNA-voorzitter Carl-peter Goossen in op de aanstaande grote omwenteling: alles wordt BENG. Dat noodzaakt een compleet andere kijk op bouwen. “De gebruiker staat centraal in de NZEB-methodologie. Zonder de inbreng en inzet van bewoners kunnen we klimaatverandering niet tegengaan en de transitie naar gasloos wonen niet maken.” De aansluitende interactieve workshop om 14 uur laat de klantreis van een particuliere opdrachtgever zien hoe de wensen en knelpunten van een bewoner de pijlers van de methodologie bepalen.
Het Engelstalige rapport is hier te downloaden
‘Per half jaar 10% minder nieuwbouwwoningen met aardgasaansluiting’
Uit onderzoek van Bouwend Nederland blijkt dat gemiddeld 45% van de ongeveer 110.000 nieuwbouwwoningen in de fase ontwerp, vergunning/verkoop en in aanbouw nog een gasaansluiting heeft. Van de woningen in uitvoering heeft 58% nog een gasaansluiting. Van de woningen in de verkoop/vergunningfase heeft 42% nog een gasaansluiting. Van de woningen in de ontwerpfase heeft 35% nog een gasaansluiting. Volgens Bouwtrend neemt het percentage elk half jaar met 10% af.
Appartementen maken minder gebruik van hr-ketels als hoofdverwarming. Wel komt uit dit onderzoek naar voren dat er soms gebruik wordt gemaakt van een gasaansluiting voor bijverwarming (voor extra koude perioden) en/of warmtapwater. Dit geldt bijvoorbeeld voor hybride warmtepompen of voor collectieve warmtepompen met een hr-ketel voor bijstook. Het gasverbruik is in sommige woningen slechts enkele m3 aardgas per jaar.
Gasloze woning niet in trek in Utrechtse wijk
In het Utrechtse Antoniuskwartier hebben 207 woonhuiseigenaren de optie gekregen om van het gas af te gaan. Het blijkt niet storm te lopen. Slechts één huis heeft geen gasleiding meer. De overige bewoners hikken tegen de meerinvestering van enkele duizenden euro’s aan. Enkele bewoners bestelden wel wat extra zonnepanelen, maar niemand koos ervoor nu al van het gas af te gaan.
De gemeente Utrecht merkt dat huiseigenaren maar ook huurders liever kiezen voor verbeteringen op het gebied van luxe en comfort dan voor energiezuinigheid. Dat laatste zou niet meetbaar en zichtbaar zijn. Men is nu op zoek naar een manier om beter duidelijk te maken hoeveel besparing een energiezuinige woning oplevert.
‘Subsidieprikkel voor grootschalig renovatie naar energieneutrale woningen’
Stroomversnelling, een coalitie van partijen die hun schouders onder de energietransitie willen zetten, wil dat er een instrument komt dat bouwondernemingen prikkelt om bestaande woningen grootschalig energieneutraal te renoveren. Er wordt daarbij vooral gedacht aan laagbouwwoningen gebouwd tussen 1950 en 1995. Deze woningen komen redelijk met elkaar overeen, verzorgen 40 procent van de CO2-uitstoot van de gebouwde omgeving en zijn vaak hard aan renovatie toe. ‘Schrijf maximaal 5 tenders uit voor de aanpak van minimaal 3000 woningen en stel een overbruggingsbedrag van maximaal 25.000 euro per gerealiseerde woning beschikbaar.’
De afgelopen jaren zijn er diverse energieneutrale mogelijkheden gecreëerd die voor woningcorporaties al rendabel zijn, maar voor woningeigenaren nog zeker 30 tot 35 procent in kostprijs moeten dalen om aantrekkelijk te worden. Die kostprijsverlaging ontstaat pas door op grote schaal te renoveren. Stroomversnelling stelt daarom een subsidiemaatregel voor die in eerste instantie kan worden gebruikt om de nog te hoge kostprijs te compenseren. Door de innovatie-impuls en de schaal die zo ontstaat, zal de kostprijs vervolgens daadwerkelijk dalen.
Subsidies helpen alleen als ze de innovatiebereidheid van de bouwsector versterken en uiteindelijk ten goede komen aan de woonconsument, stelt Stroomversnelling. Bij voorkeur in de vorm van betere producten en een kostprijs die evenredig is aan de kosten van de energierekening en het noodzakelijk onderhoud. De investering moet voor bewoners dus woonlastenneutraal te financieren zijn.
Stroomversnelling denkt aan een volgende, mogelijke opzet van de subsidietender:
-Kies 5 veelvoorkomende woningtypologieën en inventariseer de wijken waar deze typologieën veel voorkomen (in de orde van 100.000 stuks). Maak waar mogelijk een koppeling met de 20 aan te wijzen ‘aardgasvrije wijken’.
-Schrijf maximaal 5 tenders uit voor de aanpak van minimaal 3000 woningen. Daag de markt uit om een propositie te maken die woonlastenneutraal is.
-Stel een overbruggingsbedrag van maximaal 25.000 euro per gerealiseerde woning beschikbaar.
-Stel een marketingplan verplicht. Het winnende consortium verkoopt zelf zijn propositie en ontvangt pas bij verkoop de overbruggingssubsidie.
De partij die met een industrieel op te schalen concept de hoogste ambitie haalt op het niveau van besparing (vraagreductie) met een zo laag mogelijk overbrugginsbedrag, wint de tender.
Voorwaarde voor succes in het verduurzamen van de gebouwde omgeving, met name in het particuliere segment, is een toegankelijke financiering. Daarom pleit Stroomversnelling ervoor om naast de tenderregeling met als doel kostenverlaging, financieringsvormen te ontwikkelen die élke doelgroep de kans geven om de eigen woning te verduurzamen.
Gasloos verwarmen met een warmtepomppaneel
DOEN Participaties en PDENH participeren in Triple Solar, de Nederlandse uitvinder van het wereldwijd gepatenteerde geluidloze warmtepomppaneel. Een warmtepomppaneel combineert een zonnepaneel (elektra) met een thermisch systeem waardoor het systeem het hele jaar door geluidloos warm water kan leveren voor verwarming en tapwater. Het warmtepomppaneel wordt gemonteerd in plaats van een gewoon zonnepaneel. Het door TNO geteste paneel is inmiddels in meer dan 100 gebouwen in binnen- en buitenland toegepast. De projecten zijn intussen uitgebreid naar appartementencomplexen en woonwijken. Nieuwste klant is dierentuin Artis in Amsterdam, waar Triple Solar het restaurantgebouw de Twee Cheetahs verduurzaamt.
Cees Mager, CEO van Triple Solar: “De markt voor gasloos verwarmen is in een versnelling gekomen door de wens van de consument en de push vanuit de politiek en overheid om vanaf 2020 geen fossiele brandstof (gas) in nieuwbouw te gebruiken. Onze missie is de consument voor te lichten in deze totaal nieuwe markt en een betrouwbaar en geluidloos alternatief te bieden voor de gasketel.”
Radicale innovatie nodig om versneld van aardgas af te raken
Het kabinetsbesluit om het Nederlandse gasgebruik versneld af te bouwen, maakt innovatie in de bouw nóg urgenter. De ambitie van De Bouwagenda is om 1.000 gebouwen per dag energieneutraal te maken. Volgens Taskforce-voorzitter Bernard Wientjes lukt dit alleen als de bouwsector, overheden en kennisinstellingen samen tot een ‘radicale innovatie’ komen.
Dit staat in de voortgangsrapportage ‘1 jaar Bouwagenda’, die Wientjes vandaag overhandigde aan de ministers Kajsa Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) en secretaris-generaal Maarten Camps (Economische Zaken en Klimaat). Tijdens een werkconferentie in Den Haag blikten ruim 150 partners en betrokkenen bij De Bouwagenda terug op het afgelopen jaar en werden de prioriteiten voor het komende jaar besproken.
Minister Ollongren sprak tijdens de bijeenkomst haar grote waardering uit voor de vorderingen en initiatieven. “Weet dat u het kabinet aan uw zijde heeft. Wij zien met vertrouwen de uitrolfase van De Bouwagenda tegemoet. Het kabinet werkt daar volop aan mee.”
Wijk voor wijk
De Bouwagenda zet de koers uit om 7,5 miljoen woonhuizen en circa 500.000 overheids- en kantoorgebouwen, winkels en scholen te verduurzamen. “Het huidige tempo ligt veel te laag”, aldus Wientjes. “Een hogere productiviteit en meer kwaliteit zijn nodig, zodat we wijk voor wijk kunnen aanpakken. De enorme opgave is met de huidige manier van werken eigenlijk niet te realiseren. Er is dringend behoefte aan nieuwe, innovatieve technieken, producten en processen. Een van de prioriteiten van De Bouwagenda voor de komende periode is daarom het opzetten van een innovatie- en kennisinfrastructuur voor de bouwsector.”
Minister Ollongren maakte bekend dat de vier technische universiteiten, de vereniging van hogescholen, TNO en het bedrijfsleven uit de bouw- en installatiewereld gaan samenwerken in het Innovatie Centrum Bouw en Techniek. Hierdoor krijgt de gebouwde omgeving een van de faciliteiten van de topsectorenaanpak.
“Dit is een belangrijke start voor de broodnodige schaalbare innovaties. Die innovaties hebben niet alleen nodig om tegemoet te komen aan de grote vraag naar woningen, maar ook voor duurzame bestaande en nieuwe woningen. We gaan immers van het gas af”, aldus de minister.
Kwaliteit en vakmanschap
Andere prioriteit voor de komende periode is modernisering van het aanbestedingsbeleid. Wientjes: “De grootste opdrachtgever van de bouw is de overheid. Die selecteert bij aanbestedingen nu nog te veel op prijs, waardoor er onvoldoende prikkels voor innovatie zijn. Daarom werken we aan een compleet nieuw aanbestedingsbeleid, waar aspecten als duurzaamheid en vermogen tot samenwerking veel zwaarder meewegen. De procesgang wordt open, transparant en volledig digitaal.”
Grote aandacht van De Bouwagenda heeft het personeelstekort in de bouw. Op de korte termijn is de komende vijf jaar 40.000 man/vrouw nodig om uitstroom van oudere werknemers in de bouw op te vangen. Dit komt bovenop de 70.000 vakmensen die sinds de economische crisis de bouw hebben verlaten. Daarnaast zijn bijna 70.000 vakmensen in de bouw- en installatiebranche in 2020 niet meer voldoende gekwalificeerd. Wientjes: “We moeten fors investeren in de kwaliteit van productie en vakmanschap, opleidingen en onderwijs. Hiervoor is een sectorbrede ‘revolutie’ nodig, waarin bedrijfsleven, kennispartners, overheden, beroepsonderwijs en de bonden samen komen tot een Human Capital Agenda voor de bouw. Zonder geschikt personeel kunnen we onze energie- en klimaatambities wel vergeten. Deze agenda dient daarom politiek verankerd te worden.”
Urgentie
De Taskforce voelt zich gesterkt door de verankering van De Bouwagenda in het Regeerakkoord en de prominente plek aan de sectortafel Gebouwde Omgeving, die advies uitbrengt aan het kabinet over het nieuwe Klimaat- en Energieakkoord. “Er is een groot gevoel van urgentie bij het nieuwe kabinet, dat gepaard gaat met bereidheid de wet- en regelgeving aan te passen en substantiële geldmiddelen ter beschikking te stellen om de verduurzaming te realiseren”, aldus Wientjes.
Over De Bouwagenda:
Op initiatief van het kabinet is De Bouwagenda opgesteld: een ambitieus vernieuwingsprogramma voor de bouwsector waarin de uitdagingen op het gebied van energie, klimaat en grondstoffen voorop staan. Doel is een CO₂-neutrale, klimaatbestendige en circulaire gebouwde omgeving in 2050. Een uniek samenwerkingsverband vanuit alle geledingen van de bouwsector – overheid, kennisinstellingen, markt en belangengroepen – heeft hiervoor een plan van aanpak opgesteld. De Taskforce Bouwagenda, onder leiding van Bernard Wientjes, ziet toe op de uitvoering.
Het document ‘1 jaar Bouwagenda’ is te vinden op de website www.debouwagenda.com.
Jong talent op zoek naar oplossingen voor een aardgasvrij Nederland
Op vrijdag 20 april start de Urban Energy Challenge: 32 jonge talenten gaan in teams aan de slag met de uitdaging om wonend Nederland van het aardgas af te krijgen. Vier organisaties – Alliander, BAM, Ennatuurlijk en het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat – hebben een vraagstuk met betrekking tot de warmtetransitie uitgezet, waar zij als organisatie zelf nog geen antwoord op hebben. Vijf weken lang zetten de deelnemers zich in om tijdens de finale op 25 mei hun oplossingen te presenteren.
Nederland heeft een grote ambitie: in 2050 willen we geen gebruik meer maken van aardgas voor onze warmtevoorziening. Hoe we tot een aardgasvrije warmtevoorziening komen is nu nog een gezamenlijke zoektocht. Met verschillende partijen en vanuit verschillende perspectieven wordt er gewerkt aan hoe we deze transitie kunnen aanpakken. Over één ding lijken partijen het eens te zijn; het is een enorme opgave en we hebben jong talent nodig om de transitie daadwerkelijk te kunnen realiseren.
Jong Warmtenetwerk beoogt nu met de Urban Energy Challenge jong talent te verbinden met de warmtesector. SustainableMotion ontwikkelde een concept dat deelnemers stimuleert ‘out of the box’ oplossingen te bedenken. Zij krijgen zo de kans om de praktijk van de warmtesector te ervaren en uit te vinden of zij hun interesse en talent willen inzetten bij organisaties betrokken bij de warmtetransitie.
De Urban Energy Challenge richt zich op HBO en WO studenten en afgestudeerden – een doelgroep die met hun denkkracht en creativiteit in de nabije toekomst veel waarde kan toevoegen aan de warmtetransitie. Naast dit jonge talent vraagt de warmtetransitie ook om talenten die de warmtetransitie vervolgens handen en voeten kunnen geven. De komende jaren zal ook voor deze doelgroep gericht aandacht voor de warmtetransitie moeten komen.
De Urban Energy Challenge is een initiatief vanuit Jong Warmtenetwerk – onderdeel van stichting Warmtenetwerk. Jong Warmtenetwerk verbindt jonge mensen die geïnteresseerd zijn in de warmtetransitie met elkaar. Hiernaast richt Jong Warmtenetwerk zich op het aantrekkelijk maken van de warmtetransitie voor nieuw jong talent dat de komende jaren met de warmtetransitie aan de slag gaat.
“Biomassa is veel duurzamer dan luchtgebonden warmtepomp”
Het lijkt wel alsof politiek Den Haag, energieleveranciers, netbeheerders, brancheverenigingen en het maatschappelijk middenveld Nederland massaal aan de luchtgebonden warmtepomp willen krijgen. Zo werd er twee weken geleden nog een spraakmakend manifest gepresenteerd. Uneto-VNI, Energie Nederland, Greenpeace en andere organisaties sturen er daarin op aan dat vanaf 2021 huiseigenaren alleen nog hun cv-ketel mogen vervangen in combinatie met een hybride warmtepomp, een zonneboiler of een ander duurzaam alternatief. Tja, wat werd er als eerste genoemd? Precies de warmtepomp. Volgens biomassa-specialist Theo de Groot dreigen we als maatschappij last te krijgen van blikvernauwing. Hij ziet bovendien de warmtepomp niet als het ei van Columbus om van het gas los te komen.
“Permanent aan het elektrisch infuus”
“Nederland komt permanent aan een elektrisch infuus te liggen als we massaal overstappen op warmtepompen. Het net zal fors moeten worden verzwaard. Dat gaat miljarden euro’s kosten en die rekening zal uiteindelijk bij de consument komen te liggen. PV-panelen gaan ook geen soelaas bieden. Je blijft afhankelijk van het net om op donkere dagen stroom te leveren. En het net wordt gevoed door energiecentrales, die op een zeer inefficiënte wijze energie opwekken. Bovendien gaat er stroom verloren tijdens het transport naar de huishoudens. Daarnaast zal de prosument op termijn ook moeten betalen voor het gebruik van het net, als hij gaat terug leveren. Dus dat gaat hij voelen in zijn portemonnee. Wil je dat omzeilen met accu’s, dan moet je jezelf nog eens goed achter de oren krabben. Sowieso hebben de huidige accu’s veel ruimte nodig, bovendien zijn ze opgebouwd uit allerlei niet-milieuvriendelijke componenten. Dat doet me persoonlijk denken aan kernenergie. Wel schoon, maar wat doe je met het restafval?”
COP-waarden
Als installateur heeft De Groot zelf uitgebreid ervaring opgedaan met warmtepompen. “Fabrikanten schermen vaak met indrukwekkende COP-waarden, maar die zijn gekoppeld aan een bepaalde buitentemperatuur. Als je kijkt naar de Seasonal Performance van een warmtepomp, blijken de COP-waarden een stuk lager te liggen met alle gevolgen vandien voor de energierekening en duurzaamheidsambities.”
“Natuurlijke accu”
Tegenwoordig levert de dga van Atechpro pelletketels en cv-houtketels. Volgens de biomassa-specialist een duurzamere warmteopwekker dan de warmtepomp. “Biomassa is in feite een natuurlijke accu die werkt op basis van opgeslagen zonne-energie. Bij biomassaketels denken mensen al snel aan houtpellets als brandstof, maar er zijn al allerlei alternatieven op de markt. Tot en met bermgras, olijfolie- en kersenpitten aan toe.”
Rendement houtpelletsystemen
Menig consument en installateur associeert “helaas” houtpelletketels- en kachels met inefficiënte systemen, luchtvervuiling, gebrek aan hernieuwbare bossen en een groot ruimtebeslag. Volkomen ten onrechte, volgens De Groot. “Het huidige rendement ligt rond de 96%, bij rookgascondensatiesystemen zelfs hoger. Met de juiste filters kan de uitstoot van fijnstof en dergelijke tot 0 worden teruggebracht. En de as die vrijkomt bij het verwarmen met biomassa kan weer terug in de natuur worden gebracht. Zo krijg je een circulaire hernieuwbare energievoorziening die nooit opraakt.”
Aanvoer en ruimtebeslag
Maar hoe zit het met de aanvoer van hout? Kunnen onze bossen wel de vraag bijbenen en waar moet je al die houtpellets kwijt? De Groot: “Er is al zoveel hout aanwezig in Nederland, dat als we het goed zouden gebruiken en niet zouden exporteren, we al aan een groot deel van de vraag kunnen voldoen. Hout kan zich in een korte termijn ontwikkelen. Binnen 2 jaar kunnen al boompjes groeien van 3 tot 4 meter hoog. We kunnen dus zelf onze eigen energie opwekken. Stel je zou Flevoland volplanten met de juiste boomsoorten, dan zou je voldoende thermische energie opwekken om heel Nederland te verwarmen. Op permanente basis, want de bossen zouden voldoende tijd hebben om zich te hernieuwen.” Hij wil maar even aangeven dat we naar zijn idee al veel te snel denken dat er absurde hoeveelheden hout nodig zijn om onze woningen te verwarmen.
Dalende warmtebehoefte
En die warmtevraag zal trouwens per woning alleen maar afnemen, verwacht De Groot. “Nieuwbouwhuizen zijn zodanig geconstrueerd dat de warmtebehoefte al tot een minimum wordt teruggebracht. En in de bestaande woningbouw laten meer en meer eigenaren hun huis isoleren. Blijft ruimtebeslag een issue, dan kan je ook gaan denken aan collectieve voorzieningen, dus bijvoorbeeld appartementencomplexen of een rijtje huizen laten verwarmen met een grote pelletketel. Zo bespaar je ruimte.”
Uitzonderingen
De voordelen zijn legio, aldus De Groot. Toch zijn er situaties te bedenken waarin houtpelletketels en –kachels niet de beste oplossing zijn om te voldoen aan de thermische warmtebehoefte. “Bijvoorbeeld als je in hartje centrum van een drukke stad een oud gebouw wilt renoveren en ruimtebeslag plus aanvoer van brandstof problematisch wordt. Of, als er gezocht wordt naar één oplossing om mee te verwarmen en te koelen.”
Toekomst
Hoe Nederland er over 15 jaar uitziet, weet De Groot niet. Het zou hem in ieder geval niet verbazen als rond de 20% van de warmtevraag wordt ingevuld met biomassa. “We merken nu al een stijgende belangstelling. Zeker van mensen die helemaal off-grid willen gaan.” En de rest van de warmtebehoefte? “Ik denk dat de cv-ketel nog zo’n 40% voor zijn rekening zal nemen. De rest zal worden verdeeld tussen warmtepompen en andere systemen.”